• No results found

5. Analyse interviews

5.6 Toegankelijkheid, bereidheid (we weten elkaar te vinden)

Tijdens de interviews waren alle unitmanagers het erover eens dat ze elkaar zonder problemen kunnen opzoeken. Iedere unitmanager is toegankelijk. Daarnaast zijn unitmanagers allemaal bereid

42 elkaar te helpen als daar om gevraagd wordt. Dit is positief ten aanzien van de verbinding tussen units. Door de laagdrempeligheid binnen het unitmanagement kan er snel verbinding worden gelegd. Interview 1:

209. Volgens mij zoeken we elkaar op als het nodig is, en die

210. contacten zijn heel toegankelijk en heel bereidwillig onderling 211. ook.

Volgens UM 1 wordt er contact gezocht “als het nodig is”. Dit houdt in dat als een unitmanager in zijn werkzaamheden ergens tegenaan loopt waar hij een andere unitmanager bij nodig heeft, hij deze opzoekt en hiermee overlegt. Hieruit kan afgeleid worden dat het contact leggen niet een vanzelfsprekendheid is binnen de groep unitmanagers. Alleen als het noodzakelijk is, wordt er contact gelegd. Wel is iedereen bereid om elkaar te helpen en samen te werken. Daarnaast is ook de drempel om contact te leggen laag. Hierdoor wordt het scheppen van verbinding makkelijk.

Uitspraken Wat betekent dit..?

Gezegden - -

Woordgebruik Opzoeken; contacten;

toegankelijk; bereidwillig; onderling;

De drempel is laag om contact te zoeken onderling, iedere unitmanager heeft de wil om samen te werken.

Perspectief groep We; Alle unitmanagers.

Integratie/Differentiatie Volgens mij zoeken we elkaar op als het nodig is.

Horizontale integratie.

Interview 3:

129. Nee, ik vind niet alleen als het nodig is, maar ik vind ook wel 130. een vanzelfsprekend iets geworden is binnen het (naam

131. organisatie)dat zegmaar, dus als er expertise op dat vlak nodig 132. is dat dan ook die unit wordt gevraagd van kun je daar ook 133. expertise leveren. Kun je met ons meedoen, kun je ons meehelpen 134. want, nou ja en de bereidheid daarvoor is wel, is vrij groot. UM 3 vindt dat samenwerking niet alleen ontstaat wanneer het nodig is, in tegenstelling tot UM 1. Hij vindt samenwerking een ‘vanzelfsprekendheid’ binnen de organisatie. Dit wil volgens de van Dale zeggen: zó dat het niet uitdrukkelijk gezegd behoeft te worden, dat men niets anders kan verwachten. De samenwerking is niet meer ‘nieuw’ of ‘speciaal’, wat blijkt uit het werkwoord ‘geworden’ (r. 130). De samenwerking is reeds ontstaan en unitmanagers zijn op dat vlak al verbonden met elkaar. UM 3 sluit bij UM 1 aan door te zeggen dat de bereidheid om mee te helpen groot is onder de unitmanagers. Door de vanzelfsprekendheid van samenwerking tussen units zijn de unitmanagers horizontaal geïntegreerd; ze helpen elkaar en doen met elkaar mee op bepaalde vlakken. Wat opvalt, is dat UM 3 spreekt over ‘meedoen’ en ‘meehelpen’ in plaats van ‘ondersteunen’. Hieruit blijkt dat de unitmanagers op gelijke voet staan met elkaar, en de unit die meehelpt geen ondergeschikte rol heeft. De unitmanagers hebben dus in de samenwerking ook een gelijke positie. Uit die woordkeuze kan ook de verticale integratie afgeleid worden. De integratie wat uit dit fragment blijkt, is op procesniveau: samenwerken om werkzaamheden uit te voeren.

Uitspraken Wat betekent dit..?

Gezegden - -

Woordgebruik Vanzelfsprekend; die unit;

gevraagd; expertise leveren;

Samenwerking is voor de hand liggend als er expertise vanuit

meedoen; meehelpen; bereidheid vrij groot;

andere units nodig is. De bereidheid om mee te doen en te helpen is groot onder alle units (procesniveau)

Perspectief groep Die unit; De unit die de gewenste expertise

kan leveren aan andere units. Integratie/Differentiatie Kun je met ons meedoen, kun je

ons meehelpen;

Verticale en horizontale integratie: gelijke positie in de samenwerking en elkaar nodig hebben om iets te bereiken.

Interview 8:

199. Ik vind, we weten elkaar wel goed te vinden over het algemeen, 200. dat beeld heb ik wel.

Ook UM 8 sluit aan bij wat door andere unitmanagers gezegd is: unitmanagers weten elkaar te vinden, en dat is wat er goed gaat in de communicatie onderling. Wel geeft hij als aanvulling ‘over het algemeen’ wat de van Dale omschrijft als ‘meestal’. Hiermee geeft hij aan dat het vinden van elkaar niet altijd gebeurt. De verbinding is er volgens UM 8 niet altijd.

