• No results found

2. Verhouding publiek/private inkomsten

4.5 Toelichting op de geconsolideerde balans

Immateriële vaste activa

Totaal 7.954 7.772 183 91 0 0 122 152

Onder vergunningen en rechten worden onder andere verstaan de rechten om gebruik te maken van generieke bedrijfsapplicaties (met name licenties). In 2014 is er voor een bedrag van € 91 K geïnvesteerd in nieuwe licenties.

1.2.1.1 Gebouwen 280.201 121.158 159.043 232 0 0 11.437 147.838

1.2.1.2 Terreinen 12.096 0 12.096 0 0 0 0 12.096

1.2.1.3 Gebouwen in uitvoering

85 0 85 500 0 0 0 585

Totaal 292.382 121.158 171.224 732 0 0 11.437 160.519

1.2.2 Inventaris en apparatuur

182.121 166.838 15.283 2.257 0 0 6.656 10.882

Totaal 474.503 287.996 186.507 2.989 0 0 18.094 171.400

In 2014 zijn met name de nog lopende onderhandenwerk projecten uit 2013 afgesloten en geactiveerd.

De investeringen in gebouwen betreffen voornamelijk voorbereidingskosten van de renovatie in Alkmaar, aanpassingen IIC Diemen en onderhoud van panden op diverse locaties. De investeringen in inventaris en apparatuur betreffen o.a. draadloze elektrische beveiliging, BHV-systeem en veranderprogramma ICT.

De gebouwen zijn bezwaard met hypotheken.

Verzekerde en OZB-waarde gebouwen en terreinen

x € 1.000 Bedrag Peildatum

1.2.a.1 OZB-waarde gebouwen en tereinen € 171.125 01-01-2014

1.2.a.2 Verzekerde waarde gebouwen € 289.331 01-01-2015

Inholland heeft tegen de OZB-waardering van verschillende terreinen en gebouwen bezwaar

aangetekend. In deze jaarrekening gaan wij uit van de OZB-waarde per de laatst geaccordeerde datum.

Onafhankelijke taxateurs bepalen de verzekerde waarde van de panden en inventaris middels een gedeeltelijk roulerende systematiek over alle panden.

Voor twee gebouwen is de taxatiewaarde (marktwaarde in verhuurde staat) € 16 mln. lager dan de huidige boekwaarde per 31 december 2014. Op totaalniveau is de taxatiewaarde € 49 mln. hoger dan de boekwaarde.

De taxatiewaarde is gebaseerd op langjarige bezetting van de panden door Inholland. De

afschrijvingslasten worden derhalve gedekt door de inkomsten en is er geen impairmenttrigger voor de waarde van het vastgoed.

Vorderingen

31 december 2014 31 december 2013

1.5.1 Debiteuren 2.007 2.633

Voorziening Incourant -289 -273

1.718 2.361

1.5.4 Studentdebiteuren 23.115 22.588

Voorziening Incourant -2.349 -1.655

20.765 20.933

1.5.5 Overige vorderingen

Voorschotten personeel 65 27

Overige 18 51

82 77

1.5.6 Overlopende activa

Vooruitbetaalde kosten 2.659 2.420

NS abonnementen 490 1.162

Nog te ontvangen bedragen 24 27

Nog te factureren bedragen 935 761

Overige -1 8

4.107 4.379

Totaal vorderingen 26.672 27.751

Debiteuren

De voorziening is toegenomen door een verschuiving van openstaande posten in ouderdom.

Studentdebiteuren

De positie studentdebiteuren is gestegen door de toename van het aantal studenten.

Vorderingen hebben allen een looptijd korter dan 1 jaar.

De daling van de post NS-abonnementen wordt veroorzaakt door de overgang naar Reisbalans.

Liquide middelen

31 december 2014 31 december 2013

1.8.1 Banken 81.953 52.408

1.8.2 Kasmiddelen 1 2

Totaal liquide middelen 81.955 52.410

Alle liquide middelen staan ter directe beschikking van de stichting.

