• No results found

Docenten van Hogeschool Inholland kunnen zich gaan aanmelden voor het BKE-traject dat in de week van 19 januari van start gaat. Het traject is bedoeld om het certificaat Basis Kwalificatie Examinering

te halen, een verplicht onderdeel in het professionaliseringstraject voor docenten. De Vereniging

Hogescholen en het Ministerie van OCW hebben in het kader van de professionalisering afgesproken dat alle hbo-docenten de certificaten Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheden (BDB) en de Basis Kwalificatie Examinering (BKE) behalen.

19 Studenten Hoger Toeristisch en Recreatief Onderwijs (HTRO) overhandigen bij het Glazen Huis in Haarlem een cheque ter waarde van 20.553 euro. “Zoveel mogelijk geld ophalen voor Serious Request, dat was ons doel. Met studenten van verschillende opleidingen en locaties bedachten we de meest ludieke acties. De teller liep maar op.” De opbrengst ging dit keer naar War Child. Met het geld kan War Child slachtoffers van seksueel geweld in conflictgebieden en oorlog helpen.

3.3 Onderwijs

Inholland heeft met haar strategisch programma Verbinding als opdracht (2011) haar nieuwe profilering

‘Het andere Inholland’ ingezet. Op basis hiervan heeft Inholland In Ruimte voor Presteren (2011) het onderwijs- en onderzoeksbeleid beschreven. In de Strategische Onderzoeksagenda (2012) beschrijft Inholland de strategische doelstelling van Inholland ten aanzien van Onderzoek.

Samengevat streeft Inholland de volgende doelstellingen na:

1. Versterken kwaliteit Onderwijs: een kwalitatief stevig curriculum met een goede begeleiding van studenten.

2. Versterken Praktijkgericht onderzoek: via onderzoek een kwaliteitsimpuls geven aan het onderwijs en bijdragen aan de innovatie van de beroepspraktijk en de (regionale) kenniseconomie door drie profilerende hoofdthema’s: Creatieve economie, De gezonde samenleving en Duurzame Techniek en Groen.

3. Versterken Professionaliteit van de medewerkers: kwaliteitsversterking op de professionaliteit van de medewerkers met als centrale thema’s vakmanschap, meesterschap, relatie werkveld, gedifferentieerd onderwijs, teamvorming en onderwijsleiderschap.

4. Het daarmee Profileren van Hogeschool Inholland als waarde(n)volle hogeschool.

Deze doelstellingen vormen mede de basis van de prestatieafspraken, die Inholland in Presteren in Verbinding (2012) voor de periode 2012-2016 heeft beschreven. Met deze afspraken maakt Inholland haar profiel duidelijk en de wijze waarop zij zich wil onderscheiden. In het hoofdstuk over Prestatieafspraken rapporteren we over de voortgang in het realiseren van de prestatieafspraken.

De gewenste en noodzakelijke aandacht en inspanningen om deze Inholland-doelstellingen te

realiseren en de gemaakte afspraken na te komen op het terrein van Onderwijs en Onderzoek vraagt om doelgerichte, samenhangende inspanningen van het College van Bestuur, de domeinen en de centrale staf.

In 2014 is nader uitwerking gegeven aan de hiervoor genoemde doelstellingen.

Onderwijs De Onderwijscyclus

In de periode 2012-2014 is het Project Onderwijscyclus uitgevoerd. Uitgangspunt van het project is dat het realiseren van de kwaliteit van het onderwijs in de handen ligt van degenen die het onderwijs uitvoeren: de individuele onderwijsprofessional en het opleidingsteam als geheel. Centraal daarbij staat dat de ontwikkeling, uitvoering, evaluatie en verbetering van het onderwijs zodanig wordt georganiseerd dat helderheid bestaat over - in samenhang - de taken, rollen en bevoegdheden van deze professionals.

De taken, rollen, bevoegdheden, processen en ketens worden geoperationaliseerd in de zgn.

onderwijscyclus. Daarmee worden de individuele rol van docenten, de rollen van commissies en management en ieders bijdrage aan het integrale onderwijsproces helder.

Op basis van het projectplan heeft het Ministerie van OCW destijds subsidie verleend voor dit project.