Uitspraken Wat betekent dit..?

Gezegden (1) Dat beeld heb ik wel; (2) over

het algemeen;

(1) Voorstelling van iets door be- of omschrijving in woorden, m.n. een afgeronde voorstelling. (2) doorgaans, meestal.

Woordgebruik Goed; Positief.

Perspectief groep We; Alle unitmanagers.

Integratie/Differentiatie We weten elkaar wel goed te vinden;

Horizontale integratie: elkaar opzoeken.

5.7 (sub) Cultuur

In de interviews kwam ook het thema cultuur aan bod. Er werd gevraagd hoe de unitmanagers de cultuur van hun unit zouden omschrijven, de cultuur van de organisatie als geheel en of zij een eilandcultuur merkten. Over het algemeen vinden de unitmanagers de cultuur van de organisatie informeel, open en ontspannen. De cultuur van hun eigen unit wordt gekenmerkt door gedrevenheid, aanpakken en resultaatgerichtheid. Daarnaast vinden de unitmanagers de cultuur binnen hun unit ook informeel en plezierig. Ondanks de open en informele sfeer binnen het bedrijf en de units, wordt er hier en daar toch een eilandcultuur gemerkt. Dit wordt mede toegeschreven aan de organisatiestructuur zoals die sinds 2008 geldt; unitmanagers gingen zich na de organisatiewijziging vooral focussen op hun eigen unit. De eilandcultuur wordt echter steeds minder. Dit is ook te danken aan de unitmanagersbijeenkomsten die er sinds ongeveer anderhalf jaar zijn. Interview 10:

336. Nou, wij zijn een vreemde eend denk ik. Mensen snappen niet wat 337. wij doen

338. […]

348. Dus ik denk dat wij een vreemde eend in de bijt zijn als het 349. gaat om de manier waarop we het georganiseerd hebben maar ook 350. in de creativiteit van deze club.

44 UM 10 vindt zijn unit een vreemde binnen de groep van andere units. Dit komt doordat de unit anders georganiseerd is dan de rest en er een hogere mate van creativiteit heerst dan in andere units (r. 349/350). De cultuur is daarmee anders. Daarnaast snappen ‘mensen’ niet wat zijn unit doet. Met ‘mensen’ refereert UM 10 waarschijnlijk naar iedereen binnen de organisatie behalve de eigen unit. Het gevoel dat anderen binnen de organisatie niet snappen wat ze doen, kan als oorzaak hebben dat dit niet duidelijk genoeg wordt gecommuniceerd door unit 10. Ook op dit punt is er sprake van differentiatie: doordat unit 10 afwijkt van andere units is het belangrijk voor alle medewerkers te weten wat ze doet. Als dit niet duidelijk wordt gecommuniceerd of begrepen, bestaat de kans dat de unit zich alsmaar verder differentieert in de ogen van alle medewerkers buiten unit 10. De differentiatie lijkt op horizontaal niveau: anders zijn dan andere units. Dit wordt echter niet expliciet duidelijk gemaakt in het fragment.

Uitspraken Wat betekent dit..?

Gezegden Wij zijn een vreemde eend in de

bijt;

Een vreemde in de kring van bekenden.

Woordgebruik Manier waarop; Wijze waarop men iets doet of

waarop iets verricht kan worden.

Perspectief groep Wij; deze club; De eigen unit.

Integratie/Differentiatie Mensen snappen niet wat we doen; we zijn een vreemde eend in de bijt; manier waarop we het georganiseerd hebben en de creativiteit van deze club;

Horizontale differentiatie: anders zijn dan de rest. Een andere manier van organiseren dan andere units en meer creativiteit dan andere units.

Interview 7:

77. Ik vind bijvoorbeeld [unit 10] op dit moment zich wel redelijk, 78. wat geïsoleerd ontwikkelen, dat wordt nu wat beter nu we daar 79. weer met de unitmanagers samen over om tafel zitten. Maar, ja 80. wel eens wat geïsoleerd van de [opdrachtgever] taken en ja het 81. raakt elkaar toch.

Het is interessant te zien dat UM 7 unit 10 geïsoleerd vindt van de rest. Isoleren betekent volgens van Dale ‘afzonderen’. Unit 10 is volgens UM 7 een afgezonderde unit, een ‘eiland’ op zich. De uitspraak van UM 7 over de geïsoleerde unit 10 is in contrast met het bovenstaande fragment uit interview 10: UM 10 vindt dat andere mensen in de organisatie niet snappen wat zijn unit doet, en UM 7 vindt dat unit 10 zich te geïsoleerd ontwikkelt ten opzichte van de rest. Wellicht is de isolatie van unit 10 de oorzaak dat andere mensen niet snappen wat die unit doet. UM 7 geeft vervolgens aan dat het beter gaat door het overleg. Het overleg is dus een belangrijke factor om de verbinding tot stand te brengen en de isolatie te doorbreken. Het zorgt voor integratie. UM 7 ziet in dat de taken van unit 10 en de taken van unit 7 met elkaar te maken hebben en dat verbinding daarvoor nodig is (r. 80/81).

