• No results found

STUKKEN BETREFFENDE DE DROOGMAKING VAN

In document 013 (pagina 135-139)

BEHEER EN ONDERHOUD VAN WATERSTAATSWERKEN

STUKKEN BETREFFENDE DE DROOGMAKING VAN

54. Resolutieboek van schout en regenten betreffende de bedijking en droogmaking van zekere plassen, en bevattende registraties van de electiebrieven van ambachtsbewaarders, achtemannen, kerkmeesters en andere ambtenaren, 7 januari 1771 - 3 april 1777.

BAND 55

55.1 Bijlagen, z.d. en 1772 - 1776.

55.2 Verzoekschrift van den schout, ambachtsbewaarders en achtemannen, mitsgaders den molenmeester van over de

Lede, als bedijkers van de geoctrooieerde droogmaking, aan dijkgraaf en hoogheemraden, om de tractementen van den schout, secretaris, enz. te bepalen als daarbij staat uitgedrukt en daarop verleende qualificatie van 18 maart 1776.

55.3 Verklaring van dijkgraaf en hoogheemraden dat de werf, waarop de korenmolen stond, als gedeeltelijk ten nutte van

de droogmakerij van den Zuideindschen polder doorgegraven, daarom tot die droogmakerij behoorde, 2 october 1777.

Notariëel afschrift.

55.4 Resoluties waarbij Gecommitteerde raden schout, ambachtsbewaarders en achtemannen en den molenmeester van

over de Lede permitteerden, om ten behoeve van de droogmaking obligaties ten comptoire generaal, geprovenieerd uit afkooppenningen, te verkoopen, en die daartoe eerst te splitsen, kladden van brieven daarover van den secretaris aan den procureur Van Son, besluiten van schout, ambachtsbewaarders en achtemannen, en den molenmeester van over de Lede, waarbij zij schout en ambachtsbewaarders tot den verkoop autoriseerden, enz., 1772-1777.

55.5 Verzoekschriften van schout, ambachtsbewaarders en achtemannen, mitsgaders den molenmeester van over de Lede

aan de Staten van Holland, om te verklaren, dat de huizen en erven, gebruikt tot het opmaken van den generalen ringdijk van de droogmakerij en een gedeelte van dien dijk uitmakende, moesten jouisseeren van de bij het octrooi van 8 december 1767 verleende vrijdommen, afschriften en eenige stukken daarover, ingekomen van den procureur Van Son, 1778 en 1779.

BAND 56

56. Octrooi van de Staten van Holland voor den schout, ambachtsbewaarders en achtemannen, mitsgaders den molenmeester van over de Lede, alsmede voor den baljuw, schout en schepenen van Den Tempel, tot het bedijken en droogmaken van plassen, groot omtrent 1200 mergen, uitmakende een gedeelte van Berkel en Rodenrijs en de geheele heerlijkheid Den Tempel, 8 december 1767.

Perkament, uithangend zegel afgevallen.

Reglementen tot het provisioneel bedijken en droogmaken van gedeelten van die plassen, als: - ruim 600 mergen, op een zegel van 1770;

- omtrent 1000 mergen, 7 augustus 1772, met approbatie van dijkgraaf en hoogheemraden van 3 december 1772.

BAND 57

57. Gekleurde kaart in lijst, achter glas, genaamd "Droogmakinge van Noord-, Zuid en Westpolders onder Berkel, Rodenrijs en Tempel", door D. Graat, 1776 en 1777, met een register of lijst.

BAND 58

58.2 Memories van ten behoeve van de droogmakerij over te geven of overgegeven landen, gedamden, enz., lijsten van betalingen daarvoor enz., 1771-1773.

58.3 Voorwaarden van veiling van de drooggemaakte landen nu genaamd de Noord-, Zuid- en Westpolders, 1777.

Gedrukt, 2 stuks. Een ontwerp daarvoor. Notities van die landen.

Gedrukt, 5 stuks.

58.4 Voorwaarden waarop commissarissen tot het effectueeren van de droogmakerij van Bleiswijk en Hillegersberg uit

naam van H. Ed. Groot Mog. en volgens hun resoluties van 16 october 1771 en 17 juli 1778 zouden doen verkoopen kavels drooggemaakte landen in de gewezen:

- Hoekeindsche en Overbuurtsche polders en onder Oosteinde;

- Hoekeindsche, Overbuurtsche, Oosteindsche en Butterdorpsche polders, 17 juli 1778. Gedrukt.