Het project kende een looptijd van maart 2012 tot december 2014. Als afsluiting van het project is op 8 december 2014 de Conferentie ‘Onderwijscyclus: Vliegwiel voor Kwaliteit’ georganiseerd. Tijdens deze conferentie zijn de resultaten van het project gepresenteerd en hebben verschillende opleidingen een beeld gegeven van de uitwerking binnen hun eigen context. Een van de belangrijkste conclusies is dat de onderwijscyclus als model inmiddels geïmplementeerd is, maar dat de bij dit concept behorende kanteling (meer professionele ruimte voor de docent en eigenaarschap bij teams) overal in de opleidingen is ingezet - en daarmee grote voortgang is geboekt -, maar dat het tegelijkertijd ook een continu proces van professionalisering en verbetering betreft waar meer tijd voor nodig is. De rolverandering van zowel de leidinggevende, de docent en de verschillende commissies vraagt nog voortdurend aandacht.

Tijdens de conferentie waren zowel vertegenwoordigers van het ministerie en collega-instellingen, als docenten en management van Inholland aanwezig. De eindrapportage van het project Onderwijscyclus is in boekvorm gepubliceerd. Ook is een animatiefilm over de werkwijze van de Onderwijscyclus gemaakt.

Studiesucces

Over studiesucces heeft Inholland prestatieafspraken gemaakt en het is tevens ook een van de beleidsspeerpunten van de hogeschool: alle domeinen hebben in hun Plan van Aanpak uitgewerkt welke maatregelen genomen worden om de studenten goed te begeleiden en het studieprogramma zo in te richten dat uitval en switch ingeperkt worden. De visie van Inholland daarbij is dat de kwaliteit van het onderwijs centraal staat, de lat ligt hoog. In 2014 heeft Inholland de Studiekeuzecheck (SKC) ingevoerd vanwege de nieuwe wettelijke verplichting; het is een instrument dat Inholland toepast om de student tijdig te kunnen adviseren of de door hem gemaakte studiekeuze bij hem past. Inholland heeft voor een intensieve SKC gekozen: de student komt 2 dagdelen naar de opleiding om zelf de vraag of de gekozen studie voor hem de juiste is te kunnen beantwoorden. De verwachting is dat deze maatregel naar de toekomst toe een positief effect heeft op de uitval en switchcijfers. Ook is eind 2014 het besluit genomen om een Inhollandbrede onderzoeksgroep in te richten voor het bevorderen van studiesucces door kwalitatieve verbetering van het onderwijs en duurzame didactische innovatie.

Binnen deze brede onderzoeksgroep zullen 3 lectoren (Studiesucces, Studie- en beroepsgerichte taalvaardigheid en Didactische inzet van technologie) samenwerken om onderzoek te doen naar effecten van onderwijsinnovaties en studiesuccesverhogende maatregelen.

Ondanks alle maatregelen ter verbetering van het studiesucces is het rendementscijfer op dit moment dalend in plaats van stijgend. Evenals voor vele andere hogescholen houdt dit voor Inholland verband met het feit dat de eisen die gesteld worden aan de kwaliteit van het onderwijs en het afstuderen zodanig zijn verhoogd dat dit een daling veroorzaakt in het aantal afstudeerders. De verwachting is dat dit een tijdelijke daling is en alle genoemde maatregelen uiteindelijk tot een verbetering van het studiesucces zullen leiden.

Het hoofdstuk Prestatieafspraken gaat meer in detail in op de resultaten die op de prestatieafspraken zijn gemaakt.

Langstudeerders

De zogenaamde langstudeerdersproblematiek heeft in 2014 binnen Inholland bijzondere aandacht gekregen. De reden daarvoor is dat we het als onze maatschappelijke opdracht zien om persoonlijk en dichtbij, professioneel in verbinding te zijn met onze studenten om aan deze studenten perspectief te geven.

Het aantal langstudeerders en het percentage langstudeerders is gegroeid van 23% van het totaal aantal studenten per 1-10-2013 naar 28% per 1-10-2014. De groei ontstaat omdat de lat sinds 2010 hoger is gelegd. De curricula van de opleidingen zijn daar op aangepast voor de instromende cohorten en voor zittende studenten hebben de domeinen maatregelen genomen om de studenten extra te ondersteunen.