Eigen vermogen

Mutaties

Stand per Stand per

31-12-13 Bestemming resultaat

Overige mutaties

31-12-14

Algemene reserve

2.1.1 Algemene reserve 83.042 29.438 -294 112.185

Bestemmingsreserve (privaat)

2.1.3 Deelneming Holding Inholland B.V. 0 -294 294 0

Totaal vermogen 83.042 29.144 0 112.185

De private bestemmingsreserve voor de resultaten uit private activiteiten (Holding Inholland B.V.) heeft een negatief saldo. Aangezien het conform verslaggevingsregels niet mogelijk is een negatieve bestemmingsreserve te hebben, is het bedrag in mindering gebracht op de algemene reserve.

Minderheidsbelang derden

2.2.1 Minderheidsbelang derden in deelneming:

2014 2013

ASA Student Campus 485 378

Voorzieningen

Wachtgelden 1.639 110 -1.444 0 305 158 147 0

WAO Eigen Risico 149 21 -86 67 151 31 120 0

Langdurig zieken 902 236 -249 0 889 689 200 0

Jubileumuitkering 1.125 15 -31 0 1.108 111 333 664

Reorganisatievoorziening 39.638 1.571 -6.958 0 34.251 10.500 17.751 6.000

Totaal personeelsvoorzieningen 43.453 1.953 -8.768 67 36.704 11.489 18.551 6.664

2.4.3 Overige voorzieningen

Leegstandvoorziening gebouwen 3.386 0 0 -1.505 1.881 683 1.198 0

Totaal overige voorzieningen 3.386 0 0 -1.505 1.881 683 1.198 0

Voorzieningen 46.839 1.953 -8.768 -1.438 38.585 12.172 19.749 6.664

Wachtgelden

Tot 2001 vielen medewerkers van onderwijsinstellingen onder wachtgeldregelingen. Vanaf 2001 vallen deze onder de toepassing van de werkeloosheidswet (WW). Omdat de WW in bijna alle gevallen (veel) lager uitvalt dan de vroegere wachtgeldregelingen, is de zogenaamde bovenwettelijke regeling in het leven geroepen. Deze bovenwettelijke regeling bestaat uit een aanvullende uitkering en een aansluitende uitkering. Deze bovenwettelijke uitkering is om het uitkeringsniveau van de vroegere wachtgeld zoveel mogelijk te handhaven.

Inholland valt onder de wettelijke WW-regeling die van toepassing is voor werknemers van Onderwijs- en Overheidswerkgevers. Inholland is eigenrisicodrager voor de Werkloosheidswet (WW) en de Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling Hoger Beroepsonderwijs (BWRHBO). Dit houdt in dat Inholland zelf de WW-uitkeringen en ook de Bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen van de (ex) medewerkers bekostigt voor zolang deze medewerkers recht hebben op de uitkering.

Deze voorziening dient ter dekking van de ingeschatte kosten van:

— Werkloosheidsuitkeringen voor ex-medewerkers, die op 1 januari 2007 van de

— Werkloosheidsregeling gebruik maakten of vanaf 1 januari 2007 in die regeling terecht zijn gekomen;

— Pensioenpremies voor ex-medewerkers met een WW uitkering;

— Bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen voor ex-medewerkers;

— Re-intergratie, Inholland heeft als WW-ERD een re-integratieverplichting;

— Ex-medewerkers die nà 30 juni 1996 in de wachtgeldregeling terecht zijn gekomen;

— Ex-medewerkers die vóór 1 juli 1996 in de wachtgeldregeling terecht zijn gekomen.

WAO Eigen Risico

Inholland is eigenrisicodrager geworden voor de WAO. Deze voorziening dient er toe om de reëel ingeschatte kosten voor de WAO verplichtingen te kunnen opvangen voor medewerkers die na 1 januari 2001 in de WAO zijn terechtgekomen. Conform de regels voor het eigenrisicodragerschap, heeft Inholland een garantie moeten afgeven dat zij aan haar verplichtingen kan voldoen. Dat risico is via een verzekeringspolis afgedekt.

Langdurig zieken

Op balansdatum heeft Inholland verplichtingen staan tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte. Voor deze verplichtingen is een voorziening opgenomen berekend uiterlijk tot twee jaar na de eerste ziekmelding. De verplichting is een schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen per balansdatum af te wikkelen.

