• No results found

Toetsen van de relatie tussen internationale culturele verschillen en sceptisch handelen

Variabele/proxy VIF- waarde Machtsafstand 1,06

4.4 Toetsen hypotheses

4.4.2 Toetsen van de relatie tussen internationale culturele verschillen en sceptisch handelen

Hypotheses 1b, 2b en 3b worden getoetst aan de hand van een regressieanalyse. Er is geanalyseerd of de cultuurdimensies machtafstand, individualisme en onzekerheidsvermijding van invloed zijn op het sceptisch handelen van accountants. De proxy’s het saldo van de rekening “Equipment” en de verklaring van het management zijn hierbij de afhankelijke variabelen en de scores op de cultuurdimensies zijn hierbij de onafhankelijke variabelen.38

De resultaten van de lineaire regressieanalyse zijn weergegeven in tabel 4.8 en 4.10. Er is bij de regressieanalyses gebruik gemaakt van vijf verschillende modellen, welke in de kolommen van de tabellen zijn weergegeven. In model 1 wordt de relatie tussen de controlevariabelen en de afhankelijke variabele getoetst. Model 2 t/m 4 toetsen afzonderlijk de relatie tussen de verschillende onafhankelijke variabelen en de afhankelijke variabele. Er is hierbij gecorrigeerd voor de controlevariabelen. Tot slot, in model 5 zijn alle onafhankelijke variabelen en de controlevariabelen opgenomen. Daarnaast worden per model bij de lineaire regressieanalyses de Adjusted R-Square, de R-Square change, de significantie F-change en de F-waarde weergegeven.

Tijdens het uitvoeren van de regressieanalyse is echter gebleken dat één van vereiste assumpties namelijk, normaliteit van de residuen wordt geschonden bij de proxy het saldo

38 Bij de vraagstelling van deze twee proxy’s is gebruik gemaakt van een casus. Om de realiteit van de casus te toetsen is hierover een vraag opgenomen. De deelnemers konden een antwoord kiezen tussen de 0 en 100. Hoe hoger de score hoe realistischer de casus. Op basis van de antwoorden van de deelnemers kan worden geconcludeerd er geen overeenstemming is over de realiteit van de casus (score van gemiddeld 50,1 standaard deviatie van 24,1).

van de rekening “Equipment”.39

Er is daarom voor gekozen deze om te zetten naar een dichotome variabele, de variabele toegeven aan druk. Bij een dichotome variabele is sprake van enkel twee categorieën. Er is een opsplitsing gemaakt tussen toegeven aan de druk (antwoorden van €2.000.000 en hoger) en niet toegeven aan de druk (antwoorden lager dan €2.000.000). In dergelijke situatie is een logistische regressieanalyse geschikt (Sieben & Linssen, 2009). Deze wordt daarom aanvullend uitgevoerd en de resultaten hiervan zijn beschreven in tabel 4.9. In deze tabel is ook de weergegeven of de Hosmer en Lemeshow Goodness-of-Fit Test significant is en hoe hoog de Nagelkerke R Square is. Aan de hand van de Hosmer en Lemeshow Goodness-of-fit Test kan worden geanalyseerd of de data goed bij een logistische regressie past.40

De Nagelkerke R is een pseudo R2 en is vergelijkbaar met de R2 uit een lineaire regressieanalyse welke de proportie verklaarde variantie weergeeft (Sieben & Linssen, 2009. Bij de logistische regressieanalyse is gebruik gemaakt van dezelfde vijf modellen als bij de lineaire regressieanalyses. Aan de hand van de resultaten van de verschillende analyses wordt per hypothese per proxy beoordeeld of deze kan worden aangenomen of moet worden verworpen. Dit wordt achtereenvolgens gedaan voor de proxy saldo rekening “Equipment”, de proxy toegeven aan druk en de proxy verklaring van het management.

39 De uitkomsten van de Shapiro-Wilk test waren significant (p<0,05) daardoor kan geconcludeerd worden dat de residuen niet normaal verdeelt zijn.

40 Op basis van de Hosmer & Lemeshow Goodness-of-Fit Test kan worden geconcludeerd dat het model goed bij de data past. Bij drie van de vier modellen zijn de verschillen namelijk niet significant p<0,05. Enkel bij model 3 net (p=0,049).

