hinderd.
Larangan
Dengan tidak mengoerangi apa jang ditentoekan dalam pasal 5, maka terlaranglah berkendaraan atau menjoeroeh berkendaraan dengan kendaraan-motor pada soewatoe djalan dengan tjara dan tjepat jang mengganggoe kesenangan orang laloe di djalan itoe atau membahajakannja.
Keamanan di djalan-djalan teroetama bergan-toeng kepada tjara mendjalankan pasal ini.
Pelanggaran atas pasal itoe soedah boleh ke-djadian bila tjepat kendaraan itoe sedikit sekalipoen (djika berkendara dengan etc. beriring-iring wak-toe keloewar dari roemah koemédi, pada wakwak-toe keloewar dan masoek sekolah dan gerédja d. s.
b.)-Dalam tijap-tijap hal, maka pegawai polisi jang mengamat-amati haroes menimbang, adakah alasan jang memberi sebab soewatoe perboewatan haroes dipandang salah; hal itoe diterangkannja dengan njata sekali dalam porsès-perbalnja sehingga hakim mendapat pengartian jang betoel tentang kedja-dian itoe.
Si pengemoedi kendaraan-kendaraan-motor jang
•berkendaraan di djalan-djalan diwadjibkan memper-hentikan kendaraannja dan mendijamkan motornja, djika keamanan di djalan menoentoet salah satoenja atau kedoewanja.
»
Lain daripada dalam hal jang terseboet pada pasal 16, maka poetoesan memperhentikan ken-daraannja sahadja atau mendijamkan motornja sadja atau kedoewanja bergantoeng kepada ke-adaan satoe-satoe hal.
Pasal 15.
Larangan Pengemoedi kendaraan-motor jang berkendara-2 * " a n d i dJa l a n diwadjibkan mendjaga, soepaja orang-jang disebab-0 r a n g j a n g m e l a l o e i dJa I a n jtoe djangan sampai kan oléh asap m e n d aPa t s o e sa h dari asap atau oewap kendaraan atâu oewap. 'toe.
Artikel 16.
Geen rijtuig Het is den bestuurder van een motorrijtuig verboden mag stilstaan het rijtuig zonder voldoend toezicht op den weg te dan m e n / l a t e n s t a a n a n d e r s d a n m e t i n r u s t ge b r a ch*en motor, rust
gebrach-ten motor. Artikel 17.
Voorschrift Bestuurders van motorrijtuigen zijn verplicht op de nopens het wegen met hunne rijtuigen behoorlijk uit te wijken uitwijken op voor motorrijtuigen, rijwielen, andere rij- of voertuigen, wegen. rjj. 0f trekdieren en ander vee:
Ie. naar l i n k s bij het tegenkomen;
2e. naar r e c h t s bij het inhalen;
3e. naar l i n k s bij het ingehaald worden voor zoo-ver voor hem die wenscht in te halen de daartoe noodige ruimte anders niet beschikbaar zou zijn, en het verlangen dat uitgeweken worde behoor-lijk kenbaar gemaakt is.
Artikel 18.
Verplichting Bestuurders van motorrijtuigen zijn verplicht, waar tot het over-mogelijk, aan de zijden van den weg steeds voldoende
. . v a n. ruimte voor voetgangers over te laten
doende ruim- s
te voor voet-gangers.
Artikel 19. ,
Vereischten (1) Het is verboden met een motorrijtuig over een waaraan eenw eg te rijden tenzij dat rijtuig voorzien is van-motorrijtuig
moet voldoen.
a. stuurtoe- l e- e e n nauwkeurig werkend stuurtoestel • stel.
b. remmen. 2 e- minstens twee onafhankelijk van elkaar krachtig werkende, onder bereik van den bestuurder zich bevindende remmen, met eik waarvan het rijtuig ieder oogenblik tot stilstand kan worden
ge-Pasal 16.
Di djalan-dja- Pengemoedi kendaraan-motor terlarang memper-lan kendara-hentikan kendaraannja, djika tidak dengan pendjagaan bol?hÏrhen-j a n g t-i o e k o eP - ketjoewali djika motornja didijamkan.
ti kalau
mo-tornja tidak Pasal 17.
didijamkan.
