• No results found

Tabel 5.1 Hoofdstuk 5 kopje Stroom Esch

Hoofdstuk 5 kopje Stroom Esch

Voorziening +2ruimvoldoende 0voldoende Ͳ2onvoldoende Waarde kwantiteit Waarde kwaliteit Totalewaarde Openbaargroen 0,62 0,53 0,58 Wandelpadenentrottoirs 0,47 0,40 0,44 Speelplekken 0,51 0,36 0,44 Ruimtevoorbuurtactiviteiten 0,17 0,19 0,18 Zitplekken Ͳ0,28 Ͳ0,17 Ͳ0,23 Hondenuitlaatplaatsen Ͳ0,29 Ͳ0,32 Ͳ0,31

Tabel 5.2: Voorzieningen en hun waardering

69

tijd maaien van gras. Wanneer het gras niet kort genoeg wordt gehouden zie je de hondenpoep niet altijd goed liggen en is daardoor moeilijker weg te halen. Een an- der voordeel van het frequent maaien van het gras is dat dit de hoeveelheid teken verkleint. Er bestaat grote behoefte in het gebied aan een plek waar honden vrij los mogen lopen. Er wordt gedacht aan een hondenuitlaatveld. “Je hebt eigenlijk nergens dat je de hond echt los mag laten. Bijvoorbeeld in Twickel, daar hebben ze een apart gebied waar je de hond los mag laten lopen. Dat zou hier ook wel lekker zijn.” Qua grootte denkt men aan een groot voetbalveld waar geen wegen langs lopen en dat goed afgeschermd is. “Laat het ze maar afschermen. Voor de meeste honden is dat gewoon heel veilig en voor de baas ook. Een paal met zakjes erbij is dan wel handig.” Een andere mevrouw vult aan: “Het moet wel gemaaid worden, anders wordt het weer een rommeltje, teken en rotzooi.”

De stadsrand

Aan de bewoners van het landelijk gebied is gevraagd wat zij van de overgang vin- den tussen de wijk en het landelijke gebied. De reacties op deze vraag verschilden sterk. Eén van de bewoners van het landelijke gebied geeft aan dat hij blij is als het maïs hoog genoeg is gegroeid om het zicht op de dichtstbijzijnde huizen te ontnemen. Een andere boer doet het voorstel om een grote wal op te werpen met bomen erop zodat de huizen niet meer zichtbaar zijn vanuit het landelijke gebied. Er zijn echter ook positievere geluiden hoorbaar. Zo denkt één van de bewoners dat de huidige overgang niet zo slecht is. Vaak heeft men eerder de situatie mee- gemaakt waarbij vanuit huis een heel eind kon worden weggekeken. “Toen we hier kwamen wonen keken we helemaal naar het kerkhof, aan de overkant van de beek en de rondweg. Dat was helemaal vrij hier, daar stond nog niks. Maar goed wij wisten dat Stroom Esch gebouwd ging worden toen we hier kwamen wonen dus dat was geen verrassing.” Volgens een beleidsmedewerker van de afdeling groen van de gemeente Borne zijn de dorpsranden nu heel slecht en valt er veel meer uit te halen. “Je kijkt hier vanaf het landschap direct het verstedelijkt gebied in. Vanuit het stedelijk gebied is het natuurlijk wel weer aardig maar ook hier weer, dit zou veel diffuser mogen zijn, het beeld mag veel meer gebroken zijn met beplanting, stel je zou een eikenlaan zetten, een houtwal is al te zwaar denk ik, maar een vergelijkbare situatie, transparant, dan is je beleving van het landschap al veel mooier: maar ook als wandelaar vanuit het landschap naar de bebouwing. Die dorpsrandafwikkeling is naadje, daar is nooit geen aandacht aan besteed.” Aan de bewoners van Stroom Esch legden we onze observatie voor dat er op som- mige plekken vanuit de wijk weinig tot geen zicht is op het landschap. Opvallend is dat bijna niemand hier weleens aan heeft gedacht.

