• No results found

Het populisme

In document Vrijheidsstrijder of racist? (pagina 26-37)

Hoofdstuk 3 - Het populisme

Populisten kunnen perfect uit de voeten met de medialogica. Hun succes hangt in hoge mate samen met de televisie. Dit bleek al bij de mediagenieke Pim Fortuyn. Maar ook Geert Wilders weet goed hoe hij moet omgaan met de camera’s. Historicus Maarten van Rossem stelt: ‘de medialogica vraagt theater en drama, alles is goed wat de dagelijkse routine overstijgt en de kijker emotioneert. De charismatische leiders van de populisten zijn hier precies op hun plaats, ze weten hoe je de media moet bespelen. Hun

kenmerkende stijl levert precies waar de media om vragen. Zij zijn meesters van de verbale provocatie, van de schaamteloze overdrijving, de goed georganiseerde pseudo-gebeurtenis, die veel belooft maar weinig geeft, en van het politieke theater’.84

Populisten maken daarnaast gebruik van het wantrouwen tussen publiek, media en politiek. De achterdocht van de burgers jegens politici sluit goed aan bij de achterdocht van de populisten jegens de gevestigde orde.85

§ 3.1 Opkomst van het populisme in Nederland

Het borrelde al een tijdje in de Nederlandse politiek: tijdens de twee Paarse kabinetten leek er niks aan de hand te zijn, terwijl de ontevredenheid onder een gedeelte van de kiezers groeide. Vooral onder Paars II werden er vele verschillende

aanjaagmechanismen in gang gezet die de opkomst van de populist Pim Fortuyn mogelijk maakten. De ontevredenheid van veel mensen over het toenmalige beleid ten opzichte van immigratie en veiligheid werd bijvoorbeeld steeds duidelijker, en daarnaast bestond er onrust in de samenleving naar aanleiding van al langer sluimerende

problemen met allochtonen in de vier grote steden.86 De regeringspartijen merkten de groeiende onvrede niet op, evenals de - volgens sommigen met de politiek vergroeide - journalisten. De populist Fortuyn merkte het wel, en maakte er gebruik van. Daarom

84

Van Rossem, Waarom is de burger boos?, 32. 85

Schutte, “Twee handen op een onderbuik”. 86

profileerde hij zich zo duidelijk als tegenstander van de politieke elite; alles moest anders.87

De populist Pim Fortuyn was het symbool van de doorbraak van het ‘celebritysyndroom’ in de Nederlandse politiek. Hij was een sterk individualistisch ingestelde politicus, die perfect leek te passen bij de groeiende aandacht voor personen en emoties in de media en in de politiek.88 Fortuyn wist precies hoe hij zich moest presenteren in de media. Bovendien wist hij op welke media hij zich moest richten; hij maakte daarin een scherpe selectie.89 De ‘linkse’ en progressieve media, die voor een groot gedeelte waren

verweven met de Paarse regering, vermeed hij. In plaats daarvan koos hij voor de commerciële omroepen en met name de jongerenzenders, waar geen enkel onderwerp onbesproken bleef.90

Fortuyn werd vermoord op 6 mei 2002, maar zijn partij, de Lijst Pim Fortuyn (LPF), wist alsnog een overwinning te behalen bij de Tweede Kamerverkiezingen in diezelfde

maand. In dat jaar kwam eveneens een einde aan de Paarse coalitie (PvdA, VVD en D66). De LPF ging samen met het CDA en de VVD regeren, maar dit kabinet was geen lang leven beschoren. Door onder meer onderlinge onenigheid viel het kabinet op 16 oktober 2002.91

In de campagne voor de verkiezingen van 2002 wist Fortuyn het raamwerk van de campagne te bepalen, ofwel het algemene beeld dat er bestond over de verkiezingen. Ook dit kan worden gezien als een soort framing, maar dat zal in hoofdstuk 4 aan bod komen. De ‘puinhopen van Paars’ was de dominante metafoor waarbinnen alle andere politici moesten werken. De media, in het bijzonder de televisie, hielpen hem daarbij.

