2 Internationale concurrentiepositie
3.3 Subsidies van andere instellingen
3.3.1 Besluit subsidies energieprogramma’s (BSE) agrarische sector
Doel
Het bevorderen van projecten, gericht op het bereiken van energiebesparing, de inzet van stromingsenergie of de toepassing van energietechnieken die tot een geringe belasting van het milieu leiden.
Voor wie
Voor ondernemingen, publiekrechtelijke en non-profitinstellingen Voorwaarde
Binnen de glastuinbouw kan een bijdragen worden verkregen door:
- Beleidsontwikkeling, haalbaarheidsprojecten die zijn gericht op het optimaliseren van de energiebenutting in nieuwe en bestaande glastuinbouwgebieden;
- Onderzoek, technologische ontwikkelingen en kennisoverdracht, die significante bijdragen leveren aan het ontwikkelen van kennis van energiebeheer, energiebesparende technieken en duurzame energiebronnen.
- Activiteiten op bedrijfsniveau, kennisoverdrachtsprojecten die zijn gericht op voorlichting over en begeleiding bij de implementatie van energiebesparende opties en toepassingen van duurzame energie op
glastuinbouwbedrijven.
Bijdrage
De subsidie bedraagt afhankelijk van het soort project 25 tot 60%.
Aanvraag en informatie
Aanvraagformulier en inlichtingen zijn verkrijgbaar bij NOVEM Utrecht (030-2393493).
3.3.2 Nieuwe EnergieConversie-Systemen en Technologieen (NECST)
Doel
Stimuleren van ideeën en uitvindingen op het terrein van energieconversie (efficiënte omzetting van energie).
Voor wie
Uitvinders, innovators, onderzoekers, bedrijven in de energiesector Voorwaarden
Projecten en activiteiten die in aanmerking kunnen komen voor NECST-ondersteuning hebben enkelen van de volgende kenmerken:
- Het energetisch rendement van een bestaande technologie of een bestaand systeem wordt verbeterd;
- De kostprijs voor omzetting van energie(grondstoffen) wordt verlaagd;
- De nieuwe technologie of het nieuwe energieconversie-systeem is realiseerbaar en heeft marktwaarde;
- De nieuwe of veranderde energieconversie-technieken en –systemen kunnen worden geïntegreerd met de infrastructuur voor de energievoorziening;
- Het idee of concept heeft een innovatief karakter.
Aanvraag en informatie Novem Utrecht (030-239 34 18).
3.3.3 Technologiefonds tuinbouw
Doel
Bevordert onderzoek naar en ontwikkeling van technologische vernieuwingen in de glastuinbouw. Aan de ontwikkeling van nieuwe producten, processen en diensten zijn vaak financiële risico’s verbonden, die de draagkracht van de agrarische onderneming te boven kan gaan. Het Technologiefonds kan (haalbaarheids-) onderzoeken en ontwikkelingen van commercieel aantrekkelijke producten, processen of diensten ondersteunen op het gebied van de glastuinbouw en/of teelt in de volle grond.
Voor wie
In Nederland gevestigde collectiviteiten bestaan uit tenminste twee ondernemers uit de primaire sector.
Voorwaarden
- Uitvoering en commercialisatie moeten plaatsvinden in Nederland;
- Voldoende nieuw technische elementen bevatten voor Nederland;
- Uitvoering wordt gerealiseerd door een collectief waarin ten minste twee telers vertegenwoordigd zijn;
- De telers dragen ten minste 25% van de projectkosten;
- Uitvoering van het project moet technische risico’s met zich meebrengen, waarvan de eventuele financiële gevolgen de draagkracht van de onderneming te boven gaan;
- Het onderzoek of de ontwikkeling moet een reële kans van slagen hebben en uitzicht bieden op commerciële exploitatie;
- Eens per half jaar dient de aanvrager schriftelijk over de voortgang van het project te rapporteren.
Bijdrage
Financiering van maximaal 50% van de projectkosten, 25% in de vorm van subsidie en 25% in de vorm van een renteloos krediet.
Aanvraag en informatie
LTO Groeiservice (070-414 18 74).
