• No results found

6. Conclusie

6.3 Suggesties voor verder onderzoek

In dit onderzoek is naar voren gekomen dat de prestatieafspraken geen critical juncture waren in de besluitvorming in de HU, maar dat de HU zich wel momenteel op een pad bevindt waarvan de kosten te hoog zijn om af te wijken (path dependency). Vervolgonderzoek zou kunnen achterhalen welke beslissing of gebeurtenis uit het verleden is aan te duiden als critical juncture die heeft geleid tot het pad van de verzakelijking waar de HU zich nu op bevindt.

Een sterke aanvulling op dit onderzoek zou een onderzoek naar beleidsdocumenten zijn. Een mooie basis zou zijn om de strategiedocumenten Koers 2012(+) en HU in 2020 in samenhang met de Prestatieafspraken HU in samenhang te onderzoeken. Een goed startpunt voor een dergelijk onderzoek is de analyse van Te Winkel en Juist (2013) die de strategische plannen van alle hogescholen hebben doorgelicht en hebben bijgehouden hoe vaak en in welk verband bepaalde sleutelwoorden voorkomen. Als een soortgelijke analyse wordt gemaakt voor het beleidsdocument HU in 2020 en Prestatieafspraken HU (Van Veenendaal 2012) kan worden onderzocht in hoeverre woorden, bewoordingen en cijfers veranderd zijn tussen de twee beleidsdocumenten en of dat de prestatieafspraken daartoe hebben bijgedragen.

6.4 Toekomst van de prestatieafspraken

Op 31 december 2015 zullen de prestatieafspraken aflopen. De koepels van hogescholen en universiteiten zitten niet te wachten op een nieuwe ronde prestatieafspraken. Op basis van de vernauwing van de blik op het meetbare op de Hogeschool Utrecht lijkt het Ministerie van Onderwijs er verstandig aan te doen de resultaten van de eerste ronde eerste serie prestatieafspraken goed te

59

evalueren voor afspraken voor een tweede periode te sluiten. Als de HU een maatstaf is voor de hele hoger onderwijssector – een stelling die onderzocht zal moeten worden – dan rijst de vraagt, of datgene wat niet gemeten is, ondergesneeuwd is geraakt. Door te blijven sturen op prestatie- indicatoren die in internationale benchmarks zwaar mee tellen, is de plaats in de top 5 van meest concurrerende kenniseconomieën door Nederland waarschijnlijk wel vast te houden. De vraag is of bildung, en maatschappelijke vorming in het onderwijs, begrippen die zich niet in een cijfer laat vangen, daar de dupe van worden.

60

Bibliografie

Atkinson, M. & Hammersley, P., 2007. Etnography principles in practice. Londen: Routledge.

Bennett, A. & Checkel, J., 2014. Process Tracing From metaphor to Analytic Tool. 1 red. Washington DC: Cambridge University Press.

Bevir, M., 2012. `Democratic governance. N.J.: Princeton University Press.

Bongers, N., 2015. Afscheid van Geri Bonhof. [Online]

Beschikbaar via: https://medium.com/@trajectum/afscheid-van-geri-bonhof-a75a75426c03 [Geopend 25 juni 2015].

Bryman, A., 2012. Social research methods. 4e red. New York: Oxford University Press.

Camp, R., 1989. Benchmarking: the search for industry best practices that to superior performance. 1 red. Milwaukee, Wisconsin: Quality press for the American Society for quality control.

Collier, D., 2011. Understanding process tracing. Political Science and Politics, 44(4), pp. 823-830.

Deem, R. & Brehony, K., 2005. Management as ideology: the case of 'new managerialism' in higher education. Oxford Review of Education, 31(2), pp. 217-235.

Durose, C., 2009. Frontline workers and "local knowledge":neighbourhood stories in contemporary UK local governance. Public Administration, 87(1), pp. 35-49.

Dutta, S., Lanvin, B. & Wunsch-Vincent, S., 2014. Global Innovation Index 2014, Geneva: World intellectual Property Organization.

Explorable.com, 2009. Explorable.com. [Online]

Beschikbaar via: https://explorable.com/snowball-sampling [Geopend 24 juni 2015].

Geertz, C., 1973. The interpretation of cultures. 1 red. New York: Basic Books.

Gobo, G., 2008. Doing Etnography. 1 red. Los Angeles: Sage Foundation.

Groeneveld, S. & Van de Walle, S., 2011. New steering instruments: Trends in public sector practice and scholarship. In: S. Groeneveld & S. v. d. Walle, red. New steering concept in public management. Bingley: Emerald, pp. 205-214.

