• No results found

Transcript interview Tjerk de Reus F

In document Religiejournalistiek in Nederland (pagina 100-110)

Interview afgenomen op 19 september 2016 in Beets. (Friesland)

Tjerk de Reus heeft Nederlands gestudeerd en is zeer geïnteresseerd in religie. Hij schrijft voor onder andere het Friesch Dagblad en de Nieuwe Koers over literatuur en theologie. HvM: Hannah van Moolenbroek

101

HvM: Wat voor opleiding heb je gedaan?

TdR: Ik heb Nederlands gestudeerd en ik heb daarbij een vak theologie gevolgd in Utrecht en een vak filosofie in Leiden. En de religiekennis, de theologie is eigenlijk gewoon

aangegroeid. Maar Nederlands is mijn hoofdvak, maar de letter bestudeer ik wel met de theologische bril ook. De combinatie vind ik heel interessant. Het grensvlak literatuur, theologie.

Ik zag inderdaad op je website dat de literatuur waar je over schrijft allemaal wel een of andere link met religie/theologie hebben.

Volgens mij heeft literatuur altijd te maken met levensbeschouwing. En levensbeschouwing dat gaat over vragen waar theologie eigenlijk altijd het beste in is geweest. En de filosofie natuurlijk ook, maar allerlei levensvragen, wat de zin van het leven is, of het leven een doel heeft, al dat soort dingen die zijn allemaal gevormd door een christelijk Europa, die komen uit zo’n cultuur. Je bent eigenlijk voor je het weet, je ziet het ook weer in romans, ik ben nu een roman aan het lezen van Paul Klaas over Franse dichters en gelijk op de eerste twintig pagina’s wordt er alweer tot God gebeden, weet je wel. De religieuze symbolen zijn overal aanwezig, de hedendaagse literatuur is echt doordesemt van christelijke (onverstaanbaar woord)

Ook als het niet van christelijke, religieuze schrijvers is?

Ja zeker, ook als het van super atheïstische schrijvers is die een pesthekel hebben aan het christelijk geloof. Die laten toch personages opeens bidden of dan is er toch een kruis, dat moet dan misschien vertrapt worden, maar toch hè. Ook echt heel veel spirituele dingen, dat zit er heel erg in. En ik merk ook wel dat schrijvers het heel erg waarderen als dat er

uitgehaald wordt. Ik heb brieven van schrijvers gekregen die dat gewoon helemaal geweldig vonden dat ik dingen eruit haalde die niemand gezien had, schreven ze. Hoewel ik dacht van hé hier is een Bijbeltekst uit Jesaja weet je wel. Dat komt nog een keer terug, wat betekent dat dus dan schreef ik dat op in een recensie. En andere recensenten doen dat helemaal niet omdat het hen helemaal niet opvalt. Dus en dat vinden schrijvers dan toch wel heel prettig, als ze begrepen worden in waar ze mee bezig zijn.

Had je altijd al de ambitie om de journalistiek in te gaan met je studie, of is dat meer zo gegroeid?

Nee, dat is meer zo gegaan, want ik wist het gewoon eigenlijk niet. En ik vond Nederlands gewoon heel interessant en heel erg leuk. En omdat ik gewoon geld moest verdienen ben ik gewoon gelijk leraar geworden op het Hoornbeek college, docent Nederlands. Ik vond het een heel apart avontuur want ik had helemaal niet geleerd om les te geven, en ik had gelijk een honderd procent baan. Na een week stond het huilen me nader dan het lachen hoor. Ik was 24 jaar en er waren leerlingen bij van negentien jaar oud, sommigen twintig. Allemaal meisjes. Maar daar heb ik vijf jaar gewerkt. En toen zijn we verhuisd hierheen en toen is mijn vrouw volledig gaan werken en toen ben ik thuis gaan zitten met het idee van laten we eens proberen of ik niet meer kan gaan schrijven en toen kon ik ook wat meer schrijven in Koers gelijk al, waar ik eerder al voor schreef en ook voor het Friesch Dagblad. Ja, en dan krijg je links en rechts klusjes hè, voor een dagblad een nieuwsblad. Quinta is een belangrijk blad. Quinta was een seniorenmagazine waar ik dan ook wat schreef over religieuze zaken, dus dat heeft vijf jaar bestaan. En nu ben ik bezig met een dissertatie over het grensvlak weer tussen de letteren en de theologie. Dus mijn hobby, mijn fascinatie daar ben ik altijd in bezig geweest.

En voor het Friesch Dagblad en Koers etc. schrijf je dan vooral over literatuur?

En theologie en misschien schrijf ik nog wel ietsjes meer over theologie dan over literatuur.

En in wat voor opzicht dan over theologie?

