• No results found

Aantekening van kapitalen, ingeschreven op het Grootboek van de Nationale Schuld, ten name van den ambachte van Berkel en Rodenrijs, 1 juli 1815 12 augustus 1836.

In document 013 (pagina 109-113)

BEHEER EN ONDERHOUD VAN WATERSTAATSWERKEN

BAND 10 10 Register van:

11.21 Aantekening van kapitalen, ingeschreven op het Grootboek van de Nationale Schuld, ten name van den ambachte van Berkel en Rodenrijs, 1 juli 1815 12 augustus 1836.

11.22 Huurovereenkomst tusschen den schout, ambachtsbewaarders en achtemannen van het jaar 1660 en Leendert

Dirksz. en Jan Corsz., molenaars van hun watermolens, van den Hofweg, 20 november 1660.

11.23 Huurovereenkomst tusschen den schout, en ambachtsbewaarders, achtemannen, en den gaarder van over de Lede en

Job Adriaansz. Seldenthuys, van de gemeene kade tusschen Berkel en Pijnakker (de Pissenkade), 22 januari 1670. Afschrift van 8 maart d.a.v.

11.24 Akte van openbare verhuring van het waarnemen van de ophaalbrug genaamd de Zwetheul, 7 augustus 1773.

11.25 Akte van openbare verpachting door schout en ambachtsbewaarders ten overstaan van schout en schepenen van

Akkersdijk en Vrouwenrecht van een partij weiland in den polder van Schieveen, zijnde een gedeelte van den Hofweg, 22 april 1803.

Gewaarmerkt afschrift van een van 6 juni d.a.v.

11.26 Overeenkomsten waarbij watermolenaars land, water en huis en erf kochten, 31 maart 1815 - 26 april 1836.

HANDVESTEN

11.27 Verzoekschrift van schout, ambachtsbewaarders en achtemannen aan den dijkgraaf en hooge heemraden, om

kopieën uit hun registers, voorzoveel ze het ambacht betroffen, omdat omtrent een jaar vóór de troebelen dieven de ambachtskist in de kerk opengeslagen en de brieven daaruit genomen en gecasseerd of hier en daar geworpen hadden, met beschikking van 28 november 1585.

11.28 Register, bevattende 25 stukken betreffende Berkel, van 1448 - 1563, zijnde uittreksels uit registers door den

secretaris van het Hoogheemraadschap van Delfland op 22 november - 9 december 1585 gewaarmerkt, als: 1. 2 october 1454

Uitspraak van het Hof van Holland in een geding tusschen de hooge welgeboren heemraden van Delfland en de heemraden van Schieland, dat de keur en schouw van een verlaat in Schieveen in de Zwet toebehoorden aan die van Delfland, en dat iedere partij in haar oude possessie van de penninggelden van den morgen zou blijven.

2. 19 januari 1528 (stilo curiae Hollandiae, volgens afschrift nr. 11.29)

Appointement van het Hof van Holland in een geding tusschen die van Berkel en "die van Bleiswijk" over het delven omtrent het scheid tusschen Delf- en Schieland.

3. z.d.

Extract uit een keur van dijkgraaf en heemraden over het slooten. 4. 5 augustus 1462

weg, van de Noordzijde van den Berkelschen weg, en op het schouwen daarvan door den schout en gezworens.

5. 11 october 1488

Consent van de hooge en welgeboren heemraden voor den schout en schepenen om de Zwet te beschouwen.

6. 16 ... ....

Keur van de hooge welgeboren heemraden op het zetten van een watermolen in Berkel (lees: waarschijnlijk Kethel-) ambacht en het schieten van een watering.

7. 10 januari 1459

Uitspraak van de hooge welgeboren heemraden in geschillen van de Oostambachten over het houden van de watering geheeten de Lede, lopende van den Overgauw tot de Heul in "de crom" van den weg, en het onderhoud van de heul.