3.3.4 Technologische OntwikkelingsProjecten (TOP)
Doel
Stimuleren van het uitvoeren van technisch risicovolle projecten door ondernemingen Voor wie
Ondernemers die voor eigen rekening en risico een technisch project uitvoeren.
Voorwaarden
- Het idee is technisch vooruitstrevend en risicovol;
- Het product of dienst is nieuw voor Nederland;
- Het project is commercieel haalbaar;
- Er is geen sprake van doorontwikkeling of procesverbetering;
- De projectkosten leggen een onevenredig beslag op de middelen van het bedrijf, waardoor uitvoering van het project zonder TOP onmogelijk is of sterk wordt vertraagd;
- De aanvrager kan een eigen bijdrage aan het project financieren.
- De projectkosten bedragen minimaal 99831.-Bijdrage
Financiering bedraagt 25% van de technische ontwikkelingskosten voor grote bedrijven en 35% voor het MKB.
Aanvraag en informatie Senter
3.3.5 Subsidieregeling referentieprojecten milieutechnologie
Doel
Om een voor Nederland nieuwe milieutechnologie op de markt te kunnen brengen, is het vaak noodzakelijk een gunstige referentie te verkrijgen om de eerste afnemer over de streep te trekken. Subsidie kan worden verkregen voor het laten uitvoeren van een meetprogramma of een eerste praktijktoepassing.
Voor wie
Bedrijf dat een product heeft ontwikkeld en verkoopt.
Voorwaarden
- De milieutechnologie moet nieuw zijn voor Nederland;
- Er moet sprake zijn van een aantoonbare drempel die een belemmering vormt voor het vinden van een eerste afnemer;
- In het geval van een eerste praktijktoepassing dient verwacht te worden dat binnen zes maanden een overeenkomst tot levering wordt gesloten tussen afnemer en leverancier;
- De kosten voor het laten uitvoeren van een meetprogramma dienen minimaal 4538,= en voor de eerste praktijktoepassing 11.345,= te bedragen;
- De aanvrager moet meewerken aan kennisspreiding omtrent de resultaten;
- Er mag nog geen contract zijn afgesloten met een eerste afnemer of een meet- of keuringsinstantie, voordat de aanvraag is ingediend.
Bijdrage
Voor de eerste praktijktoepassing 25% en voor het meetprogramma 50%
Aanvraag en informatie Senter
3.3.6 Programma Economische Samenwerking Projecten (PESP)
Doel
Stimuleren van activiteiten die de export naar niet-westerse landen van het Nederlandse bedrijfsleven bevorderen.
Het betreft activiteiten die voorafgaan aan het afsluiten van definitieve overeenkomsten, zoals:
- haalbaarheidsonderzoek;
- project-identificatie-activiteiten;
- investeringsvoorbereidingsstudie;
- stages en uitzending van deskundigen.
Voorwaarden
- Het project leidt tot Nederlandse directe export van kapitaalgoederen en/of diensten;
- Er is vooraf zicht op financiering van het project in de implementatiefase, wanneer het project haalbaar blijkt;
- Het project vergroot de bekendheid met het aanbod van het Nederlandse bedrijfsleven in het betreffende land;
- Het project is geen demonstratieproject.
Bijdrage
Maximaal tweederde van de studiekosten tot een maximum van 138.403,=.
Aanvraag en informatie
Senter Internationaal (070-361 04 51)
3.3.7 Programma Samenwerking Opkomende Markten (PSOM)
Doel
Stimulering van samenwerking tussen Nederlandse bedrijven en bedrijven in opkomende markten voor investerings- en handelsactiviteiten.
Voorwaarden
- Het project moet daadwerkelijk perspectief bieden op lokale investeringen of duurzame handelsbetrekkingen met een bedrijf in een PSOM-land.
- Het project omvat installatie van apparatuur (hardware), kennisoverdracht van het Nederlandse naar het lokale bedrijf en een combinatie van technische assistentie, training, marktonderzoek, demonstratie van projectresultaten en institutionele versterking.
- Op termijn heeft het project een positieve invloed op de lokale werkgelegenheid en op de werkgelegenheid in de sector in kwestie.
- Voor Nederlandse bedrijven dient het project een wezenlijk en zichtbaar resultaat op te leveren.