87

De Vries & Van der Lubben, Een onderbroken evenwicht in de Nederlandse politiek, 54. 88

Ibid., 142-145. 89

Pels, “Mediacratie en politiek populisme”. 90

De Vries & Van der Lubben, Een onderbroken evenwicht in de Nederlandse politiek, 70. 91

Zowel verschillende media als politici namen een deel van zijn kenmerkende en populistische taalgebruik over.92

In Nederland had het populisme zich voor Fortuyn ook al laten zien. In 1963 was er Boer Koekoek, die met zijn Boerenpartij met drie zetels in de Tweede Kamer kwam. Een jaar daarna verscheen Hans Janmaat op het toneel, de eerste Nederlandse politicus die probeerde de immigratiekwestie op de politieke agenda te zetten. In 1998 verdween hij definitief uit de Kamer. Hij ontbeerde vooral het politieke talent en het charisma om zijn boodschap overtuigend over te brengen.93 Maar ook de huidige politieke partij SP had in het begin populistische kenmerken. Jan Marijnissen van de SP profileerde zich duidelijk als buitenstaander, als iemand die de gevestigde politiek aanviel.

Na de succesvolle doorbraak van Pim Fortuyn in de politiek, probeerde ook ex-VVD’er Rita Verdonk het. Zij begon op 17 oktober 2007 een eigen beweging, Trots op Nederland. In die naam schuilde gelijk al een aanwijzing voor de populistische koers van de partij. Niet lang na de oprichting stond de partij in de peilingen op 26 zetels. Daaruit bleek dat de kiezers in Nederland nog steeds op zoek waren naar een ‘zeer rechtse’ partij. Ook bij Verdonk waren verschillende populistische kenmerken terug te vinden. Ze opende haar toespraken altijd met systeemkritiek. Ze presenteerde zich als een buitenstaander, terwijl ze jarenlang ambtenaar, minister en Kamerlid was geweest. Opvallend verschil met Fortuyn was het ontbreken van de islamofobie in de standpunten van Verdonk.94

§ 3.2 Kenmerken van het populisme

Het onderscheidende kenmerk van populistische bewegingen is dat ze de gevestigde orde aanvallen. Hun centrale boodschap is dat de politiek niet meer luistert naar de ‘wil van het volk’. Populistische leiders spreken dan ook in zo begrijpelijk en toegankelijk mogelijke taal, om zich nog sterker te identificeren met de ‘verwaarloosde burgers’ en

92

Van Rossem, Waarom is de burger boos?, 80-83. 93

Ibid., 26. 94

zich af te zetten tegen het stijve, vage taalgebruik van de zittende politici. De politieke strategie is vervolgens om sterk bij het volk levende vraagstukken, die door de

bestaande machthebbers worden genegeerd, op de politieke agenda te zetten.95 De typische populistische leider is een charismatische persoonlijkheid die een bijna mythische band heeft met zijn volgelingen. Hij beseft beter dan iemand anders dat de identiteit van het volk wordt bedreigd door ‘anderen’.96

De opkomst van een populistische partij is meestal ongewoon snel, net als de neergang. Want als populisten eenmaal aan de macht zijn, ontstaan er vaak moeilijkheden: zij profileren zich immers als anti-establishment, waardoor ze in de problemen komen als ze eenmaal de grootste, of één van de grootste partijen zijn geworden. Ze raken van hun achterban vervreemd, omdat die niet begrijpt waarom compromissen moeten worden gesloten. 97 Omdat populisten met behulp van de media in eerste instantie vaak spectaculair electoraal scoren, nemen de andere politici hun politieke stijl over. Zij zetten zich ook af tegen de gangbare politiek, beloven aanhoudend naar de burgers te gaan luisteren en nemen een deel van het populistische taalgebruik over.98

Populisten claimen vaak te weten wat goed is voor ‘het volk’. Het volk is soeverein, een eenheid. Tegenover het volk staat de elite, die erop uit is om het volk te manipuleren en uit te buiten. Ook zweren de elites samen.99 Daarnaast is het populisme een politieke beweging met een sterk crisisbesef: ‘als we nu geen radicale maatregelen tegen de islamisering nemen, is het binnen enkele decennia met ons afgelopen.’100 Denk aan Geert Wilders, die waarschuwde voor een toekomstig ‘Eurabië’.

95

Wansink, De erfenis van Fortuyn, 28. 96

Van Rossem, Waarom is de burger boos?, 30. 97

Wansink, De erfenis van Fortuyn, 42. 98

Van Rossem, Waarom is de burger boos?, 37. 99

Ibid., 32. 100

§ 3.3 In hoeverre is Geert Wilders te typeren als populist?