Niet alle studenten zijn meteen in staat dit verhoogde niveau te halen. Daarnaast zijn er studenten die door bijvoorbeeld verminderde belastbaarheid de eindstreep niet halen.

Het percentage langstudeerders groeit extra door de dalende instroom sinds 2011 waardoor de totale populatie studenten daalt terwijl langstudeerders juist nog van omvangrijker cohorten zijn.

Wat is uitgevoerd?

Domeinen hebben in het studiejaar 2013-2014 activiteiten uitgevoerd om langstuderen te voorkomen en het stuwmeer te reduceren conform de twee zogenaamde ‘menukaarten’ met interventies op micro- en mesoniveau. Dit betreft het opstellen van individuele studieplannen, (intensieve) begeleiding, het hanteren van een studentmonitor die de individuele resultaten volgt, het geven van extra onderwijs, het functioneren van zorgteams voor langstudeerders, het geven van specifieke studieloopbaanbegeleiding, het bespreken van de voortgang binnen de opleiding resp. locatie, het aanpassen van het curriculum en het geven van bijspijkerlessen voor onderzoek.

De groei van het langstuderen is met deze activiteiten niet tot staan gebracht. Daarom is besloten extra incidentele middelen in te zetten. Elk domein heeft een eigen plan van aanpak gespecificeerd met doelstellingen en activiteiten en voert dit uit. Centraal is een programma Lang Studeren opgestart om ervaringen te delen, kennis te ontwikkelen, te faciliteren en regie te voeren over het totaal.

Gezamenlijke visie binnen de projecten

De visie op de aanpak is ‘verbinding’: verbinding tussen langstudeerders en de opleiding. We bieden een meting aan om op basis daarvan de problematiek van beperkte voortgang te bespreken. Dit maakt de onderliggende problematiek bespreekbaar. Vervolgens zijn er individuele en groepsactiviteiten, afhankelijk van het type student.

Behalve verbinding tussen langstudeerders en de opleiding is ook de verbinding tussen opleiding, decanen en examencommissie gelegd en is de plan-do-check-act-cyclus rond. Van deze kwaliteitscyclus is de plan-fase afgerond, de do-fase is in uitvoering, voor de check zijn de rapportages gebouwd waardoor dagelijks up-to-date overzichten beschikbaar zijn van de voortgang van de studenten op alle niveaus (van studentniveau tot Inhollandniveau).

Portfolio-ontwikkelingen

In lijn met het strategisch programma van de hogeschool zijn in 2014 vervolgstappen geëffectueerd in de ontwikkeling van het opleidingenportfolio van de hogeschool.

In het economisch domein is de brede bachelor Business Studies per 1 september 2014 van start gegaan.

Deze opleiding bouwt voort op de – nu in afbouw zijnde - opleidingen Commerciële Economie, Human Resource Management, Logistiek en Economie, Small Business & Retail Management, Bedrijfskunde MER en Financial Services Management.

In september 2014 is ook de opleiding International Business Innovation Studies gestart. Parallel daaraan worden de opleiding IBMS en enkele Engelstalige varianten van andere opleidingen afgebouwd.

Met betrekking tot de regio Rotterdam- Dordrecht hebben de Hogeschool Rotterdam en Inholland afspraken gemaakt over afstemming van het onderwijsaanbod. De Pabo van de Hogeschool Rotterdam in Dordrecht is per september 2014 overgenomen door Inholland. Inholland heeft per 1 september de Associate-degreeprogramma Accountancy en Crossmediale Communicatie overgedragen aan de Hogeschool Rotterdam.

Accreditaties

In 2014 heeft Inholland NVAO-accreditatie verkregen voor de opleidingen:

— Imam/Islamitisch Geestelijk Werker

— Master Leren en Innoveren

— Technische Informatica

— Small Business and Retail Management

— Financial Services Management

— Maatschappelijk werk en dienstverlening

— Biotechnologie

— Accountancy

Voor de opleiding International Business and Innovation Studies heeft de NVAO een positief besluit Toets Nieuwe Opleiding verleend.