Nou wat een van mijn belangrijke dingen is, is dat ik in het Friesch Dagblad op de kerkpagina elke zaterdag een theologisch boek bespreek. Dus dat vind ik ook heel erg leuk, ik lees me

102

ook helemaal klem, zo’n vijftig theologische boeken per jaar. En dat is gewoon ook heel leuk. Op een gegeven moment als ik in een christelijke boekhandel ben dan heb ik het allemaal gelezen weet je wel. Niet allemaal natuurlijk, maar wel de nieuwe dingen. Kijk (laat een geprint artikel zien uit het Friesch Dagblad) dit is van zaterdag, een artikel over het nieuwe boek van Tim Keller en daar is binnenkort een conferentie over, dus ik had met ze

afgesproken een paar weken voor die conferenties zijn dan schrijf ik een stuk. Dus elke zaterdag zo’n stuk en ik heb in Koers elke maand een interview met een theoloog. En kortere recensies en ik heb in Koers altijd nog een spread, noemen ze dat. Op driekwart van die twee pagina’s bespreek ik een theologisch boek aan de hand van vragen, van waar ligt de schrijver wakker van, wie schrikt van dit boek. Dat soort vragen. Dat vind ik ook heel leuk en zo gaat het zo’n beetje. Ik interview ook voor het Friesch Dagblad wel mensen, maar iets minder nu want ik zet een beetje de rem erop vanwege mijn proefschrift. En zo ongeveer.

En heb je er bewust voor gekozen om voor het grootste gedeelte voor media met een religieuze achtergrond te werken?

Ja, dat is een beetje natuurlijk zo gegaan. Ik begon in mijn studententijd een beetje stukjes voor het Reformatorisch Dagblad te schrijven. En toen kreeg ik in Koers een literaire rubriek en daar was ik apentrots op natuurlijk, had ik opeens elke veertien dagen, kon ik een roman gaan bespreken, dat boek kreeg ik dan gratis. En dat mijn naam er bij stond, dus dan gaat het eigenlijk vanzelf en ik kon in Koers ook steeds meer gaan doen. Maar ik vond het ook wel, voor mij lag het ook wel op een bepaalde manier voor de hand. Een boek recenseren is niet alleen zeggen dit en dit staat in dat boek, maar je zegt ook iets wat je ervan vindt. Dus dan komt je eigen waarheid komt mee. En ik heb ook wel, nu ben ik misschien iets erin aan het veranderen, je wordt ook een dagje ouder zeg maar. Maar ik heb ook wel vaak de neiging gehad om vrij duidelijk dat mee te laten spelen. Omdat ik dan vond dat iets vrij onzinnig was of te vrijzinnig en dus ik dacht met dit stemmetje erbij kom ik nooit bij bladen als Trouw aan. Daar zie je toch heel andere geesten. Dus dat is de reden dat ik dan bij media waar ik wel m’n zegje kan doen zit.

Ja, precies je schrijft wel heel duidelijk vanuit je eigen achtergrond?

Ja, dat denk ik wel ja. Ik probeer wel, dat is altijd balanceren en zoeken en daar ben je eigenlijk nooit mee klaar op een bepaalde manier. Maar ik denk ook dat er lezers zijn, ik denk bijvoorbeeld aan allerlei evangelische of heel erg christelijke mensen bij het Friesch Dagblad, ik zit bij mensen in de kerk die lezen dat ook wel. Als ik dan uitleg dat een bepaald christelijk boek helemaal niks, oppervlakkig geneuzel. Dus dat is een beetje zoeken en als een boek allerlei ketterijen bevat, tussen aanhalingstekens, ja dan zullen zij misschien

vinden, die super christelijke mensen dat ik daar meer op moet ingaan en eigenlijk niet dat ik denk van na daar zit ook wel iets in weet je wel. Het is een beetje zoeken in hoe ver laat je het meewegen, je moet ook mensen die niet, schrijvers die helemaal niet een

waarheidsclaim naar voren laten komen die de mijne is, je kan niet zomaar zeggen dit is niet de bedoeling. Dat slaat natuurlijk ook nergens op. En het is soms ook veel interessanter om te kijken van ondanks die vette, dikke waarheidsclaim zit er toch niet iets in wat daarmee in tegenspraak is. dat zou natuurlijk ook kunnen, er zijn ook theologen weet je wel die de Bijbel zeer politiek lezen. Bepaalde stromingen, die had dus een boek over Johannes geschreven en dat was dus een heel politiek pamflet. En zij legden ook uit, met die Jezus van de grote concilies, Jezus als zoon van God gelijk aan de Vader en bla bla bla, dat is natuurlijk allemaal onzin. Het gaat eigenlijk om een soort Messias gestalte die een nieuw soort maatschappij wilde stichten. Dus dan vind ik het wel leuk om te constateren dat ze eigenlijk in de loop van het boek zulke bewonderende dingen over Jezus aan het roepen zijn en dat die eigenlijk zo apart is en zo bijzonder dat het niet zo vreemd is dat die kerkvaders