Jubileumuitkering

De werkgever kent de werknemer, volgens de CAO-voorwaarden, bij het bereiken van een 25-jarig, een 40-jarig en een 50-jarig ambtsjubileum een gratificatie toe ter grootte van respectievelijk 50%, 100%

en 100% van zijn inkomen per maand. De rechten die elke werknemer opbouwt ten aanzien van deze uitkeringen zijn opgenomen in een voorziening.

Reorganisatievoorziening

Deze voorziening dient er toe om de reëel ingeschatte kosten voor algemene Werkloosheidswetuitke-ring (WW) en Bovenwettelijke werkloosheidsuitkeWerkloosheidswetuitke-ring (BW) verplichtingen te kunnen opvangen voor medewerkers die in de WW/BW terechtkomen.

Deze voorziening bestaat uit verschillende facetten met een financieel risico welke voortkomen uit het Sociaal Plan van de reorganisatie. Ook de kosten van vrijwillig vertrek en de reorganisatiekosten komen hier terecht. De onttrekkingen hebben betrekking op de werkelijke kosten als gevolg van afvloeiing.

Als uitgangspunt is de fte reductie genomen zoals bepaald bij de portfolio rationalisatie. Daarbij is rekening gehouden met ervaringscijfers over het daadwerkelijk gebruik maken van het recht, de gemiddelde duur van het recht op uitkering en zijn gemiddelden bepaald voor indicatoren die voor de verdere berekening relevant zijn, zoals loon, leeftijd en datum in dienst. Dit heeft in december 2014 geresulteerd in een dotatie van € 1,4 mln. De voorziening is gewaardeerd op nominale waarde.

Leegstandvoorziening

De voorziening voor de leegstand van gebouwen heeft betrekking op toekomstige huurlasten, inclusief aan de huur gerelateerde bijkomende servicekosten, voor de contractperiode waarover naar verwachting geen gebruik gemaakt wordt van de gebouwen op de locaties Hoofddorp en Amstelveen. Voor locatie Hoofddorp is besloten vanaf september 2013 geen gebruik meer te maken en is het huurcontract, dat loopt tot en met augustus 2016, opgezegd. Voor locatie Amstelveen heeft een vrijval plaatsgevonden aangezien deze locatie, in tegenstelling tot eerdere berichtgeving, in 2014 in gebruik is geweest.

Langlopende schulden

Rabobank (Hypotheek) 6.637 0 1.134 0 5.503 6 -9 jr euri + 0,65%

Rabobank (Hypotheek) 13.706 0 2.145 0 11.561 21jr euri + 0,65%

BNG 32.760 0 1.560 0 31.200 22 jr euri + 1,75%

58.854 0 5.479 0 53.376

Totaal langlopende schulden

58.854 0 5.479 53.376

(*) De vermelde rentepercentages zijn gebaseerd op de afgesloten leningscontracten inclusief de daarop van toepassing zijnde aanvullende rente financieringscontracten.

In het kader van het risicomijdend beleggen en belenen maakt Inholland gebruik van renteswaps en een rentecap. Het renterisico betreft de verandering van het renteresultaat als gevolg van een stijging of daling van de geld- en/of kapitaalmarktrente en is een risico.

De swaps worden ingezet om de variabele rente af te dekken met een vaste rente. De rentecap, is erop gericht om het gemiddelde rentepercentage te beheersen. De swaps en cap zijn gekoppeld aan de langlopende leningen van de Rabobank en BNG waarbij de maximale looptijd van een van de swaps tot 1 april 2029 loopt.

Inholland maakt gebruik van kostprijshedgeaccounting. Ultimo 2014 bedraagt de marktwaarde van de renteswaps € 2,2 mln. negatief (2013: € 1,9 mln. negatief) en de rentecap € 0 (2013: € 0). Er is geen sprake van over-hedging. Voor verder informatie over financiële instrumenten wordt verwezen naar hoofdstuk 4.7 Financiële instrumenten.