Voor de onderstaande opleidingen heeft Inholland in 2014 accreditatie aangevraagd op basis van een positieve beoordeling door betreffende evaluatiebureau’s:

— Informatica

— Sociaal Pedagogische Hulpverlening

— Rechten

— Dier- en Veehouderij

— Master Advanced Nursing Practice

— Integrale Veiligheid

— Bouwmanagement en Vastgoed

— Elektrotechniek

— Technische bedrijfskunde

Externe validering: Vreemde Ogen Dwingen

Op landelijk niveau heeft de commissie Externe Validering Examenkwaliteit Hoger Beroepsonderwijs, onder leiding van prof J. A. Bruijn, (Commissie Bruijn) in 2012 advies uitgebracht over de versterking van de externe validering in het hoger beroepsonderwijs. Dit heeft geleid tot een programma dat voorziet in pilots op het gebied van externe validering, een protocol voor de beoordeling van eindwerkstukken en tot het formuleren van eisen voor een basis-en seniorkwalificatie examinering.

Inholland heeft op basis van de aanbevelingen van de Commissie Bruijn en het door de Vereniging Hogescholen opgestelde programma een Aanpak Vreemde Ogen Inholland opgesteld. Kernpunten van deze aanpak zijn het participeren in landelijke en hogeschool pilots op het gebied van gemeenschappelijk toetsen en het opnemen van externe validering in het toetsbeleid zoals dat binnen de domeinen van Inholland wordt geformuleerd.

Inholland heeft in 2014 geparticipeerd in de volgende pilots:

Landelijke pilots

Opleiding Penvoerder

1 Facility Management (MTV) Haagse Hogeschool

2 SPH (GSW) Windesheim

3 Verloskunde Hogeschool Zuyd

4 Verpleegkunde (GSW) Hogeschool Rotterdam

Hogeschool pilots

Opleiding Andere betrokken hogescholen

1 MBRT (GSW) Hanzehogeschool, Fontys

2 Accountancy (BFL) Windesheim, Hanzehogeschool

3 Bedrijfseconomie (BFL) Haagse Hogeschool, Saxion

4 Financial Services Management (BFL) Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Rotterdam

Daarnaast zijn er binnen verschillende opleidingen activiteiten opgezet en gerealiseerd met betrekking tot het in samenwerking met andere hogescholen uitvoeren van scriptiereviews of het bespreken van beoordelingsinstrumenten.

In het kader van Vreemde Ogen dwingen is in 2014 het rapport ‘Beoordelen is mensenwerk; bevindingen over de wenselijkheid en mogelijkheid van een gezamenlijk protocol voor het beoordelen van (kern) werkstukken’ verschenen. Dit rapport is door de Vereniging Hogescholen overgenomen met het verzoek aan alle hogescholen om het gedachtegoed over te nemen. Binnen Inholland is inmiddels een werkgroep vanuit alle domeinen gestart om dit nieuwe rapport naast de bestaande beleidsdocumenten te leggen en zo te bezien of/welke aanbevelingen nuttig zijn ter aanvulling/wijziging van bestaand beleid zoals geformuleerd in de beleidsnotities ‘Kader Onderzoek in het afstuderen Hogeschool Inholland (2013)’ en

‘Kader leerlijn onderzoek in hbo bachelor curriculum (2013)’.

Eind 2013 is het rapport van de andere Expertgroep verschenen: ‘Verantwoord toetsen en beslissen in het Hoger Beroepsonderwijs’. In dit rapport staat een programma van eisen voor een basis- en seniorkwalificatie examinering (BKE/SKE) beschreven.

Inholland heeft inmiddels in lijn met het programma van eisen een eigen BKE- en SKE-traject ontwikkeld.

In november 2014 heeft een eerste pilot gedraaid. Het uitgangspunt is dat alle docenten die met een onderdeel van de toetscyclus te maken hebben een BKE-certificering behalen. De programma’s van de hogescholen zullen onderling worden gevalideerd en erkend. Een landelijk register van gekwalificeerden is in ontwikkeling.

Onderzoek

Versterken Praktijkgericht Onderzoek

Ook in 2014 heeft Inholland nadrukkelijk geïnvesteerd in het versterken van de verbinding en verrijking van praktijkgericht onderzoek met het onderwijs én de valorisatie van kennis uit onderzoek in de beroepspraktijk. Onderzoeksgroepen, waarin vanuit de lectoraten meerdere onderzoekslijnen zijn ondergebracht zorgen ervoor dat elk cluster van opleidingen een onderzoeksomgeving heeft, die bijdraagt aan kwalitatief hoogwaardig onderwijs. De onderzoeksagenda en het (onderzoeks)werkplan van een onderzoeksgroep worden gezamenlijk door lectoren en opleidingen opgesteld, zodat de relevantie van het onderzoek voor het onderwijs wordt geborgd.

