• No results found

Actualisering verdragen ontwikkelingslanden met antimisbruikbepalingen

4 Nederlandse aanpak voor belastingontwijking tot 1 januari

4.2 Het Nederlandse beleid

4.2.3 Actualisering verdragen ontwikkelingslanden met antimisbruikbepalingen

In navolging van de hierboven genoemde maatregelen gaat Nederland ook de door haar gesloten belastingverdragen met ontwikkelingslanden actualiseren. Zo gaat Nederland de ontwikkelingslanden, waarmee het een belastingverdrag heeft gesloten, benaderen om de mogelijkheden te onderzoeken om antimisbruikbepalingen aan het belastingverdrag toe te voegen. Ook zal bij nieuwe verdragen steeds zorgvuldig met de ontwikkelingslanden worden overlegd welke antimisbruikbepalingen dienen te worden opgenomen.98

97 http://actueel.deloitte.nl/diensten/belastingadvies/fiscale-informatie/internationale-fiscale-structuren-en-

belastingbesparing-acties-van-eu-en-oeso/

98

Nota bij de brief van de staatssecretaris van Financiën en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 30 augustus 2013, p. 14.

Daarnaast gaat Nederland de belastingdiensten van de ontwikkelingslanden technisch ondersteunen, zodat zij zelf meer belasting kunnen innen, onnodige vrijstellingen van

belastingen terug te kunnen brengen en belastingontduiking en –ontwijking tegen kunnen gaan. Deze steun wordt waar mogelijk verder uitgebreid. Indien nodig maakt het kabinet hiervoor extra middelen vrij.99 In dit kader zal op korte termijn een training

‘verdragsonderhoud’ worden aangeboden aan alle ontwikkelingslanden waar Nederland een verdrag mee heeft gesloten.100

In dit kader moet echter wel worden bezien dat de meeste belastingverdragen die Nederland met de ontwikkelingslanden heeft gesloten erg oud zijn. De meeste van deze verdragen zijn in de jaren ’70 of ’80 van de vorige eeuw afgesloten, waardoor het risico van onbedoeld gebruik hiervan ook groter is. Uit recente onderzoeken van bijvoorbeeld het IBFD blijkt dat Nederlanden met deze verdragen internationaal niet uit de pas loopt. Het

actualiseren van de met de ontwikkelingslanden gesloten belastingverdragen en de versterking van de actieve ondersteuning van ontwikkelingslanden op fiscaal terrein, zal dan ook een goede vooruitgang zijn in de strijd tegen belastingontwijking. En hopelijk doet dit (goede) voorbeeld volgen, en zullen ook andere landen hun belastingverdragen opnieuw bezien.

4.3 Conclusies

In dit hoofdstuk wordt de deelvraag behandeld: Welke maatregelen heeft Nederland tot 1 januari 2014 genomen om belastingontwijking door multinationals aan te pakken en hebben deze maatregelen haar gewenst effect gesorteerd?

Het uitgangspunt van het kabinet blijft dat Nederland een aantrekkelijk fiscaal klimaat moet behouden voor investeringen. Het economisch belang van de (niet-bancaire) financiële sector wordt uitdrukkelijk erkend door de regering en daarom moet er niet getornd worden aan de “hoofdstructuur van het financiële stelsel” (met haar deelnemingsvrijstelling,

verdragennetwerk en ruling beleid). Niettemin heeft het kabinet ook begrip voor de kritiek op de huidige praktijk. Aangezien het kabinet wel vindt dat eventuele oplossingen bindend moeten zijn voor alle staten, geeft het daarom voorkeur aan multilaterale maatregelen. Toch kondigt het kabinet een aantal eenzijdige maatregelen aan tegen het onbedoeld gebruik van verdragen in combinatie met de Nederlandse regelgeving.

99 http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2013/08/30/kabinet-pakt-internationale-belastingontwijking-aan.html 100

Nota bij de brief van de staatssecretaris van Financiën en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 30 augustus 2013, p. 15.

Het substance besluit per 1 januari 2014 is daar één van. Hierover mag geconcludeerd worden dat er met dit besluit niet al te veel veranderd is. De zogenaamde substance-eisen zijn slechts voor meer lichamen gaan gelden. Daarnaast zijn de regels rond de substance-eisen aangescherpt en volgt er een eventuele boete als er sprake is van opzet bij het niet (tijdig) of volledig nakomen van de inlichtingenplicht van de substance-eisen bij de Belastingdienst. De substance-eisen bevatten echter nog te veel onduidelijkheden. Hierover moet in de toekomst nog meer helderheid over verschaft worden. Een goede ontwikkeling in de strijd tegen belastingontwijking is echter wel dat Nederland haar verdragspartners spontaan zal

informeren wanneer een bedrijf achteraf niet blijkt te voldoen aan de substance-eisen. Dankzij deze verbeterde informatie-uitwisseling met het bronland kan dit land het bedrijf dan alsnog verdragsvoordelen ontzeggen. Hierdoor heeft deze maatregel wel deels haar doel bereikt, maar bevat het helaas nog te veel onduidelijkheden.

Als tweede zijn de regels met betrekking tot de APA-/ATR-praktijk aangescherpt. De substance-eisen gaan namelijk ook gelden voor buitenlandse lichamen die niet uitdrukkelijk om een ruling vragen. Daarnaast zal er meer grensoverschrijdende informatie-uitwisseling plaatsvinden met betrekking tot vennootschappen die een APA hebben afgesloten, maar zonder verdere band met Nederland beschikken. Bovendien is nu ook een band met Nederland vereist voor concerns wanneer zij een rulingverzoek indienen. Het is naar mijn mening een goed punt dat de APA-/ATR-praktijk is aangescherpt en dat er meer

grensoverschrijdende informatie-uitwisseling zal plaatsvinden. Voornamelijk het gegeven dat een dienstverleningslichaam een nexus met Nederland moet hebben is een goede maatregel, want hierdoor wordt het voor ‘brievenbusmaatschappijen’ bemoeilijkt om onbedoeld gebruik te maken van ons fiscale klimaat. Een kritische noot is echter wel dat niet zeker is hoe

Nederland hier echt in staat, omdat haar rulingpraktijk nog redelijk onbekend is.

Desalniettemin ben ik van mening dat deze maatregel wel een stap in de goede richting is in de strijd tegen belastingontwijking.

Tot slot worden de belastingverdragen gesloten met ontwikkelingslanden

geactualiseerd door hier antimisbruikbepalingen in op te nemen. Deze verdragen zijn namelijk verouderd, waardoor het risico van onbedoeld gebruik hiervan ook wat groter is. Daarnaast gaat Nederland de belastingdiensten van de ontwikkelingslanden technisch ondersteunen, zodat zij zelf meer belasting kunnen innen, onnodige vrijstellingen van belastingen terug kunnen brengen en belastingontduiking en –ontwijking tegen kunnen gaan. Dit is een goed initiatief in de strijd tegen belastingontwijking, al moet er dan wel gehoopt worden dat de andere landen het Nederlandse voorbeeld gaan volgen.