In de enquête is gevraagd of men vindt dat er voldoende mogelijkheden bestaan om het landelijke gebied te betreden. Slechts 9 van de 106 respondenten geven

aan dat er onvoldoende mogelijkheden bestaan om het landelijk gebied te be- treden. De overige respondenten vinden de toegankelijkheid voldoende tot ruim voldoende. Uit de verschillende gesprekken blijkt echter wel dat men vindt dat er te weinig doorgangen zijn tussen de wijk en het landelijke gebied. Plekken waar je de wijk volgens de bewoners kunt verlaten en het landelijke gebied kunt betre- den zijn: De Stroom Eschlaan richting de Oude Bieffel, de Weerselosestraat, de Kruisselbrink en Erve Jenneboer. Een punt waar men graag de wijk uit zou willen en waar het nu nog niet mogelijk is, is bij het Reukgras. Veel van de bewoners moeten een behoorlijke afstand afleggen door de wijk alvorens deze te kunnen verlaten. Vooral voor de minder valide mensen vormt dit een hindernis om te kun- nen recreëren in het landelijke gebied. Enkele bewoners geven ook aan dat ze vaak de fiets of de auto pakken om een stukje van de wijk af te rijden om vervolgens te gaan wandelen. Liever zouden ze zien dat dit niet nodig is. “Het is zo jammer, het is een klein wijkje en je zit midden in het agrarische gebied maar je moet bijna altijd de auto pakken om er van te genieten.” Aan de respondenten legden we meerdere verbeterpunten voor wat betreft de overgang tussen de wijk Stroom Esch en het aangrenzende landelijke gebied. Het verbeterpunt dat veel aandacht krijgt is een wandelpad dat direct langs de rand van de wijk loopt. Ook zou men graag wat meer wandelpaden in de omgeving rond de wijk zien. Twee punten die ook veel genoemd worden zijn meer zitplekken aan de rand van de wijk en meer uitzicht op het landschap vanuit de wijk.

Het landelijke gebied grenzend aan Stroom Esch

Uit de enquête blijkt dat 95% van de ondervraagden het landschap grenzende aan Stroom Esch aantrekkelijk of zeer aantrekkelijk vindt. Deze beleving blijkt ook uit de gesprekken met de bewoners van Stroom Esch. Wat men vooral waardeert aan het landschap rond Stroom Esch is de grote variatie aan landschapstypen. Enkele malen is de term coulisselandschap gevallen. De bewoners van het lan- delijke gebied merken op dat het landschap voor de bouw van Stroom Esch nog veel aantrekkelijker was. De afgelopen jaren is er volgens hen veel veranderd. Zij noemen het landelijke gebied verstoord. Volgens de bewoners van het landelijke gebied was het voor de bouw van Stroom Esch pas echt landelijk. Eén van de be- woners verteld: “Toen ik 36 jaar geleden hier kwam en ik op de fiets naar Borne reed dan kwinkelierde de veldleeuwerik vrolijk in de lucht en als je nu gaat kijken is het enige wat je nog ziet huizen, mensen en honden. Nou dat vind ik dus een verarming. Ja goed die mensen moeten natuurlijk ook ergens wonen dat is logisch dat begrijp ik ook best. Waar wil je er anders mee heen, nog weer een flat? Dat is ook geen optie en iedereen wil laten we wel zijn huisje tuintje boompje beestje.” De bewoners van het landelijke gebied zijn van mening dat er veel gebouwd wordt in het buitengebied. Soms zijn dat huizen die volgens hen helemaal niet in het

71

landschap passen, bijvoorbeeld grote landhuizen. Eén van de bewoners merkt op dat ze graag zou zien dat het groen dat er nog is, bewaard blijft voor de jeugd en de toekomstige jeugd. Een ander punt dat ter sprake komt is de aanwezigheid van boomkwekerijen in het gebied. Boomkamp heeft enkele stukken grond in gebruik rond Stroom Esch. Dit wordt door enkele bewoners betreurd. Eén van de reacties: “Dat Boomkamp hier zit vind ik heel erg jammer. Ik ben er nu een beetje aan gewend, maar zulke mooie stukjes. Langs de Veldhuisweg en de Piepersveldweg vind ik het erg jammer. Dan denk ik daar gaan we weer, zetten ze al die mooie essen vol met bomen, op de mooiste stukjes die je kunt bedenken planten ze die bomen.” Staatsbosbeheer is benieuwd hoe de Gemeente Borne in de toekomst met de boomkwekers om zal gaan. Een woordvoerder van Staatsbosbeheer deelt de mening van de bewoners dat het areaal boomkwekerijen de laatste jaren sterk is toegenomen. Nadelen die de woordvoerder noemt van de aanwezigheid van boomkwekers in het gebied zijn het gebruik van veel mest en bestrijdingsmid- delen. Daarnaast wordt er veel grondwater ontrokken en wordt er steeds grond afgestoken waardoor de esgrond verdwijnt. Het verbaast de woordvoerder dat er zoveel boomkwekerijen op de essen zitten “moet je nagaan die essen zijn in eeu- wen gemaakt, een hele geschiedenis zit daarachter en op deze manier wordt die tekort gedaan. Dus sowieso niet op essen zou ik zeggen.”

