• No results found

Statistische bijlage

61

5

5

Statistische bijlage

In dit deel worden de statistieken weergegeven die aan de basis liggen van de bovenstaande analyse. Aan-gezien de werking van het statistische apparaat over de gehele periode van 1921-2020 logischerwijs een aantal fundamentele wijzigingen heeft gekend (cf. deel 1.1.2) kunnen over dergelijk uitgebreide periode be-paalde data soms fragmentair zijn overgeleverd, vooral m.b.t. de verdeling in variabelen. De tabellen in deze bijlage gaan dan ook vergezeld door een beknopte beschrijving van metadata relevant voor de desbetref-fende reeksen.

Algemeen worden in de weergave van de reeksen de volgende aanduidingen gehanteerd voor data die frag-mentair werden overgeleverd:

† Data berekend o.b.v. contextuele gegevens en/of rekensleutels;

* Variabelenverdeling o.b.v. partiële data of een alternatieve benadering in de overgeleverde publicaties;

[ ] Ingevuld hiaat in de variabelenveredeling o.b.v. bekende tendensen.

NB: de beschouwde periode vangt aan voor de huidige indeling van het land in drie gewesten vorm had gekregen. De indeling in gewesten is voor het verdere verleden dan ook gebaseerd op de gedetailleerdere verdeling volgens werkloosheidsbureau, opdat de data zo nauw mogelijk zouden aansluiten bij die van de hedendaagse staatsstructuur.

5

62

5.1

Tijdelijke werkloosheid

Tabel 1

Tijdelijke werkloosheid in budgettaire eenheden (totaal)

1945 29.466 1971 39.622 1996 50.236

1946 19.257 1972 36.580 1997 44.296

1947 31.921 1973 34.285 1998 41.396

1948 48.244 1974 41.950 1999 39.672

1949 60.908 1975 82.541 2000 30.323

1950 53.565 1976 58.495 2001 35.228

1951 53.068 1977 68.977 2002 38.556

1952 72.968 1978 78.024 2003 39.178

1953 62.193 1979 80.473 2004 34.158

1954 57.826 1980 81.094 2005 34.365

1955 55.909 1981 93.277 2006 32.394

1956 53.742 1982 82.184 2007 29.963

1957 38.950 1983 81.181 2008 32.381

1958 71.146 1984 71.264 2009 60.566

1959 74.234 1985 67.302 2010 49.507

1960 48.045 1986 62.381 2011 35.895

1961 40.331 1987 63.508 2012 40.962

1962 38.451 1988 49.575 2013 42.913

1963 50.205 1989 38.715 2014 30.677

1964 26.727 1990 37.917 2015 27.563

1965 36.807 1991 51.498 2016 25.674

1966 35.729 1992 52.119 2017 20.824

1967 45.870 1993 62.550 2018 19.248

1968 41.332 1994 48.846 2019 19.385

1969 37.717 1995 47.432 2020 201.999

1970 33.712

Voor de periode 1921-1944 betroffen gegevens uitgedrukt in budgettaire eenheden telkens een samenvoe-ging van volledige en tijdelijke werkloosheid. Het is dan ook slechts mogelijk om vanaf 1945 aparte data in budgettaire eenheden voor tijdelijke werkloosheid terug te vinden. Vanaf dit punt werden deze jaargegevens in totalen echter onafgebroken gepubliceerd in de jaarverslagen, tot het moment waarop de reeks kan wor-den vervolledigd a.d.h.v. de sleutelbestanwor-den en statistische profielen. Op het vlak van indeling in variabelen en publicatie van fysieke eenheden is de overlevering van data rond tijdelijke werkloosheid echter relatief fragmentair.

Statistische bijlage

63

5

Tabel 2

Tijdelijke werkloosheid in budgettaire eenheden volgens geslacht

De vrijstelling van tijdelijk werklozen van de gemeentelijke stempelcontrole, gedeeltelijk ingevoerd in het jaar 1968 en volledig in 1975, resulteerde in een aantal statistische problemen m.b.t. de indeling van de tijdelijke werkloosheid in variabelen. De verdeling volgens geslacht in de jaren 1968-1969 is dan ook geba-seerd op die van de nog aan stempelcontrole onderworpen personen in tijdelijke werkloosheid. Ook voor de periode van 1978-1988 kon de verhouding volgens geslacht slechts statistisch worden bepaald voor de tijdelijke werkloosheid bij werkgevers die een zogenaamd formulier G300 indienden. Voor de jaren in kwes-tie werden de geslachtsverhoudingen van deze deelpopulakwes-ties geëxtrapoleerd naar het totale jaarcijfer.