61

Hall, P. & Taylor, R., 1996. Political Science and the Three New Instituionalisms. Political Studies, Issue 44, pp. 936-957.

Hardin, G., 1968. The Tragedy of the Commons. Science, Issue 162, pp. 1243-1248.

Harms, M., 2014. Koers 2012+ Doelen behaald?, Utrecht: Hogeschool Utrecht.

HBO-Raad, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2011. Hoofdlijnenakkoord OCW - HBO- raad. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Hogeschool Utrecht, 2014. Organogram Hogeschool Utrecht. [Online] Beschikbaar via:

http://www.hu.nl/~/media/LLL/Images/Afwijkend/Graphics/organogram%20HU%20september%202 014%20v2.jpg?la=nl

[Geopend 6 juni 2015].

Holloway, I., 1997. Basic Concepts for qualative research. 1 red. Londen: Blackwell Science.

Jerak-Zuiderent, S. & Bal, R., 2011. Locating the Worths of Performance Indicators: performing Transparencies and Accountabilities in Health Care. In: A. Sætnan & H. Lomell, red. By the Very Act of Counting - The Mutual Construction of Statistics and Society. London/New York: Routledge, pp. 224- 242.

Jongbloed, B., 2013. Prestatieafspraken. Thema Hoger Onderwijs, 2013(1).

Kiewiet, D. & McCubbins, M., 1991. The Logic of Delegation: Congressional Parties and the Appropriations Process. 2 red. Chicago: University of Chicago Press..

Kuiper, R., 2015. Hogescholen willen ook af van prestatieafspraken. Volkskrant, 23 april, p. 13.

Lipsky, M., 1980. Street-level bureaucracy: Dillemas of the individual in public services. 30e red. New York: Russell Sage Foundation.

March, J. & Olsen, J., 1984. The New Institutionalism: Organizational Factors in Political Life. The American Political Science Review, 78(3), pp. 734-749.

Meyer, H. & Rowan, B., 2006. Institutional Analysis and the Study of Education. In: H. Meyer & B. Rowan, red. The New Institutionalism in Education. Albany: State University of New York Press, pp. 1- 13.

62

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2011. Kwaliteit in verscheidenheid, Rijswijk: Vijfkeerblauw.

Noordegraaf, M., 2008. Management in het Publieke Domein. Issues, instituties en instrumenten. 2e red. Bussem: Coutinho.

NOS, 2010. De hele tekst van de Troonrede 2010. [Online]

Beschikbaar via: http://nos.nl/artikel/186321-de-hele-tekst-van-de-troonrede-2010.html [Geopend 20 juni 2015].

Parker, L., 2012. Corporatised Higher Education: A Global Financial Mangament Discourse. From Privatised to Hybrid. Financial Accountability & Management, 28(3), pp. 247-268.

Peters, B., 2011. Institutional theory in political science: the new institutionalism. 3th red. sl:Bloomsbury Publishing USA.

Pierson, P., 2000. Increasing Returns, Path Dependence and the Study of Politics. The American Political Science Review, 94(2), pp. 251-267.

Pollitt, C., 2002. The New P{ublic Management in international Perspective: An Analysis of Impacts and Effects. In: K. McLaughlin, S. Osborne & E. Ferlie , red. New Public Management: Current Trends and Future Prospects. London: Routledge, pp. 274-292.

Rowan, B., 1995. Institutional analysis of educational organizations Lines of theory and directions for research. In: R. Ogawa, red. Advances in research and tehories of school management and

educational policy. Greenwich Canada: JAI, pp. 1-20.

Rowan, B. & Miskel, C., 1999. Institutional theory and the study of educational organizations. In: J. Murphy & K. Seashore-Louis, red. Handbook of research on educational administration. San Francisco: Jossey-Bass.

Schmidt, V., 2008. Discursive institutionalism: The explanatory power of idead and discourse. Annaul Review of political Science, Issue 11, pp. 303-326.

Schneider, A. & Sidney, M., 2009. What is next for Policy Design and Social Construction Theory?. Policy Studies Journal, 37(1), pp. 103-119.

Schubert, T., 2009. Empirical observation on New Public Management to increase eeficiency in public research- Boon or bane?. Research Policy, 38(8), pp. `1225-1234.

63

Scott, R., 1994. Institutions and Oranizations: towards a theoretical synsthesis. In: R. Scott, red. Institutional Environments. sl:sn, pp. 55-80.

Simon, H., 1956. Rational Choice and the Structure of the Environment. Psychological Review, 63(2), pp. 129-138.