In het eerste gedeelte van de foto-enquête zijn een aantal landschapsbeelden met elkaar vergeleken. Aan de deelnemers van de enquête is gevraagd welke beelden hen het meeste aanspreken. Naast de beide foto’s is aangegeven welke contrasten er te zien zijn in het fotopaar.

Bij het eerste beeldenpaar lijkt er een duidelijke voorkeur te bestaan voor foto A. De beide landschappen bevinden zich direct rond de wijk. Het gebruik is in beide beelden gelijk: agrarisch met veeteelt. Ter referentie: het landschapstype rond Stroom Esch is gemiddeld genomen een kleinschalig landschap waardoor een voorkeur voor het kleinschalig landschap te verwachten valt. Dit blijkt ook het geval. De grote meerderheid kiest voor foto A (90%). Bij de andere drie fotoparen lijkt geen duidelijke voorkeur te bestaan voor één van de twee landschappen. Uit de enquête en de serie interviews blijkt ook dat men zeer gehecht is aan het afwis- selende landschap rond Stroom Esch. Men vindt het juist zo bijzonder dat het ene landschap geleidelijk over gaat in het andere. In de huiskamerbijeenkomsten hebben we de deelnemers ook gevraagd waarom er bij de beide fotovergelijkingen geen duidelijke voorkeur bestaat voor één van de twee omgevingen. De deelne- mers geven aan dat zij vrijwel de gehele omgeving waarderen en dat een keuze maken vrijwel onmogelijk was.

Aan de deelnemers van de huiskamerbijeenkomsten en de interviews vroegen we bijzondere plekken in het landelijke gebied op een kaart aan te wijzen. De

genoemde bijzondere plekken zijn divers van aard: sommige betreffen een speci- fiek persoonlijke band of ervaring, bijvoorbeeld een bruggetje waar de hond altijd gaat zwemmen of het overeind zetten van omgevallen schapen. De meeste plek- ken zijn echter algemener, hoewel dit uiteraard evengoed samen kan gaan met een persoonlijke band. Deze zijn globaal te categoriseren in faciliteiten, attracties, routes en settings55: deze kunnen ook overlappen. Voorbeelden van faciliteiten

zijn plaatsen waar je koffie kunt drinken. Attracties zijn vaak landmarks die een doel kunnen zijn tijdens de wandeling. Het openluchttheater van Hertme, het Spookhuis en het pomphuisje zijn hier voorbeelden van. De genoemde attracties komen overeen met de attracties die het VVV noemt als trekpleisters. Routes die genoemd worden zijn in het bijzonder gerelateerd aan het landschap: een ‘authen- tiek boerenweggetje’, een pad door een ‘spannend bosje’ of de weg naar Hertme. Deze hangen nauw samen met settings, waarbij vaak de beleving genoemd wordt: een gebied dat mooi is vanwege de stilte, platteland dat mooi is vanwege het ont- breken van verkeer, het uitzicht over de vlakte en de beleving van seizoenen in het gebied.

