• No results found

In september 2005 werd het Voorontwerp Bestemmingsplan Stationskwartier opgesteld. Aan dit document vallen een aantal punten op. Allereerst loopt het dak van het nieuwe stationsge- bouw, dat al voorzien is van de karakteristieke punt (afb. 11 hieronder en afb. 12), door in een integrale overkapping over de perrons en de sporen. Dit, terwijl eigenlijk de individuele en Y-

Afb. 11. Het concept stedenbouwkundig plan van 31 mei 2005. Afbeelding: Voorontwerp Bestemmingsplan Stationskwartier. Rotterdam: Gemeente Rotterdam en Dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting, 2005: p. 24.

38 vormige overkappingen van Van Ravesteyn behouden zouden blijven. Behoud van de oude stationshal bleek ook geen optie. Het was verzakt en de kans was groot dat het station tijdens de geplande werkzaamheden verder zou verzakken of zelfs in zou storten.112 Tevens is het station in vergelijking met het getekende Programma van Eisen van 2003 (afb. 9) een flink stuk naar achteren komen te liggen, waardoor een groot stationsplein is ontstaan dat vloeiend overloopt in het Kruisplein en de Westersingel.113

De verschillende vervoerssystemen hebben elk een eigen plek gekregen in en rond het station. De metro heeft drie in- en uitgangen: een in de stationshal, een in zuidoostelijke rich- ting op het stationsplein nét onder de luifel en een in het westen, in de Conradstraat. Het tram- station is gesitueerd in het oosten voor het hoge kantoorgebouw Delftse Poort, dicht bij de taxistandplaats. Het busstation bevindt zich als een aparte terminal achter het Groot Handels- gebouw, ook in de Conradstraat. Aan de zuidwestkant van het plein is de in- en uitgang naar de grote ondergrondse fietsenstalling te zien.114

Tot slot is de focus op de zogenaamde Schaatsbaanlocatie nieuw. Dit gedeelte, dat zich ten westen van het station bevindt en begrensd wordt door het Groot Handelsgebouw en de Statentunnel, zal in dit masterplan een nieuwe bestemming krijgen. Het is de bedoeling dat er woningen, kantoren en andere voorzieningen komen in een gesloten bouwblok met een groene geluidsluwe binnentuin.115

Het stedenbouwkundig plan van 2007

In 2007 werd een uitgebreidere versie van het stedenbouwkundig plan van 2005 opgesteld (afb. 13 hieronder). Dit plan verschilt in enkele aspecten van het plan uit 2005. Het meest opvallende is dat het nieuwe station onderdeel geworden is van een gebiedsconcept met de quasi-belangwekkende term ‘WEENA | Glocal City District’ (GCD) of simpelweg ‘Rotter- dam Central District’ (RCD).116 De term glocal komt oorspronkelijk uit de Japanse zakenwe- reld en is geapproprieerd door de socioloog Roland Robertson (1938). Hij achtte de term glo-

balization te nauw en stelde daarom voor glocalization te hanteren: een begrip waarbij het

112 Vollaard, Piet. ‘Veel voor weinig.’ ArchiNed. 28 september 2005. 12 juni 2015 <

http://www.archined.nl/nieuws/veel-voor-weinig/>.

113 Voorontwerp Bestemmingsplan Stationskwartier: 28-29. 114 Voorontwerp Bestemmingsplan Stationskwartier: 28, 33. 115 Voorontwerp Bestemmingsplan Stationskwartier: 29.

116 Stedenbouwkundig plan 2007. Centraal District Rotterdam. Rotterdam: Gemeente Rotterdam, Dienst Steden-

39 lokale en het globale elkaar wederzijds beïnvloeden.117 Het GCD moet een uniek gebied in Nederland worden waar de Randstad en de rest van de wereld elkaar ontmoeten en waar Rot- terdam zich presenteert als, uiteraard, een aantrekkelijke stad.118

Afb. 13. Ruimtelijke vertaling gebiedsconcept. 2007/2008. Afbeelding: Stedenbouwkundig plan 2007. Centraal District Rotterdam. Rotterdam: Gemeente Rotterdam, Dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting en Maxwan ar- chitects + urbanists, 2008: p. 20.

