• No results found

Stortplaatsen categorie 2 (voor huishoudelijk en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen)

afvalstoffen) – stortplaatsen categorie 2 (niet- (niet-gevaarlijke, anorganische bedrijfsafvalstoffen)

2.4 Stortplaatsen categorie 2 (voor huishoudelijk en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen)

2.4.1 Situering

In 2008 waren er 5 categorie 2-stortplaatsen (voor huishoudelijke afvalstoffen) vergund.

Hierbij dient opgemerkt dat is de categorie 2-stortplaats van IOK te Beerse op heden volstort is (doch nog vergund tot 12 mei 2009), zodat de restcapaciteit eind 2008 0 ton is.

De locatie van de 5 categorie 2-stortplaatsen is weergegeven op kaart 3. Van deze stortplaatsen zijn er 4 uitgebaat door een intergemeentelijke vereniging en 1 door een private onderneming.

2.4.2 Capaciteit en aanvoer

Hiervoor wordt naar afzonderlijk hoofdstuk 3 verwezen, waar de aanvoer en de verwerking van huishoudelijke en categorie-2 bedrijfsafvalstoffen wordt besproken, zowel voor wat betreft storten als verbranden.

2.4.3 Tarieven

2.4.3.1 Tarieven voor huishoudelijke afvalstoffen

Grafiek 5: Tariefevolutie voor categorie 2-stortplaaten.

a. Tarieven

Net als bij de huisvuilverbrandingsinstallaties (zie supra) is sinds 1996 ook op de stortplaatsen een globaal tarief genomen per afvalsoort. Het onderscheid tussen vennoten en niet-vennoten werd nog wel opgevraagd, maar is vervat in een gewogen gemiddelde per afvalsoort (exclusief de gemeentelijke opcentiemen die voor een aantal stortplaatsen worden gevraagd door de betreffende gemeente).

Het tarief voor gemeenteleden van de intergemeentelijk vereniging is, bij diegenen die het hebben opgegeven, gemiddeld 5 EUR/ton goedkoper dan voor niet-leden.

Het gemiddeld tarief voor huishoudelijke afvalstoffen bedraagt 50 EUR/ton (met huishoudelijk afval wordt huisvuil, grofvuil en gemeentevuil bedoeld). Dit is 9 EUR/ton minder dan in 2007, te wijten aan het dalend aanbod aan te storten huishoudelijke afvalstoffen (meer bepaald de fractie niet-brandbaar grofvuil).

58,61 60

1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008

EUR/ton

milieuheffing gemiddeld tarief

b. Milieuheffing 2008

Vanaf 1 januari 2007 is het nieuwe hoofdstuk “Heffingen” in het afvalstoffendecreet van kracht, waarbij voor het storten onderscheid wordt gemaakt tussen brandbaar en niet-brandbaar afval. Het bedrag van de milieuheffingen wordt vastgesteld enerzijds op 77,32 EUR/ton voor het storten van brandbare afvalstoffen op een daartoe vergunde stortplaats en anderzijds op 41,24 EUR/ton voor het storten van niet-brandbare afvalstoffen op een daartoe vergunde stortplaats.

2009

De indexatie van bovengenoemde heffingen heeft geleid tot de volgende heffingen in 2009: 79,36 EUR/ton voor het storten van brandbare afvalstoffen op een daartoe vergunde stortplaats en op 42,33 EUR/ton voor het storten van niet-brandbare afvalstoffen op een daartoe vergunde stortplaats.

c. Verwachte evolutie

Voor de storttarieven voor huishoudelijke afvalstoffen is het logisch dat het gemiddelde tarief meer aanleunt bij het vroegere tarief voor vennoten dan voor niet-vennoten. Immers de intergemeentelijke stortplaatsen reserveren hun

capaciteit bijna uitsluitend voor hun eigen gemeenteleden, en de privaat uitgebate stortplaatsen mogen volgens hun vergunning geen huisvuil aanvaarden.

Het tarief voor huishoudelijke afvalstoffen is in 2008 gedaald tegenover 2007. De hoeveelheid te storten huishoudelijke afvalstoffen is sinds 2006 drastisch gedaald als gevolg van het beleid rond de opgelegde stortverboden voor huishoudelijke afvalstoffen krachtens het VLAREA, de prioritaire aanvoer van huishoudelijke afvalstoffen naar beschikbare verbrandingsinstallaties en het beleid inzake preventie en selectieve inzameling. In 1999 werd nog 421 358 ton huishoudelijke afvalstoffen (huisvuil, grofvuil en gemeentevuil) gestort tegenover 281 953 ton huishoudelijke afvalstoffen in 2000, 154 552 ton huishoudelijke afvalstoffen in 2002, 139 252 ton in 2004, 114 612 ton in 2005, slechts 28 771 ton in 2006, 29 184 ton in 2007 en 27 567 ton in 2008. Hierbij dient echter vermeld dat voormelde stroom van 27 567 ton bestond uit niet-brandbaar grof vuil (namelijk 23 700 ton gestort bij de Hooge Maey en 3867 ton bij Imog). Voor het storten van brandbare huishoudelijke afvalstoffen werden in 2006, 2007 en 2008 dan ook geen stortafwijkingen meer verleend.

