• No results found

der denk, zou je menen, dat ik heimwe had. Maar dat 1s toch oOk weer niet. N e, Ik ind 11 t wel l'g voor moeder, maar Ik ben toch blij, dat ik meegegaan ben. Wij zullen ding 11 zien, dl velen nooit onder ogen zullen krijgen, Wij zullen voor ander 11 de weg vinden naar een rijk land en wij zullen later t rug kun -nen Zien op een nuttig leven. Niet alleen vo r ons zelf nuttig besteed, maar ook voor anderell.

- Jongen, je praat als grootvader. Ik bedo 1 daarmee nIet, dat je als een oud mannetje begInt te dazen, maal' du je zo ver-standig bent, zegt va er. Nee, voor jou ho f i n et bang te ziJll Maar je moet anders niet menen, Geurt, dat hel. zwa rste stuk van de tocht nu acht r de rug ls. Je 1.1 t, d t v('rs htU nde 1

ll-nlm reeds zijn aangetast door de srheul'bulk, di VI' selljke zi kt , waaraan vele zeelui op ZO'I1 tocht n moet.n s rven. Ook ons uur kan op dez reis nog komen, eurt. en 201', dan, dat je voor de laatste reIs gereed b n\,o

Zwijgend blijven ze dn.n verd r tegen d v l'srllanslng geleuntl.

tot ze een uur,o soms z )1's 111' n lattl' p s, hun k 01 pzo k 11.

De scheurb Ik, de zi kt waarover vad r g sp ok 11 1 eft, Is het gevolg van ct oor7o ke-n, ct reeds zijn opgesomd. Tel' a we-ring werden juIst. d geite g jaagel. Vers 0 ds 1 1s het beste genees- en voorbehocdmidd I.

De ziekte brengt opzwelllt g v n het tal d lees me . Het 0 t pijn en krIjgt een purperkleurig aanzien. tanden komen los-zItten, Een Ingewánds t teklng Is gewoonlljk h t eind en dan Volgt de dood.

Geurt, die sterk en g zond 1s, en het meest In bewegIng a Ben, loopt natuurlijk 11 t minste k ns ang tast te worden. Maar de zwaarder mannen, die n Indel' b we elljk werk lleb

-ben, lopen het eerst. de kans, En als ze we n weken op d Atlantische Oceaan h bb el g varl'n. beg n d ziekt/" 7.lch sterk te openbaren.

Met de reis zelt heert men geen tegens! g, wal t zonder d l.

TEGENSLAG DOOR ZIEKTE

men het weet, is men reeds om Kaap de -Goede Hoop heen-gezeild.

Maar de ziekte aan boord der verschillende schepen neemt n:et de dag toe. Verschillende doden zijn reeds over de verschan-sing In zee gelaten, de lijken verzwaard met stukken ijzer, zodat ze direct naar de bodem zinken, want In deze hete streken kan men ze niet lang aan de lucht blootgesteld laten. Zo'n plechtig-heid grijpt Geurt telkens aan, want dan draaien alle schepen bij en van alle vier de bodems volgt men de kleine, maar aangrij-pende gebeurtenis. De kapitein van het schip. waarop de dod!

is, doet een kort gebed en met de spreuk: "In de naam van God"

laat men het lijk van de plank afschuiven. Dan formeert zich weer de gewone vaarorde der schepen en herneemt het leven zijn gewone gang. Maal' voor de gezonden Is zo'n gebeurtenis aangrijpend en voor de zielten verontrustend.

Want kan de dood ook hen niet komen halen?

Daar het aantal zieken dan te groot wordt en men land in de buurt weet, besluit de leiding, om ten Oosten van het tegenwoor-dige Kaapstad, in de Mosselbaai (die naam bestond toen ook nog niet), aan land te gaan. Hier lijkt het een geschikte plaats daarvoor.

BIJ deze landing maken de mannen, die in de eerste boot gaan, een nieuw avontuur mee, dat gelukkig niemand het leven kost, maar waarover men toch danig in angst gezeten heeft. Vooral de mannen, die in de boot waren.