8. 15 november 1448

Consent van de hooge welgeboren heemraden, dat "die van Noordel Berkel" een overtocht op de Striklede mochten maken, en uitspraak dat degenen die den Delftschen weg plachten te houden van de Schietkade tot de Stuggge-Zijdwind de putten en wagenslagen zouden vullen, dat "die van Noordel Berkel" ook den overtocht, die bij Delft placht te liggen bij St. Catharinapoort en nu lag buiten de poort bij "den crom" van den weg, waarin de heul lag, zouden overtrekken, en in de kosten bijdragen en dat, die van Berkel, Schieveen en Akkersdijk, die binnen de Rodenrijsche kade en de Zijdwind gelegen waren, die kade en Zijdwind zouden houden, en die van Pijnakker, den Hof van Delft en de Vriënban de Noordkade.

9. 22 juli 1484

Vonnis van de hooge welgeboren heemraden in een hofvaart van "die van Berkel", tegen "die van Schieveen" over het maken en onderhouden van de kade en Landscheiding tusschen hen, en van de Zwetkade.

10. 14 juli 1488

Uitspraak van den hoogen welgeboren heemraad in een geschil tusschen "die van Schieveen" en "die van Berkel" over de kosten van het maken van de Zwetkade.

11. 24 januari 1493 "nae den beloep 's hoefs van Hollandt" (1494)

Uitspraak van de welgeboren heemraden in geschillen, die partijen aan hen gesubmitteerd hadden, tusschen "die van Berkel" en "die van Pijnakker" over het varen van de eersten over de windazen in de watergang tusschen Delft en de watermolens van Pijnakker.

12. 27 mei 1503

Ordonnantie van de hooge welgeboren heemraden in een geschil tusschen "die van Berkel" en schuit- voerders, dat de eersten het verlaat te Berkel dichtmaken, en die er doorvoeren het een jaar lang onderhouden zouden, en dat, als er schade door kwam, het verlaat uit de put zou wezen en te niet

gekeurd worden. 13. 26 october 1525

Consent van de hooge heemraden voor twee buurluiden van Berkel, om een heul met een schotdam in den Berkelschen weg te maken.

14. .. ... 15..

buurluiden, die zeiden, dat zij daarvoor te laat op waren, waarbij aan iedere partij het steken van een heul werd geconsenteerd.

15. 1 october 1524

Uitspraak van den dijkgraaf en hooge heemraden in een zaak, die partijen aan hen "gebleven" hadden, tusschen de ambachtsbewaarders van Berkel en Dirk Arijsz. te Pijnakker, over den eigendom en het weiden van de kade op de Landscheiding tusschen Berkel en Akkersdijk bij zijn woning.

16. 30 juni 1526

Afschrift van de uitspraak, waarvan een gewaarmerkt afschrift onder nr. 18.10 voorkomt. 17. 7 juli 1526

Vonnis van de hooge hiemraden in een geding tusschen de buren van Schieveen en die van Berkel met die van Akkersdijk, zoveel hun de zaak aanging, die door het bieden te wedde en te wederwedde aan een hofvaart geknocht waren, over het onderhoud van de Zwetkade aan de zuidzijde van de Zwet, bij welk vonnis sententies van de hooge heemraden van 29 september 1486 en 1484 en een verklaring van 1488 goed en van waarde gehouden en de buren van Schieveen in de hofvaart gecondemneerd werden. 18. 4 mei 1527

Vonnis van den dijkgraaf en hooge hiemraden, tot wie de ambachtsbewaarders van Pijnakker en die van Berkel aan een hofvaart gegaan waren, waarbij dezen gecondemneerd werden, aan de eersten den 20en penning in de kosten van hun sluizen te betalen.

19. 13 april 1556 "nae Paesschen"

Akkoord tusschen den schout en een ambachtsbewaarder van Berkel en een ambachtsbewaarder en een buurman van Schieveen, dat de eersten drie gaten in de Schieveensche kade zouden mogen doen delven, en consent daartoe van den dijkgraaf en hooge heemraden.

20. 20 september 1559

Consent van de hooge heemraden voor twee buurluiden te Berkel, om een zijl met een schotdeur in de Berkelschen weg te leggen.

21. 10 october 1560

Consent van de hooge heemraden voor de ambachtsbewaarders van de vijf Oostambachten van Delfland, om het land buiten hun vingerling over de Hoeven-Zijdewind, in Zoetermeer in huur uit te geven, om toe te maken zonder dat land te verdelven of verslagturven.

