• No results found

Toon van de kranten

In document Vrijheidsstrijder of racist? (pagina 92-101)

en commentatoren waren het daar over het algemeen helemaal niet mee eens. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het voorpagina-artikel met de kop ‘Voortbestaan PVV in gevaar.

Hoogleraren: Gerechtshof veroordeelt Wilders bij voorbaat. Parlementarier mond gesnoerd’.259 En in de artikelen over de gemeenteraadsverkiezingen kwam Wilders in De Telegraaf vaak zeer positief naar voren als boegbeeld van zijn partij. Aan de andere kant verscheen in De Telegraaf het minste aantal artikelen over Wilders, zoals te zien is in figuur 4. Dat komt vooral doordat de krant een ‘populaire krant’ is en politiek dus niet één van de focusgebieden is. Bij de Volkskrant en Trouw is dat wel het geval, zoals aan bod kwam in hoofdstuk 2. Trouw legt bijvoorbeeld de focus op religie en

levensbeschouwing, en in die krant verschenen dan ook opvallend meer artikelen over Wilders als een gebeurtenis verband hield met geloofskwesties, bijvoorbeeld het uitbrengen van het verkiezingsprogramma Klare Wijn (van de 15 artikelen komen er 8 uit Trouw) en het uitkomen van Fitna (13 van de 34 in Trouw).

Figuur 5

259

Artikel 77: “Voortbestaan PVV in gevaar. Hoogleraren: Gerechtshof veroordeelt Wilders bij voorbaat. Parlementarier mond gesnoerd”, De Telegraaf, 22 januari 2009.

Toon van de kranten

0 10 20 30 40 50 60 70

negatief positief neutraal

P e rc e n ta g e De Telegraaf de Volkskrant Trouw

Hoewel zowel de Volkskrant als Trouw meer artikelen over Wilders en de PVV plaatsten dan De Telegraaf, brachten deze twee kranten het nieuws vaker in een negatief kader. Van de 57 artikelen die in totaal in de Volkskrant verschenen, hadden er 33 een

negatieve, 20 een positieve en 10 een neutrale toon. De negatieve toon ontstaat hoofdzakelijk op twee manieren: ten eerste door een aantal zeer negatieve

opiniestukken. Omdat de Volkskrant veel aandacht besteedt aan het thema politiek, verschijnen er ook relatief veel opiniestukken over dat onderwerp. Daarin wordt altijd een sterk positieve of een sterk negatieve mening uitgedragen. Daarnaast besteedt de Volkskrant in haar berichten relatief vaak aandacht aan de reacties van andere politici, die eigenlijk altijd negatief zijn.

In Trouw verschenen in totaal 52 artikelen. Daarvan hadden er 28 een negatieve, 21 een positieve en 15 een neutrale toon. Hieruit blijkt dat Trouw het meest op een neutrale manier over Wilders schrijft, of in ieder geval, het minst vaak de in dit onderzoek onderzochte frames gebruikt. Een verklaring daarvoor is lastig te geven: misschien probeert Trouw heel bewust te kijken naar de manier waarop ze informatie brengt. De krant heeft op zich een duidelijk standpunt op bepaalde gebieden, maar probeert dat niet al te duidelijk naar voren te laten komen. Een andere mogelijke verklaring is dat Trouw zich meer richt op de achtergronden van het nieuws; in veel artikelen wordt geprobeerd breder te kijken, door bijvoorbeeld een maatschappelijk tendens te

onderzoeken. Dat soort artikelen zijn meestal neutraal van toon. Dit alles wil niet zeggen dat wat in Trouw staat per definitie waar is, of de werkelijkheid altijd het meest

benadert. In ieder geval gebruikt de krant minder vaak frames waardoor Wilders op een hele positieve dan wel hele negatieve manier naar voren komt.