De vaandrig, Frank van der Does, zal met een boot aan land gaan, om te verkennen, wat voor mensen op dit land leven, of er ci:inkwater te vinden is en of er voedsel bemachtigd kan worden, dat voor de zieken geschikt is. Want dat ze zullen landen, wordt alleen maar voor de zieken gedaan en die hebben goed drink-water en vers vlees, en, als het kan, ook nog vruchten, nodig.

Maar de boot is nog geen vijfhonderd meter van het schip weg - voor alle voorzichtigheid Is men een heel eind bulten de

TEGENSLAG DOOR ZIEKTE

kust voor anker gegaan - of er steekt een storm op, die zo snel en onverwacht komt opzetten, dat de boot geen gelegenheid meer vindt naar het schip terug te gaan, noch kan landen. Zowel het een als het ander is gevaarlijk.

De kust, immers geheel onbekend voor de zeelui, kan talloze klippen voor zich hebben. die niet te zi n zijn. In ieder geval staat er al een zware branding, die door de toenemende storm, de golven nog hoger doet opslaan en die het stellig onmogelijk maakt, daar vellig overheen te komen.

Van der Does oordeelt het daarom verstandig, van de twee kwaden het minste te kiezen en keert naar het schip terug. Ook dat is niet zonder g vaar, want er z 1 gro e zeemanskunst nodig zijn, om zonder ongeluk langszij te komen. Elke hoge golf kan hen immers opnempl1 en tegen de scheepsw nd te pletter slaan!

En veel pogingen om op de juiste plaats te komen, worden door een enkele onwillige bewegin van een golfberg of -dul weer verhinderd.

Om de mun.t vol te maken. duiken Cl' nog e n paal' onverwachte hinderpalen op. Of eigenlijk zijn het allerminst palen. Die zouden met een handige roeier nog wel te vermijden zijn geweest. Maar wat ze nu haast hun boot zien verschijnen. I ft. En daar nóg

zotet~ !

- Het lijk wel, of vandaag alles tegen 011S samenspant, zegt Van der Does, als hij en paar walvis. en ziet opduiken, die me hun grote staarten heL bootje willen doen kantel(lll.

- Het zijn tenmiru te snoeken, waar elke hengelaar van zou watertanden, zegt de timmerman, die ook mee c an boord is, maar die in de gevaarlijkilLe momenten zijn goede luim nog niet ver-liest. Ik had vroeger een oom, gaa hij verder, alsof hij achter de kachel een verhaal zit te doen, die altijd beweerde, dat hij een beest van zo'n afmetingen had gevangen. Ik wou, dat hij nu eens in dit bootje zat. Hij zou warempel van het geval niet veel navertellen, want e n stuurman als onze Van der Does, was hij niet!

TEGENSLAG DOOR ZIEKTE

Van der Does. die het verhaaltje ma r h. 1 g volgd heeft, knikt to h eens In zijn l'!chtlng. Die timmcrm. n Is geld waard. Want ae mannen zltt.en te la 11 11, ond nks daL lIeL geen pretj is en ae voorultzleht.en niet schitterend zijn.

Van de schepen wordt hei bootje natuurlijk wel In de gaten Itehouden, maar men heeft nog geen booL g streken om hulp te verlenen, Men ill iet 1 od 100, 11 ~'h rd ')'('11 aal! lleL Ir vaal' bloot stellen, Als an del' Docs werkelijk In g vu. r komL, zull n ziJ nIet aarzelen, maur dez heeft nOK t ken etJ. !1l1, dat hij zal proberen het alleen te reel el .

Ook Geurt. st at biJ ct vf>rschanslllg 11 hij zl t i n t srhltte -l'end ogen naar h L ra 1 n van ti mann n In de boot. Hei ziju toch kerels! Kijk en.~, ho Van ct r Does handig manoeuvreert, wanne r weer nieuwe gol n:l n k n , l' 111'11. ~n zi dl roeiers eens nULllg gebl'ui mI k IIIJ rg 11 vun elk .stro ming. Maar ond I'tuss 11 1'11 zen z cl Ivl.".' I 111 tuiL 'L oog.

De belde dIeren schijn I t ril 0 k nl tg

u

loL de :1. , ' I dur -ven over t gaan, want zij blljv n telk ns op nig·. fstand en sc hl ten er dan st f rlzwiep nd lanr,s. ?oe "el n ni t goed w t te àoen.