Kortlopende schulden

31 december 2014 31 december 2013

2.6.1 Kredietinstellingen (kortlopende deel) 5.479 5.479

2.6.1 Leaseverplichtingen (kortlopend deel) 0 176

2.6.3 Crediteuren 5.638 4.156

2.6.5 Verbonden partijen 0 -1

2.6.6 Belastingen en premies sociale verzekeringen 8.234 7.232

2.6.7 Schulden terzake pensioenen 1.881 2.210

21.232 19.252

2.6.8 Overige kortlopende schulden

Nog verschuldigde salarissen 45 119

2.6.9 Overlopende passiva

Vakantiegeld 4.441 4.615

Vakantiedagen 553 675

Nog te betalen eindejaarsuitkering 0 0

Vooruitontvangen geoormerkte subsidies OCW 1.011 1.912

Vooruitontvangen investeringssubsidies 736 791

Vooruitontvangen overige subsidies 2.891 3.617

Vooruitontvangen overige bedragen 659 523

Vooruitontvangen collegegelden (hbo) 36.225 37.386

Vooruitontvangen cursusgelden (Privaat) 1.782 1.780

Overige overlopende passiva 5.977 7.066

54.273 58.366

Totaal kortlopende schulden 75.548 77.738

Een groot deel van de leasecontracten zijn in 2013 zijn afgekocht. De resterende leasecontracten zijn in 2014 afgelopen. Het saldo per 31 december 2014 is derhalve nihil.

De overige overlopende passiva zijn lager dan in 2013 door de lagere reservering voor afstudeersteun, juridische geschillen en de kortlopende reservering ontslagvergoeding.

Voor het overzicht geoormerkte subsidies OCW en LNV (model G) wordt verwezen naar de tabel Model G - Geoormerkte subsidies OCW en LNV op de volgende pagina’s.

Model G – Niet geoormerkte subsidies OCW en ELI

G1: NIET Geoormerkt: geheel uitgevoerd en afgerond op 31-12-2014

Omschrijving Toewijzing Bedrag van de

toewijzing

Ontvangen t/m verslagjaar

Totale kosten

Verpl. Nr. Kenmerk Datum

Lerarenbeurs voor scholing 2009-2017 602074-1 20-01-14 -11 -11 -11

Lerarenbeurs voor scholing 2009-2017 602074-1 21-05-14 -4 -4 -4

804AO-45836 Heroriëntatie 2e graads opleidingen OND/ODB-

2013/54340 U

29-11-13 75 75 75

Totaal 60 60 60

Afgerond:

Doorlopend:

Model G – Geoormerkte subsidies OCW en ELI

Aflopend:

Doorlopend:

G2: Geoormerkt: aflopend per 31-12-2014

Omschrijving Toewijzing Bedrag van de

toewijzing

Ontvangen t/m verslagjaar

Totale kosten Te verrekenen overschot ultimo verslagjaar

Verpl. Nr. Kenmerk Datum

705B0-2731 Project Onderwijscyclus 424131 17-07-12 1.652 1.652 1.652 0

Totaal 1.652 1.652 1.652 0

G1: NIET Geoormerkt: nog niet geheel afgerond op 31-12-2014

Omschrijving Toewijzing Bedrag van de

toewijzing

602074-1 21-08-14 445 0 445 194 194 252

Lerarenbeurs voor scholing 2009-2017 (2014-2015)

602074-1 23-09-14 13 0 13 13 13 0

Educatieve Minor 2e graads subs MUO/2014/

38061

17-11-14 150 0 150 0 0 150

Totaal 608 0 608 206 206 402

G2: Geoormerkt: dóórlopend na 31-12-2014

Omschrijving Toewijzing Bedrag van de

toewijzing

DK/2009-2194 27-11-09 480 0 120 306 426 -186

1300004071 Groen Onderwijs in de Randstad/

Food Academy

10-03-14 235 230 0 200 206 29

1300017356 OVP's Plant en

Voedsel&Consument (Praktijkleren en Groene+)

DGA-AK/

14063480

16-05-14 324 0 324 216 216 108

1300018183 OVP september - december 2014 DGA-AK/

14121855

16-05-14 324 0 324 135 135 189

Totaal 2.199 493 1.058 941 1.093 609

4.6 Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen