• No results found

empirie HOOFDSTUK

6.2 CASE-STUDY

Er zijn 3 casussen geselecteerd in dit onderzoek. In deze paragraaf wordt achtereenvolgens de motivatie voor de keuze van de casussen en de gehanteerde methode bij de casussen beschreven.

6.2.1

MOITIVATIE KEUZES CASUSSEN

Bij de selectie van de casussen is er als voorwaarde gesteld dat de casussen moeten passen binnen de afbakening van het onderzoek en dat de casussen een zo goed mogelijke afspiegeling van de praktijk moeten zijn. De casussen moeten aan de volgende criteria voldoen om ervoor te zorgen dat ze passen binnen de afbakening van het onderzoek:

 Er moet sprake zijn van een opgave voor het regionale waterbeheer, zoals beschreven in hoofdstuk 4. Deze opgave moet een belangrijke rol spelen binnen het project.

 De opgave voor het regionale waterbeheer moet een ruimtelijke opgave zijn (zie tabel 1).

 Bij het project is er sprake van een PPS volgens de definitie die in dit onderzoek wordt gehanteerd: Een samenwerkingsverband tussen publieke en private partijen, gericht op de

realisatie van onderling afhankelijke publieke en private doelen (waarbij de publieke doelen betrekking hebben op het beheer en inrichting van regionale watersystemen), op basis van een bindende verdeling van –tenminste- risico’s en verantwoordelijkheden.

Om de casussen een zo goed mogelijke afspiegeling van de praktijk te laten zijn is er naar gestreefd om casussen te selecteren op basis van een aantal parameters.

 Fase van het project: er zal naar worden gestreefd om casussen te selecteren die zich in een verschillende fase bevinden. Er zal tenminste een casus worden geselecteerd, waarbij het project zich meer in een initiatief fase begeeft. Ook zal er tenminste een casus worden geselecteerd waarbij het project in een uitvoeringsfase is, of al is gerealiseerd.

 Doelen voor het waterbeheer: uit hoofdstuk 4 blijkt dat er veel verschillende doelen zijn bij het beheer en de inrichting van regionale watersystemen. De doelen zijn verdeeld in de categorieën: waterkwaliteit, waterveiligheid, voldoende water en

natuur/recreatie/beleving. Er wordt daarom gezocht naar casussen waarbij de gerealiseerde doelen voor het waterbeheer zo veel mogelijk betrekking hebben op de verschillende categorieën.

 Private doelen: in hoofdstuk 5 zijn verschillende PPS concepten beschreven, hierbij zijn verschillende private doelen genoemd die binnen een PPS kunnen worden gerealiseerd. Er wordt naar gestreefd dat er bij de casussen zoveel mogelijk spreiding is in private doelen die worden gerealiseerd. Er worden dus geen 3 casussen geselecteerd, waarbij rode ontwikkelingen plaatsvinden.

 Geografische spreiding: Er wordt gestreefd naar een evenwichtige geografische spreiding van de casussen, dus niet allemaal in dezelfde regio.

6.2.2

DE GESELECTEERDE CASUSSEN

Het onderzoek richtte zich in eerste instantie op het zuiden van Nederland. Bij het selecteren van de casussen is deze afbakening echter losgelaten. Bepaalde PPS projecten, zoals de combinatie van woningbouw en waterberging blijken bijvoorbeeld voornamelijk in het westen van het land plaats te vinden. Een focus alleen op het zuiden van Nederland zou er daarom niet toe leiden dat de casussen een zo goed mogelijke afspiegeling zijn van de praktijk. Met de criteria en parameters als leidraad is er daarom gezocht naar een goede spreiding van casussen binnen heel Nederland i.p.v. alleen het zuiden van Nederland. In de zoektocht naar potentiële casussen zijn er een aantal afgevallen, omdat ze nog niet concreet genoeg waren (zoals REP Buren), er onvoldoende sprake van PPS bleek te zijn, of partijen niet bereid waren om mee te werken. Er zijn uiteindelijk drie casussen gevonden die voldoen aan de criteria en aansluiten bij de parameters. In tabel 4 worden de geselecteerde casussen kort toegelicht en op afbeelding 5 is de locatie van de casussen te zien. In hoofdstuk 7 is de praktijkanalyse van de casussen te zien.

Naam Soort project

(gezamenlijk doel) Publieke opgaven beheer en inrichting regionale watersystemen Private belangen (verdienmogelijkheden)

1) Het nieuwe water Gebiedsontwikkeling waar woningbouw met waterberging wordt gecombineerd

Waterveiligheid (piekwaterberging)

Opleveren van bouwrijpe grond voor woningbouw

2) Dynamisch beekdal Duurzame

(her)inrichting van het beekdal van de Aa.

Beekherstel, waterberging Landgoed ontwikkelingen 3) Veenoordkolk en Teugse kolk Gebiedsontwikkeling, herinrichting van voormalige zandwin plassen. Natuur en landschap in het kader van Natura-2000 en KRW Bergen van baggerspecie Tabel 4 De geselecteerde casussen. Afbeelding 5

6.2.3

METHODLOGIE

Voor de onderzochte casussen is er gebruik gemaakt van zowel literatuuronderzoek als semi- gestructureerde interviews.

Literatuurstudie

Met behulp van een literatuurstudie is inzicht verkregen in de achtergronden en huidige stand van zaken bij de casussen. Hiervoor zijn beleidsdocumenten en onderzoeken geraadpleegd welke van toepassing zijn op de plangebieden van de casussen. Daarnaast boden de websites van de betrokken organisaties de nodige achtergrondinformatie en nieuws met betrekking tot de voortgang van de projecten. Voor Het Nieuwe Water bieden vooral het bestemmingsplan (Gemeente Westland, 2008) en de Visie Greenport Westland 2020 (Gemeente Westland, 2005) relevante informatie. Daarnaast bieden de sites

http://www.onwbv.nl/ en http://www.hetnieuwewater.com/ en belangrijke bron van informatie voor het project. Via de website van onw bv is tevens een nieuwsbrief te raadplegen. Voor het Dynamisch beekdal bieden de milieueffectrapportage van het Dynamisch beekdal (Arcadis, 2009) en inrichtingsplannen voor twee deelgebieden (Waterschap Aa en Maas, 2007,2008) een belangrijke bron aan informatie. Voor de Veenoordkolk en Teugsekolk bieden het projectbesluit (Gemeente Deventer, 2011) en concept inrichtingsplan (Arcadis, 2011) achtergrond informatie.

Interviews

Om de invloed van de institutionele context op het succes van de casus in de praktijk te meten zijn er interviews gehouden met personen van de organisaties die betrokken zijn bij de PPS. Om ervoor te zorgen dat er geen gekleurd beeld ontstaat zijn er bij elke casus zowel interviews gehouden met de private als de publieke partijen. Dit biedt de mogelijkheid de beoordeling van publieke- en private partijen met elkaar te vergelijken. De interviews hebben plaatsgevonden met personen die vanuit hun organisatie direct bij de casus betrokken zijn. Voor de casus Het Nieuwe Water is met alle betrokken partijen binnen de PPS gesproken. Voor het Dynamisch beekdal is er met het waterschap gesproken als publieke partij en met een private initiatiefnemer. Voor de casus Veenoordkolk en Teugesekolk is er met de gemeente gesproken welke de enige betrokken publieke partij binnen de PPS is. Veelal hadden de geïnterviewde personen de functie van

beleidsmedewerker, of projectleider. In totaal zijn er 9 interviews gehouden. De personen waar interviews mee zijn gehouden zijn opgenomen in de referentielijst. De interviews hebben plaatsgevonden in de periode van 25-05-2011 tot 07-07-2011. De interviews namen gemiddeld circa 60 minuten in beslag.

De opbouw van de interviews is als volgt:

 Algemeen: de geïnterviewden wordt gevraagd naar de achtergronden van het project, manier waarop hun organisatie betrokken is bij het project etc. Voor zover dit nog niet bekend is uit de literatuurstudie en eventuele eerdere interviews met andere personen.

 PPS bij het beheer en de inrichting van regionale watersystemen. Om verwarring over begrippen en definities te voorkomen wordt de definitie van PPS bij het beheer en de inrichting van regionale watersystemen voorgelegd. Er is gevraagd of de geïnterviewden vinden dat de definitie van sprake is op de casus. Tevens is commentaar op de definitie gebruikt om deze aan te scherpen. Daarnaast is er uitgelegd wat er in dit onderzoek met meerwaarde van een PPS wordt bedoeld en is gevraagd in hoeverre de PPS binnen de betreffende casus meerwaarde heeft opgeleverd. In de literatuurstudie zijn ook een aantal spanningsvelden van een PPS geduid. Er is daarom gevraagd in hoeverre de PPS van invloed was op borging van het publieke belang en de participatie van actoren.

 Institutionele context

De geïnterviewden zijn gevraagd om het beoordelingskader in te vullen en om (ten minste) de extremen toe te lichten. Omdat waarschijnlijk ook andere (mogelijk niet institutionele) aspecten een rol spelen is er ook ruimte geboden om deze aspecten naar voren te laten komen.

De complete vragenlijst is opgenomen in bijlage 3. De door de respondenten ingevulde beoordelingskaders zijn opgenomen in bijlage 4. Na analyse van de onderzoeksresultaten is gebleken dat er op een aantal punten te weinig data was verzameld. Dit heeft er toe geleid dat er in een later stadium aanvullende interviewvragen via de e-mail zijn gesteld. De aanvullende interviewvragen zijn in bijlage 5 te zien.