geconcludeerd hebben, later, dat hij God gelijk was. Dan laat ik ze lekker in hun eigen mes rennen. Want ik vind dat een te platte manier van de Bijbel lezen en sowieso vind ik dat over het algemeen die kerkvaders redelijk verstandige dingen gedaan hebben. Dus die

redenering van voor de concilies hebben we het echte christendom en dat zag er anders uit, daar geloof ik dus helemaal niks van. Ik geloof best dat er ontwikkeling is en ik heb ook met

103

heel wat mensen gesproken, kenners van het nieuwe testament, het vroege christendom. Die mij wel hebben bijgepraat van dit, zo zie ik dat dus niet. Je moet wel denken van in de geschiedenis heb je bepaalde ontwikkelingen, net als het Griekse denken, alles is in

filosofische termen gegoten. In de belijdenis van Nicea, daar staat het Homoousius in, dat is ontleend aan het Griekse denken. Maar wat is daar nou fout aan. In die tijd hebben ze geprobeerd het eigenlijke te zeggen, in die woorden. En nu doen we dat in het Nederlands, ik vind dat ze dat eigenlijk geweldig gedaan hebben. Dus daar ligt voor mij een soort

fascinatie, dat vind ik eigenlijk een geweldige ontwikkeling. En dus zulke mensen benader ik dan wel kritisch maar ik geef ze wel het volle pond. Als ik zo’n recensie zie in het Nederlands Dagblad, van hetzelfde boek dan wordt er helemaal gekraakt want Jezus liep niet echt op het water en dat is allemaal fantasie geweest. En die recensent maakt zich helemaal kwaad en dan denk ik wat een gezeik, daar zou ik me nou echt niet druk om maken. Voor mij is het geen wezenlijk punt als iemand zegt Jezus liep niet op het water. Nou prima, dan liep hij niet op het water. Maar uiteindelijk zijn er essentiële dingen die belangrijk zijn en daar moeten we het dan over hebben, wil je de essentie zien. En wat in mijn ogen de essentie is. Kijk ik heb helemaal geen problemen met dat over het water lopen, dat is voor mij helemaal geen issue eigenlijk. Maar ik vind niet dat een ander daar een issue van moet maken.

Merk je dan ook, ik maak in mijn onderzoek gebruik van zes categorieën om media in te delen aan de hand van hun confessie. En die lopen van mono-confessionele tot non-confessionele media. Daartussen heb je dan nog interconfessioneel, poly- confessioneel, interreligieus en post-confessioneel. En jij schrijft dan voor de mono- confessionele, zoals het RD..

Ja, maar ik schrijf maar weinig voor het RD hè, en waar plaats jij dan een blad als Koers?

Bij de interconfessionelen, dus tussen verschillende denominaties van een wereldreligie.

Ja, dat denk ik, het Friesch Dagblad overigens, daar schrijven ook Katholieken en er schrijven ook mensen die helemaal niet gelovig zijn. Ik voel mijzelf zeker confessioneel, ik heb een heel goed gevoel bij dat woord. Maar wel inteer, dus waardering voor de breedte daarin. Ik heb waardering voor de GerGem traditie, best wel redelijke waardering voor, maar ik ben ook fan voor de vorige paus. De sfeer waarin ik zit is beslist niet het mono-

confessionalisme. Ik schrijf wel eens voor het RD, maar dan denk ik altijd van oké, hoe schrijf ik dat op van dat zij tevreden zijn en dat ik niet te veel schoolmeesterachtig de waarheid ga vertellen.

Dus dan moet je daar wel over nadenken?

Klopt, want bijvoorbeeld in die romans, daar staan vloeken in of daar wordt in bed gedoken. Ze hebben eens een keer een brief laten uitgaan dat je dat wel moet signaleren, want als die onschuldige Veluwe lezertjes zo’n roman gaan kopen en dan per ongeluk ontdekken dat daar in bed gedoken wordt, ja dan schrikken ze zich wezenloos. Dus dan moet je dat zeggen en ik wil dat eigenlijk niet. Maargoed, weet je als het de spuigaten uitloopt, of met vloeken ofzo en dat soort dingen, dan probeer ik er op een bepaalde manier iets over te zeggen. Dan probeer ik er zin aan te geven, je zou dan bijvoorbeeld kunnen zeggen dat het uiteindelijk bestaan van een God die zich om zijn leven bekommert hem niet loslaat blijkt ook wel op een tegendraadse manier uit de vloeken die hij uitspreekt. Zo iets zou ik dan zeggen, dus ik wil wel dat het zinvol is, en niet zomaar er staan vloeken in. Wat zijn nou vloeken, misschien staan op de kerkpagina wel heel veel vloeken, met allerlei geroddel en gezeur en al dat dominees beroepingswerk, dat is gewoon het transfernieuws. Dominee die en die voor dertig miljoen naar de kerk van United.

