• No results found

Eerste opzet ‘van de tool’

In document Eindverslag TRB: Frisse Scholen (pagina 34-40)

5. De theorie

5.6 Specifieke opzet

6.3.1. Eerste opzet ‘van de tool’

6.3.1.6.3.1.

6.3.1. Eerste opzet ‘van de tool’Eerste opzet ‘van de tool’Eerste opzet ‘van de tool’Eerste opzet ‘van de tool’

De eerste opzet van de tool is in principe een stroomschema waar telkens vanuit een onderdeel, bijvoorbeeld ventilatie, een doorstroom plaatsvindt naar het vervolg van dat onderdeel zoals bijvoorbeeld de regeling van ventilatie. Een stroomschema is een schematische weergave van de processen die met de tool gevolgd gaan worden. Telkens zal dus vanuit een startpunt, de bestaande situatie, door worden gestroomd naar een oplossing. Iedere tussenstap bevat hierbij een keuze of een bevinding.

De eerste opzet is gelijktijdig ontwikkeld met het opstellen van het theoretisch model van de tool. Hierbij dient in acht te worden genomen dat sommige deelonderzoeken in deze fase nog niet waren uitgewerkt of nog niet in een vergevorderd stadium verkeerden. Een belangrijk voorbeeld hiervan is dat het deelonderzoek ‘Analyse van het PVE Frisse Scholen’ nog niet goed was onderzocht. Door alle onderdelen te voorzien van een nummer kan later eenvoudig een link gelegd worden in andere verslagen en producten.

Van de eerste opzet zijn verschillende schetsen gemaakt om aan te geven hoe een dergelijk model dient te functioneren. In bijlage 22222222 zijn de ontwerpschetsen toegevoegd.

Werking van de tool

Werking van de toolWerking van de tool

Werking van de tool

De eerste opzet van de tool is ontwikkeld met de tekensoftware AutoCad. De reden hiervan is dat de

oplossingsstrategie als een stroomschema is opgezet. Hierbij wordt vanuit een startpunt doorgestroomd naar een volgend punt aan de hand van de gegeven antwoorden.

Het stroomschema is in AutoCad opgesteld zodat het later eenvoudig kan worden aangepast en er makkelijk geschoven kan worden met de onderdelen die per stroming worden ingevoegd. Het later wijzigen en inbrengen van nieuwe onderdelen is relatief eenvoudig en hierbij kan de koppeling door middel van pijlen eenvoudig worden aangeduid.

In bijlage 232323 is een kale versie van de opzet toegevoegd. In deze opzet is weergegeven hoe de verschillende 23 mogelijke input wordt gegeven. De theoretisch benaderde input bestaat uit:

- Bestaand gebouw

Dit gedeelte bestaat uit gecategoriseerde input waarbij het bestaande gebouw door middel van een analyse wordt ingevoerd in de tool.

- PVE: Frisse Scholen

Een door de opdrachtgever in te vullen gewenst kwaliteitsprofiel. Het kwaliteitsprofiel wordt opgesteld volgens het PVE Frisse Scholen. Volgens het PVE kan per hoofdstuk en vervolgens per deelaspect een kwaliteit worden aangeduid. De kwaliteit wordt vastgelegd met de letters A,B of C. Waarbij klasse C minimaal voldoet aan het bouwbesluit en klasse A hier ver bovenuit komt.

- Budget

In dit gedeelte dient het beschikbare budget ingevuld te worden. Dit wordt aangevuld met subsidies die ter beschikking komen wanneer een bepaalde kwaliteit bij het PVE wordt vastgelegd.

In navolging op deze hoofdindeling is telkens een splitsing aangebracht in subgroepen. Voor het bestaand gebouw zijn dit: Bouwtechniek, Constructie en Installaties. Het PVE wordt onderverdeeld volgens het document PVE Frisse Scholen van april 2012. Hierin staan de onderwerpen ventilatie, binnenluchtkwaliteit, thermisch comfort, visueel comfort en akoestisch comfort. Het budget is tot slot onderverdeeld in het beschikbare budget en subsidies & regelingen.

Verder in het stroomschema wordt per subgroep weer een splitsing gemaakt voor het bestaand gebouw. Deze wordt verdeeld in bouwdelen (bijvoorbeeld gevelopeningen) en componenten (bijvoorbeeld glas en kozijnen).