Maar het i niet nod g ler h\llp ie kom n:N;'l I, ng gem~no u-vreer sI agt Van cl l' J ?es I' inti lijk in PC, oc<lc plek langs

-zij te kom n en ond l' lH't gf' j ulc'h van <I LOc%i 'I d mann 11 op d viel' . ('h D n. hun juh I klinkt bOV('ll lt t g 1'. as van ti storm 1111., wordt d b t In cl tlnvids mh og g h s n.

De tocht is l vCl'ge f.<; g we st n In n lw(·ft h t l:ll1d nog nl l kunnen b I'pjkr!1. r zit. , j l • ., nndl.'l's op. d. n cl nlv,f'IHlc m rgen af te Wtlrhtl'n, om l ziel). r <1(' st l'In Wt, I' eVt'n (l/l\' )I'~ acht ?ouJ afnemen, als hij is opg kom n. D kapil lns g in nog (' n extra anker uit" om I v I'kom 11, cl t I SChrpf11 op drift 1'. ken. W ehi voor ele n. rht. W !'lIL Vel'llllbIJrld. om oll111iclc.1ellljk t un-nen ingl'jjpen, • Is er onvcl'h opt jt!ts m cht gebeuren.

De wllvlssen 2lJ no CT en In d buurt bIe et v n de rott"

TEGENSLAG DOOR ZIEKTE

~chepen, maar als zij daar ni is t gen kunn n doen, zijn zij tegen cic avond ve1'dw n n.

Als nu de volgende dag dr z e maar vrij n rustig Is!

Geclm nct d rst.c lil' 11 van de n' cht raa t d .storm nog door, ma< r Leg n drie uur gaat de wind ligg n en voelt d wacht aan het rustig r d in n van het schip ook, dat 11 t erg te geleden is. Al vro g in ct morgen zijn de mann n op de vier schepen wnkk 1', wallt. in hun hangmat t n vo len zij ook, dat de zee kal-mer is el1 cr el us werk aan ct \Vink 1 zal kom n, Want een landing viln en boot, di water en vo cts 1 zal vinden, betekent een

ont-eh ping van alle zit'k 11 cn cta. 1'111 e zijn vel n gemoeid,

Frank van d r ('S lal 11 t nll II ge ns prob r n, n daa.r h t w r buiL lIgcwoon g cd is, blijkt h t vandaag een heel klein

kllusL.i te zij n vo l' zo'n crvar 11 Z I ui als zij!

__ 1\1 J' wilL, kun jij ook wIm e in d e rsL booL, z gt Dlg-nUlllS leg 11 G urt, als hij ziet, ho d jo 19 n v rlangend staat Loe te zi n. Hij b rijp dat, cl sprin 7 gr<l g zijn b n n nog

ns \lit wil g oi n!

_ Graag k piLein, zegt Geurt en het i e zien, dat dit en woord uit de grond van zijn hart komt. II L z gt me l' dan een hE'lc ~tortvlo d van uilroep u!

Het 1'0 ·it.o 'hLj naar dc kilst gnaL. vI van de haud. Ook G mt, heert een riem g nomen. want Ik hulp is r en! Frank van der

s zit. aan heL kl int' rof'l' 11 llle vasle lWll , sluurl, hU ct

boa cloor ct

ur

uding.

MeI, cv 11 grote haudigllcid SL\llll'L hij het vaarLuigje daarna op de glooienct kust, zodat z makk 'lijk a,11 land kunnen gaan. Ze h:ll II w I na (' v I,cu, mau!' l11('t <Ic t 'l1.1!Jr 1',1 1 \I \I I' di 11 i r heerst, is dat. slechts n kl il1c v rIri sillg '11 ge "1 onpr tLig verrassIng.

Als allen ont.sch pt zijn, wordt cl boot n g v rd r het land opgetrokken, zodu I, hij meI. 11 hog re g 1I ai t kan w rden m egenom n. T u v 1'vlocllc . laaI, de imm 'rman 11 l'oelri '01

in de grond, waa.raan tl boot me een louw w rdt vastgemaakt,

TEGENSLAG DOOR ZIEKTE

- En nu maar uit op onderzoek!. ZE'gt Van der Does. Wie ruikt er water en wie proeft er al een lekker boutje of wat sappige vruchten?