Wilders weet maar al te goed hoe hij, met behulp van de media, de aandacht moet trekken. Of hij op een positieve of een negatieve manier in het nieuws komt, maakt eigenlijk niet zoveel uit. Met provocatieve plannen en uitspraken weet Wilders steeds opnieuw aandacht, en daarmee stemmen, te genereren. Ook weet hij welke media hij kan gebruiken, en welke hij moet mijden. Wilders geeft zelden interviews en verschijnt niet vaak in televisieprogramma’s. Dit is allemaal onderdeel van een uitgekiende mediastrategie, net zoals Fortuyn die had.101

Veel typische populistische kenmerken zijn terug te vinden bij Wilders. Hij presenteerde zichzelf vooral in het begin als buitenstaander, als iemand die vecht tegen de gevestigde orde. Als iemand die wil strijden voor ‘meer democratie’, door het democratische stelsel transparanter te maken. Dit terwijl hij al jaren actief was in Den Haag, onder meer als beleidsmedewerker voor de VVD. Daarnaast ís Wilders de PVV; zonder hem zou er geen PVV zijn. Net zoals er geen LPF mogelijk was zonder Pim Fortuyn. Wilders waarschuwt voor een mogelijk toekomstig rampscenario: hij stelt dat onze ‘Nederlandse identiteit’ bedreigd wordt door krachten van buitenaf, namelijk de islam. Als we niet snel wat doen, leven we binnenkort in Eurabië en doen we boodschappen bij El Hema, is zijn

boodschap.

In het taalgebruik van Wilders (zoals bovenstaande voorbeeld van ‘Eurabië’ en ‘El Hema’) zijn verscheidene populistische kenmerken te ontdekken. Hij gebruikt bijvoorbeeld bewust zo eenvoudig mogelijk taalgebruik. Medewerkers van de PVV krijgen dan ook de opdrachten om de teksten te ‘ver-pvv’en’, ofwel omzetten in alledaags Nederlands. Wilders wil de ‘gewone mensen’ aanspreken.102 Ook speelt de politicus in op de emotie in plaats van op de ratio. Het is een strategie die in het verleden al vaker succesvol werd ingezet door onder meer de Republikeinen in de strijd om het Amerikaanse

presidentschap: een negatief beeld van de tegenkandidaat neerzetten, dat niet

101

gebaseerd hoeft te zijn op feiten. Het overkwam ook Wouter Bos, die tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 door het CDA werd neergezet als ‘draaikont’. De

taalkundige George Lakoff zei hierover: ‘People don’t vote their interest, they vote their identity.’103 En Wilders weet dat. Een andere manier om in te spelen op de emotie is door middel van herhaling. Wilders gebruikt begrippen die aanslaan eindeloos opnieuw, zoals ‘linkse hobby’s’, ‘tsunami van islamisering’ of ‘kopvoddentaks’.104

Ook uit een onderzoek dat de Nederlandse Nieuwsmonitor uitvoerde, blijkt nog eens dat het Wilders lukt om steeds opnieuw de aandacht van de nieuwsmedia te trekken. Opvallend genoeg besteedden de vier onderzochte kranten (NRC Handelsblad, de Volkskrant, Trouw en De Telegraaf) in de onderzoeksperiode steeds op dezelfde momenten aandacht aan een Wilders-gerelateerde gebeurtenis. Als Wilders wat zei of deed, vonden de vier dagbladen het blijkbaar allemaal interessant genoeg om erover te schrijven. Een andere reden is dat ze bang waren om nieuws te missen als ze er niet over zouden schrijven.105

§ 3.4 Jeugd, leven en standpunten van Geert Wilders

Om een beter inzicht te krijgen in de handelswijze en motieven van de politicus, volgt hieronder een overzicht van zijn leven.

Jeugd

Geert Wilders werd geboren op 6 september 1963 in Venlo. Hij was een ‘nakomertje’ in een rooms-katholiek gezin, dat naast vader en moeder bestond uit twee zussen en een broer. Zijn vader was adjunct-directeur van het internationale concern Océ NV, en zijn moeder zorgde thuis voor de kinderen.106

102

Kuitenbrouwer, De woorden van Wilders & hoe ze werken, 25. 103

Ibid., 73. 104

Ibid., 54 – 58. 105

Nederlandse Nieuwsmonitor, Het Mediapodium van Wilders, 3. 106

Wilders omschrijft zichzelf als ‘niet de braafste tiener’ in zijn jeugd. Na de havo besloot hij op zijn achttiende dat hij meer van de wereld wilde gaan zien. Hij wilde graag naar Australië, maar besloot om persoonlijke en financiële redenen naar Israël te gaan, om er te wonen en te werken.107 Ook reisde hij door Egypte, Cyprus en Turkije. Uit interesse, avontuur en om iets van de wereld te zien.108