In een poging om te verklaren hoe het kan dat in Trouw de minste framing plaatsvond, heb ik nog even specifiek gekeken naar de berichtgeving in die krant. Daarbij valt wat betreft het aantal berichten ten eerste op dat in Trouw vooral veel berichten

hield met religie, zoals de ophef rond Fitna en de presentatie van het

verkiezingsprogramma Klare Wijn. Daarentegen schreef Trouw over de vervolging van Wilders veel minder dan de andere twee kranten. Verder lijkt de berichtgeving in Trouw genuanceerder dan vooral die in De Telegraaf en in mindere mate die in de Volkskrant. In Trouw stonden vaker analyses en achtergrondberichten, waarin diep op een

onderwerp werd ingegaan (door commentatoren dan wel experts zoals hoogleraren) en één specifiek frame lastig aan te wijzen is. In De Telegraaf verschenen de meeste nieuwsberichten: korte berichten met weinig duiding, maar die wel gemakkelijk in een ‘hokje’ te plaatsen zijn. In de Volkskrant verschenen ook wel analyses en

achtergrondberichten, maar die waren over het algemeen gemakkelijker in te delen bij één van de frames. Dit punt heb ik echter niet uitgebreid bekeken tijdens het onderzoek, en er is niet meer de ruimte en de tijd om hier nog dieper op in te gaan.

Interessant bij het onderscheid tussen de kranten is om ook even naar de resultaten van een recent onderzoek (augustus 2010) van de Nederlandse Nieuwsmonitor te kijken, waarin wordt gekeken in hoeverre Wilders aandacht in de media heeft gekregen sinds zijn vertrek uit de VVD en in welk medium hij de meeste aandacht kreeg. Het onderzoek van de Nieuwsmonitor lijkt op dit onderzoek, maar er zijn wel een paar verschillen: de onderzoeksperiode van de Nieuwsmonitor is iets breder: vanaf het vertrek van Wilders uit de VVD tot en met juni 2010. Verder heeft de Nieuwsmonitor één extra krant onderzocht, namelijk NRC Handelsblad. Daarnaast is de onderzoeksperiode van de Nieuwsmonitor doorlopend, terwijl in dit onderzoek naar een selectie van

gebeurtenissen is gekeken. Maar het belangrijkste verschil is dat de Nieuwsmonitor niet inhoudelijk op de berichtgeving ingaat, terwijl dat juist de focus is van mijn onderzoek. De Nieuwsmonitor kijkt alleen naar de hoeveelheid berichten over Wilders.

Wat betreft de hoeveelheid artikelen per krant komen de resultaten van beide onderzoeken overeen: de meeste artikelen over Wilders stonden in de Volkskrant, gevolgd door Trouw en als laatste De Telegraaf. Dit is geen verrassende conclusie: zoals

eerder ook al werd genoemd, ligt de nadruk bij De Telegraaf niet op politiek, in

tegenstelling tot bij de Volkskrant en Trouw. Dan is het logisch dat De Telegraaf ook niet veel over Wilders schrijft. Verder concludeert de Nieuwsmonitor dat de kranten een gelijk patroon vertonen over tijd: op dezelfde momenten berichtten ze veel over Wilders. Omdat in deze scriptie de onderzochte gebeurtenissen werden geselecteerd, kon naar dit punt niet worden gekeken. Wel wordt in het rapport van de Nieuwsmonitor opgemerkt dat het veelal de politici zijn die zich genoodzaakt voelen om te reageren op provocerende uitspraken van Wilders. Dit komt uit mijn onderzoek ook duidelijk naar voren: veel artikelen zijn gebaseerd op boze en geschokte reacties van politici (of andere betrokkenen) op een uitspraak of actie van Wilders.

Onderscheid tussen feit en mening

Logischerwijs is er sprake van een duidelijk onderscheid tussen de framing in nieuwsberichten en in opiniestukken. In commentaren was zelden sprake van een algemeen politiek frame. Een conflictframe kon nog wel eens voorkomen, maar over het algemeen wordt in opiniestukken dieper ingegaan op politieke vraagstukken dan in nieuwsberichten en andere objectieve artikelen. Daarbij is het vaak niet eens mogelijk om de informatie binnen een ingekaderd frame te plaatsen. Bovendien staan

opiniestukken zelden op de voorpagina, waardoor het niet per se ‘nodig’ is om de informatie te versimpelen of aantrekkelijker over te laten komen.

