• No results found

TERTIB Di DJALAN

In document Toezicht op het verkeer op de wegen. (pagina 93-97)

TERTIB Di DJALAN.

Maka perloelah sekali pegawai-pegawai polis-mengetahoei tertib jang haroes ditoeroet oléh penge.

moedi-pengemoedi auto. Tertib itoe seolah-olah telah mendjadi 'adat.

Maka perhimpoenan dari perkoempoelan-perkoem-poelan auto jang disahkan diseloeroeh doenija (Association internationale des automobiles-clubs re.

connus) menentoekan tertib jang berikoet:

Pasal 1.

Di djalan, jang ta' dilaloei kendaraan lain, boléh orang berkendara ditengah djalan, asal disebelah kanan masih ada kelapangan jang tjoekoep, sehingga kendaraan jang lebih tjepat dapat mendahoeloeinja.

PERDJOEMPAAN DOEWA BOEWAH KENDARAAN.

Pasal 2.

A. Bilamana doewa boewah kendaraan, jang menoedjoe arah berlawanan (berselisih), berdjoempa, maka masing-masing haroes menjimpang kekiri.

Apabila djalannja sempit sehingga ' di tempat ber-selisih kelapangan antara kedoewa boewah kendaraan itoe tidak tjoekoep loewasnja, maka haroeslah ke-doewanja mengoerangi tjepatnja.

Adapoen tjepat itoe haroes dikoerangi sampai seperti orang jang berdjalan kaki, apabila djalan itoe demikijan halnja, sehingga berselisih seperti: djalan sempit sekali atau jang pada sa'at itoe haroes dilaloei trém atau dialangi bakal (ramoean) jang bertimboen-timboen atau dari sebab lain-lain jang mendjadikan djalan itoe sempit.

B. Bilamana doewa boewah kendaraan menoedjoe

voorbijgaan, moet het voorste steed links van deri weg blijven.

Het voertuig dat voorbij wil gaan, moet zijne aan-wezigheid door hoornsignalen kenbaar maken en niet voorbijrijden aleer de vrije ruimte voldoende is.

C. Men mag nooit een voertuig voorbijrijden in eene kromming van den weg of tijdens het doorrij-den van bebouwde kommen in landelijke gemeenten, tenzij het andere voertuig stilstaat.

BOCHTEN.

Art. 3.

A. In open bochten, d.w.z. waar het uitzicht over de geheele uitgestrektheid van den weg onbelem-merd is, is het niet bepaald noodzakelijk de snelheid te matigen.

B. In bochten waarvan een gedeelte van het uitzicht over den weg bedekt is, moet men de snelheid zoodanig matigen, dat men op 10 Meter stoppen kan.

Deze verplichting moet in heuvelachtige streken nog strenger in acht genomen worden.

C. In geen geval mag men, onder welk voor-wendsel ook, de linkerzijde van den weg verlaten.

Men moet den hoorn gebruiken.

D. In geval van volstrekte onmogelijkheid b. v.

als het linksche gedeelte door een hindernis belem-merd is, zal de automobilist verplicht zijn den rech-terkant van den weg te volgen, maar dan moet hij met zulk eene snelheid rijden, dat hij op minstens 3 Meter afstands stoppen kan; tevens moet de hoorn . voortdurend gebruikt worden.

KRUISING VAN WEGEN.

Art. 4.

A. Indien het kruispunt der wegen geheel open

arah jang sama, maka kendaraan jang dimoeka haroes tetap berdjalan dikiri djalan sadja.

Kendaraan jang hendak mendahoeloei haroes mem-beri-tahoekan adanja dengan memboenjikan perkakas boenjinja dan djanganlah mendahoeloei sebeloem ada kelapangan jang tjoekoep.

C. Di djalan jang melengkoeng atau djika ber kendara di djalan dalam linkoengan jang rapat di-dijami orang di désa-désa, tidak bolehlah mendahoeloei kendaraan lain, ketjoewali djika kendaraan jang lain itoe berhenti.

DJALAN-DJALAN JANO BÉNGKOK.

Pasal 3.

A. Di djalan béngkok jang terboeka, artinja bila pemandangan tidak terganggoe di djalan itoe, tidak begitoe perloe mengoerangi tjepat.

B. Di djalan béngkok jang sebagiannja terlindoeng, maka tjepatnja haroes dikoerangi, sehingga dalam 10 M. auto itoe dapat diperhentikan.

Maka kewadjiban itoe haroes diperhatikan dengan lebih keras, bila berkendara pada djalan jang ber-boekit-boekit.

C. Maka sekali-kali ta' boléh meninggalkan bagian djalan jang sebelah kiri, bijarpoen dengan alasan-alasan mana djoega. Perkakas boenji haroeslah diboenjikan.

D. Bilamana moestahil dapat melaloei bagian djalan jang sebelah kiri seperti apabila bagian djalan jang sebelah kiri itoe dirintangi oléh soewatoe alangan, maka pengemoedi outo tentoe terpaksa melaloei djalan jang sebelah kanan, akan tetapi ija berkendara itoe hendaklah dengan tjepat jang sedikit sekali, sehingga dalam 3 Meter dapat diperhentikannja outo itoe; lagi poela perkakas boenji haroes diboenjikannja selaloe

DJALAN SIMPANG EMPAT (PERAPATAN).

Pasal 4.

A. Bilamana djalan simpang empat terboeka,

arti-ligt, d.w.z. als het gezicht door niets belemmerd wordt, >s men niet verplicht de snelheid te matigen,

wanneer de weg vrij is.

Indien daarentegen twee voertuigen zich naar het kruispunt toe bewegen, moet die bestuurder, die het andere rijtuig aan zijn linkerhand ziet, daarvoor den doorgang vrij laten, hoe breed de wegen betrekke-lijk ook mogen zijn; hij moet dus langzamer rijden en zoo noodig stilhouden.

B. Als het kruispunt zoodanig is, dat het uitzicht onmogelijk of ook slechts belemmerd is, moet elk voertuig, dat het kruispunt nadert, zijn snelheid zooda-nig verminderen, dat men op 10 Meter stoppen, kan.

Indien met zulk eene verminderde snelheid op het kruispunt aankomende, twee rijtuigen elkaar plotseling ontmoeten en kans hebben tot botsen, zoo moet elke bestuurder steeds naar links draaien, al doet deze beweging hem voor het oogenblik zijn weg verlaten.

DOORRIJDEN VAN BEBOUWDE KOMMEN.

Art. 5.

A. Bij het doorrijden van steden moet men zich onderwerpen aan de bijzondere bepalingen.

B. Bij het doorrijden van dorpen moet de snelheid zoozeer worden verminderd dat men op 10 Meter kan stilstaan, mits de weg breed is, en op 3 Meter zoo deze zeer smal is.

Het gebruik van den hoorn is verplichtend bij het naderen van alleenstaande huizen.

ONTMOETINGEN.

Art. 6.

Bij het naderen van menschen of dieren moet men ze waarschuwen door hoornsignalen, totdat hunne

nja bila pemandangan tidak dirintangi apa-apa, rnakâ

In document Toezicht op het verkeer op de wegen. (pagina 93-97)