• No results found

De toekomstige vraag naar zorg

In document SER pleit voor preventie (pagina 56-60)

4 Toekomstverwachtingen voor zorgvraag en zorguitgaven

4.1 De toekomstige vraag naar zorg

De Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018 van het RIVM geeft een prognose voor de ontwikkeling van de zorguitgaven tot 2040.1 Het RIVM schetst voor de komende decennia een aantal positieve ontwikkelingen maar ook een aantal opgaven.

Als eerste heeft de vergrijzing een grote invloed op de volksgezondheid en de zorg.

We worden ouder waardoor ook meer mensen een chronische aandoening hebben zoals artrose, diabetes en dementie. Daar komt bij dat een groeiend aantal mensen meerdere chronische aandoeningen tegelijk zal hebben. Ook op het sociale vlak zal de vraag naar zorg toenemen, het aantal eenzame ouderen stijgt. Daardoor neemt de behoefte aan formele zorg maar ook aan informele zorg toe.

Met meer gezondheid komt ook meer ziekte. De toenemende levensverwachting zijn vooral gezonde levensjaren maar ook het aantal mensen met een chronische aandoening stijgt. Wat eerder levensbedreigende ziekten waren zoals kanker en hart- en vaatziekten, worden vaker chronische aandoeningen.

Steeds meer mensen ervaren druk in het leven wat weer tot stress en gezondheids-problemen kan leiden. Jongeren ervaren prestatiedruk, werkenden voelen de 24-uurseconomie met flexibele arbeidsrelaties, wie werk en zorg voor kinderen com-bineert ziet ook de druk voor mantelzorg toenemen.

De leefstijl van mensen en de leefomgeving hebben invloed op de gezondheid. Op het gebied van leefstijl zijn er gunstige en ongunstige ontwikkelingen te verwach-ten. Het aantal rokers daalt langzaam verder maar het aantal mensen met overge-wicht stijgt verder door. Ongezond gedrag is volgens het RIVM goed voor ongeveer twintig procent van de ziektelast. Bij deze ontwikkelingen zijn er verschillen tussen bevolkingsgroepen, voor mensen met een lagere sociaal-economische status is het beeld ongunstiger. De kwetsbare groep met een opeenstapeling van gezondheids-problemen en sociale gezondheids-problemen neemt in omvang toe. Zij combineren een onge-zonde leefstijl, sociale problemen en onzekerheid op de arbeidsmarkt.

1 RIVM (2018) Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2018, Trendscenario.

Het gebruik van de zorg naar leeftijd

Het gebruik van de collectieve zorg hangt zeer sterk af van de leeftijd, zoals de onder-staande figuur laat zien. Tot de leeftijd van 50 jaar liggen de gemiddelde zorguitga-ven onder de 3000 euro per jaar. Daarna beginnen ze steeds sterker te stijgen.

Figuur 4.1 Leeftijdsprofiel van zorguitgaven in 2010, 2015 en 2060, en met onderverdeling in 2015

Op 70-jarige leeftijd zijn de zorguitgaven gemiddeld bijna 6000 euro, voor een 80-jarige 13.000 euro, en voor een 99- 80-jarige 50.000 euro. Die hoge zorguitgaven zitten vooral in de langdurige institutionele zorg (Wlz). Een ‘gezondere’ bevolking die lan-ger (in goede gezondheid) leeft is niet gemiddeld goedkoper. Dit komt mede door-dat de levensverwachting van vrouwen sterker stijgt dan van mannen, waarbij vrou-wen minder lang zonder matige/ernstige fysieke beperkingen en in goed ervaren gezondheid leven.2 Mede omdat vrouwen vaker zijn aangewezen op formele zorg door het overlijden van hun man3 zijn hun zorguitgaven gemiddeld hoger.

2 CBS (2018) Projecties gezonde levensverwachting 2018 en 2014,

https://www.cbs.nl/nl-nl/achtergrond/2018/12/projecties-gezonde-levensverwachting-2018-en-2014

3 Wong, A., G.J. Kommer & J.J. Polder (2001) Levensloop en zorgkosten; Solidariteit en de zorgkosten van de vergrij-zing, RIVM-publicatie.

Figuur 4.2 De uitgaven aan zorg voor vrouwen zijn hoger dan voor mannen, en dit verschil neemt toe in de toekomst

Bron: RIVM

Figuur 4.3 De uitgavengroei tot 2040 voor de behandeling van kankers komt vooral door technologische ontwikkelingen

Bron: RIVM

De uitgaven aan de ziektegroep ‘kankers’ (nieuwvormingen: goedaardige en kwaad-aardige) zullen het meest toenemen, met gemiddeld 6 procent per jaar, vooral door technologische innovaties. Het aandeel van deze diagnosegroep stijgt van 6,5 pro-cent in 2015 naar 14 propro-cent van de totale zorguitgaven in 2040. In 2015 waren psy-chische stoornissen (inclusief dementie en een deel van de gehandicaptenzorg) en hart- en vaatziekten aandoeningen met de hoogste zorguitgaven.4

Verder zullen de uitgaven aan de sector ouderenzorg door de vergrijzing het sterkst toenemen, met 3,8 procent per jaar. Driekwart van deze toename is toe te schrijven aan de demografische ontwikkelingen en minder dan een kwart aan stijgende inko-mens en technologische innovaties. Het aandeel van de uitgaven aan zorg voor 65-plussers neemt door de vergrijzing toe van 44 procent naar 59 procent. Het is al lan-ger bekend dat technologische innovaties bovenal drijvers zullen zijn van de zorg-uitgaven in de geneeskundige medische zorg (cure), niet zozeer in de verpleegkun-dige en ouderenzorg (care).5

Ook recent benadrukt het CPB dat voortdurende ontwikkeling van nieuwe behan-delmethoden vooral belangrijk is in de curatieve zorg. In de langdurige zorg leidt de combinatie van een hoge arbeidsintensiteit met geringe productiviteitsstijgin-gen tot bovengemiddelde prijsstijginproductiviteitsstijgin-gen. Ten opzichte van de rest van de economie wordt de gezondheidszorg daardoor steeds duurder (Baumoleffect).6 Wel kan tech-nologische verbetering de gezonde levensverwachting verhogen en het thuis wonen verlengen, waardoor de hoge kosten in de laatste levensfase aan ziekenhuis-zorg en (intramurale) ouderenziekenhuis-zorg uitgesteld worden.

4 RIVM Statline (2017) Kosten van ziekten 2015,

https://statline.rivm.nl/#/RIVM/nl/dataset/50040NED/table?ts=1549539200482

5 Kommer, G.J., A. Wong, L.C.J. Slobbe (2010) Determinanten van de volumegroei in de zorg, RIVM Briefrapport 270751021/2010. Koopmanschap, M., C. de Meijer, B. Wouterse, J.J. Polder (2010) Determinants of Health Care Expen-diture in an Aging Society, Netspar Panel Papers.

6 Wouterse, B., H. ter Rele & D. van Vuuren (2016) Financiering van de zorg op lange termijn, CPB Policy Brief 2016/10.

Figuur 4.4 Het aandeel van de uitgaven aan ouderenzorg neemt toe van 20 procent in 2015 naar 25 procent in 2040

Bron: RIVM

In document SER pleit voor preventie (pagina 56-60)