• No results found

Technische nicheontwikkeling door mestverwaarders

4. De praktijk binnen de Nederlandse mestsector In dit hoofdstuk wordt verder ingegaan op de praktijk binnen de Nederlandse mestsector,

4.4 Technische nicheontwikkeling door mestverwaarders

‘’ Waar ligt binnen de Nederlandse mestsector transitiepotentieel voor verdere opschaling van duurzame mestverwerking? ‘’

Om dit te onderzoeken zijn tot nu toe de drie belangrijkste regimes met betrekking tot de mestsector besproken. Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden is het echter nodig om niet alleen de praktijken binnen deze regimes te analyseren, maar ook de praktijken rondom nicheontwikkelingen die verantwoordelijk zijn voor het technische aspect uit de onderzoeksvraag; de ‘mestverwaarders’. Zoals aangegeven in § 2.4 is nicheontwikkeling nodig om als sector te innoveren, en statische regimes te veranderen. In deze paragraaf zal daarom aandacht worden besteed aan actoren en bedrijven die mest verwaarden, en dan met name aan de belemmeringen die tijdens dit proces worden ervaren.

4.4.1 Mestaanvoer en vergunningen

‘’ Geen enkele bank zal geld geven als jij er geen contracten tegenover hebt staan ‘’

(Interview 3 2018)

Vanuit de verwerkingsindustrie is zekerheid over voldoende, betrouwbare aanvoer van dierlijk mest via mestcontracten van groot belang (Interview 3, 9 en 10 2018). Wanneer voldoende mestcontracten uitblijven kunnen investeringen in nieuwe installaties niet worden gedaan, of gaan bestaande installaties failliet (ibid.). Het uitblijven van mestcontracten is gedeeltelijk een gevolg van de afwachtende houding van boeren in het huidige regime, zoals beschreven in § 4.3.1. Wanneer boeren een samenwerking aangaan met een mestverwaarder wordt vaak een contract opgesteld voor een periode van tien jaar (ibid.). Veel boeren hebben er echter moeite mee om voor zo’n lange periode te tekenen. Ze focussen zich (noodzakelijk) meer op de korte termijn en zijn vaak opzoek naar goedkopere opties om hun mest kwijt te raken. (Interview 3 2018)

Daarnaast lopen mestverwaaders bij het sluiten van mestcontracten aan tegen spelers in de markt die mestverwerking tegen een zeer lage prijs aanbieden, en daardoor een groot deel van de mestmarkt innemen. Het idee bestaat dat mest door dergelijke spelers niet conform de wettelijke eisen wordt verwerkt (Interview 2 2018), waarmee wordt verwezen naar mestfraude. Deze mestverwerkers worden binnen de sector aangeduid als ‘cowboys’ die mest soms afnemen voor prijzen rond de 8 euro per ton in plaats van 20 euro per ton. Voor boeren zijn dergelijke samenwerkingen financieel zeer gunstig, maar voor verwerkingsinstallaties die transparant zijn over hun werkwijzen vormt het een grote belemmering. (Interview 2,3,9 en 10 2018)

Naast contracten met boeren worden ook gemeentelijke vergunningen voor mestverwerkingsinstallaties niet snel afgegeven. Buurtbewoners zijn vaak niet positief over de bouw van een mestfabriek in hun woonomgeving en starten lobby-acties richting gemeenten. Dergelijke protestacties hebben er in meerdere situaties voor gezorgd dat volledige bouwplannen voor verwerkingsinstallaties nooit zijn uitgevoerd. (Interview 3 en 10 2018)

4.4.2 Negatieve businesscases

‘’De reden waarom het niet lukt is de markt, niet de techniek’’

(Interview 2 2018)

Wat ook een belemmering vormt binnen de verwerkingsindustrie is dat het produceren van producten uit mest vaak niet rendabel is, en vaak zelfs negatieve business cases oplevert (Interview 3, 9 en 10 2018). Dit kent verschillende oorzaken.

