• No results found

Tweede opzet van ‘de tool’

In document Eindverslag TRB: Frisse Scholen (pagina 40-57)

5. De theorie

5.6 Specifieke opzet

6.3.2. Tweede opzet van ‘de tool’

6.3.2.6.3.2.

6.3.2. Tweede opzet van ‘de tool’. Tweede opzet van ‘de tool’. Tweede opzet van ‘de tool’. Tweede opzet van ‘de tool’.

De tweede opzet van de tool zal ten opzichte van de eerste versie met een andere aanpak worden benaderd. Er is getracht een daadwerkelijk functionerend model op te stellen. Processen worden op meerdere niveaus doorgezet en verder uitgewerkt. En met de toepassing van de casus zal een betere koppeling worden gemaakt met de praktijk. Bij de uitwerking van tweede opzet van de tool zijn meerdere onderzoeken verricht en afgerond waardoor er betreffende inhoud meer inzicht is verkregen. Voorbeelden hiervan zijn de eisen en de wijze waarop gegevens gestructureerd worden ondergebracht. Ook de wijze waarop gegevens kunnen worden ingebracht in de tool is herzien. Hierbij is duidelijke structuur en eenduidige nummering toegepast waarmee gegevens gedurende het proces traceerbaar zijn. Wanneer gegevens nodig zijn in processen kunnen deze eenvoudig worden bepaald omdat ze zijn gekoppeld aan een nummering.

Bij de conclusie van de eerste opzet is bepaald dat het direct compleet uitwerken van het gehele model een onbegonnen zaak is wanneer de achterliggende processtructuur niet geheel duidelijk is. Er is daarom gekozen om eerst twee specifieke onderdelen uit te werken tot het punt dat deze daadwerkelijk functioneren. Wanneer de twee thema’s goed zijn uitgewerkt kan op basis van deze uitwerking de rest van het model worden gebaseerd.

Voor de tweede tool is gekozen de verwerking te realiseren met Excel. De mogelijkheid om hierin met gegevens en formules te werken is hierin de grootste overweging geweest. Met Excel is het mogelijk om een daadwerkelijk functionerend model op te stellen zoals dit met het eindproduct is beoogd.

Algemene verschillen met eerste opzet Algemene verschillen met eerste opzetAlgemene verschillen met eerste opzet Algemene verschillen met eerste opzet

• Excel in plaats van AutoCad; • Nummering;

• Diepgaande processen en terugkerende informatie.

Processtructuur specifiek bekeken voor gebouwschil Processtructuur specifiek bekeken voor gebouwschil Processtructuur specifiek bekeken voor gebouwschil Processtructuur specifiek bekeken voor gebouwschil

Voor de specifieke stappen die worden genomen binnen de tool om een antwoord te kunnen genereren wordt in dit gedeelte specifiek gekeken naar de schil van het gebouw. Hierbij worden met name eisen uit het PVE zoals de ‘isolatie van de gebouwschil’ gebruikt om een duidelijke koppeling te genereren waarmee de bestaande schil van het gebouw kan worden beoordeeld.

De schil is hierbij gekozen als het voornaamste te onderzoeken gedeelte van het bestaande gebouw omdat dit een belangrijk gedeelte is. Het kan ervoor zorgen dat het gebouw qua volume kleiner wordt en dat het gebouw qua esthetiek veranderd.

Processtap 1: beoordelen of aanwezige Rc van de schil voldoet en of onderdelen behouden kunnen blijven. In eerste instantie is de opbouw van het dak, gevel en begane grondvloer geïnventariseerd om te

beoordelen of één of meerdere delen al voldoen aan de eisen die gesteld zijn in het PVE. Voor de gebouwschil zijn de volgende eisen uit het ‘PVE Frisse Scholen’ van toepassing: 1b Isolatie van de gebouwschil;

Voor de gebouwschil is bovenstaande eis de enige die hier direct invloed op heeft. De opbouw van de schil omvat 3 soorten, namelijk:

o Het dak; o De gevel;

o De begane grondvloer.

Om de opbouw van de schil te bepalen wordt deze opgedeeld in een aantal lagen. Op deze manier kan op een later moment eenvoudig worden bekeken welke delen niet voldoen en/ of welke delen vervangen moeten worden zodat de schil kan voldoen aan de eisen gesteld in het PVE.