Aangezien in opinieartikelen over het algemeen sterke meningen worden geventileerd, was daarin vaak sprake van extreem positieve of extreem negatieve specifiek-politieke frames, zoals de gevaarlijke gek, racist, vrijheidsstrijder of boegbeeld. Commentatoren zijn het meestal helemaal niet of juist helemaal wel met Wilders eens; er is geen middenweg. Een voorbeeld is het artikel ‘De PVV’260 in de Volkskrant, waarin auteur Kader Abdolah stelt dat Wilders te veel haat in zich heeft en dat ook uitdraagt, wat

260

volgens hem niet goed is voor de samenleving. Hij zet Wilders daarmee neer als een gevaarlijke gek.

Framing

Wat voor conclusies kunnen er worden getrokken uit de voorgaande alinea’s? Er wordt niet erg vaak (33 keer) op een neutrale manier over Wilders geschreven. Het vaakst werd Wilders in een negatief licht geplaatst, namelijk als uitdager. Maar het verschil tussen het aantal negatieve (70) en positieve berichten (66) is miniem. Toch is het feit dat de PVV-leider het meest op een negatieve manier uit de artikelen naar voren komt geen slecht nieuws voor de populist Wilders: onderdeel van zijn tactiek is het creëren van schandalen om daarmee de aandacht op zich te vestigen. Daarmee zet hij zich namelijk juist af tegen de ‘gevestigde orde’. Daarnaast is interessant dat Wilders toch ook nog redelijk vaak op een positieve manier wordt neergezet, als slachtoffer en vrijheidsstrijder. Ook dit zijn frames die Wilders zelf graag ondersteunt: zo omschrijft hij zichzelf op de website van de PVV als ‘freedom fighter’. Er zitten ontzettend veel

verschillende kanten aan dit onderzoek. Interessant is bijvoorbeeld ook dat het feit dat Wilders een populistische politicus is, invloed heeft op de framing en daarmee op de beeldvorming over zijn persoon. Wilders heeft er soms baat bij dat er op een negatieve manier over hem wordt geschreven. Maar voor een willekeurige andere politicus, bijvoorbeeld Rutte, zou dit niet opgaan.

Van de acht gebeurtenissen zijn de drie verkiezingen misschien wel het meest

interessant voor dit onderzoek. Dit zijn namelijk gebeurtenissen waarbij van tevoren alle opties nog open zijn wat betreft de framing van Wilders. Bovendien zijn tijdens

verkiezingscampagnes beeldvorming en daarmee framing één van de belangrijkste manieren voor politici om zich te profileren. Als een boodschap niet goed overkomt, kost dat een politieke partij zetels. Helaas leverde de berichtgeving over deze drie verkiezingen niet bijzonder verrassende resultaten op. Een interessante ontwikkeling in de berichtgeving over de gemeenteraadsverkiezingen is dat de framing in de tweede

helft van de onderzoeksperiode draaide om het al dan niet plaatsen van de PVV in de slachtofferrol tijdens het vastlopen van de onderhandelingen. Was de PVV echt het slachtoffer van de stugge houding van de PvdA of gedroeg de partij zich, zoals wel vaker, als provocerende uitdager en maakte deelname aan het college daarmee voor zichzelf onmogelijk?

Uit dit relatief kleine voorbeeld blijkt dat elk verhaal op meerdere manieren kan worden weergegeven, en je er als journalist of als krant voor kunt kiezen om één van die kanten voorrang te geven. Vaak gebeurt dat zelfs onbewust. In veel artikelen zit een oordeel verborgen, zonder dat je het misschien als lezer door hebt. Door in dit geval de schuld bij een bepaalde partij te leggen, creëer je impliciet steun of kritiek. Dit kan vervolgens worden versterkt door die keuze duidelijk door te laten klinken in de kop en de lead. Daarnaast kan het weglaten of juist invoegen van kleine beetjes informatie gevolgen hebben voor de betekenis van een artikel, zoals bleek uit de analyse van het artikel in De Telegraaf met de kop ‘PVV: bewindslieden met dubbele nationaliteit eruit’261. Door er in dat artikel bij te vermelden dat in het verleden meerdere personen al hadden

geprobeerd om iets aan het probleem van de dubbele nationaliteit te doen, kwam het plan van de PVV minder naar voren als extreem en uitdagend. In de andere artikelen was dat wel het geval; daaruit kwam het op een negatieve manier naar voren alsof de PVV de eerste partij was die dit probleem wilde aanpakken, met vele geschokte reacties tot gevolg.