35 Wanneer bij het verder uitwerken van het model meer mogelijkheden en oplossingen worden toegevoegd wordt

de complexiteit van het model steeds groter. In bijlage 24242424 is een schets van een model weergegeven met hierin een uitgewerkt gedeelte voor de bouwkundige schil en deels de installaties. Bij het verder uitwerken hiervan en het maken van een koppeling met het PVE blijkt dit lastiger dan voorheen gedacht omdat dit refereert naar meerdere eisen van het PVE. Dit wordt nader toegelicht bij het testen van de tool.

Wat betreft de te nemen processtappen is in de overkoepelende balk aan de bovenzijde van het stroomschema steeds aangegeven welk proces in iedere stroom gaande is. De volgende processen worden hier

onderscheiden:

- Beoordeling bestaande situatie aan het PVE

Met de gegevens die zijn ingevoerd bij input: bestaand gebouw en ‘PVE Frisse Scholen’ kan worden beoordeeld wat voldoet aan de gewenste kwaliteit. Hiermee kan worden aangetoond welke bestaande onderdelen in het gebouw behouden kunnen blijven en welke bestaande delen aangepast dienen te worden.

- Mogelijke oplossingen

Een aantal mogelijkheden waaruit kan worden gekozen wanneer onderdelen niet blijken te voldoen aan de in het PVE gewenste kwaliteit. De mogelijkheden die hier kunnen worden ondergebracht zijn in principe eindeloos. Echter beperken we deze mogelijkheden doordat ervan uitgegaan wordt dat een minimale investering is vereist en hierdoor geen absurd dure producten worden toegepast.

- Kosten

Mogelijke oplossingen dienen te worden gekoppeld aan kengetallen om hiermee een uitspraak te kunnen doen over de benodigde investering.

- Oplossingen beoordelen aan bouwkundige input

De oplossingen die worden aangedragen dienen te worden gespiegeld aan gegevens die bij de

bouwkundige input zijn gegeven. Hiermee dienen onrealistische antwoorden te worden uitgesloten voor de uiteindelijke output van de tool.

- Scenario’s

Scenario’s vormen de output die door de tool worden gegeneerd. Hierbij worden alle oplossingen samengevat in een totaal pakket.

- Totale kosten

Bij de scenario’s wordt een kostenplaatje gegenereerd voor de totale kosten van alle oplossingen bij elkaar gebundeld.

36

Testen van ‘D

Testen van ‘DTesten van ‘D

Testen van ‘De tool’e tool’e tool’e tool’

Na het opstellen van de tool wordt een eerste test gedaan met het opgestelde model. In geval van het AutoCad model is in twee delen gekeken hoe de processtructuur werkt. Het eerste gedeelte pakt met name terug op de beoordeling van de schil van het gebouw en hierbij op eis 1B: Isolatie van de gebouwschil. In het tweede gedeelte wordt gekeken naar de installatietechnische kant. Hiervan is in afbeelding 9 het gedeelte voor de bouwkundige schil, het dak, bekeken of de processtructuur werkt.

Voor deze test is de toetscasus tweesprong gebruikt om te kijken of een gewenst antwoord kan worden gegenereerd.

Input die hierbij van toepassing is: Dakvorm: - platdak

Dakopbouw: - holle baksteenvloer 120mm

- isolatie 50mm

- bitumineuze dakbedekking 10mm

Voor toepassing in de tool dient hiervan een Rc waarde te worden bepaald volgens de NEN1068, als volgt:

Rm = d(m)/λ

Rc = ∑Rm+Rsi+Rse – Rsi – Rse 1+ α

laag laaglaag

laag dikte (M)dikte (M) dikte (M)dikte (M) lambdalambdalambdalambda RmRmRmRm

Rse: 0,04 Bitumen: 0,01 0,2 0,05 Isolatie: 0,05 0,035 1,43 Holle baksteen: 0,12 0,9 0,13 Rsi: 0,01 Rc= Rc= Rc= Rc= 1,581,581,581,58 W/(m²K) W/(m²K) W/(m²K) W/(m²K)

Met de benodigde input kan vervolgens verder worden gegaan met het doorstromen in het model. Door het volgen van het stroomschema komt men uit op een plat dak met vervolgens  geïsoleerd plat dak.

In de hierna volgende stroming wordt gevraagd of wordt voldaan aan de in het ‘PVE Frisse Scholen’ gestelde kwaliteit. Het gegeven van de Rc-waarde dient voor het bepaalde bouwdeel te worden vastgesteld. Met het AutoCad model is het niet mogelijk dit te automatiseren, dit zal echter in het toekomstige model automatisch moeten worden gegenereerd.

