• No results found

5 Conclusies en aanbevelingen

5.5 Suggesties voor vervolgonderzoek

Naar aanleiding van mijn onderzoek kom ik tot de conclusie dat er voor het internationale belastingdilemma naar internationale oplossingen moet worden gezocht. Deze oplossingen zijn meestal tijdrovend en zullen ook nog eens moeilijk uitvoerbaar zijn. Nederland kan daarbij niets anders doen dan actief deelnemen bij het uitwerken van deze actiepunten. Dit doen zij ook momenteel door deelname van vertegenwoordigers van het ministerie van Financiën en van de Belastingdienst in de Europese werkgroepen.

Desalniettemin kan Nederland zelf ook al actie ondernemen door te laten onderzoeken of het wellicht haar belastingverdragen (dus ook met de ontwikkelde landen) moet

actualiseren en waar nodig antimisbruikbepalingen moet opnemen. Dit kan met name positief zijn in de bestrijding tegen onbedoeld gebruik van deze verdragen, aangezien de meeste al een lange tijd geleden zijn gesloten.

Daarnaast kan Nederland laten onderzoeken of het wellicht meer maatregelen kan nemen tegen het onbedoeld gebruik maken van ons fiscale klimaat, zonder ons aantrekkelijk investeringsklimaat daarmee te verstoren.

Bibliografie

Algemeen Dagblad (2013). Amerikaanse bedrijven betalen te weinig belasting, 02-07-2013.

Amsterdam in Business (2013). Jaarverslag 2012. 02-2013.

Baaij, M.G., Bosch, F.A.J. van den, Volberda, H.W. & Mom, T.J.M. (2009). Wederzijds profijt: De strategische waarde van de top 100 concernhoofdkantoren voor Nederland en van Nederland voor deze top 100.

Bellingwout et al. (2012). Corporate taxation of headquarter services in Europe. Amsterdam and Mannheim.

Boston Consulting Group (2008). Hoofdkantoren een hoofdzaak, perspectieven voor 2008. 03-2008.

De Boer, R.A. en M.F. Nouwen (2013). Europees geschut tegen belastingparadijzen en agressieve fiscale planning. Het vizier staat nog niet op scherp. Weekblad Fiscaal Recht, (34).

Deloitte (2013). Survey into substance, place of business and tax avoidance. 03-2013.

Eurodad (2011). Exposing the lost billions. How financial transparency by multinationals on a country by country basis can aid development. 11-2011.

Faber, S.E. (2014). Over brievenbusmaatschappijen, double taxation en double non-taxation. Weekblad Fiscaal Recht, (114).

Finnerty, C., Merks P., Petriccione M., & Russo, R., (2007). International tax planning, IBFD Publications BV.

Fuest, C., & Riedel, N., (2009). Tax evasion, tax avoidance and tax expenditures in developing countries: A review of the literature. Oxford University Centre for Business Taxation, 06- 2009.

House of Commons, Committee of Public Accounts, HM Revenue & Customs: Annual Report and Accounts 2011-12, Nineteenth Report of Session 2012-13, HC 716

IBFD (2013). Onderzoek belastingverdragen met ontwikkelingslanden.

Kerst, M., e.a. (2013). Uit de schaduw van het bankwezen. Amsterdam: SEO Economisch Onderzoek.

KPMG (2012). Outlook vestigingsklimaat.

Kruithof, J. (2013). Strategieën tegen belastingontwijking door multinationals. Weekblad Fiscaal Recht, (1418).

Marres, O.C.R., e.a. (2011). Hoofdzaken belastingrecht. Den Haag: Boom fiscale uitgevers.

Marres, O.C.R. en P.J. Wattel (2011). Dividendbelasting. Deventer: Kluwer.

Ministerie van Financiën (2004). Dienstverleningslichamen en zekerheid vooraf, 11 augustus 2004, nr. IFZ 2004/124M, IFZ 2004/125M, IFZ 2004/126M.

Ministerie van Financiën (2012). Brief van de staatssecretaris van Financiën aan de Tweede Kamer, Uitvoering motie leden Braakhuis en Groot, 25 juni 2012, IFZ/2012/85 U

Ministerie van Financiën (2013). Kabinetsreactie op SEO-rapport Overige Financiële Instellingen en IBFD-rapport ontwikkelingslanden, 30 augustus 2013, IFZ/2013/320 U.

Ministerie van Financiën (2013). Kamerbrief naar aanleiding van motie deelnemingen met fiscale constructies in het buitenland, Uitvoering motie leden Omtzigt en Klaver, 5 november 2013, FIN/2013/976 U

Ministerie van Financiën (2014). Behandelprocedure verzoeken om advance pricing agreements, 3 juni 2014, DGB 2014/3098, DGB 2014/3099, DGB 2014/3101.

OECD (2010). Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations.

OECD (2013). Action Plan on Base Erosion and Profit Shifting.

OECD (2013). Addressing Base Erosion and Profit Shifting.

Oxfam Novib (2013). De Nederlandse Route, Hoe arme landen inkomsten mislopen via belastingplek Nederland.

R.G. Flores en R.V. Aquilera (2007). Globalization and Location Choice: An Analysis of US Multinational Firms in 1980 and 2000. Journal of International Business Studies, Vol. 38, No.7, Internationalization Positions, Paths, and Processes (Dec., 2007), pp. 1187-1210.