Dat een gebeurtenis op meerdere manieren gepresenteerd kan worden, blijkt ook uit het feit dat de drie kranten vaak op een onopvallende manier verschillende keuzes maakten. Daardoor verandert de betekenis van een artikel echter wel. In eerste instantie deden de kranten dat door de keuze om ergens wel of niet een artikel aan te wijden. Opmerkelijk was bijvoorbeeld dat De Telegraaf twee korte berichten wijdde aan

261

het gegeven dat mensen steun gaven aan Wilders: ‘Verdonk steunt Geert Wilders’262 (in zijn strijd tegen het kabinet over Fitna) en ‘Theodor Holman steunt Wilders’263 (in zijn uitspraak dat de Koran te vergelijken is met Mein Kampf). Ten tweede deden zij dat, door binnen een artikel een selectie te maken in de beschikbare informatie,

bijvoorbeeld in het bovengenoemde voorbeeld over de dubbele nationaliteit. Ten derde, door de informatie op een bepaalde manier te presenteren. De artikelen in De Telegraaf zijn overwegend positief over Wilders en de PVV, en er wordt vaak gekozen voor het frame van boegbeeld, slachtoffer en vrijheidsstrijder. In de Volkskrant daarentegen is de meerderheid van de artikelen negatief van toon, en komen vooral het frame van de uitdager en de gevaarlijke gek voor. Trouw schreef het meest frequent op een neutrale manier over Wilders. In deze krant verschenen de meeste artikelen zonder positieve dan wel negatieve toon.

Zoals in hoofdstuk 2 over medialogica binnen de toeschouwersdemocratie al aan bod kwam, is een belangrijk onderdeel van de toeschouwersdemocratie het feit dat de communicatiekanalen, zoals kranten, televisie en internet, grotendeels neutraal zijn. Maar ook kwam daarbij al de beperking aan bod, dat dit niet hoeft te betekenen dat deze communicatiekanalen altijd een objectief beeld van de werkelijkheid geven. Dat journalistiek geen weerspiegeling van de werkelijkheid is was dan ook allang bekend, net zoals het feit dat elk verhaal op verschillende manieren kan worden gepresenteerd: Wilders omschrijft zichzelf als vrijheidsstrijder, terwijl iemand anders hem tegelijkertijd een racist kan noemen. Dat objectieve journalistiek eigenlijk een illusie is, komt uit dit onderzoek nog eens duidelijk naar voren. Het zou goed zijn als mensen zich daar meer bewust van zouden zijn.

262

Literatuurlijst

Bak, P. Een ‘meneer’ van een krant. Trouw en Bruins Slot 1943-1968. Kampen: Uitgeverij Kok, 1999.

Bakker, Piet en Otto Scholten. Communicatiekaart van Nederland. Overzicht van media en communicatie. 3e ed. Alphen aan den Rijn: Kluwer, 2003.

Bardoel, Jo, Chris Vos, Frank van Vree en Huub Wijfjes. Journalistieke cultuur in Nederland. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2002.

Berg, Erik van den, Paul Brill, Jan Hoedeman, Hub. Hubben, Ariejan Korteweg, Xandra Schutte en Sheila Sitalsing, red. Tussen de regels. Vijf jaar verslaggeving in de Volkskrant. Amsterdam: Meulenhoff, 2006.

Beus, Jos de. “Hedendaags leiderschap in de toeschouwersdemocratie.” Bekorte versie van lezing voor de Comenius Leergangen. Zeist: 15 november 2006.

Blok, Arthur en Jonathan van Melle. Veel gekker kan het niet worden. Het eerste boek over en met Geert Wilders. Hilversum: Just Publishers, 2008.

