• No results found

3.5 Kwaliteitscriteria

3.5.4. Thick description

Thick description is gelinkt met de audit trail en wilt dus zeggen dat een gedetailleerde beschrijving van het proces, de context en de mensen in de studie noodzakelijk is. Lezers zouden in staat moeten zijn om het onderzoekspad te volgen. Een rijke contextuele beschrijving en een begrijpelijke analytische taal is belangrijk wanneer het bereiken van generaliseerbaarheid niet haalbaar is. Hoewel de bevindingen dan niet direct te veralgemenen zijn naar andere settings, kunnen mensen in andere settings wel tot een gelijkaardige manier van begrijpen komen. Om dit te bereiken, is onderdompeling en langdurige betrokkenheid in de context noodzakelijk (Holloway & Galvin, 2017).

34

3.5.5. Langdurige betrokkenheid

Kwalitatieve onderzoekers dompelen zichzelf onder in de natuurlijke setting van de mensen waarvan ze de situatie, gedrag en gedachten willen exploreren. Kwalitatieve onderzoekers gebruiken strategieën zoals het observeren, ondervragen en luisteren om zichzelf onder te dompelen in de leefwereld van de participanten. Langdurige betrokkenheid in de setting is noodzakelijk om te ontdekken hoe mensen zich gedragen en interageren met elkaar. Op die manier krijgt de onderzoeker inzicht in de context van het onderzoek (Holloway & Galvin, 2017).

Door als onderzoekster ook stage te lopen in de setting en dus bijna dagelijks aanwezig te zijn in Homaar wordt een sensitiviteit voor de context verzekerd. Het vrijblijvend gebruik van de Babbelbox en de vrijheid van spreken die deze methode waarborgt, werd gekozen met het oog op een goede aansluiting met de participanten en het milieu waarin het onderzoek gevoerd werd. De dubbele rol van stagiaire en onderzoekster kan helpend zijn geweest om de data beter te begrijpen, te verrijken en te analyseren. Dagelijkse activiteiten, gesprekken, overleg met collega’s, etc. werden niet alleen bekeken door de bril van stagiaire, maar ook door de bril van participerende observator. Toch kan deze dubbele rol de participanten mogelijks het gevoel gegeven hebben dat ze dienden te participeren aan het onderzoek, wat als een nadeel kan beschouwd worden.

3.5.6. Reflexiviteit

Bij kwalitatief onderzoek worden de interpretaties van de onderzoeker in rekening genomen, waardoor de onderzoeker zelf een instrument wordt. Hierdoor is een autoanalyse noodzakelijk, waarbij de onderzoeker zich bewust wordt van de eigen ideeën omtrent het onderwerp (Smith, 2011). Het onderzoek naar de perceptie van de jongeren van Homaar heeft een participatieve opzet waarbij de onderzoeker een subjectieve rol vervult. Subjectiviteit vraagt om een reflexieve houding ten aanzien van de relatie met het onderzoeksmateriaal, de onderzoeksgroep en zichzelf als onderzoeker (Holloway en Gavin, 2017). Een reflectie omtrent de eigen ervaringen en assumpties (Smith, 2011), alsook over hoe het proces van het onderzoek de bevindingen en uiteindelijke resultaten beïnvloedt, is noodzakelijk (Holloway & Gavin, 2017).

Tijdens het verloop van het onderzoek liep de hoofdonderzoeker ook stage in Homaar, waardoor er een dubbele rol gedragen wordt, nl. die van stagiaire én onderzoeker. Kwalitatief onderzoek vereist zowel afstand als nabijheid vanuit een empathische houding. Ondanks dat onderzoekers een niet-oordelende houding zouden moeten aannemen, ervaren professionals daarentegen vaak empathie voor hun cliënt in het werkveld. Opnieuw moet de onderzoeker zich dan bewust worden van zijn/haar persoonlijke waarden en betrokkenheid die de data zouden kunnen beïnvloeden (Holloway & Gavin, 2017). Om de invloed van de betrokkenheid als stagiaire te minimaliseren in het onderzoek is er gekozen voor een Babbelbox-methodiek. Hierbij zijn de participanten alleen aanwezig in een kamer terwijl ze op een ongedwongen manier hun ervaring met betrekking tot hun traject kwijt kunnen tegen de camera. Dit verhoogt de kans dat er thema’s aan het licht komen waar de onderzoeker zelf initieel niet aan dacht. Verder moet een onderzoeker, die deel is van de setting, zich ervan behoeden dat ze geen belangrijke problemen of overwegingen mist. De onderzoeker mag de wereld van de participant niet als

35

vanzelfsprekend beschouwen, maar moet zijn eigen assumpties blijven bevragen en handelen als een ‘vreemde’ of een ‘naïeve’ observator. Hiervoor dient er geluisterd te worden naar mensen om de wereld trachten te zien vanuit hun perspectief (Holloway & Gavin, 2017).

3.5.7. Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid

Om de consistentie en betrouwbaarheid van deze coderingen te kunnen verzekeren, is minstens een tweede onderzoeker nodig die mee de dataset analyseert. Er wordt nagegaan in welke mate onafhankelijke onderzoekers tot dezelfde conclusies komen na evaluatie van een bepaald thema. Het is de bedoeling om een zo hoog mogelijke consistentie te bereiken in het codeerproces (Van der Ark & ten Hove, 2019). Om na te gaan of er een overeenstemming zou zijn in de manier van coderen, werd op willekeurige basis twintig citaten (na anonimisering) geselecteerd door de hoofdonderzoekster. Deze werden door twee collega-studenten ondergebracht in de thema’s van de boomstructuur. Een collega- student volgt dezelfde opleiding en bezit grotendeels over dezelfde theoretische voorkennis. De andere student komt vanuit een andere vakgroep, dus zou deze citaten vanuit een ander perspectief kunnen bekijken. Er werd beslist om de overeenkomst in de wijze van codering uit te drukken in percentage. Indien er een grote overeenkomst is tussen de plaatsing van de citaten door de collega-studenten en de plaatsing door de hoofdonderzoeker, is er sprake van een consistente en betrouwbare codering. Er werd een overeenkomst bereikt van 80%, waardoor men kan spreken van een consistente en betrouwbare codering.

36

4. RESULTATEN

In dit hoofdstuk worden de resultaten gerapporteerd in relatie tot de centrale onderzoeksvraag: ‘Hoe wordt de werking van Homaar ervaren door de jongeren die er een traject gevolgd hebben?’. Omdat het van belang is om de ervaringen van de jongeren genuanceerd en gedetailleerd weer te geven, worden de thema’s die naar voren kwamen tijdens de babbelbox verder belicht. Zowel de hoofdthema’s als de subthema’s worden verduidelijkt aan de hand van citaten van de participanten. Er wordt zowel aandacht geschonken aan de positieve als de negatieve ervaringen. De hoofdthema’s: een rustplek, agency, belonging, identiteit en een particulariserende plaats komen achtereenvolgens aan bod.

4.1 Een rustplek

Tijdens het coderen van het onderzoeksmateriaal komt ‘Homaar als rustplek’ heel sterk naar voren. De participanten geven aan nood te hebben om er even tussenuit te zijn en op adem te komen, omdat ze het moeilijk hebben op school, thuis of met zichzelf. De mogelijkheid om ‘tot rust te komen’ in Homaar wordt door vele participanten (n=8) vermeld.

“‘Ik vind het gewoon echt rustgevend en chill dat je hier gewoon op uw gemak kunt zitten.”

Enkele participanten (n=6) vermelden dat een pauze nemen noodzakelijk is ten opzichte van hun dagelijkse leven dat veel drukte met zich meebrengt.

“Want op school kan het wel redelijk druk zijn en gewoon ja, door hetgeen dat ge allemaal moet doen. Het is totaal iets anders en een pauze nemen van wat ge allemaal zou doen en doet in uw dag.”

Drie participanten percipiëren Homaar als een plek om er even tussenuit te zijn en tot rust te komen, maar halen toch ook het belang van een meer langdurige therapie aan voor hen. Het traject van twee weken is voor hen niet lang genoeg om echt aan de slag te gaan met hun problemen. Toch is het voor hen van groot belang dat ze op een veilige plek kunnen zijn en een moment van rust kunnen ervaren.

“Het is eigenlijk echt gewoon een rustplek, niet dat ge zo echt opeens beter zijt en al uw problemen weg zijn dat niet.”

“Maar het feit dat het een kortdurende therapie is, dus van 1 of 2 weken, dat heeft het voor mij wel lastig gemaakt om mij echt puur mentaal beter te doen voelen. Want voor mij zie ik het iets meer als een moment van rust en van even op een veilige plek te zijn en dus iets minder als dus echt therapie. “

“Maar wat misschien iets minder helpend is, is dat het kort is, het is maar twee weken. Dat vind ik persoonlijk wel weinig om zo aan uzelf te werken ofzo.”

37

Eén van de jongeren vindt de dagelijkse begeleiding van 9 uur tot 16 uur te kort. Aangezien tijdens de periode thuis en zelfs al op de terugweg naar huis allerlei gedachten opkwamen, was er een nood om langer in Homaar te blijven zodat er hierover gepraat kon worden.

“Ik had al eerder gesproken dat dat voor mij vrij kort is. Niet de week, maar de dag. Maar ik denk dat dat afhankelijk is van persoon tot persoon. Sommigen moeten... Ja... Sommigen kunnen niet heel ganse dag met onbekende mensen samen zitten. En ja... Maar voor mij zou dat wel leuk zijn om wat langer te mogen blijven. Aangezien ik thuis ja toch niets doe. Of van ik voel mij hier goed, maar zodra ik het huis verlaat probeer ik ja erover na te denken over vanalles en nog wat. En zou het wat langer zijn, zou ik dan hierover kunnen praten denk ik.”

Het kortdurende karakter van Homaar heeft volgens de participanten ook voordelen.

“Maar ja dat geeft dan ook wel voordelen omdat er meer ja jongeren kunnen komen dan op korter termijn. Dus dat heeft voordelen en nadelen.”

“Omdat het echt wel super is omdat er overal superlange wachtlijsten zijn en dat is hier dus niet. Hier moet je maximum een paar weekjes wachten en dan bij andere plaatsen kan dat maanden zijn. En dat vind ik wel super.”

4.2 Agency

Homaar waarborgt in zijn dagelijkse werking een gevoel van eigenaarschap, ook wel agency genoemd. Het is een van de streefdoelen om de jongeren een mate van verantwoordelijkheid te laten ervaren over hun eigen leven, omstandigheden en keuzes. De mate van verantwoordelijkheid wordt gevoed door de vrijheid aan keuzes waarover ze beschikken.

4.2.1. Vrijblijvende basis

Homaar voorziet een aanbod van verschillende ateliers en dagdagelijkse activiteiten. De jongeren worden gestimuleerd om hieraan deel te nemen, maar worden niet verplicht. Voor verschillende participanten (n=5) is het een verademing dat ze niet verplicht of “gepusht” werden om iets te doen waar ze niet achter staan.

“Euhm en ook dat je hier niet verplicht bent om dingen mee te doen... Euhm dat dat oké is als ge ja eigenlijk niets doet ofzo, dat mag hier gewoon en dat is gewoon een fijn gevoel dat dat niet moet.”

“Maar ook als ge zegt het gaat efkes niet of ik voel mij echt slecht laten ze u ook gewoon doen, ze gaan u nie pushen om dingen te doen enzovoort wat ik echt zalig vind.”

38

Toch vinden een aantal jongeren het een belangrijke factor dat ze gestimuleerd worden om deel te nemen aan de dagelijkse activiteiten en ateliers.

“Maar langs de andere kant proberen ze ook wel iedereen wel even aan te moedigen of aan te sporen om wel dingen mee te doen. Want voor sommigen kan ik mij wel inbeelden dat die stap om iets te gaan doen dat dat moeilijker is maar dat dat eigenlijk wel in hun voordeel speelt dat ze effe iets anders kunnen doen dan in hun eigen hoofd te zitten dus dat ook.”

“De activiteiten worden op u aangepast, als ge niet wilt ze laten dat toe, maar als ge het echt nodig hebt dan gaan ze u echt wel helpen de fut vinden.”

Ook is er in de werking ruimte voor vrije ateliers, waarin zij vrij zijn om deze zelf in te vullen naar keuze. Eén participant vindt het moeilijk om deze vrijheid voor zichzelf in te vullen.