Voor de periode 1989-1991 werden geen gegevens volgens geslacht overgeleverd. Aangezien er geen re-den is om in deze periode onregelmatige verschuivingen te veronderstellen van de onderlinge verhouding, werd dit hiaat ingevuld via een rekensleutel uitgaande van een geleidelijke evolutie van de voorafgaande naar de nakomende verhouding.

64 Tabel 3

Tijdelijke werkloosheid in budgettaire eenheden volgens gewest

De indeling van de tijdelijke werkloosheid volgens gewest uitgedrukt in budgettaire eenheden, is slechts beschikbaar vanaf het verschijnen van de jaarverslagen in 1952. Ook voor de verdeling volgens gewest le-verde de vrijstelling van tijdelijk werklozen van de gemeentelijke stempelcontrole statistische problemen op. De verdeling volgens gewest in de jaren 1968-1974 is dan ook gebaseerd op die van de nog aan stem-pelcontrole onderworpen personen in tijdelijke werkloosheid. Voor 1975, het jaar waarop die vrijstelling algemeen werd, konden geen data volgens gewest worden opgesteld. Ook dit hiaat werd ingevuld via een rekensleutel uitgaande van een geleidelijke evolutie van de voorafgaande naar de nakomende verhouding.

Voor het jaar 1978-1979 werd ook de verdeling volgens gewest slechts gemaakt in het geval van een over-gedragen formulier G300, waardoor die verhouding i.c. werd geëxtrapoleerd naar het volledige jaarcijfer.

Statistische bijlage

65

5

Tabel 4

Tijdelijke werkloosheid in fysieke eenheden (totaal)

1921 80.301 1949 201.645 1973 120.925 1997 150.085

In de vooroorlogse periode vanaf 1921 werden voor de tijdelijke werkloosheid de totale jaarcijfers volledig overgeleverd. In de naoorlogse periode zijn deze data t.e.m. het jaar 1961 beschikbaar via jaar- en/of maand-verslagen. Vanaf het jaar 1970 zijn hierover opnieuw data in fysieke eenheden beschikbaar via de zgn.

STAT8bis, een beknopt statistisch bestand gebaseerd op financiële gegevens. Bij de data uit de STAT8bis hoort echter de kanttekening dat de jaarcijfers in budgettaire eenheden zich hiertegenover voor de meeste jaren met een grootorde van precies 28,4% verhouden. Diezelfde verhouding werd in het verleden vaak be-schouwd als vuistregel voor het inschatten van de verhouding tussen budgettaire en fysieke eenheden in de tijdelijke werkloosheid en werd in die zin dan ook gebruikt voor historische publicaties over de tijdelijke werk-loosheid. Over de STAT8bis werden echter geen metadata teruggevonden om deze data verder te beoorde-len. Voor het overgebleven hiaat in 1962-1969 werd ook geopteerd voor een invulling a.d.h.v. een reken-sleutel toegepast op de evolutie in budgettaire eenheden. In het licht van het grotere aantal aan het licht gebrachte gegevens in fysieke eenheden, werd de rekensleutel echter wel enigszins verfijnd t.o.v. de klas-sieke sleutel van 28,4%. Voor het berekenen van de jaarcijfers in fyklas-sieke eenheden t.o.v. de budgettaire een-heden werd (gezien de relatief stabiele economische toestand gedurende deze hiaatperiode) als rekensleutel uitgegaan van de veronderstelling dat de verhouding tussen beide eenheden elk jaar gemiddeld evenredig zou verschuiven van de verhouding in 1961 naar die in 1970.

66 Tabel 5

Tijdelijke werkloosheid in fysieke eenheden volgens geslacht

De verdeling in variabelen van de tijdelijke werkloosheid uitgedrukt in fysieke eenheden is slechts beschik-baar vanaf de periode behandeld in de maandverslagen, m.n. vanaf juli 1936. Voor een aantal jaren (1936, 1944, 1945 en 1962) zijn niet van alle maanden data volgens geslacht beschikbaar, in welk geval de verhou-ding vanuit die onvolledige data werden geëxtrapoleerd naar het jaartotaal in fysieke eenheden. Aangezien de STAT8bis geen variabelen omvat, werd voor deze data de geslachtsverhouding vanuit de reeks in budget-taire eenheden naar de fysieke eenheden geëxtrapoleerd.

