• No results found

Om de praktijk van de wisseling van toerbeurten in kaart te brengen werd voor een blok van 30 aaneengesloten rijstvelden in Koto Baru Hiang de toerbeurtwisseling van 1990 bijgehouden. Het doel van dit deelonderzoek was om naast kwalitatieve ook kwantitatieve gegevens te verzamelen over de toerbeurtrijstbouw. Daarnaast kon ik zo controleren of geplande toerbeurtwisselingen ook daadwerkelijk plaatsvonden. Het blok percelen dat hiervoor als steekproef werd uitgekozen ligt achter het kantoor van het onderdistrictsbestuur en bestaat in de lokale toponymie uit de plekken `Puntai', `Gunie- ut' en `Limuk Shain'. Voor het onderzoek werd deze locatie omgedoopt tot `Blok PGL'. De keuze voor blok PGL was willekeurig maar niet toevallig. Ons huis in Hiang lag namelijk niet ver van dit blok zodat ik deze rijstvelden gemakkelijk vaak kon bezoeken.

Blok PGL bestaat in totaal uit 30 afzonderlijke en omdijkte rijstvelden, die worden bevloeid door de kanalen Bandar Puntai, Bandar Gunieut en Bandar Limuk Shain. De locatie ligt aan de rand van een veel uitgestrekter en vrijwel vlak gebied van rijstvelden. Zoals elders in dit deel van Hiang zijn de percelen langgerekt en smal. De eerste inven- tarisatie van het bezit en gebruik van de rijstvelden van blok PGL vond plaats in de maanden mei en juni van 1990, aan het einde van het teeltjaar 1989-1990 (zie: percelenkaart 1989-1990). De tweede inventarisatie werd uitgevoerd in de periode october, november en december van 1990, aan het begin van het teeltjaar 1990-1991 (zie: percelenkaart 1990-1991). De wisseling van de toerbeurt vindt in Hiang plaats in de maanden augustus en september. De perceelgegevens werden in eerste aanleg in interviews met op de velden werkende boeren verzameld en daarna aangevuld met interviews bij mensen thuis.

Blok PGL

In tabel 7.1 staat een overzicht van het gebruik van de percelen van blok PGL in de teeltjaren 1989-1990 en 1990-1991. De eerste kolom van tabel 7.1 vermeldt het perceelnummer dat correspondeert met het nummer op de percelenkaarten. De oppervlakte van het rijstveld staat onder het perceelnummer. De tweede kolom geeft de juridische status van het perceel: Is het een sawah tetap dan is het een rijstveld in

152

individueel bezit, is het een sawah giliran dan is het een toerbeurtveld dat wordt gedeeld door meerdere erfgenamen. De derde kolom vermeldt het totale aantal toerbeurthouders dat een toerbeurtrecht (giliran) uitoefent op het perceel. In de vierde kolom wordt aangegeven of het perceel op zichzelf staat of een onderdeel is van een pakket van `vriendrijstvelden’ (sawah teman) die tot dezelfde toerbeurt behoren. In de vijfde en zevende kolom staan de namen van de personen die respectievelijk in teeltjaar 1989- 1990 en in 1990-1991 op het aangegeven perceel een toerbeurtrecht hadden. Staat er een [T] achter de naam dan betekent dit dat een [T]oerbeurthouder het veld in gebruik had. Staat er een [E] achter de naam dan had een [E]rfgenaam van de toerbeurthouder de toerbeurt in bezit. Ook vermelden de kolommen vijf en zeven of het perceel eventueel voor de duur van het teeltjaar onderhands was onderverdeeld en in gebruik was door meerdere personen. In kolom zes en acht staat op welke wijze het perceel door de toerbeurthouder of de erfgenaam in de teeltjaren 1989-90 en 1990-91 werd geëxploiteerd. Staat in deze kolommen het woordje `zelf’ (sendiri) vermeldt dan was de houder of erfgenaam aangevuld met gezinsleden degene die het perceel daadwerkelijk bewerkte. Het begrip `dagloon’ (upah) duidt erop dat de arbeidsintensieve spit- en oogstwerkzaamheden werden uitbesteed aan betaalde dagloners. Het woord `aangenomen’ verwijst naar aangenomen werk (upah borongan ) waarbij het werk tegen een vooraf vastgesteld bedrag is uitbesteed aan iemand anders. Het begrip `deelbouw’ verwijst zowel naar de systematiek van bagi dua als bagi tiga waartussen in de tabel geen onderscheid wordt gemaakt. Tenslotte waren sommige percelen voor het lopende teeltjaar verpacht en dit staat in kolom zes en acht te boek als `pacht’. Voor de percelen P8, G5 en G8, bleek het niet mogelijk om de juridische status vast te stellen of om voldoende gegevens te verzamelen over de wisseling van toerbeurten.

