• No results found

Ruimte voor de zorgprofessional

In document SER pleit voor preventie (pagina 163-168)

8 Werken in de zorg: ruimte voor de zorgprofessional

8.3 Ruimte voor de zorgprofessional

In de discussie over de verschillende knelpunten op de arbeidsmarkt neemt de ruimte die de zorgprofessional (niet) krijgt een belangrijke plaats in.40 Zorgprofes-sionals zijn intrinsiek gemotiveerd om in de zorg te werken maar krijgen vaak te maken met administratieve lasten waar zij het nut niet van inzien, met personeels-tekorten die leiden tot gaten in werkroosters en tot druk op de continuïteit en kwa-liteit van de zorg en met moeite om werk en privézorg te combineren.

Niet alle zorgprofessionals hebben overigens in dezelfde mate te maken met deze problemen. Tussen beroepsgroepen in de zorg zijn er verschillen in ruimte voor autonomie of in zeggenschap over werktijden. Voor artsen in medisch specialis-tische beroepen is er in de regel meer autonomie en veel regelruimte, maar ook

38 Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Tweede Kamer (2016-2017) 29282 Aan het werk voor ouderen. Arbeidsmarktagenda 2023, nr. 276.

39 FNV (2020) Stagemisbruik in Zorg & Welzijn.

40 Zie onder andere FNV (2019) Klem op de werkvloer.

hoge werkdruk, lange werktijden en hoge inkomsten. Voor artsen in loondienst geldt vaak hetzelfde, met uitzondering van het ontbreken van productieprikkels en van inkomens onder de WNT. Zzp’ers en vrijgevestigden kennen veelal dan weer hoge autonomie en hoge tarieven. Verpleegkundigen in loondienst hebben vaak te maken met beperkte zeggenschap en weinig ervaren regelruimte, werken vaak in deeltijd, met hoge werkdruk en lage salarissen. Het is met name de beroepsgroep van verpleegkundigen die de afgelopen jaren geconfronteerd is met hogere eisen aan het werk en afname van de autonomie.41

Ruimte wordt veelal omschreven als de toegestane handelingsruimte van een mede-werker in relatie tot zijn of haar leidinggevende(n) met betrekking tot de aard, hoe-veelheid en kwaliteit van diensten.42 Medewerkers met ruimte hebben volgens deze definitie discretionaire ruimte om professioneel te handelen. Wanneer er professio-nele ruimte is, wordt het handelen van de medewerker niet enkel bepaald door gestandaardiseerde procedures en regels, maar ook door kennis van de medewerker zelf.43 De ‘ruimte’ in relatie tot de professional betekent dat er sprake is van een organisatiewijze die het vakmanschap van medewerkers tot zijn recht laat komen.44 In algemene zin wordt de ruimte voor een professional niet alleen bepaald door wat hij of zij ‘mag’, maar ook door wat de professional wil, weet en kan.45

41 WRR (2020) Het betere werk. De nieuwe maatschappelijke opdracht, WRR-rapport 102.

42 Hupe, P. (2009) De autonomie van de vakman (m/v). Over regeldruk en handelingsruimte, in: Jansen, T., G. van den Brink, J. Kole (red.) Beroepstrots. Een ongekende kracht.