“Ik denk dat vrije ateliers, vrije keuze wat minder was voor mij. Dat is persoonlijk, maar bij mij

een vrij atelier betekent uw eigen zin doen dus wat er bij mij opkomt is... Ik moet iets doen, ik kan niet stilzitten. Dus voor mij is dat wel een beetje moeilijk om een vrij atelier... Ja... Voor mij is dat zo moeilijk gedefinieerd zou ik zeggen.”

4.2.2. Eigen tempo

Niet alleen het vrijblijvende karakter van de activiteiten, maar ook het feit dat het tempo van de jongere voorop staat en niet het tempo van de organisatie, draagt bij tot een gevoel van agency bij de participanten (n=6). Homaar maakt ruimte om op adem te komen, maar ook om actief aan de slag te gaan en erna opnieuw sterker en positiever een eigen plaats in de maatschappij op te nemen.

“Ik vond het hier wel dat we veel vrijer waren in wat we deden en dat je alles eigenlijk op je tempo mag doen en in een opname bijvoorbeeld minder.”

“Het grootste pluspunt voor mij was dat alles op mijn tempo kon en er altijd iemand klaar staat voor een alternatief. Zo krijg je echt het gevoel dat je ertoe doet en iemand naar je luistert.”

Verder worden er ook individuele gesprekken aangeboden op vrijblijvende basis, waarbij jongeren vrij zijn om al dan niet dieper in te gaan op enkele persoonlijke thema's. Dit in tegenstelling tot de klassieke hulpverlening met een vaste afspraak, in een vaste ruimte en op een vast tijdstip. Vaak gebeuren deze gesprekken spontaan tijdens een wandeling, het koken of puzzelen. De gesprekken met de begeleiders, die zich kenmerken door een afwezigheid van druk en verwachtingen, worden door meerdere participanten (n=5) als een sterkte ervaren.

“In vergelijking met hier kunt ge dat op uw eigen gemak doen, ale op uw eigen tijd en ritme ook. Ge moet niet van de eerste dag uw hele levensverhaal op tafel gooien en ge kunt zelf ook kiezen wanneer en wanneer niet ge ook wilt praten als ge daar zin in hebt of niet.”

39

“Het verschil ligt eraan dat ik hier vrij ben om te spreken in de mate van hoeveel ik wil spreken. En er is ook geen verplichting terwijl bij de therapeut... Ja... Er wordt verwacht dat ik spreek en hier niet. En hier heb ik ook wel het gedaan uit vrije wil omdat ik dacht van ja op dit moment moet ik met iemand spreken.”

“Bij een psychologe is dat in zo een professionele setting en ge voelt u zo meer druk om uw emoties te zeggen enzo. En hier vond ik dat ge meer op uw gemak zat.”

Toch heeft een van de participanten meer nood aan een vaste structuur van gesprekken zodanig dat deze op elkaar kunnen bouwen en er dieper op een bepaald thema kan ingegaan worden.

“Het zijn hier geen gesprekken zoals bij een psycholoog die elkaar opvullen dus waar ge echt zo aan kunt bouwen. Dat is hier niet echt het geval, het zijn eerder zo momentopnames van gesprekken enzo. Dus dat vind ik net iets minder wel, dat er zo niet echt iets is om op te bouwen.”

4.2.3. (Her)ontdekken van vaardigheden

De ateliers hebben tot doel om actief aan de slag te gaan en erna opnieuw sterker en positiever een eigen plaats in de maatschappij op te nemen. Een participant geeft aan terug zin in creatief werken te hebben gekregen in Homaar. Deze ervaring wordt gedeeld door een andere participant die de ateliers ook boeiend en leerzaam vond.

“Ook gewoon de ateliers enzo vind ik echt wel... Die waren echt wel super ja leerzaam ook. Ik heb ook dingen bijgeleerd.”

“Vooral het taalatelier is mij enorm bijgebleven. Misschien een van de uitdagendste ateliers, maar wel boeiend en leerzaam. En in het beeldend atelier heb ik de creatieve kant in mij weer naar boven gehaald en die zit er nu nog steeds.”

40