Statistische bijlage

67

5

Tabel 6

Tijdelijke werkloosheid in fysieke eenheden volgens gewest

De verhoudingen volgens gewest in fysieke eenheden werden op dezelfde manier bepaald als die volgens geslacht.

68

5.2

UVW-WZ

Tabel 7

UVW-WZ volgens stelsel

Na voltijdse

arbeid

Na studies Na vrijwillig deeltijdse arbeid

SWT Totaal Na voltijdse

arbeid

Na studies Na vrijwillig deeltijdse arbeid

SWT Totaal

1921 65.668 - - - 65.668 1949 217.065 - - - 217.065

1922 22.220 - - - 22.220 1950 208.556 - - - 208.556

1923 6.208 - - - 6.208 1951 191.337 - - - 191.337

1924 6.716 - - - 6.716 1952 212.925 - - - 212.925

1925 9.018 - - - 9.018 1953 223.425 - - - 223.425

1926 8.691 - - - 8.691 1954 204.027 - - - 204.027

1927 11.112 - - - 11.112 1955 146.183 - - - 146.183

1928 5.836 - - - 5.836 1956 114.286 - - - 114.286

1929 8.465 - - - 8.465 1957 98.479 - - - 98.479

1930 23.259 - - - 23.259 1958 137.981 - - - 137.981

1931 79.186 - - - 79.186 1959 152.320 - - - 152.320

1932 161.468 - - - 161.468 1960 114.274 - - - 114.274

1933 168.023 - - - 168.023 1961 89.130 - - - 89.130

1934 182.855 - - - 182.855 1962 70.943 - - - 70.943

1935 165.469 - - - 165.469 1963 59.243 - - - 59.243

1936 123.284 - - - 123.284 1964 50.363 - - - 50.363

1937 107.270 - - - 107.270 1965 55.375 - - - 55.375

1938 134.180 - - - 134.180 1966 61.498 - - - 61.498

1939 167.146 - - - 167.146 1967 85.318 - - - 85.318

1940 192.343 - - - 192.343 1968 102.730 - - - 102.730

1944 264.569 - - - 264.569 1969 85.343 - - - 85.343

1945 167.884 - - - 167.884 1970 71.261 - - - 71.261

1946 65.862 - - - 65.862 1971 70.876 - 242 - 71.118

1947 50.336 - - - 50.336 1972 86.822 - 338 - 87.160

1948 110.521 - - - 110.521

Statistische bijlage

Na studies Na vrijwillig deeltijdse arbeid

SWT Totaal Na voltijdse

arbeid

Na studies Na vrijwillig deeltijdse

T.e.m. 1960 is de reeks van UVW-WZ overgeleverd via maand- en jaarverslagen. Vanaf 1961 werden de reeksen gepubliceerd in de STAT92-statistieken, waaruit de data kon worden overgenomen. Ondanks het feit dat de hervorming van het stelsel van UVW-WZ na studies plaatsvond in 1968, worden de eerste gevallen (alvast statistisch gesproken) slechts zichtbaar vanaf 1974. Aangezien voor de periode 1974-1978 de detailbestanden van STAT92 slechts beschikbaar zijn voor de maand juni en er geen jaarcijfers werden gepubliceerd over het onderscheid tussen UVW-WZ na voltijdse arbeid en na studies, werden voor deze periode de verhoudingen in jaarcijfers bepaald door die van juni te extrapoleren (gestratificeerd volgens geslacht en leeftijd). De overbruggingsuitkering is telkens bij het stelsel na studies geteld.

Over het stelsel na vrijwillig deeltijdse arbeid zijn een aantal gegevens uitsluitend beschikbaar in de databestanden voor de publicatie van 75 jaar RVA, m.n. de jaarcijfers voor de periode 1971-1978 en het onderscheid met de niet-werkzoekenden na vrijwillig deeltijdse arbeid in de statistische sleutelbestanden (1992-1997).

I.v.m. het stelsel na vrijwillig deeltijdse arbeid dient er ook op te worden gewezen dat de methodologische breuk tussen 1991 en 1992 (STAT92 t.o.v.

sleutelbestanden) resulteert in een artificiële stijging van de aantallen in dit stelsel tussen die beide jaren.