58.5 Lijst van onder de hand verkochte dijken in de Noord-, Zuid- en Westpolders, de namen van de koopers enz.,

omstreeks 1780.

58.6 Verdrag tusschen de heer van Den Tempel, en schout en ambachtsbewaarders van Berkel en Rodenrijs, als verdere

regenten van de droogmaking gequalificeerd, om hem de landen in de droogmakerij, die de heerlijkheid Den Tempel en haar uitweg uitmaakten, te transporteeren, 31 maart 1777.

Aanteekening betreffende de overdracht op 19 november 1777, volgens gemelde en een nadere conventie.

58.7 Verdrag tusschen den heer, en schout en ambachtsbewaarders, als bij de verdere regenten van de drooggemaakte

polders gequalificeerd, waarbij dezen het tiendrecht op de landen, hem in die polders competeerende, afkochten, 31 maart 1777.

Briefwisseling en aanteekeningen daarover.

Approbatie van dijkgraaf en hoogheemraden van dat verdrag, 3 april 1777.

58.8 Lijsten en aanteekeningen van betalingen voor de droogmaking, 1771-1779.

58.9 Specificatie van de penningen op 13 januari 1773 bevonden in de droogmakingskasse.

58.10 Rekening wegens het bedijken en droogmaken, ingevolge van het octrooi van 8 december 1767.

58.11 Lijsten van ontvang en uitgaaf voor de droogmakerij, 21 mei 1771 - 12 september 1772.

58.12. Concept-rekening van de droogmaking over 1772-1774.

BAND 59

59.1 Bijlagen, 1772-1774 en 1775-1780.

59.2 Bonderel op de rekening van de droogmaking over 1777 en 1778.

59.3 Kwijtschriften voor de interesten van geleende kapitalen voor de droogmaking, 1772-1775.

STUKKEN BETREFFENDE DE DROOGMAKING VAN 1845

BAND 60

60. Ontwerp tot het droogmaken en bemalen van de plassen in den polder van Berkel, van A. Greve, ingenieur, 26 februari 1845.

De kaart ontbreekt.

BAND 61

61.1 Ongebonden register van notulen van de vergaderingen van ingelanden, het polderbestuur met of zonder ingelanden,

en het polderbestuur benevens de commissie tot de droogmaking met of zonder ingelanden, 9 juni 1849 - 29 juli 1854.

61.2 Overeenkomsten waarbij het polderbestuur land, water of hakhout kocht, ter bedijking en ontlediging van de

uitgeveende:

- Rodenrijsche plassen en tot aanleggen van een bergboezem, 27 juni 1846 - 18 juli 1848;

- Oudeleedsche plassen en tot aanlegging van een bergboezem, 24 januari 1848 - 18 juni 1850, met vorige koopbrieven;

- plassen in den Voorafschen polder, 29 januari en 29 maart 1848, met vorige koopbrieven;

- plassen in den Berkelschen polder en tot aanlegging van een bergboezem en een combinatieweg, 17 mei 1850, ten behoeve van:

- de droogmaking, 1 october 1849 - 1 augustus 1851;

- de droogmaking en tot het aanleggen van een combinatieweg, 17 mei - 16 october 1850; - zonder opgaaf van doel, 16 october 1850 - 10 september 1856, met een vorigen koopbrief. Met dubbele en bijbehorende stukken.

61.3 Overeenkomsten tusschen commissarissen tot droogmaking van de plassen, gelegen onder de bemaling van den

polder, en grondeigenaars over het graven van een vaart, het afstaan van land, het steken van een valbrug enz., 13 maart 1847, 16 september 1850 en z.d.

61.4 Register van percelen, midden van de 19e eeuw.

Waarschijnlijk voor de droogmaking gebruikt.

Lijsten van onteigende onroerende goederen en van voor de eigenaars drooggemaakte plassen en rietland, 1852.

61.5 Overeenkomst waarbij commissarissen tot droogmaking van de plassen, gelegen onder de bemaling van den polder,

weiland en hakhout verhuurden, 12 augustus 1848.

61.6 Rekening van de droogmaking van de Rodenrijsche plassen en het maken van een bergboezem, october 1845 -19

Noordeindsche -, Dorpsche - en andere plassen, onder Berkel, 21 november 1846 - 22 december 1854. Bijlage.

Samengenaaid.

BAND 62

In document 013 (pagina 135-139)