R. Murphy (2012). Closing the European Tax Gap. A report for Group of the Progressive Alliance of Socialists & Democrats in the European Parliament. 10 February 2012.

SER (2008). Advies duurzame globalisering: een wereld te winnen. Hoofdstuk 3: De Nederlandse beleidsmix als antwoord op het globaliseringsproces, 20 juni 2008.

SOMO (2009). Nederlands belastingstelsel bedreiging voor Amerikaanse schatkist? 05-05-2009.

SOMO (2009). The Netherlands: A tax haven?

Staatsblad (2013). Besluit van 18 december 2013 tot wijziging van enige uitvoeringsbesluiten op het gebied van belastingen en toeslagen.

Swedenborg, B. (1979). The multinational operations of Swedish firms: An Analysis of determinants and effects. Stockholm: Industriens Utrednings-institut.

Kamerstukken - Kamerstukken II 2009/2010, 31 369, nr. 8. - Kamerstukken II 2011/2012, 25 087, nr. 32. - Kamerstukken II 2012/2013, 25 087, nr. 24. - Kamerstukken II 2012/2013, 25 087, nr. 34. - Kamerstukken II 2012/2013, 25 087, nr. 59. - Kamerstukken II 2012/2013, 25 087, nr. 60. - Kamerstukken I, 2012/2013, 25 087, D. - Kamerstukken I, 2013/2014, 23 551, B.

Documentaires

Tegenlicht (2013). De Tax Free Tour, 25-03-2013.

ZEMBLA (2009). Nederland belastingparadijs, 18-10-2009.

Internetbronnen http://www.actueel.deloitte.nl/diensten/belastingadvies/fiscale-informatie/internationale-fiscale-structuren-en- belastingbesparing-acties-van-eu-en-oeso/ http://www.actueel.deloitte.nl/diensten/belastingadvies/fiscale-informatie/staatssecretaris-publiceert-substance- eisen-voor-dienstverleningslichamen/ http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/winst/vennootschapsbelast ing/deelnemingsvrijstelling/kwalificerende_beleggingsdeelneming http://www.broadsheet.ie/2013/05/17/never-closing/ http://www.ibfd.org http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2013/08/30/kabinet-pakt-internationale-belastingontwijking-aan.html http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/belasting-internationaal/apa-atr-beleid http://www.taxlive.nl/-/gewenste-duidelijkheid-rond-substance-eisen-nog-niet-gegeven https://www.gov.uk/corporation-tax-rates

BIJLAGE 2

De vereisten inzake de aanwezigheid in Nederland (minimum substance-vereisten) zijn101: a) ten minste de helft van het totaal aantal statutaire en beslissingsbevoegde

bestuursleden van de belastingplichtige woont of is feitelijk gevestigd in Nederland; b) de in Nederland wonende of gevestigde bestuursleden beschikken over de benodigde

professionele kennis om hun taken naar behoren uit te voeren, tot welke taken ten minste behoort de besluitvorming, op grond van de eigen verantwoordelijkheid van de belastingplichtige en binnen het kader van de normale concernbemoeienis, over door de belastingplichtige af te sluiten transacties, alsmede het zorg dragen voor een goede afhandeling van de afgesloten transacties;

c) de belastingplichtige beschikt over gekwalificeerd personeel voor de adequate uitvoering en registratie van de door de belastingplichtige af te sluiten transacties; d) de bestuursbesluiten worden in Nederland genomen;

e) de belangrijkste bankrekeningen van de belastingplichtige worden in Nederland aangehouden;

f) de boekhouding wordt in Nederland gevoerd;

g) het vestigingsadres van de belastingplichtige is in Nederland;

h) de belastingplichtige wordt, voor zover bij de belastingplichtige bekend, niet in een ander land fiscaal als inwoner beschouwd;

i) de belastingplichtige loopt met betrekking tot geldleningen of rechtsverhoudingen en de samenhangende geldleningen of rechtsverhoudingen die ten grondslag liggen aan de ontvangen en betaalde rente, royalty’s, huur of leasetermijnen een reëel risico als bedoeld in artikel 8c, tweede lid, van de Wet Vpb;

j) de belastingplichtige heeft ten minste een bij het vereiste reële risico, bedoeld in onderdeel i., passend eigen vermogen.

Onder ‘belastingplichtige’ wordt in dit kader verstaand: de binnenlands belastingplichtige voor de vennootschapsbelasting waarvan de werkzaamheden in een jaar hoofzakelijk (voor meer dan 70%) bestaan uit het rechtens dan wel in feite direct of indirect ontvangen en betalen van rente, royalty’s, huur of leasetermijnen, onder welke naam en in welke vorm dan ook, van, onderscheidenlijk aan, niet in Nederland gevestigde lichamen die behoren tot het concern waarvan de belastingplichtige deel uitmaakt.102

101 Artikel 3a, lid 7 Uitvoeringsregeling internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen; Bijlage

bij het Besluit Dienstverleningslichamen en zekerheid vooraf van 3 juni 2014, DGB 2014/3101 (ter vervanging van het besluit van 11 augustus 2004, nr. IFZ2004/126M).

102

BIJLAGE 3