• No results found

KEUREN EN ORDONNANTIES ENZ.

In document 013 (pagina 103-106)

BEHEER EN ONDERHOUD VAN WATERSTAATSWERKEN

KEUREN EN ORDONNANTIES ENZ.

8.4 Ordonnantie van de Staten van Holland, waarbij den regeerders ten plattelande werd gelast, hun rekeningen met open deuren en vensters te doen, 18 september 1600.

Gewaarmerkt afschrift van 1 juni 1679.

8.5 Keuren en ordonnanties van Delfland, 16 maart 1582, en 5 en 6 april 1585. Gewaarmerkt afschrift van 22 juli 1585.

8.6 Akkoord tusschen den dijkgraaf en hooge heemraden over de pacht van het dijkgraafschap ingegaan 26 october 1563, 11 december 1563.

Gewaarmerkt afschrift van 24 januari 1588.

8.7 Resolutie van de ambachtsbewaarders van de vijf Oostambachten van Delfland, dat zij zich zouden begeven onder de resolutie van de negen verkoren hoofdingelanden, en zouden bevorderen, dat de zes punten van

het jaar 1454 en het octrooi, bij de Westambachten geimpetreerd en onlangs bij de Staten geconfirmeerd, ook over de Oostambachten mochten uitgestrekt worden, welverstaande dat zij begeerden te blijven op zich zelf,

11 januari 1590.

Notarieel afschrift, 1627.

8.8 Consideraties over het slagturven binnen Berkel, 17e eeuw.

8.9 Keuren en publicaties van dijkgraaf en hoogheemraden of de laatsten alleen op het malen op één peil, het vervoeren van veenaarde uit het ambacht, de schei- en heinslooten, het malen van de watermolens, enz.,

16 september 1641 - 12 mei 1817.

8.10 Akkoord op de inning van de boeten, gevallen in het beschouwen van de dijken, gemaakt bij heemraden,

Gewaarmerkte afschriften van 25 januari 1588.

8.11 Uitspraak van de hooge heemraden, dat zij wier land afgedolven was tot behoef van de Rodenrijsche kade, daarvoor

100 Philippus Boergondsche schilden zouden hebben, en dat een iegelijk zijn kade bloot houden en maaien zou, zonder daarop beesten te laten gaan, 19 juli 1446.

Gewaarmerkt uittreksel uit een register van de heemraden, 16e eeuw.

8.12 Uitspraak van den stedehouder en raad over geschillen tusschen de stad Delft en den dijkgraaf en hooge heemraden

wegens de ambachtsbewaarders, de 2 penningen van de heemraden op den morgen, de acht sluizen, de ponden grooten die de heemraden plachten te nemen als zij tot iemands verzoek enige werken visiteerden, en de boete van drie ponden die niet meer dan 10 schellingen placht te wezen, 21 mei 1454.

Afschrift van een registratie in een register van de privilegiën enz. van de hooge heemraden, 22 mei 1613.

8.13 Uittreksel uit een plakkaat van de hooge heemraden over het weiden op en delven bij de Landscheiding,

16e eeuw, en afschrift.

Keur van dezelfden over het delven bij de Landscheiding, het schieten van de Oude Lee, met bevel aan den schout die te schouwen, en het visschen daarin, 26 september 1522.

Afschrift van omstreeks 1600.

8.14 Verzoekschrift van den schout en ambachtsbewaarders van Bleiswijk aan den dijkgraaf en hooge heemraden van

Schieland, om de door hen op de Landscheiding of Zijdwind geleide kade te mogen gebruiken tot vulling van de slenken en dellen van die Landscheiding, 1579, met gunstige beschikking in Odulphusschouw 1579.

Gewaarmerkt gelijktijdig afschrift.

8.15 Opgaaf van den ontvang van den heemraadsduit ten behoeve van de hooge heemraden en de grooten voor de boden

in de ambachten van Delfland, gevallen half maart 1590

Gewaarmerkt extract uit een register van Delfland van 1 februari 1591.

8.16 Uittreksel uit een afschrift zonder datum van een keur zonder datum van de negen verkoren hoofdingelanden van

Delfland over het halen van aarde voor het onderhouden en maken van wegen en kaden, 7 januari 1596.

8.17 Keur van de hooge heemraden op het malen van de watermolens op één peil, 30 november 1571.

Als voren. Notarieel afschrift van 1597.

Als voren. Gewaarmerkt afschrift van 9 december 1634.

Renovatie van die keur, 9 december 1634, met begeleidend schrijven van 28 d.a.v.