Proxy saldo rekening “Equipment”

Resultaten regressie Saldo rekening "Equipment"

Variabele 1 2 3 4 5 (Constant) 1381983,16 1365136,08 1787604,92 1389240,89 1772294,09 Geslacht -118622,81 -128459,26 -94646,90 -116235,26 -104331,07 Nationaliteit 396919,77 381343,86 195912,96 394515,01 179174,05 Leeftijd -16744,70 -22142,39 -7412,20 -15753,47 -12779,21 Functie -316752,53 -308105,40 -34894,54 -322163,66 -26143,55 Kennis -271745,40 -273760,31 -347877,72 -269683,96 -349830,13 Ervaring_controle -64814,78 -62769,31 -119670,40 -68180,48 -118167,88 Ervaring_controle_X 162984,82 159325,85 133075,97 165736,98 129642,22 Machtsafstand (H1b) - 2100,02 - - 2149,751 Individualisme (H2b) - - -4677,36 ** - -4688,10 ** Onzekerheidsvermijding (H3b) - - - -274,52 -37,96 Adjusted R-square -0,05 0,06 0,10 -0,07 -0,04 R-Square change 0,06 0,06 0,11 0,06 0,11 Sig. F change 0,81 0,84 0,52 0,88 0,66 F-waarde 0,52 0,52 0,91 0,45 0,76

***, ** en * coëfficiënten zijn statistisch significant op respectievelijk 1, 5, en 10 procent, gebaseerd op tweezijdig testen , behalve voor H1b, H2b, en H3b).

Tabel 4.8: Resultaten regressieanalyse proxy saldo rekening “Equipment”.

Hypothese 1b: Machtsafstand is negatief gerelateerd aan de mate waarin accountants

sceptisch handelen.

De R-Square change bedraagt 0,06 voor model 2 en is niet significant (p>0,1). Op basis van de resultaten kan worden geconcludeerd dat machtsafstand niet significant gerelateerd is aan de mate waarin accountants sceptisch handelen (B= 2100,02, p>0,1). Hypothese 1b moet dus worden verworpen.

Hypothese 2b: Individualisme is positief gerelateerd aan de mate waarin accountants

sceptisch handelen.

De R-Square change bedraagt 0,11 voor model 3 en is niet significant (p>0,1). Op basis van de resultaten kan worden geconcludeerd dat individualisme significant gerelateerd is aan de

mate waarin accountants sceptisch handelen. Deze relatie is echter negatief (B= -4677,36, p<0,05). Hypothese 2b moet dus worden verworpen.

Hypothese 3b: Onzekerheidsvermijding is negatief gerelateerd aan de mate waarin

accountants sceptisch handelen.

De R-Square change bedraagt 0,06 voor model 4 en is niet significant (p>0,1). Op basis van de resultaten kan worden geconcludeerd dat onzekerheidsvermijding niet significant gerelateerd is aan de mate waarin accountants sceptisch handelen (B= -274,52, p>0,1). Hypothese 3b moet dus worden verworpen.

De R-Square change is 0,11 van model 5 en is niet significant(p>0,1). Op basis van de resultaten kan worden geconcludeerd dat individualisme significant negatief gerelateerd is aan de mate waarin accountants sceptisch handelen (B= -4677,36, p<0,05). Voor de cultuurdimensies individualisme en onzekerheidsvermijding zijn geen significante resultaten gevonden. Hypotheses 1b, 2b en 3b moeten dus worden verworpen.

In geen van de vijf modellen zijn voor de controlevariabelen significante resultaten gevonden.

Proxy toegeven aan druk

Resultaten logistische regressie toegeven aan druk

Variabele 1 2 3 4 5 (Constant) 0,68 0,72 -0,38 0,69 -0,31 Geslacht -0,09 -0,10 -0,05 -0,07 -0,06 Nationaliteit 1,12 * 1,10 * 0,63 1,10 * 0,62 Leeftijd 0,00 0,01 -0,03 -0,01 -0,03 Functie -0,85 -0,86 -1,16 -0,84 0,31 Opleiding -0,39 -0,39 0,34 -0,45 -1,16 Ervaring_controle 0,31 0,31 0,50 0,35 0,51 Ervaring_controle_X -0,43 -0,43 -0,39 -0,46 -0,40 Machtsafstand (H1b) - 0,00 - - 0,00 Individualisme (H2b) - - 0,01 ** - 0,01 ** Onzekerheidsvermijding (H3b) - - - 0,00 0,00

Sig.Hosmer en Lemeshow Goodness-of-Fit Test 0,19 0,71 0,05 0,76 0,64 Nagelkerke R Square 0,10 0,11 0,18 0,10 0,19 ***, ** en * coëfficiënten zijn statistisch significant op respectievelijk 1, 5, en 10 procent, gebaseerd op

tweezijdig testen , behalve voor H1b, H2b, en H3b).

Hypothese 1b: Machtsafstand is negatief gerelateerd aan de mate waarin accountants

sceptisch handelen.

De Nagelkerke R Square bedraagt 0,11 voor model 2. Op basis van de resultaten kan worden geconcludeerd dat machtsafstand niet significant gerelateerd is aan de mate waarin accountants sceptisch handelen (B= 0,00 p>0,1). Hypothese 1b moet dus worden verworpen.

Hypothese 2b: Individualisme is positief gerelateerd aan de mate waarin accountants

sceptisch handelen.