Bij het dak, gevel en begane grondvloer bestaat deze opbouw over het algemeen uit:

o Laag 1; o Laag 2; o Laag 3; o Laag 4;

41 Vervolgens komt hier de isolatiewaarde (Rd) van het materiaal uitrollen. De isolatiewaarden van iedere laag

worden bij elkaar opgeteld zodat hier een isolatiewaarde van de betreffende opbouw uit komt rollen. De Rc- waarde.

Hieraan wordt de eis van het ‘PVE Frisse Scholen’ gekoppeld zodat er een uitkomst wordt gegenereerd. Deze uitkomst bevat 2 mogelijkheden, namelijk ‘voldoet’ en ‘voldoet niet’. De waarde die hier uitkomt is weer gekoppeld aan het, door de opdrachtgever in te vullen, kwaliteitsprofiel.

Wanneer de waarde van de Rc beneden de 3,5 blijft komt hier een waarde ‘voldoet niet’ uit. Wanneer de waarde van de Rc tussen de 3,5 en 4,99 zit komt hier de waarde uit ‘voldoet’. Ten minste als is aangegeven dat de isolatie van de gebouwschil moet voldoen aan kwaliteitsprofiel B of C. Om hieraan te

voldoen moet de schil namelijk een Rc-waarde hebben tussen de 3,5 en 5. Bij een Rc-waarde hoger

dan 5 voldoet de schil aan kwaliteitsprofiel A.

Bij een waarde ‘voldoet’ zullen er geen vervolgstappen voor het betreffende deel genomen hoeven te worden. Bij een waarde ‘voldoet niet’ zal de volgende processtap in werking treden.

42

43 Processtap 2: Welke oplossingen voldoen aan de in het PVE gestelde eisen?

Oplossingen worden in de eerste instantie gegeven als aanvulling op het bestaande. Hierbij wordt gekeken of onderdelen behouden kunnen blijven met of zonder aanpassing. Wanneer het bestaande niet blijkt te voldoen moet worden gekeken naar een oplossing waarbij minimale investeringen zijn vereist.

1b: Isolatie van de gebouwschil

Voor het dak, gevel en begane grondvloer is onderzocht welke mogelijkheden er zijn om het gestelde kwaliteitsniveau te behalen. Bij de mogelijkheden is alleen rekening gehouden met de basis, folie en dergelijk is nog geen rekening mee gehouden.

De bestaande opbouw van het dak (A) ziet er als volgt uit:

A0. Holle baksteenvloer 120mm + isolatie 50mm + dakafwerking bitumen

Hier zijn de volgende mogelijkheden voor aangedragen:

A1. Bestaande constructie en isolatie handhaven, nieuwe isolatie + nieuwe dakafwerking aanbrengen; A2. Bestaande constructie handhaven, nieuwe isolatie + nieuwe dakafwerking aanbrengen;

A3. Bestaande constructie handhaven, nieuwe isolatie binnen + nieuwe afwerking binnen + nieuwe isolatie buiten + nieuwe dakafwerking;

A4. Bestaande constructie handhaven, nieuwe isolatie + nieuwe dakafwerking + groendak; A5. Geheel nieuw dak.

De Rc-waarde van de opbouw kan verschillen. Om een hogere Rc-waarde te creëren kan er simpelweg meer isolatie aangebracht worden.

De bestaande opbouw van de gevel (B) ziet er als volgt uit:

B0. Binnenblad metselwerk 110mm + spouw 50mm + buitenblad rood metselwerk 110 mm.

Hier zijn de volgende mogelijkheden voor aangedragen:

B1. Beide bestaande wanden handhaven, voorzetwand binnen + afwerking;

B2. Bestaande binnenwand handhaven, nieuwe isolatie tegen binnenwand + spouw + nieuw metselwerk;

B3. Beide bestaande wanden handhaven, spuitwol in spouw aanbrengen + voorzetwand binnen + afwerking;

B4. Bestaande binnenwand handhaven, isolatie tegen binnenwand + stuclaagafwerking tegen isolatie; B5. Bestaande binnenwand handhaven, smalle strook isolatie tegen binnenwand voor

ongeregeldheden weg te werken + isolatie buiten + stuclaagafwerking tegen isolatie; B6. Geheel nieuwe gevel.