Profilering en hoofdthema’s

Met de keuze voor de drie profilerende thema’s Creatieve Economie, Duurzame Techniek en Groen en De Gezonde Samenleving scherpt Inholland ook de focus voor praktijkgericht onderzoek.

De uitwerking van de verschillende onderzoeksagenda’s heeft geleid tot een verdere aanscherping van de profilering van Inholland voor onderwijs en onderzoek. Naast de aanwezigheid van onderscheidende expertise is de kracht van de drie profilerende thema’s ook het kunnen realiseren van cross-overs tussen opleidingen en domeinen in de context van de regio. Er is ingezet op de regionale verbinding en het aangaan van samenwerking met kennispartners en werkveldpartners en het versterken van de Inholland-deelname aan relevante netwerken.

In de creatieve sector is Inholland stevig verbonden met haar strategische kennispartners in het Amsterdam Creatieve Industries Network en zijn de gestarte livinglabs goede voorbeelden van samenwerking van kennispartners en het regionale werkveld in de metropool Amsterdam. Een ander voorbeeld is de samenwerking op het terrein van Duurzame Techniek en Groen waar in Innovatiestudio’s werkveld en onderwijs in verschillende projecten samenwerken ( bv. Green Cubes )

De benoeming in 2014 van de Inholland lector GGZ tot bijzonder hoogleraar GGZ- Verpleegkunde bij het VU-Medisch centrum toont de duurzame samenwerking tussen Inholland, de kennisinstellingen en het werkveld.

In hoofdstuk 3.10 Prestatieafspraken wordt voor de drie hoofdthema’s de voortgang in het uitvoeren van de plannen voor onderzoek en valorisatie inzake zwaartepuntvorming en profilering en het ontwikkelen van masters (voor Creatieve economie en Gezonde samenleving), honoursprogramma’s en vwo-routes beschreven.

In de bijlage is een overzicht opgenomen van de stand van zaken van de onderzoeksagenda en onderzoeksgroepen.

Inholland positioneert zich in 2014 ook op het terrein van de Zakelijke Economie, met de nieuwe Bachelor Business Studies.

Als thema voor de onderzoeksagenda van het domein Business, Finance & Law is het domeinthema Duurzaam organiseren: hoe kan duurzaam organiseren bevorderd worden’ vastgesteld.

In het domein zijn in 2014 twee onderzoeksgroepen ingericht voor het uitwerken van dit thema in een onderzoeksagenda: de onderzoeksgroep Research Business Centrum en de onderzoeksgroep Recht en Veiligheid.

De impact van onderzoek op onderwijs

Onderzoeksgroepen en de lectoren zijn in alle opleidingen op verschillende manieren betrokken bij het onderwijs: dat kan zijn in een adviserende rol in de curriculumcommissie, bij het borgen van het eindniveau van afstuderen in de bachelor- en masteropleidingen of bij het ontwikkelen en implementeren van de leerlijn onderzoek. Het in 2013 vastgestelde Inholland kader Leerlijn Onderzoek in het Curriculum HBO Bachelor en het Kader Onderzoek in het Afstuderen Hogeschool Inholland is in 2014 in alle opleiding geïmplementeerd. Daarnaast participeren studenten in toenemende mate in de onderzoeksactiviteiten van de onderzoeksgroepen / lectoraten of voeren zij afstudeeronderzoek uit binnen de

onderzoeksomgeving van de onderzoeksgroep. Bij verschillende opleidingen zijn afstudeerkringen ontstaan, waarin lectoren en senior-onderzoekers een belangrijke begeleidende rol vervullen.

Vanuit het gegeven dat het opstellen van een onderzoeksagenda een gezamenlijke opdracht is van de lectoren in afstemming met de opleidingsteams wordt de impact van onderzoek op het onderwijs steeds minder toevallig, maar is nu vooraf gestuurd en dit gebeurt in samenspraak met verschillende geledingen in het onderwijs.