- Praat er niet van, zegt de timmerman. want het water loopt me al uit de mond als ik er aan denk. Je zult zien. dat we niet meer te houden Zijn, als er dadelijk zoiets in zicht komt.

De groep van negen man zwaait dan In de richting van de schepen, zodat men daar kan zien. dat alles tot hiertoe best gelukt Is en de padvinders dieper het land In zullen gaan.

Geurt loopt al voorop, zodat de timmerman hem zelfs aan-maan , niet zo in de voorhoede te gaan.

- Je bent per slot van rekening toch nog maar een jongen, die de bijl of de kortjan nog nie kan hanteren op de manier. die hier nodig kan zijn. Je weet immers niet. wat voor gedierte of wat voor soort mensen je hier tegen het lijf kunt lopen. Laten we maar vellig een klein groepje vorm.m, dan kunnen wc elkaar helpen als er verrassingen opduiken.

Van der Does betuigt zijn Instemming met het c. ee van den timmerman. Zo loopt men al enkele minuten door la g struikge-was en hoog gras het land in. Hier en daar staan hoge bomen. op de takken waarvan krijsende vogels zitten. Ze zien er wel mooi uit, maar hun stem is allerlelijkst, vindt Geurt. En als hij dat tegen den timmerman zegt. heeft deze direct zijn antwoord klaar.

- Ja, jongen, zegt hij, de stem van de vogels is zoveel als hun ziel. Die is dikwijls mooi, als het kleedje lelijk Is en omgekeerd.

Net als bij de mensen. Onder een lelijk uiterlijk schuilt dikwijs ook een mooie ziel.

ZIJ hebben wel meer dan een uur het land ingelopen, als ze plotseling geluid van stemmen horen. Van del' Does beweert tenminste. dat het stemmen zijn, maar de anderen, waaronder Geurt ook. menen, dat het maar vogels zijn. Zo lopen ze in spannig verder, tot ze ineens voor een open plek staan, waarop

TEGENSLAG DOOR ZIEKTE

enkele hutten zijn gebouwd. En daar zijn werkelijk mensen. -Tenminste, ze lijken er veel op, zegt de timmerman lachend.

Het zijn zwarte kereltjes, gekleed in beestenvellen. Geurt, de kleinste van de groep onderzoekers, kan er best tegenaan. Er zijn heel wat mannetjes daar, die een harde dobber zullen hebben tegen hem, als ze tenminste niet sterker zijn, dan groot. Het is een negerdorpje der Hottentotten, waarop de Hollanders hier stoten.

_ Het zijn echt lollige kereltjes, constateert de timmerman dan. Kijk ze eens een misbaar maken over onze komst! Wie zal er het woord tegen voeren? Zie jij kans, er een handeltje mee op te zetten?, vraagt hij dan aan Geurt.

_ Dat zal Van der Does wel opknappen, meent deze en Inder-daad stapt de commies al naar voren.

Geurt vindt het een allerdwaast gezicht, als hun leider met den hoofdman van de stam begint te onderhandelen. Beiden praatten ze, ieder in zijn eigen taal, maar natuurlijk begrijpt geen van tweeën iets van de woorden van den ander. Maar nanst de woorden, praten ze met gebaren en het is juist dààrmee, çlat ze elkander wel kunnen verstaan. De kleine man begrijpt. dat Van der Does naar water informeert. Hij komt er eindelijk ook achter, dat de mannen vlees willen hebb n en ook al vruchten.

Dat is allemaal niet in een twee drie verteld en het is meermalen nodig, dat Van der Does rondwandelt om iets te zoeken of aan te wijzen. waarmee hij duidelijk kan maken, wat bedoeld is. H t mannetje is een gewillig luisteraar en niet zo heel dom. Hij SChijnt zich op deze wijze méér beholpen te hebben.

Wat bovendien het begrijpen veel gemakkelijker maakt? De enkele cadeautjes, die Van der Does gegeven heeft. Het zijn maar prullen in de ogen van de negen vertegenwoordigers del' speu-rende vloot, maar de neger vindt het waardevolle dingen. En Geurt ziet met verwondering, dat de kleine man opgetogen is met een paar blinkende knopen. die Van der Does toevallig in Zijn zak vindt.