Brants, Kees en Philip van Praag, red. Politiek en media in verwarring. De

verkiezingscampagnes in het lange jaar 2002. Amsterdam: Het Spinhuis, 2005. Corner, John en Dick Pels. Media and the Restyling of Politics. London: Sage Publications,

2003.

Elchardus, Mark. De dramademocratie. 3e ed. Tielt: Lannoo, 2004.

Entman, Robert. “Framing: Toward Clarification of a Fractured Paradigm.” Journal of Communication 43 (1993): 51-58.

Kleinnijenhuis, Jan. Op zoek naar nieuws: onderzoek naar journalistieke informatieverwerking en politiek. Amsterdam: VU Uitgeverij, 1990.

Kleinnijenhuis, Jan, Otto Scholten e.a. Nederland vijfstromenland. De rol van de media en stemwijzers bij de verkiezingen van 2006. Amsterdam: Bert Bakker, 2007. Kuitenbrouwer, Jan. De woorden van Wilders en hoe ze werken. Amsterdam: De Bezige

Bij, 2010.

263

Manin, Bernard. The principles of representative government. 2e ed. Cambridge: Cambridge University Press, 1997.

Nederlandse Nieuwsmonitor. Het Mediapodium van Wilders. Onderzoekers: Nel Ruigrok en Joep Schaper. Augustus 2010.

Nederlandse Nieuwsmonitor. Fitna en de media. Onderzoekers: Martijn Krijt, Hester Paanakker, Nel Ruigrok, Joep Schaper en Otto Scholten. April 2008.

Nederlandse Nieuwsmonitor. Immigratie: een onzichtbare kracht voor de PVV. Onderzoekers: Martijn Krijt, Kjell Massen en Nel Ruigrok. April 2008.

Nederlandse Nieuwsmonitor. Homepage. www.nieuwsmonitor.net.

Onbekende auteur, “De Telegraaf stopt met zondagkrant.” De Telegraaf, 9 oktober 2009, voorpagina.

Pels, Dick. “Mediacratie en politiek populisme.” Villamedia, 7 februari 2009. Plasse, Jan van de. Kroniek van de Nederlandse dagblad- en opiniepers. 2e ed.

Amsterdam: Cramwinckel, 2005.

Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO). Medialogica. Over het krachtenveld tussen burgers, media en politiek. Den Haag: 2003.

Rossem, Maarten van. Waarom is de burger boos? Over hedendaags populisme. Amsterdam: Nieuw Amsterdam, 2010.

Schutte, Xandra. “Twee handen op een onderbuik.” De Groene Amsterdammer, 28 oktober 2009.

Snels, Bart en Noortje Thijssen, red. De grote kloof: verhitte politiek in tijden van verwarring. Amsterdam: Boom, 2008.

Street, John. Mass Media, Politics and Democracy. Basingstoke: Palgrave, 2001. Trouw. Homepage. www.trouw.nl.

Vasterman, Peter. Mediahype. Amsterdam: Aksant, 2004. De Volkskrant. Homepage. www.devolkskrant.nl.

Vree, Frank van. De metamorfose van een dagblad. Een journalistieke geschiedenis van de Volkskrant. Amsterdam: Meulenhoff, 1996.

vol. 13 (2005), afl. 1, pag. 51-62.

Vries, Jouke de en Sebastiaan van der Lubben. Een onderbroken evenwicht in de Nederlandse politiek. Amsterdam: Van Gennep, 2005.

Wansink, Hans. De erfenis van Fortuyn. De Nederlandse democratie na de opstand van de kiezers. Amsterdam: Meulenhoff, 2004.

Wijfjes, Huub. Journalistiek in Nederland 1850-2000. Amsterdam: Boom, 2004. Wilders, Geert. Kies voor vrijheid – een eerlijk antwoord. Groep Wilders, 2005. Wilders, Geert. Homepage. www.geertwilders.nl.

Wolf, Mariëtte. Het geheim van De Telegraaf. Amsterdam: Boom, 2009.

Ybema, Sierk. De koers van de krant. Vertogen over identiteit bij Trouw en de Volkskrant. Academisch proefschrift. Amsterdam: 2003.

In document Vrijheidsstrijder of racist? (pagina 92-101)