• No results found

HOOFDSTUK 14: GEVAREN BIJ SPECIFIEKE WERKZAAMHEDEN EN OMSTANDIGHEDEN

14.7 Gevaren van lawaai

Pas sinds enige jaren houdt de wetenschap zich specifiek bezig met de gevolgen van dagelijkse blootstelling aan lawaai voor het menselijk lichaam.

Hierbij is men tot verrassende en soms ook verbijsterende conclusies gekomen. Zo heeft men ontdekt dat blootstelling aan hard geluid, naast doofheid, tot ernstige gedragsstoornissen kan leiden, hart- en vaatziekten kan veroorzaken en dat een overdosis geluid zelfs de dood ten gevolge kan hebben.

Iedereen kent de “korte termijn” gevolgen van teveel lawaai. Concentreren wordt moeilijker, mensen raken geïrriteerd en men wordt veel sneller moe van een bepaalde klus dan bij een lager geluids(druk)niveau.

Bij extreme geluidsvolumes (discotheek/luchthamer) raakt je gehoor direct merkbaar beschadigd, men hoort dan een “pieptoon” (soms tot dagen na de blootstelling aan het lawaai) in de oren.

In de industrie bevindt men zich vaak in een lawaaiige omgeving. Een bouwproject geeft altijd lawaai. Is het niet het heien van de fundering, dan zijn het wel de zaagmachines. De proceschemie kan helaas ook niet geluidloos plaatsvinden. Om zich heen hoort men leidingen, fornuizen, verkeer, hoge druk-reinigen, stoom afblazen, enz.

Geluid ontstaat als er voor ons gehoor waarneembare

drukwisselingen in lucht of andere stoffen ontstaan. Veroorzaakt bijvoorbeeld door bewegende delen zoals machineonderdelen (ventilator, aandrijvingsas etc.).

De toonhoogte van het geluid wordt bepaald door het aantal trillingen per seconde, de frequentie.

Het doof worden door te vaak, langdurig, aan geluid boven een bepaald volume te zijn blootgesteld, verloopt zeer geleidelijk. Wanneer het wordt geconstateerd is het

doorgaans niet meer te verhelpen.

De kans bestaat dat een lawaaidoof geworden persoon door zijn doofheid in een isolement terecht komt. Het voeren van een gesprek één op één met een andere persoon zal nog redelijk gaan, maar wanneer meerdere mensen tegelijk spreken en/of in een omgeving met veel achtergrondgeluiden kan een “lawaaidove” vaak niets meer van de gesprekken volgen.

Het is voor de leidinggevende op de werkvloer niet gemakkelijk om werknemers te motiveren om zich te beschermen tegen gevaren waarvan het effect pas op langere termijn merkbaar is. Er overheerst dan vaak een “ik heb daar toch geen last van, anders had ik het al lang gemerkt” gevoel.

14.7.1 Schadelijke gehoorniveaus

Dat iedere vorm van gehoorschade moet worden voorkomen is duidelijk. Het drukverschil in de geluidsgolf is de factor die het geluidsdrukniveau (dB) bepaalt. De Arbowet hanteert 2 waarden in geluidsdruk, uitgedrukt in decibels, dB(A). Achter de afkorting dB staat vaak de letter A, om aan te geven dat men met de gevoeligheid van het oor rekening houdt. Deze is namelijk voor verschillende frequenties van geluid niet gelijk. De waarden zijn:

▪ vanaf 80 dB (A): De werkgever is verplicht gehoorbescherming ter beschikking te stellen en het dragen hiervan wordt ten zeerste aangeraden aan de werknemers omdat vanaf deze waarde gehoorschade

kan ontstaan.

▪ vanaf 85 dB (A): Vanaf dit geluidsdrukniveau is het dragen van gehoorbescherming verplicht, evenals de aanduiding van de verplichting door pictogrammen, ongeacht de tijd van blootstelling.

De werkgever moet bovendien zijn werknemers regelmatig medisch op gehoorfunctie laten keuren.

VOORBEELD

Bij het in kaart brengen van situaties met geluid spreekt men over:

▪ geluidsbron: hetgeen het geluid veroorzaakt. Bijvoorbeeld de compressor, de zaagmachine.

▪ ontvanger: diegene(n) die blootgesteld worden aan het geluid, bijvoorbeeld de werknemers die met bepaalde apparatuur werken.

▪ het gebied tussen bron en ontvanger:

de afstand tussen geluidsbron en ontvanger.

Zijn er meerdere schadelijke geluidsbronnen tegelijk op de werkplek actief, dan kunnen deze bronnen elkaar versterken. Het totale geluidsdrukniveau bepaalt men door het verschil tussen de geluidsbronnen in dB (A) te berekenen. Dit doet men aan de hand van een gegeven tabel. Bij de hoogste dB (a) tel men een waarde op.

Een luchthamer met een geluidsdruk van 110 dB (A) en een luchtslijptol van 103 dB (A) geven samen een druk van 111 dB (A).

Twee gereedschapmachines met een gelijke geluidsdruk van 100 dB (A) geven samen een druk van 103 dB (A).

Zie hiervoor onderstaand schema:

verschil in dB (A)

De tabel hieronder geeft indruk van hoe lang er gewerkt kan worden in een lawaaiige omgeving, zonder daar blijvende schade van te ondervinden. Bij 80 dB (A) is maximaal 8 uur werken mogelijk zonder gehoorschade op te lopen. Bij toename van iedere 3 dB (A) wordt het geluidsdrukniveau verdubbeld. De maximale tijd die gewerkt mag worden halveert.

