• No results found

4| Op de grens van stad en land

5. Stroom Esch noord-west

Toegangen tot het landschap zijn er wel. Via een doodlopend straatje in Erve Jenneboer en een smalle voetgangersdoorgang opent zich ineens het landschap (1).

De Hedeveldsweg is dé toegang tot het landschap ten noorden van Stroom Esch. De sfeer is hier direct heel landelijk (2,3).

Een deel van de noordrand van Erve Stroomboer is openbaar: de weg grenst direct aan het landelijk gebied. In plaats van een belvedere ontneemt een dikke strook bosplantsoen hier het uizicht op het landschap (5). Een fysieke toegang naar het buitengebied ontbreekt, behalve een ‘officieus’ paadje uitgesleten tussen openbaar groen en een particuliere tuin.

De Hedeveldsdwarsweg komt uit op een erf, en loopt daar dood (3). Tussen deze weg en de achtertui- nen van woningen aan de Erve Stroomboer ligt een boomweide en een oude eikenlaan (4).

1 6 2 3 4 5 1. 2. 2. 3. 5. 4. 6.

63

Hoofdstuk vijf staat in het teken van de bewoners. Met behulp van een enquête en vele interviews met verschillende partijen is geprobeerd een beeld te scheppen van de interactie tussen de stad en het landschap. Hoe zijn de wandelmogelijk- heden in en rond Stroom Esch, is het landelijke gebied grenzende aan Stroom Esch gemakkelijk bereikbaar en welke hindernissen ondervinden de bewoners van Stroom Esch in het landelijke gebied? Maar ook de vraag hoe de bewoners van het landelijke gebied reageren op de komst van de nieuwe bewoners, wordt beantwoord. Naast de twee groepen bewoners komen ook enkele andere betrok- ken partijen aan het woord. Voordat ingegaan zal worden op de zienswijzen van de verschillende partijen op de onderzoeksproblematiek zal eerst kort ingegaan worden op de gevolgde methode van onderzoek.

De methode

In september hebben 1300 huishoudens uit de wijk Stroom Esch een uitnodiging ontvangen om deel te nemen aan een digitale enquête. De enquête kon men te- rugvinden op een website, waar deze digitaal ingevuld kon worden. Maar liefst 110 bewoners van de wijk Stroom Esch hebben de enquête ingevuld. Om op basis van de bewonersenquête uitspraken te doen over onder andere de toegankelijk- heid van het landelijke gebied is het noodzakelijk dat de steekproef een reële af- spiegeling vormt van de totale bevolking van Stroom Esch. Doordat 110 mensen de enquête hebben ingevuld is een respons van 8,5% bereikt. Met behulp van de in de enquête opgegeven postcodes kan gekeken worden of de respondentie gelijk verdeeld is over de gehele wijk. Dit blijkt het geval te zijn. Op basis van de genoemde gegevens kan gesteld worden dat het onderzoek representatief is voor de hele wijk Stroom Esch.

Aan het einde van de digitale enquête is de vraag gesteld of men interesse heeft om deel te nemen aan een vervolggesprek. Van het totaal aantal respondenten hebben 25 mensen aangegeven deel te willen nemen aan een dergelijk vervolg- gesprek. Aangezien er niet genoeg tijd beschikbaar was om 25 interviews te or- ganiseren zijn twee huiskamerbijeenkomsten georganiseerd. Aan deze bijeen- komsten namen 10 mensen deel. Met twee mensen is een één op één gesprek gehouden. Tijdens de bijeenkomsten is aan de hand van een grote kaart van het gebied ingegaan op een aantal onderwerpen. Eenzelfde kaart kregen de deelne- mers voor aanvang van de verschillende gesprekken thuisgestuurd. Op deze kaart hebben wij de bewoners gevraagd vier dingen aan te geven: de routes die men

5| Bewoners over de stadsrand

weleens loopt, bijzondere plekken (landmarks), hindernissen die men ondervindt tijdens het maken van een wandeling en eventuele ideeën voor oplossingen. Deze kaarten dienden als discussiemateriaal tijdens de huiskamerbijeenkomsten. Een aantal mensen dat zich eerder op had gegeven voor een huiskamerbijeenkomst wilde uiteindelijk toch niet meer deelnemen. Deze mensen hebben ook de boven beschreven kaart toegestuurd gekregen met daarbij het verzoek om de vragen in te vullen en naar ons terug te sturen. In totaal hebben we nog 10 ingevulde kaar- ten per post ontvangen. Alle aangegeven punten zijn verwerkt in twee overzichts- kaarten, een kaart met bijzondere plekken en een kaart waarop knelpunten en ideeën/wensen staan aangegeven.