De Rc-waarde van de opbouw kan verschillen. Om een hogere Rc-waarde te creëren kan er simpelweg meer isolatie aangebracht worden.

De bestaande opbouw van de begane grondvloer (B) ziet er als volgt uit:

A0. Betonvloer op zand dikte onbekend + afwerkvloer 50mm + vloerafwerking;

Hier zijn de volgende mogelijkheden voor aangedragen:

A1. Bestaande vloer handhaven, nieuwe isolatie + nieuwe afwerkvloer (met of zonder vloerverwarming)

44 Processtap 3: Zijn oplossingen mogelijk aan de hand van de bouwkundige gegevens?

Er zijn natuurlijk nog meer oplossingen te bedenken, dit zijn echter de meest voor de hand liggende. De volgende stap is welke oplossingen van het dak, de gevel en de begane grondvloer mogelijk zijn binnen de casus. Aangezien de casus basisschool ‘De Tweesprong’ een monumentaal gedeelte heeft zullen niet alle oplossingen toepasbaar zijn.

Het voorste, tevens oudste, gedeelte uit het jaar 1959 is een gemeentelijk monument en het beeld vanaf te buitenzijde mag dus niet veranderen. Dit kan nogal problemen opleveren aangezien bijvoorbeeld de stalen spanten in directe verbinding met binnen en buiten staan.

Voor het dak betekent dit dat de dikte van de opbouw van het dak niet mag veranderen.

Voor de gevel betekent dit dat het buitenspouwblad niet veranderd kan worden doordat het metselwerk behouden moet blijven. Ook het beeld van de stalen spanten, stalen kozijnen en kunstwerken in mozaïek moeten behouden blijven.

Voor de begane grondvloer heeft het niet veel gevolgen. Deze zou in principe helemaal verwijderd kunnen worden als dit nodig blijkt te zijn.

45 Processtructuur specifiek bekeken voor ventilatie

Processtructuur specifiek bekeken voor ventilatieProcesstructuur specifiek bekeken voor ventilatie Processtructuur specifiek bekeken voor ventilatie

Naast de processtructuur voor de gebouwschil is ook bekeken hoe installaties kunnen worden verwerkt in de tool. Voor de specifieke stappen die worden genomen binnen de tool om een antwoord te kunnen genereren wordt in dit gedeelte specifiek gekeken naar de ventilatie. Hierbij worden met name de samenhangende eisen uit het programma van eisen gekoppeld om een functie op te stellen waarmee de installaties kunnen worden beoordeeld.

Ventilatie is hierbij gekozen als het voornaamste te onderzoeken installatieonderdeel omdat dit een speerpunt is voor het realiseren van een Frisse School.

Processtap 1: beoordelen of aanwezige ventilatie voldoet en of onderdelen behouden kunnen blijven. In eerste instantie wordt beoordeelt of in de bestaande situatie wordt voldaan aan de eisen die zijn gesteld voor de ventilatie. Hierbij worden systemen en componenten beoordeeld om te kijken wat behouden kan blijven en wat moet worden aangepast. Er wordt volgens de eisen van het PVE voor frisse scholen gekeken welke systemen en bijhorende onderdelen voldoen wanneer deze worden aangetroffen in de bestaande situatie.

Voor ventilatie zijn de volgende eisen uit het PVE Frisse Scholen van toepassing:

1c energiezuinige ventilatie 1d regeling ventilatie 2a luchtverversing

2c kwaliteit van de toevoerlucht 2d individuele beïnvloeding

Om ventilatiesystemen hieraan te kunnen koppelen wordt in eerste instantie gekeken naar principes van ventileren. Sommige eisen zijn namelijk niet van toepassing bij bepaalde principes. De principes die worden onderscheden zijn:

• Natuurlijke ventilatie • Mechanisch ventilatie • Gebalanceerde ventilatie

Om de bovengenoemde principes te kunnen beoordelen zijn onderstaande schema’s zijn opgesteld. In de schema’s wordt per eis gekeken of en wanneer een principe voldoet aan de gestelde eis. Hierbij wordt in de toelichting genoemd wanneer kan worden voldaan of waarom niet wordt voldaan.