In 1983 keerde hij terug naar Nederland om zijn militaire dienst te vervullen. Ook al had Wilders altijd de ambitie om journalist te worden, hij begon zijn carrière in 1984 als medewerker op de afdeling Verdragen van de Ziekenfondsraad. Voor zijn werk deed hij een opleiding over sociale verzekeringen. Daarna werd hij ‘wetstechnisch medewerker’ van de Sociale Dienst, wat hij bleef hij tot 1990.109

De VVD

In 1990 begon Wilders bij de VVD als beleidsmedewerker sociale zaken en sociaal-economisch beleid. Door zijn werk bij de Sociale Verzekeringsraad kreeg hij steeds meer het idee dat hij dingen moest veranderen die niet klopten, zoals ‘hoe sociale partners elkaar de hand boven het hoofd houden’. Wilders schrijft zelf: ‘mijn grote ergernis en mijn besef dat het zo niet langer kon resulteerden uiteindelijk in een sollicitatie als medewerker bij de Tweede Kamerfractie van de VVD’.110 Hij werd aangenomen, en werd later ook ingezet als speech- en tekstschrijver voor Tweede Kamerleden van de partij. Daarnaast werkte hij op het internationaal secretariaat van de VVD.

Op 31 juli 1992 trouwde Wilders met de Hongaarse Krisztina. Het was zijn tweede huwelijk. Het stel koos er bewust voor geen kinderen op de wereld te zetten. Zijn vrouw, die net als zijn familie het liefst uit de publiciteit blijft, werkt voor een Amerikaanse multinational.111

107

Blok & Van Melle, Veel gekker kan het niet worden, 53-55. 108

Wilders, Kies voor vrijheid, 13. 109

Blok & Van Melle, Veel gekker kan het niet worden, 58-60. 110

Wilders, Kies voor vrijheid, 16-17. 111

In oktober 1997 begon Wilders’ politieke carrière toen hij voor de VVD werd gekozen in de gemeenteraad in Utrecht, waar hij toen woonde.112 Op 25 augustus 1998 trad Wilders op 35-jarige leeftijd toe tot de Tweede Kamer. Hij ontwikkelde zich tot een actief Kamerlid en promootte een uiterst rechts beleid binnen de partij. Toen de liberalen na 1998 steeds meer opschoven richting het midden van de politieke arena, liet Wilders duidelijk blijken dat hij het daar niet mee eens was. Hij uitte felle kritiek op fractieleider Hans Dijkstal, waarna zijn populariteit binnen de fractie daalde.113

Op eigen benen

Op 2 september 2004 stapte Wilders uit de VVD. De problemen begonnen toen de politicus was gevraagd om in Limburg te komen spreken. Het idee was dat hij tien punten zou aandragen om een discussie op gang te brengen. Het lijstje stelde hij samen met een partijgenoot op. De tien punten vielen slecht bij zijn partijgenoten, die ze te rechts vonden. Toenmalig VVD-lijsttrekker Jozias van Aartsen was woedend. Al snel doken er berichten in de media op over dat Wilders mogelijk uit de partij zou worden gezet. In de daaropvolgende dagen overlegde Wilders veel met partijgenoten. Toch kwamen ze er uiteindelijk niet uit.114

Het was voor Wilders een principekwestie. Hij wilde als volksvertegenwoordiger vrijuit kunnen spreken, maar mocht van zijn partijgenoten bij de VVD niet alles zeggen wat hij wilde: ‘ik laat me mijn vrijheid van meningsuiting niet afpakken en laat mij de mond door niets en niemand snoeren. Hij ging mij erom dat ik mijn eigen verhaal in het land zou mogen laten horen en volledig de ruimte kreeg te luisteren naar de kiezer.’115

Wilders besloot verder te gaan als eenmansfractie, onder de naam Groep Wilders. Hij hield vast aan zijn zetel, waarna veel oud-partijgenoten spraken van ‘zetelroof’. Zij