Dag van het Onderzoek

In 2014 heeft de Dag van het Onderzoek in het teken gestaan van Valorisatie. Inzet van deze dag was om het op zich theoretische begrip Valorisatie vorm en inhoud te geven door concreet te kijken naar voorbeelden van valorisatie in zowel de beroepspraktijk als in het onderwijs. Dit was een volgende stap in het proces, waarin de hogeschool met onderzoekers tot een set van indicatoren komt die inzicht geeft in de mate en de kwaliteit van valorisatie van de onderzoeksproducten en – activiteiten van de hogeschool.

Op de Dag van het Onderzoek werd voor de vijfde maal de Inholland Onderzoeksprijs uitgereikt. Dit jaar ging de prijs naar Lector Leefwerelden van Jeugd, Pauline Naber en onderzoeker Veerle Knippels voor hun onderzoek Diversiteit in Vakmanschap, dat zich richtte op diversiteit in het curriculum en de klassen van het hoger beroepsonderwijs, over verbeteringen die nodig zijn om studenten voor te bereiden op de multi-etnische beroepspraktijk. De resultaten zijn toepasbaar op elke opleiding die studenten toerust op werk in een diverse, internationale context.

Daarnaast presenteerde Inholland de bundel Praktijkgericht Onderzoek verbindt: een eerste bundel met artikelen, die eerder door onderzoekers van Inholland zijn gepubliceerd en het brede en diverse palet van praktijkgericht onderzoek bij Inholland laten zien. Bedoeling is dat een dergelijke bundel ieder jaar zal verschijnen.

Promotieonderzoek

In 2014 is de nieuwe Regeling voor de facilitering van promotieonderzoek voor medewerkers van Inholland van kracht geworden. In deze nieuwe regeling is er sprake van een voordracht voor facilitering van promotieonderzoek door de directeur van een domein. De directeur beoordeelt in hoeverre het promotieonderzoek zal bijdragen aan de realisatie van de onderzoeksagenda van het domein en maakt afspraken met de promovendus in het kader van diens loopbaan. Het College van Bestuur laat zich bij haar besluit tot facilitering adviseren door een promotiecommissie. De kosten van de facilitering van het onderzoek worden vanaf 2014 gedeeld door het College van Bestuur (2/3) en de domeindirecteur (1/3).

Eind 2014 voerden 38 medewerkers promotieonderzoek uit dat gefaciliteerd is door Inholland voor 0,4 fte per medewerker.

Kwaliteitszorg Onderzoek

De domeinen van Inholland hebben in 2014 een start gemaakt met de implementatie van onderzoeks- groepen, waardoor het landschap van het praktijkgericht onderzoek in de hogeschool er anders uit is gaan zien. Met deze transitie van lectoraten naar onderzoeksgroepen is ingezet op de verbinding van de onderzoeksagenda’s van deze onderzoeksgroepen met het profiel van clusters van opleidingen. Dit heeft geleid tot een actualisering van het onderzoek dat beschrijft op welke manier de borging van de kwaliteit van het onderzoek op het niveau van de onderzoeker, de onderzoeksgroep, het domein en de hogeschool plaatsvindt. Tegelijkertijd wordt in de kwaliteitszorg onderzoek aandacht gegeven aan de valorisatie van onderzoek voor beroepspraktijk, samenleving en onderwijs.

De domeinen van Inholland hebben in 2014 een start gemaakt met de implementatie van onderzoeks- groepen, waardoor het landschap van het praktijkgericht onderzoek in de hogeschool er anders uit is gaan zien. Met deze transitie van lectoraten naar onderzoeksgroepen is ingezet op de verbinding van de onderzoeksagenda’s van deze onderzoeksgroepen met het profiel van clusters van opleidingen. Dit heeft geleid tot een actualisering van het onderzoek dat beschrijft op welke manier de borging van de kwaliteit van het onderzoek op het niveau van de onderzoeker, de onderzoeksgroep, het domein en de hogeschool plaatsvindt. Tegelijkertijd wordt in de kwaliteitszorg onderzoek aandacht gegeven aan de valorisatie van onderzoek voor beroepspraktijk, samenleving en onderwijs.