46 natuurlijke ventilatie

1c energiezuinige ventilatie

C Niet van toepassing Niet gebalanceerd, dus geen wtw mogelijk

B Niet van toepassing “

A Niet van toepassing “

1d regeling ventilatie

C Voldoet niet Natuurlijke ventilatie kan niet worden geregeld

B Voldoet niet “

A Voldoet niet “

2a luchtverversing

C Voldoet niet Geen regeling mogelijk, dus CO2 waarden niet te garanderen.

B Voldoet niet “

A Voldoet niet “

2c kwaliteit van de toevoerlucht

C Niet van toepassing Geen mechanische onderdelen

B Niet van toepassing “

A Niet van toepassing “

2d Individuele beïnvloeding

C Voldoet / voldoet niet Voldoet wanneer ventilatieroosters aanwezig zijn en deze makkelijk bedienbaar zijn op ongeveer 1m hoogte.

B Voldoet / voldoet niet “

A Voldoet / voldoet niet “

Mechanische ventilatie, afvoer 1c energiezuinige ventilatie

C Niet van toepassing Niet gebalanceerd, dus geen wtw mogelijk

B Niet van toepassing “

A Niet van toepassing “

1d regeling ventilatie

C Voldoet / voldoet niet Voldoet als:

- Gebruiksafhankelijke regeling is toegepast - CO2 regeling is toegepast

B Voldoet / voldoet niet Voldoet als:

- Tijdafhankelijk en meerstanden regeling is toegepast - CO2 regeling is toegepast

A voldoet niet Niet gebalanceerd, dus geen mogelijkheid tot variabel volumesysteem

2a luchtverversing

C Voldoet / voldoet niet Voldoet als:

- Een voldoende ventilatiedebiet is gerealiseerd (6 dm3/uur per persoon)

- Als een CO2 meter de ventilatiehoeveelheid regelt en

is ingesteld op max. 1.200 ppm B Voldoet / voldoet niet Voldoet als:

- Een voldoende ventilatiedebiet is gerealiseerd (8,5 dm3/uur per persoon)

- Als een CO2 meter de ventilatiehoeveelheid regelt en

is ingesteld op max. 950 ppm A Voldoet / voldoet niet Voldoet als:

- Een voldoende ventilatiedebiet is gerealiseerd (12 dm3/uur per persoon)

- Als een CO2 meter de ventilatiehoeveelheid regelt en

is ingesteld op max. 800 ppm 2c kwaliteit van de toevoerlucht

C Voldoet / voldoet niet Voldoet als wordt voldaan aan een klasse C uit cahier P1 eisen voor gezonde mechanische ventilatiesystemen

B Voldoet / voldoet niet Voldoet als wordt voldaan aan een klasse B uit cahier P1 eisen voor gezonde mechanische ventilatiesystemen

A Voldoet / voldoet niet Voldoet als wordt voldaan aan een klasse A uit cahier P1 eisen voor gezonde mechanische ventilatiesystemen

2d Individuele beïnvloeding

C Voldoet / voldoet niet Voldoet wanneer bediening van ventilatoren op ongeveer 1m hoogte boven vloer zijn geplaatst.

47 Mechanische ventilatie, toevoer

1c energiezuinige ventilatie

C Niet van toepassing Niet gebalanceerd, dus geen wtw mogelijk

B Niet van toepassing “

A Niet van toepassing “

1d regeling ventilatie

C Voldoet / voldoet niet Voldoet als:

- Gebruiksafhankelijke regeling is toegepast - CO2 regeling is toegepast

B Voldoet / voldoet niet Voldoet als:

- Tijdafhankelijk en meerstanden regeling is toegepast - CO2 regeling is toegepast

A voldoet niet Niet gebalanceerd, dus geen mogelijkheid tot variabel volumesysteem

2a luchtverversing

C Voldoet / voldoet niet Voldoet als:

- Een voldoende ventilatiedebiet is gerealiseerd (6 dm3/uur per persoon)

- Als een CO2 meter de ventilatiehoeveelheid regelt en

is ingesteld op max. 1.200 ppm B Voldoet / voldoet niet Voldoet als:

- Een voldoende ventilatiedebiet is gerealiseerd (8,5 dm3/uur per persoon)

- Als een CO2 meter de ventilatiehoeveelheid regelt en

is ingesteld op max. 950 ppm A Voldoet / voldoet niet Voldoet als:

- Een voldoende ventilatiedebiet is gerealiseerd (12 dm3/uur per persoon)

- Als een CO2 meter de ventilatiehoeveelheid regelt en

is ingesteld op max. 800 ppm 2c kwaliteit van de toevoerlucht

C Voldoet / voldoet niet Voldoet als wordt voldaan aan een klasse C uit cahier P1 eisen voor gezonde mechanische ventilatiesystemen

B Voldoet / voldoet niet Voldoet als wordt voldaan aan een klasse B uit cahier P1 eisen voor gezonde mechanische ventilatiesystemen

A Voldoet / voldoet niet Voldoet als wordt voldaan aan een klasse A uit cahier P1 eisen voor gezonde mechanische ventilatiesystemen

2d Individuele beïnvloeding

C Voldoet / voldoet niet Voldoet wanneer bediening van ventilatoren op ongeveer 1m hoogte boven vloer zijn geplaatst.

B Voldoet / voldoet niet “

48 Gebalanceerde ventilatie

1c energiezuinige ventilatie

C Voldoet / voldoet niet Voldoet als wtw is toegepast met een rendement van: 60%

B Voldoet / voldoet niet Voldoet als wtw is toegepast met een rendement van: 75%

A Voldoet / voldoet niet Voldoet als wtw is toegepast met een rendement van: 80%

1d regeling ventilatie

C Voldoet / voldoet niet Voldoet als:

- Gebruiksafhankelijke regeling is toegepast - CO2 regeling is toegepast

B Voldoet / voldoet niet Voldoet als:

- Tijdafhankelijk en meerstanden regeling is toegepast - CO2 regeling is toegepast

A Voldoet / voldoet niet Voldoet als:

- CO2 regeling is toegepast, ventilatoren traploos regelbaar zijn en er een volledig variabel volumesysteem wordt toegepast. 2a luchtverversing

C Voldoet / voldoet niet Voldoet als:

- Een voldoende ventilatiedebiet is gerealiseerd (6 dm3/uur per persoon)

- Als een CO2 meter de ventilatiehoeveelheid regelt en

is ingesteld op max. 1.200 ppm B Voldoet / voldoet niet Voldoet als:

- Een voldoende ventilatiedebiet is gerealiseerd (8,5 dm3/uur per persoon)

- Als een CO2 meter de ventilatiehoeveelheid regelt en

is ingesteld op max. 950 ppm A Voldoet / voldoet niet Voldoet als:

- Een voldoende ventilatiedebiet is gerealiseerd (12 dm3/uur per persoon)

- Als een CO2 meter de ventilatiehoeveelheid regelt en

is ingesteld op max. 800 ppm 2c kwaliteit van de toevoerlucht

C Voldoet / voldoet niet Voldoet als wordt voldaan aan een klasse C uit cahier P1 eisen voor gezonde mechanische ventilatiesystemen

B Voldoet / voldoet niet Voldoet als wordt voldaan aan een klasse B uit cahier P1 eisen voor gezonde mechanische ventilatiesystemen

A Voldoet / voldoet niet Voldoet als wordt voldaan aan een klasse A uit cahier P1 eisen voor gezonde mechanische ventilatiesystemen

2d Individuele beïnvloeding

C Voldoet / voldoet niet Voldoet wanneer bediening van ventilatoren op ongeveer 1m hoogte boven vloer zijn geplaatst.

B Voldoet / voldoet niet “

A Voldoet / voldoet niet “

Als wordt gekeken naar de schema’s die zijn opgesteld voor de beoordeling van het bestaande kan de volgende conclusie worden getrokken:

Sommige eisen kunnen door analyse worden vastgesteld. Hierbij met name de beoordeling of

componenten aanwezig zijn. Andere eisen kunnen niet door observatie worden vastgesteld. Hierbij dienen metingen te worden verricht of verder onderzoek worden gepleegd naar de toegepaste componenten waarmee specificaties worden bepaald. Dit is met name van toepassing voor regelingen en componenten die zijn opgenomen in het systeem. Per eis wordt de beoordeling in onderstaande tekst nogmaals nader bekeken