De Nagelkerke R Square bedraagt 0,18 voor model 3. Op basis van de resultaten kan worden geconcludeerd dat individualisme significant positief gerelateerd is aan de mate waarin accountants sceptisch handelen (B= 0,01, p<0,05). Hypothese 2b kan dus worden aangenomen.

Hypothese 3b: Onzekerheidsvermijding is negatief gerelateerd aan de mate waarin

accountants sceptisch handelen.

De Nagelkerke R Square bedraagt 0,10 voor model 4. Op basis van de resultaten kan worden geconcludeerd dat onzekerheidsvermijding niet significant gerelateerd is aan de mate waarin accountants sceptisch handelen (B= 0,00, p>0,1). Hypothese 3b moet dus worden verworpen. De Nagelkerke R Square bedraagt 0,19 voor model 5. Op basis van de resultaten kan worden geconcludeerd dat individualisme significant positief gerelateerd is aan de mate waarin accountants sceptisch handelen (B= 0,01, p<0,05). Hypothese 2b kan dus worden aangenomen. Voor de cultuurdimensies machtsafstand en onzekerheidsvermijding zijn geen significante resultaten gevonden. Hypotheses, 1b en 3b moeten dus worden verworpen.

In modellen 1, 2 en 4 is voor de controlevariabele nationaliteit een significante positieve relatie gevonden. Voor de controlevariabelen geslacht, leeftijd, functie en kennis is in geen van de modellen een significante relatie gevonden.

Proxy verklaring van het management

Resultaten regressie verklaring van het management

Variabele 1 2 3 4 5 (Constant) 29,92 29,69 34,23 32,35 35,46 Geslacht -5,73 -5,86 -5,47 -4,93 -4,92 Nationaliteit 8,35 8,14 6,22 7,55 5,51 Leeftijd 0,12 0,05 0,22 0,46 0,42 Functie -15,02 -14,91 -12,03 -16,84 * -14,28 Kennis -2,22 -2,25 -3,03 -1,53 -2,22 Ervaring_controle 1,88 1,91 1,30 0,76 0,33 Ervaring_controle_X 0,85 0,80 0,53 1,77 1,45 Machtsafstand (H1b) - 0,03 - - 0,04 Individualisme (H2b) - - -0,05 - -0,04 Onzekerheidsvermijding (H3b) - - - -0,09 * -0,09 * Adjusted R-square -0,05 -0,06 -0,06 -0,03 -0,05 R-Square change 0,06 0,06 0,07 0,09 0,10 Sig. F change 0,79 0,86 0,82 0,62 0,74 F-waarde 0,55 0,49 0,55 0,78 0,68

***, ** en * coëfficiënten zijn statistisch significant op respectievelijk 1, 5, en 10 procent, gebaseerd op tweezijdig testen , behalve voor H1b, H2b, en H3b).

Tabel 4.10: Resultaten regressieanalyse proxy verklaring van het management

Hypothese 1b: Machtsafstand is negatief gerelateerd aan de mate waarin accountants

sceptisch handelen.

De R-Square change bedraagt 0,06 voor model 2 en is niet significant (p>0,1). Op basis van de resultaten kan worden geconcludeerd dat machtsafstand niet significant gerelateerd is aan de mate waarin accountants sceptisch handelen (B=0,03 , p>0,1). Hypothese 1b moet dus worden verworpen.

Hypothese 2b: Individualisme is positief gerelateerd aan de mate waarin accountants

sceptisch handelen.

De R-Square change bedraagt 0,07 voor model 3 en is niet significant (p>0,1). Op basis van de resultaten kan worden geconcludeerd dat individualisme niet significant gerelateerd is aan

de mate waarin accountants sceptisch handelen (B=-0,05, p>0,1). Hypothese 1b moet dus worden verworpen.

Hypothese 3b: Onzekerheidsvermijding is negatief gerelateerd aan de mate waarin

accountants sceptisch handelen.

De R-Square change bedraagt 0,09 voor model 4 en is niet significant (p>0,1). Op basis van de resultaten kan worden geconcludeerd dat onzekerheidsvermijding significant gerelateerd is aan de mate waarin accountants sceptisch handelen (B=-0,092, p<0,1). Hypothese 3b kan dus worden aangenomen.

In model 4 is voor de controlevariabele functie een significante negatieve relatie gevonden. Voor de controlevariabelen geslacht, nationaliteit, leeftijd en kennis is in geen van de modellen een significante relatie gevonden.

De R-Square change bedraagt 0,1 van model 5 en is niet significant(p>0,1). Op basis van de resultaten kan worden geconcludeerd dat onzekerheidsvermijding significant negatief gerelateerd is aan de mate waarin accountants sceptisch handelen (B=-0,092, p<0,1). Hypothese 3b kan dus worden aangenomen. Voor de cultuurdimensies machtsafstand en individualisme zijn geen significante resultaten gevonden. Hypotheses 1b en 2b moeten dus worden verworpen.