Tijdsduur werken zonder gehoorschade:

tijdsduur

Deze bovenstaande tabel is misleidend. Immers: het is enorm moeilijk om toezicht op naleving hiervan te houden. Men vervalt snel in “als het 1 uurtje kan, waarom dan niet 10 minuten langer”, bovendien kunt u als leidinggevende moeilijk met een stopwatch de tijd bij gaan houden om te bekijken of men de toegestane tijd niet overschrijdt.

Ook de afstand tussen de bron en de ontvanger is van invloed op het

geluidsdrukniveau. Een verdubbeling van de afstand tot de geluidsbron geeft een vermindering van circa 6 dB (A).

Om werknemers tegen lawaai te beschermen moet de werkgever nodige

beheersmaatregelen treffen. Het principe van de bronaanpak verdient ook hier de voorkeur. Het betekent dan men eerst moet trachten het geluids(druk)niveau van de bron te verminderen.

Is dat niet mogelijk dan moet de geluidsbron worden afgeschermd. Het dempen van geluidstrillingen in de omgeving is de volgende mogelijkheid. Als laatste redmiddel wordt het gebruik van persoonlijke bescherming van het gehoor voorgeschreven.

VRAAG 14.9 Waarom kan geluid schadelijk zijn?

………..

………..

VRAAG 14.10 Hoe merk je dat je gehoor beschadigd is?

………..

………..

ANTWOORDEN

VRAAG 14.1 - Elektrocutie

VRAAG 14.2 - Brand- en explosiegevaar door gebruik van zeer licht-ontvlambare gassen en zuurstof uit flessen.

VRAAG 14.3 - Het voorkomt ongewenste vermenging en daarmee het ontstaan van een brandbaar gasmengsel op een ongewenste plaats.

VRAAG 14.4 - Alle afval dat geen asbest bevat

VRAAG 14.5 - Instorten van constructie, vallend sloopafval, verstappen, struikelen, stoten, vallen van hoogte, vrijkomen gevaarlijke stoffen.

VRAAG 14.6 - Nee, nooit.

VRAAG 14.7 - Om de juiste locatie van kabels en leidingen te bepalen.

HOOFDSTUK 14 Gevaren bij specifieke werkzaamheden en omstandigheden

➢ Asbest

Het is verboden om zonder ontheffing beroepsmatig met asbest te werken.

Asbestsaneringsbedrijven dienen een KOMO procescertificaat asbest verwijderen te bezitten en volgens een vooraf goedgekeurd werkplan te werken. Asbest werd vroeger veel gebruikt, maar heeft grote gezondheidsrisico’s.

➢ Straling

Straling kan niet-ioniserend of ioniserend zijn. Een stof die ioniserende straling uitzend noemt men radioactief, wat schadelijk kan zijn voor menselijke lichaamscellen. Bij werkzaamheden waarbij de kans op blootstelling aan straling aanwezig is, dient altijd een stralingsdeskundige aanwezig te zijn. Hij houdt toezicht op veiligheid en hygiëne en zal geregeld metingen verrichten.

➢ Lassen en branden

Bij elektrisch lassen rekening houden met gevaar van elektriciteit. Bij autogeen lassen rekening houden met gevaren van gassen onder druk in cilinders. Altijd brandgevaar.

Ogen en gezicht beschermen. Afzuiging van lasgassen noodzakelijk.

➢ Slopen

Gevaren op slooplocatie; instorten van constructie, vallend sloopafval, verstappen, struikelen, stoten, vrijkomen van gevaarlijke stoffen, vallen bij het werken op hoogte.

PBM gebruik verplicht. Bij aanwezigheid asbest geen breken of zagen van de delen en geen stortkoker gebruiken. Wegwerpoverall en ademhalingbescherming met P3 stoffilter

gebruiken.

➢ Graven

Graafwerkzaamheden aanmelden bij KLIC/Kadaster. Graaflocatie checken op leidingen, kabels, grondvervuiling. Opslag zwaar materieel en uitgegraven aarde op afstand.

Omheining om de locatie en laders in de gleuven om vluchten makkelijk te maken. Bij diepe uitgraving regels van besloten ruimte toepassen.

➢ Lawaai op werkplek

Effecten voor de gezondheid: blijvende gehoorschade, vermoeidheid, hoofdpijn, nervositeit, concentratieproblemen, versnelde ademhaling, verhoogde bloeddruk, maag- en

darmklachten. Vanaf 80 dB(A) moet werkgever de werknemer voorzien in gehoorbescherming, vanaf 85dB(A) is werknemer verplicht deze te dragen.

VRAAG 14.9 - Te veel geluid verstoort de communicatie die nodig is tijdens de werkzaamheden, maakt dat waarschuwingen of hulpgeroep niet gehoord kunnen worden, kan blijvende gehoorschade veroorzaken, kan tot lichamelijke klachten leiden.

VRAAG 14.10 - Je kan moeite hebben met het horen van hoge tonen of zachte geluiden, met het telefoneren en het volgen van een gesprek in rumoerige omgeving, je kan ook fluit-, piep- of bromtonen horen, die niet uit de omgeving komen.