153

Kaart 7.1: Percelenkaart blok PGL Koto Baru Hiang 1989-1990

154

Tabel 7.1: De toerbeurtwisseling op blok PGL in Koto Baru Hiang in 1990

1989-1990 1990-1991 Perceel en oppervlakte Status Aantal Toerbeurt- houders Pakket met ander

veld? Toerbeurt naar: Werk door: Toerbeurt naar: Werk door:

P1

1200 m2 Sawah giliran 3 Nee Mahmud [E] Zelf P1A Halipah [T] P1BSyarifah [T] Zelf Zelf P2

1575 m2 Sawah giliran 5 Ja Hamzah [E] Deelbouw P2AH.Ramli [E] P2BA.Mayo [E] Zelf Zelf P3

1800 m2 Sawah giliran 3 Nee H.Asanah [T] Dagloon P3Aassujana [E] P3Bsyarifudin[E] Dagloon Zelf P4

1800 m2 Sawah giliran 5 Ja P4A Halidah [E]P4B Abu Kasi [E]

Zelf

Zelf Siti [T] Aangenomen

P5

1875 m2 Sawah giliran 3 Ja P5A Darus [E] P5B Zahlan [E] Zelf Zelf P5A Syofyan [E] P5B H.Rusli [E] Zelf Deelbouw P6

750 m2 Sawah tetap Eigenaar nvt H. Ramli Deelbouw H. Ramli Deelbouw

P7

840 m2 Sawah tetap Eigenaar nvt Kasim K. Pacht Kasim K. Pacht

P8

575 m2 Onbekend

P9

672 m2 Sawah giliran 4 Ja Juli [T] Dagloon Zahleha [T] Zelf

P10

1100 m2 Sawah giliran 4 Ja Abdul [T] Zelf Muwardi [T] Zelf

G1

570 m2 Sawah giliran 3 Ja Sukino [E] Pacht G1A Defi [E] G1B Lisma [E] Zelf Dagloon G2

600 m2 Sawah giliran 3 Ja Zahlan [E] Zelf G2A Idris [E] G2B M.Nur [E] G2C ? [E]

Zelf Zelf ? G3

630 m2 Sawah giliran 5 Ja G3A Syamsu. [E]

G3B Harun [E] Zelf

Zelf G3A Syafru. [E] G3B Syarif [E] Zelf Zelf G4

690 m2 Sawah giliran 5 Nee Hasmita [E] Dagloon G4A Harim [E] G4B Yulidar [E] Zelf Dagloon G5

720 m2 onbekend

G6

840 m2 Sawah giliran 6 Nee G6A Yel [T] G6B ? [T] Zelf ? G6A Bani H. [T] G6B H.Syam. [T] Zelf Dagloon G7

1200 m2 Sawah tetap Eigenaar nvt Syamsudin Dagloon Syamsudin Dagloon

G8

480 m2 Onbekend

G9

900 m2 Sawah giliran 3 Ja Nuriah [T] Pacht Azwar [T] Zelf

G10

1500 m2 Sawah giliran 3 Nee Marlis [T] Zelf Sukiman [T] Dagloon

G11

1500 m2 Sawah giliran 3 Nee G11A Sujai [E] G11B Jariah [E] G11C Sran [E] G11D Baisah [E] Zelf Zelf Zelf Zelf G11A Syam. [T]

G11B Sukim [T] Dagloon Dagloon

G12

900 m2 Sawah tetap Eigenaar nvt Ilyas Aangenomen Ilyas Aangenomen

G13

900 m2 Sawah giliran 5 Ja Fatima [T] Aangenomen Ilyas [T] Aangenomen

L1

600 m2 Sawah giliran 3 Nee Sias [E] Zelf Syahbudin [E] Zelf

L2

650 m2 Sawah giliran 6 Ja Rosma [E] Dagloon Rakiah [E] Zelf

L3

1080 m2 Sawah giliran 5 Nee L3A Jamaiah [E]