Peratoeran Pengemoedi kendaraan-motor diwadjibkan menjim-dari hal me-pang setjoekoepnja, apabila berdjoempa dengan ken-njimpang di daraan-kendaraan-motor, keréta-angin, keréta-keréta, îan b i n a t a ng kendaraan atau binatang penarik dan hewan
Iain-lainnja:
Ie. k e k i ri, djika berdjoempa;
2e. k e k a n a n , djika menjoesoel;
3e. k e k iri, djika disoesoel dan jang menjoesoel itoe tidak akan mendapat tempat jang tjoekoep kalau ija tidak menjimpang dan kehendak akan menjoeroeh menjimpang itoe diberi-tahoekan dengan sepatoetnja.
Artikel 18. .
Kewadjiban Apabila dapat kedjadian, maka pengemoedi ken-memberi dja- daraan-kendaraan-motor diwadjibkan ken-memberi djalan lan setjoe- setjoekoepnja kepada orang-orang jang berdjalan Koepnja oen-. . •
toek orang KaKI -jang
berdja-lan kaki. Pasal 19.
Sjarat-sjarat (1) Terlaranglah berkendaraan dengan kendaraan jang haroes motor di djalan, djika kendaraan itoe ta' memakai:
ditjoekoepi oléhkendara- an-kendara-an-motor.
a. perkakas le. perkakas kemoedi jang sempoerna;
kemoedi.
b. rém. 2e. sesedikit-sedikitnjadoewaboewahrém jangtidak berhoeboengan soewatoe dengan jang lain dan jang makan koewat serta moedah dipegang oléh si pengemoedi; pada sebarang waktoe kendaraan
bracht, en van welke ten minste een rechtstreeks op de wielen of op onmiddellijk daarmede ver-bonden remschijven, of trommels moet wer-ken.
fiiÄ! m e t 3 e' e e n P l a a t °f P , a t e n w a a r° P z ii " aangegeven de fabriek en het fabrieksnummer van heîchassis het vermogen in paardenkrachten van den motor of het aantal en de boring der cylinders en het eigen gewicht van het rijtuig.
Het is verboden met een motorrijtuig, geen rijwiel zijnde, over een weg te rijden of te laten rij-den, tenzij dat rijtuig bovendien voorzien is van-fabrieks
nummers, paardekrach-ten, gewicht enz.
(2)
d. inrichting Ie. eene inrichting in staat om bij het bestijgen zelfs om terugloop van steile hellingen terugloop geheel te oeletten te Deietten. d o c h a l I e e n i n g e v a ] e e n d e r r e m m e n n j d ^
dien eisch voldoet;
e. inrichting 2e. eene inrichting om achterwaarts te rijden doch waVtsriidên a I l e e n i n g e V a l d e a f s t a n d t u s s c h e n v o o r-e n achter-waarts njden. a s g r o o f e r i s d a n 2 M e t e p o f h e t ^ ^ ^ e i
-der is dan 350 kilogram.
Artikel 20.
f.
signaal-hoorns. (1) Het is verboden met een motorrijtuig over een weg te rijden of te laten rijden tenzij dat rijtuig voor-zien is van minstens een mond-, hand- of mechanischen hoorn, waarmede op een afstand van minstens lOOMeter duidelijk hoorbare signalen kunnen worden gegeven Toonsoorten (2) De hoorn moet voor motorrijwielen een schellei dier hoorn, voor andere motorrijtuigen een zwaren toon hebben' Gebruik van (3) De bestuurder is verplicht met den hoorn een den hoorn, signaal te geven of te doen geven telkens wanneer
de veiligheid van het verkeer dit vordert.
(4) Hij is verplicht bij het gebruik van den hoorn zooveel doenlijk alles te vermijden of te doen vermij-den wat het schrikken van rij- of trekdieren, of ander vee tengevolge zou kunnen hebben. Het' is hem verboden binnen bebouwde kommen gebruik te ma-ken van de open uitlaat.
c. papan de- 3e.