Klad van een verzoekschrift van de ambachtsbewaarders van de ambachten van Delfland aan den dijkgraaf en hooge heemraden, om hun keuren op het stuk van het peil van 1562, 1566, 30 november 1571 en de renovatie van 9 december 1634 te amplieeren, z.d.

Keur als boven, 7 december 1662. Gedrukt.

Brief, afschriften van stukken van Delfland over het malen op één peil, 1652, en een memorie daarover, zonder datum.

8.18 Approbatie van de Staten van Holland van een reglement van den dijkgraaf en hooge heemraden, mitsgaders de

verkoren hoofdingelanden van Delfland, over het doen van de rekeningen door de ambachtsbewaarders, 9 maart 1605.

en de Landscheiding, 30 april 1622.

Afschrift van een afschrift, 7 november 1663.

8.20 Keur van de hooge heemraden voor geburen en gelanden achter het Noordeinde, om een vaart te schieten van de

Achterafsche kade tot achter Hazenheul, 26 augustus 1649. Gelijktijdig afschrift.

Verzoekschrift van inwoners en gelanden achter het Noordeinde, om voorzegde keur in het werk te stellen, 1674. Verzoekschrift van den schout, ambachtsbewaarders en het merendeel van de achtemannen, mitsgaders menig- vuldige ingelanden volgens het vorenstaande verzoekschrift aan dijkgraaf en hooge heemraden van dezelfde strekking, met kantbeschikking van 6 december 1674, en kerkgebod, 28 d.a.v.

8.21 Keur van de hooge heemraden, dat de boomen, die te hoog en te ver op den Leeweg waren geplant, zouden

geweerd, en deze weg jaarlijks zou gezand en geschouwd worden, 17 juni 1651.

Als voren, 2 afschriften, het ene met aankondiging, het andere met insinuatie van de besteedschouw, 15 november 1651.

Keur van de voornoemden, om de uitgetekende boomen te weren en de takken op te snoeien, 17 juni 1652.

8.22 Keur van de hooge heemraden voor den schout, ambachtsbewaarders en regenten, over het opslooten,

14 september 1655, en publicatie van 19 d.a.v. Gewaarmerkt afschrift van 27 februari 1721.

8.23 Keure en ordonnantie op het slagturven in den ambachte van Berkel, van dijkgraaf en hooge heemraden,

2 juli 1693.

Gedrukt in plano.

8.24 Approbatie van dijkgraaf en hoogheemraden van de keuren en ordonnanties op de beheering van de drooggemaakte

landen binnen het ambacht Berkel en Rodenrijs en de hooge heerlijkheid Den Tempel, 6 januari 1780, met approbatie van den heer van 28 d.a.v.

KAARTEN

BAND 9

9.1 Kaart van den Berkelschen polder, bevattende den Ouden Ledeweg, de molens en de Westmeer, midden van de 19e eeuw.

9.2 Kaart van den Berkelschen polder onder de gemeente Pijnakker in sectie B, overgenomen uit de kadastrale plans, 7 maart 1853.

9.3 Kaart van den Berkelschen polder onder de gemeente Pijnakker in sectie C, overgenomen uit de kadastrale plans, 28 november 1853.

9.4-10 Kaart van de gemeente Berkel, 3e en 9e blad, midden van de 19e eeuw.

9.11 Kaart van de gemeente Berkel, sectie B, met aanduidingen van verveningen, opgemaakt door den landmeter

1e klasse C.J. Elemans, 23 augustus 1856.

Kaarten van de gemeente Berkel, sectie C, als:

9.12-15 - 2e en 4e blad. Voorafschen polder.

2 stellen, waarvan het tweede volgens de opmeting van den landmeter D.S. Waterman, midden van de 19e eeuw.

9.16 - van de drooggemaakte plas genaamd Noordeinde, opgemeten door den landmeter C.J. Elemans, 1850.

9.17 Kaart van de gemeente (Den) Tempel opgemeten door den landmeter 1e klasse J. de Geus, midden van de

19e eeuw.

9.18 Kaart van den drooggemaakte polder aan de Oude Lee, gemaakt door den landmeter A.W. van Gils, januari 1849.

9.19 Kaart van het middelste drooggemaakte poldertje in het Zuideinde, midden van de 19e eeuw.

9.20 Kaart van een stuk dijk met daaraan gelegen perceelen, na 1844.

9.21 Kaart van gedeelten land in den Voorafschen polder, gemeten door den landmeter C.J. Elemans,

10 april 1856.

In document 013 (pagina 103-106)