L3B Yulidar [E] Zelf

Zelf L3A Norma [E] L3B Husnan [E] Zelf Zelf L4

750 m2 Sawah giliran 4 Nee Abdul S. [T] Deelbouw Saidina [T] Dagloon

L5

800 m2 Sawah giliran 3 Ja Maryusmi [T] Zelf Nursiah [T] Zelf

L6

880 m2 Sawah giliran 3 Ja L6A Rakiah [E] L6B Meh [E] Zelf Zelf H. Radi [T] Dagloon L7

880 m2 Sawah giliran 6 Ja Hasiah [T] Zelf L7A Syarif [E] L7B M. Nur [T] Zelf Zelf

155 Percelen

Op de percelenkaarten is goed te zien dat alle percelen van blok PGL langgerekt zijn. Het verschil in oppervlakte tussen het kleinste en het grootste perceel is echter aanzienlijk: het kleinste perceel (G8) van blok PGL meet 480 m2 en het grootste (P5) 1875 m2. Wat ook opvalt is dat niet één van de in totaal 30 percelen van blok PGL werkelijk één jinjang (0,2 ha), ofwel 2000 m2 groot is. Slechts zes (P2, P3, P4, P5, G10 en G11) van de 30 percelen komen enigszins in de buurt. De rest is kleiner of veel kleiner. Bij elkaar opgeteld is de oppervlakte van de 30 velden van blok PGL 29.257 m2 of 2,93 hectare. Ronden we het laatste getal naar boven af dan heeft blok PGL een totale oppervlakte van drie hectare. Op deze drie hectare liggen 30 rijstvelden. Per hectare zijn er in blok PGL dus gemiddeld tien rijstvelden met een gemiddelde oppervlakte van 1000 m2 ofwel 0,1 ha. Deze maat komt overeen met een halve jinjang.

Indien dit ook geldt voor de rijstvelden buiten blok PGL - en voor zover ik heb kunnen constateren is er geen reden om hieraan te twijfelen - dan is het standaard rijstveld in het spraakgebruik in Hiang wel een jinjang (0,2 ha), maar feitelijk slechts een halve jinjang, een keping (0,1 ha), groot. Waarom het standaard veld in Hiang nog steeds een jinjang wordt genoemd, maar in oppervlakte eerder een keping dan een jinjang benadert, is onduidelijk. Een mogelijke verklaring is dat met de overstap van de traditionele rijstsoorten naar de snelrijpende soorten in de jaren tachtig van de vorige eeuw de velden werden gehalveerd, omdat met de overschakeling van één naar twee keer oogsten per jaar de oogstopbrengst gemiddeld genomen werd verdubbeld. Deze verklaring is echter niet erg overtuigend, omdat slechts een paar informanten de overgang naar de snelrijpende soorten als reden opgaven voor de huidige kleine jinjang maat Een andere verklaring is dat de als jinjang vermomde keping het resultaat is van een veel langduriger proces van waardevermeerdering van rijstvelden aan de ene kant en van de geleidelijke verkleining van het standaard toerbeurtveld aan de andere kant. Deze verklaring lijkt meer hout te snijden, ook vanwege de redelijk grote verschillen in oppervlakte tussen de kleinste en grootste velden. Het enige wat de dorpelingen zeker weten is dat de rijstvelden `vroeger’ groter waren. Dit lijkt aannemelijk, maar was helaas empirisch niet meer vast te stellen. Het onderwerp zou trouwens niet van groot belang zijn als het alleen maar ging om de naamgeving en maten van rijstvelden. Het principiële punt is hier echter dat de systematiek van toerbeurtrijstbouw veronderstelt dat niet de velden maar de gebruikstijd van de velden wordt opgedeeld. De beschreven casussen en de gegevens van de toerbeurwisseling op blok PGL laten hierover ook geen enkele twijfel bestaan. Aan de andere kant duidt de verkleinde jinjang erop dat het standaard toerbeurtveld in Hiang in de loop van de geschiedenis daarnaast toch ook kleiner is geworden.