Wandelen in en rond Stroom Esch

In de enquête geeft 88% van de respondenten aan dat zij weleens recreëren in het landelijke gebied grenzende aan Stroom Esch. De activiteiten die het meest onder- nomen worden, zijn wandelen en fietsen (beide 93%). Twee activiteiten die ook enkele malen genoemd worden zijn hardlopen en het uitlaten van de hond. Alle respondenten geven aan weleens een wandeling te maken, meestal enkele keren per week. Aan de deelnemers van de enquête legden we drie mogelijke locaties van wandelingen voor: de wandeling door de wijk, door het landelijke gebied of rond de vijver. Bij het verwerken van de resultaten zijn de wandeling door de wijk en de wandeling rond de vijver samengevoegd onder de noemer wijk. De optie rond de vijver was in de enquête gebracht om de verwarring te voorkomen dat de wandeling rond de vijver gezien zou worden als een wandeling in het landelijke gebied, aangezien het een park is. De meeste respondenten geven aan zowel een wandeling door de wijk te maken als door het landelijke gebied. De wandeling door het landelijke gebied scoorde iets hoger. De wandelingen die de bewoners van Stroom Esch maken, zijn gemiddeld vrij lang. Van de ondervraagden zegt 30% gemiddeld drie kwartier tot een uur te wandelen, 28% gemiddeld een half uur tot drie kwartier en 23% gemiddeld een uur of langer. De meeste responden- ten hebben meerdere routes waarlangs ze een wandeling maken, 96% van de ondervraagden heeft twee of meer verschillende routes.

De drie hoofdredenen voor het maken van een wandeling zijn: Natuurbeleving, gezondheid en het halen van een ‘frisse neus’. In hoofdstuk 2 zijn vier typen wan- delaars onderscheiden: de ontspanningszoeker, de natuur- en landschapsgenieter,

73 landschap A: 90% landschap B: 10% omgeving A: 43% omgeving B: 57% omgeving A: 62% omgeving B: 38% omgeving A: 43% omgeving B: 57% Een contrast in natuurlijkheid, beheer, gebruik en ruimtelijkheid (Omgeving A is zeer natuurlijk, weinig beheer, natuur, besloten. Omgeving B is agrarisch, beheerd en kleinschalig open).

fotoparen uit de enquete: voorkeuren voor omgevingen

Een contrast in natuurlijkheid, ruimtelijkheid en beheer (Omgeving A is natuurlijk, besloten en weinig beheer. Omgeving B is cultuurlijk, open en beheer van het pad). Een contrast in ruimtelijkheid en in natuurlijkheid (landschap A kleinschaliger en meer variatie, landschap B zeer open en meer monotoon)

Een contrast in natuurlijkheid, ruimtelijkheid en beheer (Omgeving A is cultuurlijk, open en bewoond. Omgeving B is natuurlijk, besloten en niet bewoond).

de sportieve wandelaar en de hondenuitlaters. Op basis van de vraag: “Waarom maakt u een wandeling?” zijn de respondenten ingedeeld. Veel wandelaars wan- delen om meerdere redenen. In tabel 5.3 zijn de typen wandelaars en de bijbeho- rende antwoorden weergegeven.

Op basis van deze typologie kan er gekeken worden of er een verband bestaat tus- sen het type wandelaar en de omgeving waar hij of zij het liefst wandelt. De ont- spanningszoekers lijken een lichte voorkeur te hebben voor het stedelijke gebied (de eigen buurt) net als de hondenuitlaters. De natuur- en landschapsgenieters hebben een lichte voorkeur voor het landelijke gebied. Voor de sportieve wande- laar is het om het even waar hij of zij een wandeling maakt. Het type wandelaar kan ook gekoppeld worden aan het ‘wandelritme’. Daarbij gaat het om de frequen- tie van het maken van een wandeling, de tijd die een wandeling duurt en het wel of niet hebben van meerdere routes. Er is geen verschil waarneembaar tussen de wandelaars en hun wandelritme. Alle vier groepen wandelaars lopen meer dan één keer per week gedurende een half uur tot een uur via meerdere routes. In de vervolggesprekken is verder doorgepraat over wandelen in het landelijke gebied. Uit deze gesprekken blijkt dat daar lange wandelingen worden gemaakt. Eén van de boeren beschrijft de hoge wandelintensiteit op de Hedeveldsweg. “Fi- levorming is wat overdreven maar er lopen hier echt drommen mensen door het buitengebied. Het zijn de echte wandelaars die het hele land aflopen zeg maar, maar ook heel veel gezinnen met kinderen.” Volgens de deelnemers van één van de twee huiskamerbijeenkomsten zijn de wandelaars die langere afstanden lopen