Allereerst vormt het ontbreken van de einde-afval status, zoals besproken, een probleem bij de afzet en erkenning van mestproducten. Op basis van Europese richtlijnen wordt dierlijk mest in Nederland gedefinieerd als het uitwerpsel van een dier, waardoor producten uit mest dezelfde status krijgen (Interview 8 2018). Wanneer meststoffen worden verbrand tot een product, behoudt dit product eveneens de afvalstatus. Hierdoor is het niet mogelijk om gerecycled dierlijk mest als kunstmest op de Nederlandse markt te verhandelen;

‘’ Wij exporteren alle as omdat we het in Nederland niet mogen gebruiken ‘’. (Interview 9 2018)

Ook ligt de prijs voor fosfaat op dit moment erg laag, waardoor eenmaal verhandelde fosfaatproducten uit mest alsnog weinig opleveren (ibid.). Daarnaast vormen de hoge transportkosten voor mest een bottleneck in de opbrengsten van mestproducten (Gruisen 2017: 35). Veel verwerkingscentrales draaien nu dan ook voor een groot deel op subsidies (Interview 3 en 9 2018).

4.4.4 Lock-ins

Een ander punt is dat- binnen een streven naar circulariteit en het sluiten van kringlopen- cascadering moet worden nagestreefd. Cascadering houdt in dat alle componenten uit biomassa zo efficiënt mogelijk moeten worden gebruikt, en dat de grondstoffen zo hoogwaardig mogelijk moeten worden ingezet. ‘Hoogwaardig inzetten’ wordt bepaald aan de hand van een waardepiramide, met bovenaan gezondheids- en lifestyle producten, gevolgd door voeding voor mens en dier, chemie en materialen en tot slot energieproductie onderaan de piramide. (Virida z.d.)

Binnen de mestsector is het nastreven van cascadering tot op heden lastig gebleken. Door slechte opbrengsten voor (binnen de landbouw afzetbare) mestproducten ontstaan lock-ins in het verwaardingsproces. Gestuurd door vraag vanuit de markt kiezen verwerkingsbedrijven er vaak (gedeeltelijk) voor om mest te verwerken tot een product dat afzetbaar is buiten de landbouw. Uit mest wordt bijvoorbeeld biogas of groene stroom geproduceerd (Interview 3 en 9 2018), welke onderaan de genoemde waardepiramide staan. Hoewel dit nuttige en duurzame ontwikkelingen zijn, wordt het hergebruik van fosfaat hiermee niet bevorderd (Boosten & de Wilt 2015: 2). De marktwerking kan er dus voor zorgen dat minder hoogwaardige toepassingen uit mest aantrekkelijker worden dan het zo hoog mogelijk benutten van mineralen uit mest zoals fosfaat (Rijksoverheid 2018: 19). De investeringen van bedrijven zijn op de korte termijn een goed alternatief, maar kunnen op de lange termijn zorgen voor een lock-in voor verdere cascadering en (meer) hoogwaardige toepassingen op mestverwerking (ibid. 2018: 76).

4.4.5 Observaties en deelconclusie

Hoewel het verwaarden van meststoffen reeds door verschillende bedrijven wordt uitgevoerd, biedt de huidige situatie binnen de mestsector en de markt voor mestproducten weinig perspectief voor mestverwaarders om op de korte termijn te groeien en ‘op te schalen’. Installaties worden soms al vroeg in het verwaardingsproces belemmerd door het uitblijven van mestcontracten; ‘’Eigenlijk moet je alle mest laten verwerken‘’ (Interview 3

2018). Ook vormt mestfraude nog steeds een probleem (§ 4.4.1). Daarnaast lijkt gemeentelijk- en landelijk beleid elkaar tegen te werken binnen de mestsector; er bestaat een landelijke verplichting tot mestverwerking, maar gemeenten verlenen nauwelijks vergunningen om mestverwerkingsinstallaties te kunnen bouwen (Interview 10 2018).

Zolang de urgentie omtrent schaarste mist en de fosfaatprijzen laag liggen, biedt de mest/fosfaat markt geen perspectief voor bedrijven die niet ook andere producten aanbieden zoals energie (Interview 11 2018). Technische nicheontwikkeling zal vanuit de markt zelf, en wellicht met sturing van de overheid gestimuleerd moeten worden om op regimeniveau om daadwerkelijk geïnstitutionaliseerd te worden binnen het huidige landbouwsysteem. In het laatste hoofdstuk van deze scriptie zullen hiervoor enkele concrete aanbevelingen worden gedaan.

5. Conclusie en discussie