Behalve met de bewoners uit Stroom Esch is er ook gesproken met de bewoners van het landelijke gebied, met name over de komst van de stedeling in het lande- lijke gebied. Daarnaast is getracht inzicht te verkrijgen in de bereidwilligheid van de grondeigenaren om mee te denken/werken aan de verbetering van de toegan- kelijkheid van het buitengebied. Ook zijn de interviews bedoeld om knelpunten aan het licht te brengen en te inventariseren welke oplossingen de eigenaren zelf zien. De ambitie was om met alle eigenaren direct grenzend aan Stroom Esch een gesprek te houden. Omdat op enkele plekken de grond in verkoop of in ontwikke- ling is, waarbij Gemeente Borne partner is, is gekozen om hier geen gesprekken te houden. Uiteindelijk is er een gesprek gevoerd met vier boeren of voormalig boeren en twee hobbyboeren. Naast de particuliere eigenaren rond Stroom Esch is veel grond in eigendom en/of beheer van organisaties. De belangrijkste spe- lers rond Stroom Esch zijn de Gemeente Borne, Waterschap Regge en Dinkel en Staatsbosbeheer. Met vertegenwoordigers van genoemde organisaties zijn ge- sprekken gevoerd. De gesprekken met de verschillende partijen geven inzicht in beleid ten aanzien van recreatieve toegankelijkheid op een hoger schaalniveau: ambities, visie en aanpak van knelpunten.

In het verleden is er al veel onderzoek verricht met visuele landschapswaardering en karakterisering. Hiervoor zijn verscheidene methodes ontwikkeld. Tveit, Ode en Fry (2006)53 hebben een methode ontwikkeld voor visuele landschapswaarde-

ring waarbij zij gebruik maken van negen concepten: beheer, samenhang, ver- storing, historiciteit, visuele schaal, verbeelding, complexiteit, natuurlijkheid en tijdelijkheid. Deze concepten komen globaal overeen met de acht basiskwaliteiten in de landschapsbeleving volgens Coeterier (2000)54: eenheid, gebruik, bodemge-

steldheid en waterhuishouding, natuurlijkheid, ruimtelijkheid, de ontwikkeling in de tijd, de uiterlijke verschijningsvorm en beheer. Tveit, Ode en Fry beschrijven Voorbeeld van een door een bewoner ingevulde overzichtskaart >

dat een beeld altijd meerdere basiskwaliteiten of visuele concepten bevat, maar dat niet elke kwaliteit even sterk naar voren komt in een beeld. Daarom hebben Tveit et al (2006) een methode bedacht waar bij elk beeld gekeken wordt hoe sterk de kwaliteiten vertegenwoordigd zijn door ze uit te zetten langs een schaalbalk van hoog naar laag.