Uitspraken Wat betekent dit..?

Gezegden - -

Woordgebruik Geïsoleerd ontwikkelen; wordt

beter nu we samen om tafel zitten; raakt elkaar;

Afgezonderd van de rest; met alle unitmanagers over onderwerpen praten; heeft met elkaar te maken, beïnvloedt elkaar.

Perspectief groep Unit 10; We; Unit 10 t.o.v. de rest; Alle

Integratie/Differentiatie (1) [unit 10] ontwikkelt zich redelijk geïsoleerd; (2) we zitten met alle unitmanagers om tafel; het raakt elkaar toch;

(1) Horizontale differentiatie: afgezonderd van andere units ontwikkelen, alsof ze anderen niet nodig hebben; (2) Horizontale integratie: verbinding door met elkaar te praten. Elkaar nodig hebben omdat een onderwerp meerdere units raakt.

Interview 5:

159. Het is wel zo geweest en het wordt beter. Dus we hebben

160. schiereilandjes, om het zo maar te zeggen. Nee, het is nog niet 161. dat het één strook is zegmaar, maar d’r zitten wel

162. verbindingen.

UM 5 onderkent dat er sprake was van een eilandcultuur. Deze is nog niet volledig verdwenen, maar er zijn wel verbindingen gelegd. Daarmee is er sprake van horizontale integratie: samenwerking tussen unitmanagers.

Uitspraken Wat betekent dit..?

Gezegden Het is nog niet dat het één strook

is;

Het is nog niet één gezamenlijke cultuur.

Woordgebruik Is wel zo geweest; het wordt

beter;

Er was een eilandcultuur, dit vervaagt.

Perspectief groep We; De organisatie.

Integratie/Differentiatie We hebben schiereilandjes; er zitten wel verbindingen;

Horizontale integratie; er zijn verbindingen, de unitmanagers groeien steeds meer naar elkaar toe.

Interview 9:

294. Ik geloof dat er niet echt iemand in zit die zegt van nou 295. na mij de zondvloed, als m’n eigen tokootje draait zal de rest 296. mij helemaal gesneden zijn.

UM 9 spreekt een sterke eilandcultuur tegen met het gezegde in r. 295. Indirect zegt hij daarmee dat unitmanagers zich ook bekommeren om andere units. Er is hiermee sprake van integratie. Er komt niet naar voren of deze horizontaal of verticaal is; hetzelfde zijn of een gelijke positie hebben binnen de organisatie.

Uitspraken Wat betekent dit..?

Gezegden Na mij de zondvloed; als mijn

toko draait zal de rest mij gesneden zijn;

Wie dan leeft, die dan zorgt; als mijn eigen unit het goed doet maakt het me niet uit hoe andere units het doen.

Woordgebruik - -

Perspectief groep Iemand; Niet één unitmanager die alleen

voor z’n eigen unit gaat;

46

bekommeren zich om het geheel en niet alleen om hun eigen unit. Interview 10:

166. Nee het is nog redelijk sterk. 167. […]

168. Ik heb vanochtend een gesprek gehad over [thema x], en dan

169. praat ik met de mensen van [unit 5] en dan zeg ik van goh, dit 170. is mijn mening over [thema x] en dan zeggen ze ja maar

171. [thema x] daar zijn wij van, daar heb jij geen verstand van. UM 10 vindt dat er nog een redelijk sterke eilandcultuur heerst. Hij noemt vervolgens een voorbeeld in r. 168 t/m 171 waaruit die eilandcultuur blijkt. Het voorbeeld geeft aan dat de units en taken binnen units nog erg kolom georiënteerd zijn; thema’s die binnen een unit vallen horen ook alleen bij die betreffende unit (“thema x daar zijn wij van”, r. 171). Andere unitmanagers mogen zich daar niet mee bemoeien. Er wordt zelfs gezegd dat andere unitmanagers “daar geen verstand van hebben” (r. 171). Er is geen gezamenlijkheid. Unitmanagers differentiëren zich hiermee op horizontaal en verticaal niveau.

Uitspraken Wat betekent dit..?

Gezegden - -

Woordgebruik Redelijk sterk; daar zijn wij van;

daar heb jij geen verstand van;

Er heerst nog een eilandcultuur. Unitmanagers mogen niet meedenken over thema’s van andere units.

Perspectief groep Wij; jij; De andere unit tegenover

unitmanager 10. Integratie/Differentiatie (1) Daar zijn wij van, daar heb jij

geen verstand van;

(1) Horizontale differentiatie; anderen niet nodig hebben om thema x uit te voeren. (2) Verticale differentiatie: andere positie t.o.v andere units, beter zijn.