1c: Energiezuinige ventilatie

Voor de bestaande systemen is eenvoudig te beoordelen of aan de gestelde eis wordt voldaan. In eerste instantie zal worden gekeken of een WTW aanwezig is. Dit is enkel mogelijk met een

gebalanceerd systeem dus hier kan meestal relatief snel een uitspraak over worden gedaan omdat de scholen die als doelgroep voor het gebruik van de tool in aanmerking komen, vaak niet zullen

49 1d: regeling ventilatie

De aanwezigheid van een regeling zal enkel mogelijk zijn wanneer een systeem met mechanische componenten is opgenomen. Met natuurlijke ventilatie is het geenszins mogelijk om aan de eis te kunnen voldoen. Vervolgens dient te worden bekeken welke regelingen zijn toegepast. Dit zal niet altijd in eerste oogopslag kunnen worden waargenomen. Er dient door de bouwkundige die de tool invult informatie ingewonnen te worden omtrent de toegepaste installatie en specifieke informatie over de regelingen.

Wanneer de regeling bekend is kan aan de hand van degestelde eisen worden bepaald of deze regeling behouden kan blijven of dat de regeling moet worden aangevuld of een nieuwe regeling moet worden voorzien.

2a: luchtverversing

Volgens de eis wordt gesteld dat een bepaalde maximum waarde voor het CO2 gehalte niet mag worden overschreden. Deze eis hangt af van het ventilatiedebiet van een ruimte en de hoeveelheid lucht die wordt geventileerd in m3 / uur per persoon.

Of aan de eis wordt voldaan is lastig te bepalen omdat bijvoorbeeld niet eenvoudig kan worden afgelezen of de grenswaarden worden behaald. Of met de instelling van het ventilatiesysteem de benodigde ventilatiecapaciteit wordt behaald kan niet worden beoordeeld zonder dat een meting word verricht.

Een geval waarin dit wel kan worden afgelezen is wanneer een CO2 meter in de ruimte is geplaatst of wanneer regeling van het ventilatiesysteem wordt geregeld via een CO2 meter in de ruimte. In dit geval kan worden beoordeeld of er voldoende wordt geventileerd. Het aflezen van de meter kan het beste worden gedaan tijdens piekbelasting (net voor de pauze) wanneer het lokaal al enige tijd volledig is bezet.

Voor beoordeling van het bestaande dienen de regeling en de ventilatie-unit(s) te worden beoordeeld. De regeling dient te garanderen dat de maximum waardes niet worden overschreden. De ventilatie- unit(s) dienen voldoende capaciteit te bezitten. Zou dit decentraal zijn dan per ruimte, wanneer centraal voorzien voor de optelsom van de aangesloten ruimten op de unit(s).

2c: kwaliteit van de toevoerlucht

Om te beoordelen of de bestaande situatie voldoet aan de eisen voor kwaliteit van de toevoerlucht dient te worden bepaald of wordt voldaan aan de eisen die zijn gesteld in Cahier P1 praktijkboek voor gezonde mechanische ventilatiesystemen.

In geval van natuurlijke ventilatie is de eis niet van toepassing.

In geval mechanische ventilatie aanwezig is dient te worden beoordeeld of wordt voldaan aan de A,B of C klasse uit Cahier P1, overeenkomstig met de gestelde kwaliteit volgens het PVE Frisse Scholen. Cahier P1 bevat een opsomming van eisen waaronder eisen die betrekking hebben op het plaatsen van installaties tijdens de bouw, beoordeling van filtersecties, druppelvangers en de bereikbaarheid van de kanalen. De bestaande situatie kan niet geheel worden beoordeeld aan de hand van eis 2c omdat een groot aantal criteria van toepassing zijn voor de uitvoering. Welke filterklasse is toegepast kan wel worden beoordeeld.

2d: individuele beïnvloeding

Relatief makkelijk te beoordelen. Er moet een bediening aanwezig te zijn die eenvoudig bedienbaar is en op 1 meter hoogte bedienbaar is.

Bij de beoordeling of componenten behouden kunnen blijven dient specifieke informatie te worden ingewonnen om uitspraken te kunnen doen. Dit betekent een meer diepgaand onderzoek naar aanwezige componenten en de specificaties van die componenten. Er zal dus bijvoorbeeld naar typen van componenten moeten worden gekeken om te beoordelen welke eigenschappen deze componenten bezitten. Vanuit die

In document Eindverslag TRB: Frisse Scholen (pagina 40-57)