Extrapoleren we het gegeven dat er in blok PGL gemiddeld tien rijstvelden per hectare zijn naar heel het dorp dan geeft dit bij benadering een idee van het totale aantal rijstvelden in Hiang. Het sawah areaal van de gemeenschappen Hiang Tinggi, Betung Kuning en Muara Air Dua samen beslaat 335 ha. en dat van Koto Baru Hiang 300 ha (BPP Hiang 1990/1991:11). Zijn er, evenals in blok PGL, in heel Hiang ook gemiddeld tien velden per hectare, dan betekent dit dat er in het dorp ongeveer 635 keer tien = 6.350 rijstvelden moeten zijn. Dit is een indrukwekkend aantal. Zoals eerder is uitgerekend in tabel 3.6, wordt ongeveer 30% van het sawah oppervlak in Hiang in beslag genomen door toerbeurtvelden. Uitgedrukt in een getal wisselen in Hiang dus ongeveer 1905 velden jaarlijks van bezitter. Niet alleen blijken er in Hiang in totaal meer rijstvelden dan inwoners (4.300), maar ook laat het aantal toerbeurtvelden zien dat de jaarlijkse wisseling van toerbeurten in Hiang een omvangrijke onderneming is.

De juridische status

De tweede kolom van tabel 7.1 vermeldt de juridische status van het perceel. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen toerbeurtveld (sawah giliran) en individueel veld (sawah tetap). In de categorie sawah tetap wordt in de tabel verder geen verschil gemaakt tussen het individuele bezit (sawah tetap) zoals dat in inheemse termen wordt begrepen en het individuele bezit (sawah hak milik), zoals dat in het overheidsrecht staat

156

geregistreerd. De wijze waarop de individuele velden van blok PGL in het bezit van individuele personen zijn gekomen is verschillend. Perceel G12 werd door Ilyas, uit het buurtschap nummer één (RT 1) van Koto Baru Hiang, in 1980 gekocht van een neef die dit veld ook reeds in individueel bezit had. Deze transactie is vastgelegd in een zogenaamde surat jual/beli (verkoopakte). Hak milik registratie van perceel G12 heeft tot nu toe niet plaatsgevonden. Perceel G7 daarentegen is trapsgewijs door de tijd van een gezamenlijk toerbeurtveld veranderd in een individueel veld. In het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw was dit perceel nog in gebruik door vier toerbeurthouders. Nadat de broers Jamil Arsyad (RT IX) en Abdul Karim (RT IX) de andere twee eerst hadden uitgekocht werd perceel G7 in 1986 door de twee overgebleven toerbeurthouders tenslotte buiten de familie verkocht aan H. Syamsudin (RT IX), de huidige eigenaar. H. Syamsudin heeft perceel G7 inmiddels wel laten registreren: `sudah menjadi hak milik'. Alle vier de eigenaren van de individuele rijstvelden in blok GPL zijn mannen van middelbare leeftijd of ouder en alle vier de rijstvelden werden niet geërfd maar gekocht. Aantal toerbeurthouders

In de derde kolom van tabel 7.1 staat per perceel het aantal toerbeurthouders. Het gaat hier om het totale aantal personen dat van dat veld mede-bezitter en toerbeurthouder is. Meestal zijn de toerbeurthouders broers en zussen van dezelfde generatie. Maar dit hoeft niet altijd het geval te zijn. Bijvoorbeeld wanneer één van de oorspronkelijke toerbeurthouders is overleden en inmiddels is opgevolgd door zijn of haar kinderen. De toerbeurtoudste of toerbeurtleider, wo, neemt namens zijn broers en zussen dan tussen zijn ooms en tantes (en echtgenoten) zitting in het jaarlijkse overleg over het gebruik van de toerbeurtvelden, de duduk sawah. In de tabel wordt geen onderscheid gemaakt tussen toerbeurthouders van dezelfde of verschillende generaties. Het grootste aantal toerbeurthouders dat we per veld in blok PGL aantreffen is zes (percelen G6, L2 en L7). Het kleinste aantal is drie (P1, P3, P5, G1, G2, G9, G10, G11, L1, L5, L6). Groeperen we de velden naar het aantal toerbeurthouders dan blijkt er geen enkel veld te zijn met twee toerbeurthouders, zijn er elf velden met drie toerbeurthouders, drie velden met vier toerbeurthouders, zes velden met vijf toerbeurthouders en tenslotte drie velden met zes toerbeurthouders. In blok PGL is het modale aantal toerbeurthouders drie.