Vind ik wel grappig om te horen dat je dus wel verschil merkt tussen schrijven voor verschillende media. Zou jij dezelfde recensie naar verschillende media kunnen sturen of pas je dan dingen aan?

104

Nee, dan pas ik wel aan, maar dat is eigenlijk heel praktisch weer. Ik mag van een boek twee recensies schrijven, dat heb ik afgesproken met ze, maar juist met dien verstande dat ik het een beetje verander. Maar dan hou ik wel zeker rekening met wat het RD, wat zij interessant vinden. Kijk als ik de biografie van Willem Frederik Hermans bespreek dan heb ik een heel ander verhaal in het Friesch Dagblad, dan praat ik meer in algemene termen. Bij het RD ga ik dan denken, die man heeft gezegd dat God dood is en dat het leven zinloos is, weet je wel. En vooral dat de mens een boosaardig rottig wezen is. dus in het RD ga ik iets zeggen als kijk hij zegt dingen die veel behoudende predikanten niet eens durven te zeggen over de mens. Dus dit is eigenlijk een goede leidsman voor de predikant om ook de nare kanten in de mens te benoemen, want Hermans gaat daar heel ver in dus eigenlijk verkondigt hij iets dat in de lijn van de catechismus staat. Dus dat vertel ik in het RD. Maar dat heb ik ook min of meer, ik vind het een heel interessant thema, het kwaad. Los van het RD, hoe gaan mensen om met het kwaad, hoe kunnen we daar over spreken. Dat is natuurlijk een enorme televisiecultuur van we zijn allemaal lief en aardig en goed en een heilig ikje en hoe praten we dan over al die agressieve kanten die mensen hebben. dus ik vind dat een heel

interessant debat, dus daar steek ik dan op in. Ook in dat stuk voor Koers over dat boek van Hermans. Maar bij het RD zou ik het net iets anders verwoorden.

Vind ik wel interessant om te horen dat je de achtergrond van een medium dus wel meeneemt in je werk.

Het is wel zo dat ik daar dan bij moet nadenken en bij Koers en Friesch Dagblad hoef ik eigenlijk niet na te denken. Dat is het meest zoals ik zelf schrijf. Dat past het meest bij mij. Ik ben eigenlijk een van de rechtse jongens bij het Friesch Dagblad. En heel veel lezers vinden dat prettig, dus ik kan een behoorlijk grote rol spelen. de hoofdredacteur is echt een oer gereformeerde man, maar laat zich daar absoluut niet op vast pinnen, gaat nu bijvoorbeeld een groot artikel over Luther schrijven. Maar ja, er zijn weer andere, die zijn weer behoorlijk vrijzinnig weet je wel. Op goed gerucht, dat zegt je wel iets hè. Dat vind ik zelf een beetje een kul clubje, er zitten heel goede mensen bij, maar ik vind vaak, niet omdat ik er principieel op tegen ben, maar ik vind dat het vaak, zijn we hier nou op een nuttige manier over het geloof aan het communiceren. Vind ik veel te veel uitgehold, je moet heel de tijd blij zijn met een lege dop bij die gasten. Maar er is een kerkredacteur bij het Friesch Dagblad die zij heel goed vinden.

Dat houdt het wel in balans denk ik.

Ja, houdt het wel in balans, maar dat betekent wel dat je met die etiketten, van past het wel past het niet. Het ligt eraan vanuit welk standpunt je kijkt.

Waarom vind jij het van belang dat je schrijft over theologie, maar ook recensies schrijft en theologische aspecten daaruit haalt.

Kijk, het is uiteindelijk gewoon dat het me interesseert en op een bepaalde manier is het niet uit te leggen waarom dat zo is. Het interesseert me gewoon. In die recensies ben je een aantal dingen aan het doen en dat is ook gewoon voorlichting geven, je wilt gewoon die lezers die zelf niet toekomen aan die boeken of die willen ze geen eens lezen want dat vinden ze te ingewikkeld, dat ze elke week lezen ze een stukje dat ze toch op de hoogte blijven van er verschijnt een boek, dat gaat daar en daar over en dat raakt aan bepaalde discussies en om die en die reden is dat misschien iets dat ook jouw bestaan raakt. Dus voorlichtend en het andere is, theologie is een veld waarbij je heel makkelijk bij de essentie

In document Religiejournalistiek in Nederland (pagina 100-110)