Binnen onze fotovergelijking wordt geen gebruik gemaakt van een schaalbalk. Wel wordt gekeken naar de verschillende concepten die in een foto naar voren komen in volgorde van belangrijkheid. Binnen de fotovergelijking zijn twee foto’s naast elkaar gezet. De twee foto’s zijn vergezeld van een specifieke vraag waarbij steeds een keuze moet worden gemaakt voor één van de twee foto’s. De fotover- gelijking is toegevoegd om enerzijds te kijken welk landschap aantrekkelijk wordt gevonden en anderzijds wat men als het optimale beheersniveau van de omgeving beschouwd, en dan met name met betrekking tot de paden. Door een keuze te maken voor één van de twee foto’s kiest de respondent voor een bepaalde combi- natie van concepten. Een foto kent uiteraard ook een eigen interpretatie, maar in ieder geval is het beeld voor alle respondenten gelijk. De foto’s zijn geografisch geselecteerd in drie categorieën: wandelen binnen de wijk, wandelen aan de rand (verbinding wijk/buitengebied) en wandelen in het buitengebied. De foto’s zijn alle in en rond Stroom Esch genomen, en zijn daarmee dus naast beelden ook bekende plekken voor de respondenten. Het voordeel hiervan is dat de beelden vergelijkbaar zijn met de eigen situatie van de respondenten. Een mogelijk nadeel hierbij is dat de persoonlijke ervaring bij de plek (i.p.v. waardering van het beeld of de situatie) sterk bepalend kan zijn bij de voorkeur. Deze ervaring is in de enquête niet meetbaar. Dit wordt ondervangen door de foto’s tevens voor te leggen aan de deelnemers van de huiskamerbijeenkomsten, waar keuzes voor één van de twee foto’s toegelicht kunnen worden.

De wijk Stroom Esch

Het eerste gedeelte van de wijk Stroom Esch is opgeleverd in 1984. Op dat mo- ment kwamen de eerste bewoners in Stroom Esch wonen. Uit de enquête blijkt dat het grootste gedeelte van de respondenten (30%) al twintig jaar of langer in Stroom Esch woont. Om te weten te komen waar de bewoners van Stroom Esch oorspronkelijk vandaan komen, is de vraag gesteld: waar was u woonachtig voor- dat u in de wijk Stroom Esch kwam wonen? Van de respondenten woonde 42% elders in Borne, 39% elders in Twente en 19% buiten Twente. Ook is gevraagd waarmee men zich het meeste verbonden voelt: met de buurt, met het landschap rondom Borne, met Borne zelf of met geen van de drie genoemde. Van de res- pondenten voelt 43% zich het meeste verbonden met Borne, 42% met het land- schap rondom Borne, 11% met de buurt en 4% met geen van de drie. Mensen die

67

elders uit Borne komen voelen zich het meeste verbonden met Borne. Mensen van buiten Twente of elders uit Twente voelen zich het meeste verbonden met het landschap. Uit tabel 5.1 blijkt dat mensen die elders uit Twente komen zich vergeleken met de twee andere groepen nog het meeste verbonden voelen met de buurt. Verder kunnen we constateren dat woonduur en verbondenheid aan de buurt niet met elkaar lijken samen te hangen.

In het onderzoek is aandacht besteed aan de kwaliteit van de leefomgeving in Stroom Esch. Er is niet specifiek gekeken naar de beleving van de wijk. In de enquête is gevraagd of er in de wijk voldoende voorzieningen aanwezig zijn en wat de kwaliteit is van deze voorzieningen. Het gaat daarbij om: openbaar groen, wandelpaden en trottoirs, speelplekken, zitplekken, hondenuitlaatplaatsen en ruimte voor buurtactiviteiten. Hieraan kan een kwalitatieve en een kwantitatieve waarde toegekend worden van -2 (onvoldoende) tot +2 (ruim voldoende). Uit de toegekende waarden blijkt dat de hoeveelheid zitplekken en de hoeveelheid hon- denuitlaatplaatsen onvoldoende scoren. De respondenten vinden dat er hier niet genoeg van in de wijk aanwezig zijn. Ook kwalitatief scoren de zitplekken en hon- denuitlaatplaatsen onvoldoende. Het openbaar groen, wandelpaden en trottoirs en speelplekken scoren zowel kwalitatief als kwantitatief ruim voldoende. Omdat blijkt dat de waarden van de kwaliteit en de kwantiteit van de voorzieningen niet zoveel verschillen is er een totale waarde toegekend aan de voorzieningen. Deze is gebaseerd op de kwaliteit en de kwantiteit van de voorzieningen. In tabel 5.2 is de totale waardetoekenning weergegeven.

Uit de tabel blijkt dat de waarden van de kwantiteit en de kwaliteit bij vrijwel alle voorzieningen nagenoeg gelijk zijn. Een uitzondering hierop wordt gevormd door de speelplekken. De hoeveelheid speelplekken acht men ruim voldoende terwijl de kwaliteit van de speelplekken minder wordt gewaardeerd.