112

Blok & Van Melle, Veel gekker kan het niet worden, 82-87. 113

Ibid., 88-96. 114

Wilders, Kies voor vrijheid, 34-38. 115

vonden dat hij zijn zetel terug moest geven aan de VVD. Als onafhankelijk Kamerlid was Wilders een politicus die gevoelige punten over de islam in Nederland voortdurend op de politieke agenda wist te zetten. Hierdoor kreeg hij veel aandacht in de media.116

Op 2 november 2004 werd Theo van Gogh vermoord door Mohammed B. Op 4 november, twee dagen na de moord, kreeg Wilders het hoogste niveau beveiliging. Naast het feit dat Van Gogh was vermoord, waren er andere aanwijzingen dat zijn veiligheid in gevaar was. Er was een open brief gericht aan Wilders gevonden. Ook andere doodsbedreigingen namen vanaf toen toe.117 Wilders en zijn vrouw Krisztina verbleven een tijdje in het geheim in Kamp Vught. Als er aanwijzingen waren dat iemand wist waar ze verbleven, moesten ze vaak meerdere keren per week weer naar een andere schuilplaats. Wilders moest zich soms vermommen. De politicus kon zich vanaf toen niet meer buitenshuis voortbewegen zonder begeleid te worden door meerdere beveiligers.118

De PVV

In 2005 en 2006 werkte Wilders aan de oprichting van een nieuwe politieke partij, de Partij voor de Vrijheid (PVV), waarmee hij aan de eerstvolgende verkiezingen wilde meedoen. Op 22 februari 2006 werd de partij officieel opgericht. Wilders wilde ervoor zorgen dat de PVV geen tweede LPF zou worden, daarom besteedde hij veel aandacht en zorg aan de selectie van kandidaten.119 Bij de Kamerverkiezingen van 22 november 2006 kreeg de kort daarvoor opgerichte PVV de steun van veel kiezers. De focuspunten in zijn campagne waren onder meer een lagere belasting, betere scholen en een immigratiestop. De PVV kwam met negen zetels in de Kamer en werd direct de vijfde partij van het land. Wilders werd fractievoorzitter.120

116

Blok & Van Melle, Veel gekker kan het niet worden, 110-121. 117

Wilders, Kies voor vrijheid, 44. 118

Ibid., 44-50. 119

Ibid., 58. 120

De belangrijkste gebeurtenissen uit de politieke carrière van Wilders in de periode vanaf de oprichting van de PVV tot de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2010 zijn te vinden onder het kopje ‘de geselecteerde gebeurtenissen’ in hoofdstuk 5.

Wilders probeerde duidelijk te maken dat zijn partij geen ‘one-issue’-partij is, maar dat hij genuanceerd denkt over uiteenlopende onderwerpen. Hij schrijft hierover in het pamflet Kies voor vrijheid: ‘de islam is een belangrijk thema, en integratie ook, maar er is veel meer aan de hand in Nederland. De rode draad is Nederland teruggeven aan de burger. De elite moet weg, en hoe gaan we dat doen? Hoe gaan we proberen Nederland te verbeteren? Er weer een land van te maken om trots op te zijn, met eigen waarden en normen, en veiligheid in de publieke ruimte en respect voor ouderen en zwakkeren in onze samenleving.’121

Onafhankelijkheidsverklaring

Om enigszins een beeld te krijgen van de politieke opvattingen van Geert Wilders worden hieronder kort de belangrijkste punten uit zijn Onafhankelijkheidsverklaring besproken. Dit is een manifest uit maart 2005, waarin Wilders zijn politieke programma uiteenzet.

Het centrale thema in het politieke programma van Wilders is vrijheid. Hij wil met zijn politieke beweging de politieke, culturele en economische vrijheid en onafhankelijkheid van de Nederlandse burgers terugwinnen. De vrijheid van meningsuiting is volgens Wilders het allergrootste goed. Het voortbestaan van Nederland als onafhankelijke natie staat op het spel, met haar eeuwenoude geschiedenis. De vrijheid van Nederlandse burgers wordt bedreigd op verschillende manieren: door multiculturalisme,

cultuurrelativisme, Europa en een uitdijende overheid.122

121

Wilders, Kies voor vrijheid, 59-60. 122

De Europese Grondwet moet worden verworpen, anders wordt Nederland straks een klein radertje in een grote Europese machine, zonder enige macht om als land iets te mogen beslissen. Ook wordt de autonomie van Nederland bedreigd door grote groepen

In document Vrijheidsstrijder of racist? (pagina 26-37)