TeWinkel, W. & Juist, N., 2013. Strategie Hoger Onderwijs Nederland 2012. [Online] Beschikbaar via: http://www.strategie-ho.nl

[Geopend 14 juni 2015].

Thelen, K., 1999. Historical institutionalism in comparative politics. Annual review of political science, 2(1), pp. 369-404.

Van de Meent, Y., 2015. Angst en onzekerheid bij Hogeschool Utrecht. Onderwijsblad, 7 maart, pp. 28-31.

Van Hulst, M., De Graaf, L. & Van den Brink, G., 2011. Exemplary Practitioners: A review ofactors who make a difference in governing. Administrative Theory& Praxis, 33(1), pp. 120-142.

Van Veenendaal, P., 2012. Prestatieafspraken Hogeschool Utrecht, Utrecht: Hogeschool Utrecht.

Van Vught, F., 2012. Advies Hogeschool Utrecht, Den Haag: Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek.

Veerman, K. et al., 2010. Differentieren in drievoud., Den Haag: Koninklijke Broese & Peereboom.

64

Bijlage: Globale vragenlijst

Korte introductie

 Afspraken interview: al dan niet opnemen en eventuele anonimiteit

 Uitleg scope onderzoek met case study kenbaar maken: kijken naar de institutionele veranderingen (andere regels/normen, andere cultuur, strategisch gedrag

Start/achtergrond/opbouwen rapport

 Wat is uw achtergrond en rol binnen de HU? Proces totstandkoming

 Hoe is het proces richting prestatieafspraken tussen de diensten, faculteiten en het CvB vormgegeven? Hoe kijkt u hier op terug?

 Wat heeft u meegemaakt meegekregen van het maken van prestatieafspraken?

 Wat was de meest ingrijpende afspraak en waarom? Procedures en normen

 Wat heeft u zelf ervaren van (de effecten van) de prestatieafspraken in uw dagelijks werk?

 Welke procedures/werkafspraken zijn er veranderd de afgelopen jaren? Strategisch gedrag

 In hoeverre is er sprake van strategisch gedrag?

 Hoe omgaan met perverse prikkels?

Vragen via behoud eigen baan/plek/privileges

Cultuur en sfeer

 Is qua cultuur / sfeer iets verandert de afgelopen jaren?

 Wat heeft de ontvlechting/reductie betekent voor de sfeer binnen de Hogeschool?

 Is er een cultuuromslag geweest naar meer onderwijsinnovatie? Voelt de werkvloer dat ook zo in uw visie?

 Het beeld dat ik krijg uit interviews, bij het lageropgeleide personeel veel angst,

onduidelijkheid, roddels, mensen die bang zijn om baan te verliezen, overal ergens achter. Met name oudere docenten en onderzoekers die klagen over minder ondersteuning. En mensen bij de diensten die veel minder vrijheid ervaren en toegenomen procedures,

bureaucratie door het gegroeide aantal managementlagen. Is dit herkenbaar? Hoe komt dit? Is dit tijdelijk?

Overig

 Hoe realistisch schat u het risico dat de HU daadwerkelijk financiering misloopt als een deel van de afspraken niet gehaald wordt?

65

 Hoe kijkt u naar de prestatieafspraken in het licht van de protesten tegen

‘rendementsdenken’? Is meer bekostiging op basis van prestaties de toekomst of zal het niet doorzetten?

 Is er sprake van langere lijnen, meer managementlijnen?

 Past het instrument prestatieafspraken bij een kennisorganisatie (oorspronkelijk

bedrijfsmatig instrument)? Welke randvoorwaarden zijn nodig om het te laten slagen en was hier aan voldaan?

 Wat waren de heetste hangijzers?

 In hoeverre zijn prestatieafspraken richtinggevend geweest voor de koers van de HU? Is het een uitwerking van Koers 2012+ of heeft het ook richting gegeven (of katalysator) HU in 2020?

 Zijn de exacte getallen redelijk arbitrair tot stand gekomen (uit de duim). Is dat erg?

 Is een vastgelegde afspraak met faculteiten keihard (afrekenen indien niet gehaald) of een basis voor een gesprek? En hoe zit dat met reviewcommissie OCW vs HU?

 Hoe komt het dat er geen afstemming/tussentijdse evaluatie was tussen faculteiten over onderlinge compensatie van afspraken zodat ze HU-breed wel gehaald kunnen worden ook al haalde een enkele faculteit die niet.

 Als we kijken naar reductie OBP- ten gunsten van OP. Wat was daar de belangrijkste aanjager van?