De ruimtelijke uitwerking van het GCD is de Mixone: een samentrekking van de woorden mixed en zone. Het concept benadrukt de behoefte aan verschillende functies in een gebied en weerspiegelt het streven van Stadsvisie Rotterdam naar multifunctionaliteit, diversi- teit en levendigheid in de stad. Het station en zijn omgeving hebben een leidende functie: ‘De stad begint in het stationsgebied, qua gevoel en beleving, en via de letterlijke verbindingen is dit gebied één met de rest van de stad. Het stationsgebied is verbonden met de stad. De identi- teit van het gebied is afgeleid van de overkoepelende identiteit van de stad’, aldus het steden- bouwkundig plan van 2007.119

Verder zijn verschillende ontwikkellocaties onderdeel van het stedenbouwkundig plan. Vanuit het gemeentelijk streven naar verdichting heeft het aanwijzen van ontwikkellocaties in

117 Hopper, Paul. Understanding Cultural Globalization. 8ste druk. Cambridge: Polity Press, 2013: 96-97 118 Stedenbouwkundig plan 2007: 13.

40 bestaand stedelijk gebied veel voordelen. Nieuw ruimtegebruik buiten de stad wordt hiermee teruggedrongen, en aan de bestaande stad wordt zo waarde toegevoegd.120 Ik heb al eerder over het behoud, de inbedding en eventuele herontwikkeling van het Groot Handelsgebouw, Central Post en de Schaatsbaanlocatie gesproken. In het stedenbouwkundig plan van 2007 zijn hier enkele ontwikkellocaties bijgekomen: het Delftseplein, het Schiekadeblok en het Weenapoint (afb. 14).

Het Delftseplein ligt ten oosten van de stationshal en omsluit de tramhaltes en de taxistandplaats. Het gebied – dat wel Delftseplein heet maar in niets op een plein lijkt – moet meer op een plein gaan lijken. Voetgangers moeten via het plein eenvoudig naar Central Post en het Schiekadeblok kunnen lopen, nieuwe bebouwing langs het spoor zal het gebied verrij- ken en de plinten van het kantoorcomplex Delftse Poort (Nationale Nederlanden & Unilever) moeten ook aantrekkelijker worden.121

Het Schiekadeblok – bestaande uit het Schieblock aan de Schiekade, en uit gebouwen aan de Delftsestraat, Poortstraat en Schiestraat zoals het Esveha-pand van J.J.P. Oud en het Boekmangebouw van Hugh Maaskant122 – ligt ook ten oosten van het station. De verzameling van voormalige kantoren biedt nu ruimte aan talloze creatieve bedrijven zoals bureau ZUS, aan lokale winkels zoals Groos, maar ook aan BAR, Biergarten, Annabel en het Transportbe- drijf: populaire uitgaansgelegenheden die het Schiekadeblok tot hét alternatieve uitgaansge- bied van Rotterdam maken. Toch staan plannen voor een herontwikkeling op stapel, variërend van het toevoegen van volume tot volledige sloop van het blok om opnieuw te ontwikkelen.123

Tot slot is het Weenapoint ten zuidwesten van het station als ontwikkellocatie in het stedenbouwkundig plan aangewezen. De locatie moet uitgebreid worden met kantoren, wo- ningen en voorzieningen en moet bovendien een betere schakel vormen tussen het Rotterdam Centraal District en het Oude Westen.124 Het Weenapoint wordt gekenmerkt door een bijzon- der – maar door toegenomen bebouwing eromheen in de loop der jaren bijna onzichtbaar ge- worden – zestienhoekig koepelgebouw. Dit zogenaamde Bouwcentrum werd gebouwd in 1949 op initiatief van de Bond van Nederlandse Architecten (BNA) en ontworpen door de architect J.W.C. Boks (afb. 15). In 1954 werd het gebouw uitgebreid met een rechthoekig bouwdeel aan het Weena dat voorzien werd van een opvallend sculptuur van de Engelse Hen- ry Moore. Inmiddels is dit gedeelte, met behoud van het beeldhouwwerk, gesloopt; het oor-

120 Structuurvisie Rotterdam Central District: 43. 121 Stedenbouwkundig plan 2007: 39, 87, 89.

122 ‘Maaskant en Oud wijken voor Dam.’ de Architect. 21 maart 2014. 19 juni 2015

<http://www.dearchitect.nl/nieuws/2014/03/21/lsi-inter-city-hotel.html>.

123 Stedenbouwkundig plan 2007: 77. 124 Stedenbouwkundig plan 2007: 111.

41 spronkelijke Bouwcentrum zal behouden blijven en meer betrokken worden bij het stations- gebied. Het werk van Moore zal een nieuw gebouw verrijken.125