Hoe de tarieven zullen evolueren is ook hier moeilijk te voorspellen (zie ook de verwachte evolutie verbrandingstarieven).

Enerzijds zou het dalend aanbod aan te storten huishoudelijk afval kunnen leiden tot een verdere daling van de storttarieven. Daartegenover staan argumenten die laten verwachten dat de tarieven, zeker op langere termijn, evenwel zullen blijven toenemen:

Ingevolge het nieuwe hoofdstuk “Heffingen” uit het afvalstoffendecreet wordt vanaf 1 januari 2007 de heffing voor het storten van brandbaar afval verhoogd, zodat het storten ervan effectief duurder wordt dan het verbranden.

2.4.3.2 Tarieven voor bedrijfsafvalstoffen

Grafiek 6: De tarieven voor bedrijfsafvalstoffen per categorie 2-stortplaats, en het gewogen gemiddelde volgens de aanvoer per stortplaats.

a. Tarieven

Het gewogen gemiddelde bedraagt 43 EUR/ton (exclusief milieuheffingen en gemeentelijke opcentiemen), waar het rekenkundig gemiddelde eveneens 43 EUR/ton bedraagt. Grafiek 6 geeft de tarieven weer.

b. Milieuheffingen 2008

De heffing voor het storten van brandbaar afval wordt geïndexeerd tot 77,32 EUR/ton. De heffing voor het storten van niet-brandbare afvalstoffen op een daartoe vergunde stortplaats wordt geïndexeerd tot 41,24 EUR/ton.

Voor het storten van recyclageresidu’s wordt het bestaande verlaagd tarief in een overgangstermijn van 3 jaar afgebouwd (behalve enkele uitzonderingen). Het heffingstarief bedraagt eveneens 77,32 EUR/ton (x K-factor, afhankelijk van stroom en tijd) voor de brandbare residu’s op daartoe vergunde stortplaatsen en

41,24 EUR/ton (x K-factor) voor de niet-brandbare residu’s op daartoe vergunde stortplaatsen.

Brandbare

recyclageresidu's

Niet-brandbare recyclageresidu's Van bouw- en sloopafval

(K=1)

77,32 EUR 41,24 EUR

Van glasafval en lompenafval

0 EUR 0 EUR

Papier en karton 2,32 EUR 2,08 EUR

AEEA, schrootafval, shredderafval,

kunststofafval en GFT

11,60 EUR 6,19 EUR

Kringloopcentra 15,47 EUR 8,25 EUR

Van de verwerking van beton, metselwerk en ander steenpuin tot gekeurde granulaten

3,10 EUR 1,65 EUR

Andere selectieve stromen

(K=0,6)

46,40 EUR 24,75 EUR

Tabel 11: Heffingen voor recyclageresidu's voor 2008.

2008

De heffingen voor 2009 zijn de geïndexeerde heffingen voor 2008 (cf. tabel bij de categorie 2-stortplaatsen voor niet-gevaarlijk anorganische bedrijfsafvalstoffen).

c. Verwachte evolutie

De evolutiebepalende elementen zijn dezelfde als voor huishoudelijke afvalstoffen (zie supra).

2.4.3.3 Tarieven voor verbrandingsas en slib

Grafiek 7: Evolutie stortprijzen voor bodemassen en slib.

a Tarieven

Verbrandingsassen genieten een verlaagd tarief aangezien ze gebruikt worden als tussenafdeklaag, ook omwille van de hogere dichtheid waardoor het ingenomen volume per ton kleiner is. Gemiddeld wordt 13 EUR/ton betaald.

Storten van drinkwater-, RWZI- en ander slib kost gemiddeld 46 EUR/ton. Het tarief varieert van 42 tot 50 EUR/ton.

b. Milieuheffing 2008

Het storten van verbrandingsassen afkomstig van Vlaamse

verbrandingsinstallaties is vrijgesteld van milieuheffingen, aangezien reeds milieuheffingen zijn geheven op het verbranden van de afvalstoffen, en het heffen van een dubbele belasting zodoende wordt vermeden.

Sinds 2007 is het nieuw hoofdstuk “Heffingen” uit het afvalstoffendecreet van kracht. Zo is er een apart tarief voorzien van 3,10 EUR/ton voor het storten van residu’s van verwerking van rioolkolkenslib en voor slibresidu’s van reiniging van zeefzand op een daartoe vergunde stortplaats.

2009

De heffingen voor 2009 zijn de geïndexeerde heffingen voor 2008.

46,5

25 40

47

40,5

58,61 59,41 60,44 61,82

32,00

m ilie uhe ffing

2.5 Vergelijking tussen stortplaatsen categorie 1 en