43 Idem.

44 TNO (2012) Ruimte voor Professionals. Lessen op basis van drie organisaties die een publieke taak uitvoeren.

45 Van den Berg, D.,G. van Essen, R. Monasso (2013) Overslaande vonk: Ruimte voor de professional, p. 2.

Ruimte = autonomie, zeggenschap en vertrouwen

In het programma Excellente zorg van V&VN zijn autonomie en zeggenschap belang-rijke elementen van de ruimte voor de zorgprofessional. Dit programma richt zich op de positie van de zorgprofessional binnen de zorginstelling en heeft als doel om de gehele werkomgeving zo te beïnvloeden dat de positie en invloed van verpleegkundige en verzorgenden verbeteren, de kwaliteit van zorg verbetert en het beroep van verpleeg-kundige of verzorgende ook voor anderen aantrekkelijker wordt. Het programma richt zich op werken met vakbekwame collega's, een goede relatie tussen medisch, verple-gend en verzorverple-gend personeel, autonomie, support van de directe leidinggevenden, zeggenschap over de beroepsuitoefening, opleidingsmogelijkheden, voldoende perso-neel en een patiëntgerichte zorgcultuur. Met autonomie wordt hier bedoeld klinische autonomie, de vrijheid om zelfstandig te handelen op basis van wat je weet.

In de literatuur wordt er onderscheid gemaakt tussen enerzijds de feitelijke, objec-tieve handelingsruimte die professionals krijgen (gerelateerd aan staatsrechtelijke positie, wetgeving, regels en protocollen), en anderzijds de benutte of ervaren han-delingsruimte van een professional. Hoeveel ruimte een professional krijgt en benut is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder de aard van het werk, de organisatie, omgeving en de professional zelf.

Met zeggenschap wordt bedoeld werkelijke zeggenschap over de beroepsuit-oefening, dat betekent naast inspraak ook beslissingsbevoegdheid. V&VN pleit voor meer vertrouwen in zorgprofessionals door het verminderen van de regels, bureaucratie en administratieve lasten.

Bron: V&VN (2018) Handboek Excellente zorg. Werken aan de beste zorg in een gezonde werkomgeving.

Dialoogbijeenkomst Ruimte voor de zorgprofessional

Op 27 maart 2019 organiseerde de SER de dialoogbijeenkomst Ruimte voor de Zorgpro-fessional. Zo’n vijftig mensen uit de zorg namen deel aan de dialoogbijeenkomst. De zorg was breed vertegenwoordigd met mensen uit verschillende beroepen waaronder verpleegkundige, verzorgende, logopedist, huisarts, coassistent, oncoloog, sociothera-peut, wijkcoach, ambulancehulpverlener, woonbegeleidster, maatschappelijk werker en specialist. De deelnemers vertegenwoordigden branches als jeugdzorg, thuiszorg, ouderenzorg, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg en ziekenhuiszorg. De leden van de Commissie Sociale Zekerheid en Gezondheidszorg van de SER en het secretariaat van de SER namen deel aan en ondersteunden de bijeenkomst.

De bijeenkomst werd georganiseerd in het kader van de verkenning over de betaal-baarheid van de zorg die de SER op verzoek van de bewindslieden van VWS uitvoert.

De SER heeft ruimte voor de zorgprofessional als een van de centrale thema’s voor de verkenning benoemd.

SER-voorzitter Mariëtte Hamer opende de bijeenkomst met de stelling dat het terecht is dat de zorgprofessionals als experts uit de zorg aan het begin van het SER-traject worden gevraagd om hun opvattingen te geven over dit belangrijke onderwerp.

Romke van der Veen, kroonlid van de SER en voorzitter van de commissie die de bij-eenkomst organiseerde, ging kort in op de vragen die het kabinet aan de SER heeft voorgelegd, en op de relatie tussen betaalbaarheid van de zorg en ruimte voor de professional.

Zina Louter van zorgorganisatie Amer-poort pleitte er vanuit het perspectief van de zorgprofessional voor dat je als zorgprofessional vooral ook ruimte moest nemen. Je moet niet alleen vol-gens de regels en het systeem werken, maar vooral ook je gevoel en gezond verstand volgen, en kennis en ervaring van je collega’s gebruiken.

Werkgeverslid Hans Helgers, illustreerde het belang van ruimte en vertrouwen met een aantal voorbeelden uit zijn praktijk. Voorbeelden waarin de inspectie geen ruimte en vertrouwen gaf voor het handelen van zorgprofessionals. Hij vertelde dat gebrek aan ruimte en vertrouwen de kwaliteit van de zorg en de motivatie van de medewerkers aantast.

