• No results found

HOOFDSTUK 8: BESLOTEN RUIMTEN

8.4 Toegang

………..

VRAAG 8.5 Welke maatregelen moeten getroffen worden, voordat men kan beginnen met las- of snijwerkzaamheden in besloten ruimte?

………..

………..

8.4 Toegang

Men mag niet zomaar aan het werk gaan in een besloten ruimte. Er moet vooraf een aantal organisatorische maatregelen genomen worden. Men moet afspraken maken over toezicht, verblijfsduur, vergunning, metingen en dergelijke.

8.4.1 Voorwaarden voor toegang

toegangsvoorwaarden In het algemeen moet men het volgende regelen:

▪ de omgeving van de besloten ruimte vrij en toegankelijk maken en houden;

▪ afzetting aanbrengen en waarschuwingsborden tegen betreding door onbevoegden voor de toegang plaatsen;

▪ de opening/ toegang tot de besloten ruimte snel toegankelijk maken (klimgelegenheid);

▪ leidingen (afvoer en toevoer), die op de ruimte zijn aangesloten, afkoppelen of afblinden (steekflenzen);

▪ een geldige werkvergunning of een schriftelijke vrijgave in bezit hebben;

▪ het zuurstofpercentage controleren (minimale hoeveelheid 19 % vereist voor het binnen gaan);

▪ controleren aanwezigheid explosieve stoffen (onder 10 % LEL is veilig);

▪ controleren aanwezigheid giftige stoffen (concentratie moet onder de grenswaarde zijn);

▪ zorgen dat de ruimte droog en schoon is;

▪ geen medewerkers jonger dan 18 jaar in de ruimte toelaten;

- toegang tot een besloten ruimte Bij werkzaamheden in besloten ruimten, waar gevaar bestaat voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie geldt een aantal speciale

veiligheidsmaatregelen.

toezicht Er moet permanente observatie worden uitgeoefend. Dat betekent dat bij het werken in een besloten ruimte moeten erminstens twee personen zijn ingeschakeld:

▪ de persoon die het werk uitvoert;

▪ een buitenwacht/mangatwacht (mangatwacht).

buitenwacht/

mangatwacht De buitenwacht/mangatwacht onderhoudt contact met degene in de ruimte. Hij mag onder geen beding, ook niet in een noodsituatie, de ruimte betreden. Hij dient zo snel mogelijk de hulpverlenende diensten te alarmeren, als de persoon in ruimte in gevaar is.

Deze buitenwacht/mangatwacht moet tenminste 18 jaar zijn en moet over een

aantoonbare getoetste deskundigheid beschikken. Hij moet de gevaren van het werken in een besloten ruimte kunnen inschatten, gerichte controle uitoefenen tijdens de uitvoering van de werken en een verantwoorde reddingsoperatie kunnen organiseren.

vermeld in de ‘Gids Opleidingen Risicovol werk’.

Indien de vergunningverlener een afwijking van deze eis toestaat, dan is hijzelf verantwoordelijk voor voldoende instructie van de persoon die de taak van mangatwacht uitvoert.

Het regelmatig uitvoeren van metingen en zorgen voor ventilatie tijdens de werkzaamheden valt ook onder toezicht, al worden de metingen door specialisten gedaan.

verblijfsduur De verblijfsduur in een besloten ruimte mag niet langer zijn dan strikt noodzakelijk is voor het uitvoeren van de werkzaamheden.

werkvergunning Zonder werkvergunning of een schriftelijke vrijgave mag men NIET aan het werk gaan. De werkvergunning is het communicatie- en coördinatie middel dat nodig is om alle betrokkenen op een uniforme wijze te informeren.

8.4.2 Metingen en ventilatie

metingen Voor aanvang van de werkzaamheden moeten er metingen gedaan worden om vast te stellen of het zuurstofpercentage minimaal 19% is, het explosieve

gasmengsel <10% van de LEL is, en of de concentratie giftige stof lager is dan zijn MAC waarde.

Deze metingen moeten worden uitgevoerd door een deskundig persoon, die op meerdere plaatsen in de ruimte meet, of er zorg voor draagt dat er doorlopend gemeten wordt.

ventilatie Er moet ook zorg gedragen worden voor een goede ventilatie om toename van gas en giftige stoffen concentraties,en zuurstof gebrek te voorkomen. De algemene regels voor ventilatie:

▪ komen de stoffen uit de ruimte zelf dan ventileert men d.m.v. algemene mechanische ventilatie;

▪ komen de stoffen door het werk zelf (lassen) dan kan men plaatselijke afzuiging toepassen;

▪ is er een combinatie van bronnen dan moet men een combinatie zoeken van algehele en plaatselijke afzuiging.

Natuurlijke ventilatie kan worden gebruikt daar waar de besloten ruimte meerdere openingen heeft.