In het schema hierboven is de Rc-waarde handmatig bepaald. De Rc van de huidige situatie bedraagt 1,58W/(m²K). Om te kunnen beoordelen of deze voldoet aan de gestelde kwaliteitseis dient deze fictief te worden vastgesteld. Daarom stellen we de kwaliteitseis fictief op klasse B. Hieruit komt voort dat voor het dak een Rc van 5,0 W/(m²K) dient te worden behaald. Wanneer de eis ten opzichte van de bestaande situatie wordt bekeken constateren we een tekortkoming van 3,42 W/(m²K). Het gevolg hiervan is dus dat niet aan de eis wordt voldaan.

Via de uitkomst ‘voldoet niet’stroomt men vervolgens door naar een keuze tussen een ‘warm-‘ of

‘kouddakconstructie’. In dit geval nemen we voor het gemak even een warmdakconstructie. Hetgeen inhoudt dat een aanvullende isolatielaag op de bestaande dakafwerking wordt geplaatst. Het opbouwen wordt gedaan om een zo laag mogelijke investering te kunnen behalen door enkel toe te passen wat aanvullend nodig is. Wanneer een nieuwe isolatielaag als opbouw wordt aangebracht dient ook een nieuwe dakafwerking te worden toegepast die

doorberekend dient te worden in de uiteindelijke kostprijs voor de output.

In afbeelding 9 is nog geen rekening gehouden met de soort isolatie en welke dikte isolatie nodig is . Beide gegevens zijn nodig om een kostprijs te kunnen bepalen.

Na het testen van de bouwkundige input is in tweede instantie gekeken naar het testen van de installaties. Het testen is echter niet mogelijk omdat de verbanden die hierbij moeten worden gelegd nog niet zijn beschreven. De

beschrijving hiervan bleek door de samenkomst van meerdere eisen en de benodigdheid van meerdere inputgegevens dermate complex dat verder onderzoek hiervoor nodig zal zijn. Dit houdt in dat de gestelde eisen beter moeten worden onderzocht om hiervoor te bepalen welke eisen nu precies van toepassing zijn en welke gegevens moeten worden verzameld om hierover uitspraken te kunnen doen.

Vanuit deze opstelling blijkt een nader onderzoek van de eisen gesteld in het PVE Frisse Scholen te moeten worden verricht en hierbij onderzoek naar benodigde gegevens.

Bevindingen

BevindingenBevindingen

Bevindingen

De bevindingen van het testen van het model worden gecategoriseerd in ‘positief’ en ‘negatief’ om hieruit een deelconclusie te kunnen trekken.

Positieve b Positieve bPositieve b

Positieve bevindingenevindingenevindingenevindingen

• Voor het onderdeel bouwkundige schil: de gegevens van het dak zoals die hierboven zijn doorgelopen zijn relatief eenvoudig te doorlopen met het stroomschema;

• De stromingen en processen in het model zijn eenvoudig te volgen. Het geheel is overzichtelijk. • Aan ieder onderdeel kan een nummer gehangen worden. Hiermee kan later een snelle koppeling

gemaakt worden tussen onderdelen. Bijvoorbeeld om aan te geven welke onderdelen afhankelijk van elkaar zijn bij een bepaalde keuze.

Negatieve bevindinge Negatieve bevindingeNegatieve bevindinge Negatieve bevindingennn n

• In het AutoCadmodel ontbreekt de automatisering van functies en onderdelen; • De oplossingen dienen nog te worden bepaald en worden uitgebreid;

• Een module voor het terugrekenen van de benodigde isolatiedikte ontbreekt nog;

• Uit de eerste test met de casus komt meteen naar voren dat de tool nog niet volledig is. Er blijkt niet meteen een beoordeling over het gehele gebouw mogelijk te zijn doordat de bestaande bebouwing van basisschool de Tweesprong bestaat uit 4 verschillende bouwdelen. De

basisschool is namelijk 3x uitgebreid en gerenoveerd. De opbouw van deze delen is verschillend en zal dus per deel moeten worden onderzocht. Er zal dus een mogelijkheid beschikbaar moeten zijn waarbij deze 4 verschillende mogelijkheden terug komen in de tool;

• Er is geen duidelijke nummering van de onderdelen weergegeven. Alle gegevens moeten schematisch worden opgesomd en worden voorzien van een duidelijke nummering zodat een verdere automatisering van gegevens makkelijker kunnen worden herleid en teruggevonden. • De mogelijkheden van de oplossingen zijn nagenoeg eindeloos. Hier zullen afwegingen moeten

worden ingebracht zodat de oplossingen en hiermee de tool behapbaar blijft voor de gebruiker en voor het afstuderen.