Kroonlid van de SER Steven van Eijck vond de regeldruk van groot belang. Hij pleitte ervoor dat de zorg zelf het voortouw neemt op dit onderwerp en zelf een convenant zou moeten opstellen om de regeldruk te verminderen en zo de professionals in de zorg meer ruimte te bieden.

Vervolgens gingen de deelnemers volgens de methode van waarderend onderzoek in dialoog met elkaar. In twee gesprekrondes werd gesproken over vragen als wat ruimte voor de zorgprofessional in je werk betekent, wat goede en slechte ervaringen uit je dagelijkse werk zijn, hoe de ideale situatie van je werk in de toekomst eruit ziet, en ten slotte wat er nodig is om in die ideale situatie te komen en wie wat zou kunnen doen om daar te komen.

De gesprekken leverden heel veel levendige praktijkverhalen op, met veel passie voor het werk in de zorg! De gesprekken gaven goed zicht op wat volgens zorgprofessionals zelf ‘ruimte’ betekent voor het dagelijks werk in uiteenlopende branches in de zorg.

Romke van der Veen en Mariëtte Hamer sloten de bijeenkomst af met het ophalen van bevindingen van de tafels en met een dankwoord voor alle inbreng. De SER-com-missie heeft met de opbrengst van de dialoogtafels, met zo’n 150 kaarten van de deelnemers met kansen en wensen, en enkele tientallen tekeningen, het nodige aan huiswerk meegekregen. De deelnemende zorgprofessionals gaven aan blij zijn dat zij hun verhaal kunnen vertellen.

Zorgprofessionals zelf voegen daar zaken aan toe die niet of nauwelijks in literatuur en onderzoek naar voren komen.46 In hun definiëring van de term ‘ruimte’ komen drie punten duidelijk naar voren. In de eerste plaats tijd voor de cliënt, maar ook de collega’s; als tweede het vertrouwen krijgen dat je als professional het goede doet;

en ten slotte de mogelijkheid om vrij je werk in te mogen richten. Met daarbij horend eigen regie, ruimte om te innoveren en jezelf te kunnen ontplooien.

Kortom, autonomie en waardering zijn volgens zorgprofessionals belangrijk, men wil werken in een stimulerende werkomgeving, met invloed van de werknemer op werkdruk. Daarnaast is er ook een roep om stabiele roostering om zo de werk-privé-balans te kunnen hanteren.

Verder hechten de zorgprofessionals belang aan juiste zorg op de juiste plek, en de juiste professional op de juiste plek. Men vindt het belangrijk om mensgerichte zorg te kunnen leveren. Naast dat de patiënt belangrijk is of centraal staat, moet ook de professional centraal staan. Die moet ‘nee’ kunnen zeggen tegen bepaalde taken of tegen extra uren. Nog te vaak worden allerlei werkzaamheden bij de pro-fessional neergelegd, waardoor werk maar half gedaan kan worden, wat de werk-druk negatief beïnvloedt.

Opvallend is dat er in de literatuur weinig wordt gerept over het begrip ‘tijd’ terwijl het begrip juist zo nadrukkelijk naar voren komt bij de zorgprofessionals zelf; tijd voor de patiënt en voor de collega’s, tijd voor reflectie en voor het leren kennen van het netwerk rond de patiënten zijn essentiële voorwaarden voor goede zorg en tevreden zorgprofessionals.

De bevindingen van de dialoogbijeenkomst zijn opgenomen in dit hoofdstuk. Een uit-gebreider verslag van de dialoogbijeenkomst is op genomen als aparte bijlage bij deze verkenning.

Bron: SER (2019) Verslag van de dialoogbijeenkomst Ruimte voor de Zorgprofessional van 27 maart 2019.

46 SER (2019) Verslag van de dialoogbijeenkomst Ruimte voor de Zorgprofessional van 27 maart 2019.

In document SER pleit voor preventie (pagina 163-168)