Omdat er in blok PGL al vele generaties rijst wordt verbouwd kan het op het eerste gezicht merkwaardig zijn dat het aantal toerbeurthouders per veld zo klein is. Binnen een paar generaties neemt het aantal potentiële erfgenamen immers sterk toe. Hoe kan het dan dat het aantal toerbeurthouders per veld in blok PGL tussen de drie en zes personen ligt? Als er bijvoorbeeld in de eerste generatie van toerbeurtrijstbouw vier erfgenamen/toerbeurthouders zijn die samen één rijstveld delen, dan is iedere toerbeurthouder één keer per vier jaar aan de beurt om het rijstveld te gebruiken. De looptijd van de toerbeurt in deze generatie is dan vier jaar (1/4) . Stel dat één van de vier toerbeurthouders twee kinderen heeft dan zal na zijn of haar overlijden de toerbeurt door de twee kinderen worden geërfd. Deze twee toerbeurthouders van de tweede generatie delen dan met elkaar de toerbeurt en zijn dan met zijn tweeën één keer in de vier jaar ofwel ieder apart één keer in de acht jaar aan de beurt (1/4 x ½ = 1/8). Heeft één van de andere toerbeurthouders van de eerste generatie bijvoorbeeld vijf kinderen dan wordt de looptijd van de toerbeurt van de kinderen van de tweede generatie 1/4 (de ouder) x 1/5 (aantal kinderen) = 1/20, ofwel één keer per twintig jaar. Wanneer we ervan uitgaan dat de andere twee toerbeurthouders van de eerste generatie bijvoorbeeld drie en vier kinderen hebben dan wordt de looptijd voor die kinderen respectievelijk 1/4 x 1/3 = twaalf jaar en 1/4 x 1/4 = zestien jaar. Als er dus alleen wordt vererfd en er verder niets gebeurt dan varieert in dit voorbeeld, afhankelijk van het aantal kinderen per gezin, in de tweede generatie de looptijd per erfgenaam tussen de acht en twintig jaar en worden de vier oorspronkelijke toerbeurthouders op den duur in de tweede generatie vervangen door in totaal veertien nieuwe toerbeurthouders. In de derde of vierde generatie wordt de looptijd dan nog veel langer en gaat dit gepaard met een explosieve aanwas van het aantal toerbeurthouders. In overeenstemming met dit proliferatiemodel waren volgens Morison in de jaren dertig van vorige eeuw toerbeurten

157

met een looptijd van 30 tot 40 jaar heel gewoon. Morison (1940:93,94) maakt zelfs gewag van een giliran met een looptijd van 80 jaar.

Toch is het aantal toerbeurthouders in blok PGL telkens veel minder groot en is ook de looptijd van de toerbeurten veel korter dan op grond van meerdere generaties van vererving mag worden verwacht. In sommige gevallen waar het helemaal niet gaat om meerdere generaties van toerbeurthouders maar om `nieuwe’ toerbeurthouders is dit begrijpelijk. De twee buurpercelen P9 en P10 zijn bijvoorbeeld in het bezit van vier broers en zussen, die de beide percelen hebben geërfd van hun vader die de individuele bezitter was. De vader van Juli, Abdul, Zahleha en Muwardi kwam in de jaren zestig van de 20e eeuw in bezit van beide rijstvelden na uitkoop van zijn broers en zussen. P9 en

P10 vormden toen nog één toerbeurtveld in een pakket van meerdere velden dat de ooms en tantes met de vader van de huidige broers en zussen met elkaar deelden. Na de uitkoop van zijn eigen broers en zussen was vader tot aan zijn overlijden, enige jaren geleden, de individuele bezitter van veld P9/P10. Na vaders dood namen Juli, Abdul, Zahleha en Muwardi de voormalige sawah tetap van vader (weer) in toerbeurt en werd het (weer) een sawah giliran. Als eerste generatie nieuwe toerbeurthouders deelden de vier broers en zussen het veld overlangs in tweeën en werd afgesproken dat volgens rooster iedere toerbeurthouder alternerend één keer per twee jaar aan de beurt was op het ene of andere veld (zie tabel: P9 en P10, kolom vijf en zeven).