Aanbrengen van verfprodukten

Bij het schilderen / aanbrengen van beschermende lagen verf in besloten ruimte kan men tegelijk te maken krijgen met brand en explosiegevaar, met vergiftigingsgevaar en soms met verstikkingsgevaar

veiligheidsvoorschriften. Daarom is het belangrijk om dan de volgende regels strikt toe te passen:

▪ onafhankelijke adembescherming dragen;

▪ ventileren van de hele ruimte (noodzakelijk om onder 10% LEL te blijven);

▪ alle apparatuur aarden in verband met statische elektriciteit;

▪ ventileren van de ruimte enkele dagen na het beëindigen van verven;

▪ ruimte niet afsluiten daar sommige verfsoorten zuurstof nodig hebben om uit te harden.

8.4.3 Beschermingsmiddelen

PBM Standaard werkt men in de besloten ruimte met de volgende PBM: helm, bril, overall, handschoenen, veiligheidsschoenen.

Als extra kunnen er gehoorbescherming en adembescherming worden gedragen.

Afhankelijk van situatie en werkzaamheden kan een reddingslijn zijn vereist. Deze moet niet worden gebruikt wanneer men inziet, dat het extra gevaar kan opleveren.

VRAAG 8.7 Welke algemene maatregelen moet men in acht nemen voor men aan het werk mag in een besloten ruimte?

………..

………..

VRAAG 8.9 Welke PBM dienen standaard gedragen te worden bij werkzaamheden in een besloten ruimte?

………..

………..

toegang tot een besloten ruimte met adembescherming Ademhalingsbescherming

Er zijn twee situaties waarbij men verplicht onafhankelijke ademhalingsbescherming moet dragen:

▪ indien de concentratie gevaarlijke stof hoger is dan de grenswaarde;

▪ de concentratie zuurstof in de lucht beneden 19 % is

Bij de onafhankelijke ademhalingsbescherming kan gebruik worden gemaakt van perslucht uit een fles, die men bij zich draagt, of kan de lucht van buiten via een leiding naar de masker worden gepompt.

VRAAG 8.6 Hoe kan men een tekort aan zuurstof in een besloten ruimte oplossen?

………..

………..

VRAAG 8.10 Welke maatregelen neemt men, wanneer er verf wordt aangebracht in een besloten ruimte?

………..

………..

ANTWOORDEN

VRAAG 8.1 - Besloten ruimten zijn ruimten die onder normale omstandigheden zijn afgesloten van de omgeving. De ruimte is vaak nauw, slecht verlicht en/of moeilijk toegankelijk. Er is nauwelijks natuurlijke ventilatie en er zijn slechte vluchtmogelijkheden. Vaak liggen ook leidingen en kabels op onverwachte plaatsen.

VRAAG 8.2 - Brand en explosiegevaar, verstikkingsgevaar, vergiftigingsgevaar, beknellinggevaar, elektrocutiegevaar.

VRAAG 8.3 - Nee

VRAAG 8.4 - Door deze door een deskundige buiten bedrijf te laten zetten en te laten vergrendelen.

VRAAG 8.5 - Alle brandbare stoffen weghalen en afdekken. Blusmiddelen binnen handbereik houden.

VRAAG 8.6 - Ventileren

VRAAG 8.7 - metingen verricht naar de concentratie zuurstof, de concentratie eventuele explosieve gassen en dampen en de concentratie giftige en/of schadelijke gassen, dampen of stoffen met een grenswaarde. Pas als alle meetresultaten bekend zijn en de situatie veilig is verklaard, kan men met de werkzaamheden beginnen.

VRAAG 8.8 - concentratie zuurstof van 20%, een concentratie van explosieve gassen lager dan 10% van de LEL en een concentratie giftige en/of schadelijke gassen, dampen of stoffen onder de grenswaarde.

VRAAG 8.9 - helm, bril, overall, handschoenen en veiligheidsschoenen.

VRAAG 8.10 - Gebruik van onafhankelijke adembescherming. Ventilatie om onder de 10% LEL te blijven. Alle apparatuur goed aarden tegen statische elektriciteit.

HOOFDSTUK 8 Werken in besloten ruimten

➢ Besloten ruimten

Besloten ruimten zijn vaak nauw, slecht verlicht en moeilijk toegankelijk. De ruimten worden veelal alleen geopend voor inspecties, onderhoudwerkzaamheden of reparaties. Het werken in besloten ruimten brengt een extra gevaar met zich mee.

➢ Gevaren

Besloten ruimten zijn vooral gevaarlijk omdat ze vaak moeilijk toegankelijk zijn en worden slecht geventileerd. Hierdoor is er een verhoogde kans op brand en explosie. Dampen en gassen in een besloten ruimte kunnen ook giftig zijn (vergiftigingsgevaar). Als er te weinig zuurstof in de ruimte is, is er verstikkingsgevaar. In een ruimte met bewegende delen bestaat ook nog beknellinggevaar. Omdat besloten ruimten vaak geheel of gedeeltelijk van metaal zijn, bestaat elektrocutiegevaar.

➢ Toegang

Er gelden bepaalde toegangsvoorwaarden bij werken in besloten ruimten. Vooraf moeten een aantal organisatorische maatregelen genomen worden. Er moeten afspraken zijn over toezicht, verblijfsduur, vergunningen, metingen, e.d..