- Het project moet toegesneden zijn op de lokale situatie en deskundigheidsniveau en maakt gebruik van bewezen technologie
Bijdrage
Het PSOM financiert 66,6 % van het totale projectbudget Aanvraag en informatie
Senter Internationaal (070-361 05 42)
3.3.8 CO
2-reductieplan
Doel
Stimuleren van investeringen gericht op het substantieel terugdringen van de CO2-emissie.
Het ministerie van Economische Zaken heeft aangekondigd in 2001 een nieuwe subsidieregeling te publiceren.
Nieuw in deze regeling is dat deze regeling ook gericht wordt op andere broeikasgassen als methaan, lachgas, HFK, PFK, en SF6. Voor subsidie uit het CO2-reductieplan komen dan naar verwachting projecten in aanmerking met een kosteneffectiviteit tot 9,- per ton CO2-reductie.
De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal 30 of 40 procent (voor MKB) van de projectkosten.
Informatie
Projectbureau CO2-reductieplan (038-455 34 22)
3.3.9 Wet Reïntegratie Arbeidgehandicapten (REA)
Doel
Bevorderen dat werkende met of na het krijgen van een arbeidshandicap in het arbeidsproces terugkeren of blijven.
De wet bevat een aantal reintegratie-instrumenten, te weten:
- Herplaatsingsbudget
Voorwaarden
Raadpleeg de informatie op internet: WWW.LISV.NL Aanvraag en informatie
Centraal Bureau voor de Arbeidsvoorziening (CBA) en het Landelijk Instituut Sociale Verzekeringen (LISV).
3.3.10 Subsidie cursuskosten werknemers in land- en tuinbouw (STOSAS)
Doel
Stimuleren van scholing van werknemers in de agrarische sector.
Voorwaarden
- Werknemer vergroot zijn bekwaamheid in huidige functie of toekomstige functie binnen het bedrijf met behulp van een door Stosas erkende cursus;
- Werkgever draagt voor werknemer Stosas-premie af;
- Cursussen moeten betrekking hebben op de werkzaamheden in de bedrijfstak en worden afgesloten met een certificaat dat door de sector is erkend.
Bijdrage
Wordt aan alle voorwaarden voldaan dan worden de cursus- en reiskosten en eventueel het loonverzuim tot bepaalde hoogte vergoed.
Aanvraag en informatie
GUO, afdeling Stosas-administratie
3.3.11 Uitvoeringsregeling Energiepremies
Doel
Het bevorderen van energiezuinig en milieuvriendelijk gedrag door de aanschaf van energiezuinige apparaten en energiebesparende voorzieningen aan de woning.
Voorwaarden
- De energiezuinige apparaten moeten voorzien zijn van een A-energielabel - De apparaten en voorzieningen moeten voorkomen op de Energiepremielijst Aanvraag en informatie
De aanvraag geschiedt door middel van de indiening van een aanvraagformulier van het energiebedrijf, leverancier of winkelier.
3.3.12 InvesteringsBevordering en Technische Assistentie (IBTA)
Doel
Stimuleren van investeringen, internationale bedrijfssamenwerkingen en het verbeteren van de bedrijfsvoering bij bedrijven in ontwikkelingslanden of Oost-Europa.
Gedacht kan worden aan haalbaarheidstudies, missies, tijdelijk management, technische assistentie, arbeidsgerichte training, opleidingscentra voor de bedrijfstak en dienstencentra.
Aanvraag en informatie
Nederlandse FinancieringsMaatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO) (070-314 96 96)
3.3.13 Bijdrageregeling kleine gasafname tuinbouw
Doel
Glastuinders met kleine gasafname compenseren voor het prijsverschil met het speciale gastarief voor
Voor wie
Tuinders die minder dan 30.000 m3, maar meer dan 12.000 m3 gas per jaar verbruiken.
Voorwaarden
- De aanvrager moet voor eigen rekening een land- en tuinbouwbedrijf uitoefenen;
- Het gas moet worden aangewend ter bevordering van het groeiproces van tuinbouwproducten;
- Wordt een woonhuis via dezelfde aansluiting verwarmd dan wordt hiervoor 5.000 m3 van het verbruik afgetrokken;
- De bijdrage moet minimaal ( 45,38) bedragen Aanvraag en informatie
Productschap Tuinbouw (070-370 85 63)