Deelconclusie van de tool als eerste opzet.

Deelconclusie van de tool als eerste opzet.Deelconclusie van de tool als eerste opzet.

Deelconclusie van de tool als eerste opzet.

De belangrijkste deelconclusie bij de uitwerking en test van het eerste model is dat er te snel te specifiek werd ingegaan op oplossingen die aangedragen moesten worden. Er werden al meteen voorbeelden gegeven van mogelijke oplossingen terwijl dat de basis er nog niet lag. Hier moet daarom een paar stappen terug worden gezet om het overzicht te houden.

Het gedegen analyseren van het PVE voor Frisse Scholen is noodzakelijk om een goed werkend product te kunnen garanderen zoals is gesteld in de randvoorwaarden.

Voor de installaties pakken meerdere eisen terug op een installatie waardoor de complexiteit van de koppeling veel hoger ligt dan bij enkel de beoordeling van een schil. Een oplossingsstrategie om eisen te koppelen aan een installatieonderdeel dient daarom te worden bedacht.

De omvang van de oplossingen die kunnen worden ingebracht is overweldigend. Om een compleet model op te stellen moet een enorme hoeveelheid gegevens worden onderzocht om deze vervolgens te koppelen aan de gestelde eisen. (gedeelte input, PVE) Dit houdt in dat een verdere inperking/ afkadering van de oplossingen nodig zal zijn om de theorie behapbaar te houden.

39

Bijstelling theorie

Bijstelling theorieBijstelling theorie

Bijstelling theorie

Naar aanleiding van het testen van de eerste opzet zal het volgende worden toegevoegd en aangepast aan de opgestelde theorie:

- Het opstellen van een compleet werkend model zal inhouden dat een bijzonder groot aantal oplossingen moet worden geïntegreerd. Echter zal hier een inperking/ afkadering aangebracht moeten worden zoals eerder vermeld. Dit om de theorie voor nu handelbaar te houden. In de tweede opzet zal het koppelen en automatiseren van functies een grote rol gaan spelen.

- Het stroomschema met al zijn uitwerkingen zal in een overzichtelijker schema moeten worden

ondergebracht. Bijvoorbeeld in een Excel sheet. Hierbij kunnen onderdelen eenvoudig worden opgesomd waardoor er overzicht en eenvoud ontstaat. Dit kan bijvoorbeeld doormiddel van een ‘pull-down-menu’. Hierin kan al gewerkt worden met een stukje automatisering die in het AutoCad model nog ontbrak.

- Bijstelling van de inperking/ afkadering van de tool om een werkend model op te kunnen stellen. Om de theorie achter de tool werkend te krijgen zal worden gekeken hoe met een aantal belangrijke deelaspecten de tool werkend kan worden opgesteld. Hierbij wordt dus niet meteen naar het einde toe gewerkt en oplossingen gezocht, maar wordt globaal te werk gegaan zodat overzicht behouden wordt en eenvoud gecreëerd wordt. In de vervolgstap van het opstellen van een werkende tool zal de focus worden gelegd op de thema’s gebouwschil en ventilatie. Dit zijn 2 belangrijke thema’s binnen een bestaande gebouw en tevens binnen het thema Frisse Scholen. De verwachting is dat het opstellen van een geautomatiseerde tool voor de gebouwschil voor deze eindrapportage haalbaar is. De verwachting voor de ventilatie is iets minder optimistisch. Dit komt doordat veel meer deelaspecten te maken hebben met de ventilatie waardoor feitelijke uitwerking nu te uitgebreid is.

- Er zal een onderzoek/ analyse worden gedaan naar het PVE Frisse Scholen zoals dit is opgesteld door Agentschap NL. Hierdoor kan een betere connectie gemaakt worden tussen de eisen van de

opdrachtgever en de mogelijkheden en oplossingen binnen de tool. Ook zal hier een nummering worden aangegeven zodat het mogelijk is de onderwerpen van het PVE eenvoudig aan de oplossingen en mogelijkheden te koppelen.

40

In document Eindverslag TRB: Frisse Scholen (pagina 34-40)