22. 2 mei 1562

Keur van de hooge heemraden in de geschillen tusschen de ambachtsbewaarders van Berkel en de molenmeesters van den Zuidpolder van Delfgauw, dat dezen de kade tusschen de polders, op de Zuidzijde van den Leeweg, zouden doen maken en onderhouden, en dat de kade zou geschouwd worden door degenen die dat van ouds gehouden waren te doen.

23. 30 october 1562

Vonnis van de hooge heemraden in een geding tusschen de ambachtsbewaarder van Pijnakker en die van Berkel, dat dezen overeenkomstig de sententie van de heemraden van 13 juni 1520 de helft van de Pijnakkersche helft van de onkosten van het vernieuwen van de heul vóór de Pijnakkersche molens zouden betalen.

24. 8 mei 1563

Verbod van de hooge heemraden om de zijdeslooten tusschen de vruchtbare landen te baggeren, te slagturven of wijder te maken.

25. 19 juni 1563

Zuidzijde van den Leeweg onderhouden en geschouwd zou worden volgens de keur van 2 mei 1562, en over het hoogen van dien weg door de gehoefslaagden.

11.29 Uittreksels uit de registers van Delfland, ook voorkomende in vorenstaand register onder nrs.

2. 22 januari 1714, gewaarmerkt; 9. 10 januari 1584, gewaarmerkt; 12. 12 gelijktijdig, perkament; 22. omstreeks 1675.

11.30 Afschriften van de stukken, voorkomende in vorenstaand register onder nrs:

8. 14 november 1601, gewaarmerkt; 9. 2 januari 1675, gewaarmerkt; 18. 17e eeuw;

23. 23 december 1663, gewaarmerkt.

11.31 Vidimus van deken en kapittel van St. Pancraskerk te Leiden van 2 januari 1440 van een handvest van gemeene

heemraden, dat "die van Berkel" de Zudwijn zouden houden 24 gaarden breed, 6 roeden ongegrippeld en 2 roeden ongeteeld, 19 augustus 1381.

Afschrift omstreeks 1600.

11.32 Uitspraak van de hooge welgeboren heemraden van Delfland, dat de polders van Berkel, Pijnakker, Vrijenban en

Delfgauw samen de onkosten van de heulen te Delfgauw en in de Kerklaan zouden betalen, 27 october 1457. Uittreksel van de 18e eeuw uit een register van Delfland.

11.33 a. Consent van den hoogen welgeboren heemraad tot scheiding van "die van Berkel en van Akkersdijk", zoodat

elke partij zich voortaan met haar eigen watermolen zou behelpen, 30 september 1471. Perkament, afschrift van een afschrift uit een register.

b. Als voren.

Gelijktijdig afschrift van een gewaarmerkt tweede afschrift van 12 april 1550.

11.34 Bevel van Margriete, aartshertogin van Oostenrijk, aan den dijkgraaf en heemraden, om de ingezetenen van de vijf

Oostsluizen van Delfland niet te tracteeren naar uitwijzen van het vonnis van hertog Philips van Boergondië van 1453 en de declaratie van den heer Van Lannoy, te voren stadhouder van Holland, 19 maart 1522.

Gewaarmerkt uittreksel uit een register van Delfland, 2 januari 1592.

11.35 Verdrag van de ingelanden van de LXIIII hoven, te Overschie op de "croochreekenynge" vergaderd, om tegen "die

van Schiebroek" te procederen wegens het onttrekken van 24 morgen, en om iemand tot de regeering van de LXIIII hoven te committeeren, het eerste jaar uit Schieveen, het tweede uit den Oudendijk, het derde uit Schieveen en het vierde uit Zestienhoven, 22 september 1582.

Afschrift van een afschrift van 30 april 1589, 3 september 1591.

11.36 Condemnatie van dijkgraaf en hooge heemraden van Schieland in een middel van akkoord tusschen een

ambachtsbewaarder van Zestienhoven en anderen, over het ontvangen van de penningen van de landen, toekomende den 64 hoeven, 17 juni 1589.

11.37 Attestatie van verschillende personen ten verzoeke van Simon Fransz., dat alle inwoners in de Zijp en Neul mochten

In document 013 (pagina 109-113)