Een ander raadselachtig geval betreft perceel P5. Volgens de tussenstand op 24 oktober 1989 van de familiegenealogie of tambo van Syofyan uit RT IX Koto Baru Hiang was perceel P5 al zeven generaties in zijn familie. Uit de op schrift gestelde en getekende stamboom van de huidige verwanten die perceel P5 bewerken blijkt dat de eerste generatie van erfgenamen (kinderen) van de nalatenschap uit vijf personen bestond en de volgende generatie (kleinkinderen) reeds uit dertien. Niettemin kent perceel P5, nog eens vier generaties verder in de tijd, maar drie toerbeurthouders. Hoe kunnen er zo weinig toerbeurthouders zijn terwijl er inmiddels zeven generaties erfgenamen zijn? Een deel van het antwoord ligt in dit geval in het misleidende aantal generaties van de stamboom, tenminste voor zover het gaat om de berekening van het aantal toerbeurthouders. Volgens de stamboom zijn er namelijk wel zeven generaties erfgenamen maar dit betekent nog niet dat er dan ook zeven generaties toerbeurthouders zijn. Om te beginnen moet namelijk het voorouderlijke paar van het totaal worden afgetrokken omdat de 0-generatie weliswaar voor de oorsprong van de nalatenschap heeft gezorgd maar zelf individueel bezitter en géén toerbeurthouder van deze velden was. Daarnaast zijn er van de overgebleven zes generaties nog drie in leven. De laatste twee generaties hiervan zijn de kinderen (generatie Syofyan) en de kleinkinderen van Meh. Moeder en oma Meh is vanuit de geschiedenis en de dode generaties gezien de jongst levende toerbeurthouder in deze tak van de familie. In de familie van Syofyan tellen we dus wel zeven generaties afstammelingen maar slechts vier generaties toerbeurthouders. Maar ook als het aantal generaties van toerbeurthouders van P5 wordt beperkt tot vier dan is het alleen maar mogelijk dat er op het ogenblik slechts drie toerbeurthouders zijn doordat ook hier in vrijwel elke generatie van toerbeurthouders naast vererving ook een proces van samenbundeling en opeenhoping van toerbeurtrechten heeft plaatsgevonden. Met zekerheid weten we dat voor P5 in ieder geval voor de vierde generatie van toerbeurthouders, die ooit begon met zeven broers en zussen en waarvan moeder/oma Meh met twee anderen is overgebleven. De andere vier werden uitgekocht. Hoewel ik hierover geen gegevens heb weten te verzamelen kan het, ook gezien het resultaat, niet anders dan dat ook in de voorgaande drie generaties het feitelijk aantal toerbeurthouders van perceel P5 door uitkoop stelselmatig is gereduceerd.

Wat hier voor P5 geldt is zeker ook van toepassing op de andere toerbeurtpercelen in blok GPL en daarbuiten: de versnippering van giliran door vererving wordt afgeremd of zelfs tenietgedaan door individuele acquisitie en samenbundeling van toerbeurten door de uitkoop van broers en zussen en neven en nichten. Dat dit niets nieuws is onder de Hiangse zon en dat deze aan elkaar tegengestelde bewegingen zelfs inherent zijn aan de toerbeurtrijstbouw blijkt wel uit de door Morison beschreven `vereenvoudiging' van toerbeurten in het Hiang van de jaren dertig van de vorige eeuw:

158

“Indien namelijk weer een vererving geschiedt en de looptijd voor de nieuwe rechthebbenden zeer lang wordt, gebeurt het vaak dat een der deelgerechtigden de anderen uitkoopt. Door onderlinge beraadslaging wordt het te betalen bedrag vastgesteld en nadat dit aan betrokkenen is betaald, wordt de "kooper" rechthebbende op de giliran van de geheele groep, welke is uitgekocht. Op deze wijze is het mogelijk om den looptijd weer binnen normale verhoudingen terug te brengen, waarbij het somwijlen wel gebeurt, dat alle sawah's behoorende tot den oorspronkelijken boedel, weer in één hand komen” (Morison 1940:94).