70 Tabel 8

UVW-WZ volgens stelsel en geslacht - Mannen

Statistische bijlage

Voor een aantal jaren (1936, 1944 en 1945) was het onderscheid volgens geslacht niet voor elke maand van het jaargemiddelde beschikbaar. In die gevallen werd de verhouding volgens de beschikbare gegevens naar het jaartotaal geëxtrapoleerd. Voor de periode 1974-1978 werden de verhoudingen tussen UVW-WZ na voltijdse arbeid en na studies bepaald o.b.v. een extrapolatie van de data in de maand juni (cf. de uitleg bij tabel 7). Ook voor de geslachtsverhouding in het stelsel na vrijwillig deeltijdse arbeid in de periode werd in die periode geëxtrapoleerd vanuit de maand juni. Voor het jaar 1983 zijn ook voor het stelsel na vrijwillig deeltijdse arbeid geen gepubliceerde jaargegevens teruggevonden en zijn de statistische detailbestanden voor een aantal maanden beschadigd geraakt. De verhouding werd hier dan ook geëxtrapoleerd vanuit de nog beschikbare maanden. Aangezien de gegevens uit de databestanden voor de publicatie over 75 jaar RVA geen variabelen bevatten, zijn er voor de geslachtsverhouding hiaten bij het stelsel na vrijwillig deeltijdse arbeid in de periodes 1971-1973 en 1992-1997. Gezien de weinige verschuivingen in die verhoudingen voor dit stelsel, konden die hiaten worden ingevuld vanuit de verhoudingen in de aangrenzende jaren.

72 Tabel 9

UVW-WZ volgens stelsel en gewest - Vlaams Gewest

Statistische bijlage

74 Tabel 9 (vervolg)

- Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Na

Voor het bepalen van de verdeling volgens gewest gelden dezelfde opmerkingen als voor de verdeling volgens geslacht met de volgende aanvullingen:

• Voor het jaar 1960 werd de verhouding volgens gewest alleen gepubliceerd uitgedrukt in budgettaire eenheden. Deze verhouding is i.c. toegepast op het aantal fysieke eenheden.

• Voor het jaar 1983 werd niet het onderscheid tussen UVW-WZ na voltijdse arbeid en na studies gepubliceerd volgens gewest. Voor die verhouding werd dus ook het resultaat uit de onvolledige detailbestanden geëxtrapoleerd.

Statistische bijlage

75

5

Tabel 10

UVW-WZ volgens stelsel en leeftijdsklasse - 50-plussers

76

Statistische bijlage

Gegevens over de UVW-WZ volgens leeftijdsklasse worden pas systematisch gepubliceerd vanaf het jaar 1946. In de periode 1946-1967 onderscheidt men slechts de leeftijdsklassen van < 50 jaar en 50 jaar of ouder. Voor de periodes 1946-1961, 1964-1965 en 1968-1969 benaderde men de vraag naar de verhouding tussen de leeftijdsklassen a.d.h.v. een momentopname in de loop van het jaar. Deze verhoudingen werden i.c. geëxtrapoleerd naar het jaarcijfer in fysieke eenheden. Voor de periode 1971-1978 en het jaar 1983 geldt dezelfde werkwijze als vermeld bij de tabellen m.b.t. geslacht- en

gewestverhoudingen.

Aangezien in de sleutelbestanden leeftijd niet consequent als variabele werd opgenomen, vertonen de gegevens volgens leeftijd uit deze bron een hiaat voor de periode 1992-1997. Aangezien er geen reden is om in deze periode onregelmatige verschuivingen te veronderstellen van de onderlinge verhouding, werd dit hiaat ingevuld via een rekensleutel uitgaande van een geleidelijke evolutie van de voorafgaande naar de nakomende verhouding.

78

5.3

UVW-NWZ

Tabel 11

UVW-NWZ volgens stelsel

Vrijstelling o.b.v. leef-tijd of beroepsverleden

Voor de vrijstellingen o.b.v. leeftijd of beroepsverleden en die voor sociale en familiale redenen of

mantelzorg zijn de data volledig gebaseerd op de STAT92-gegevens, de sleutelbestanden en de statistische profielen.

Voor brugpensioen/SWT kon worden teruggevallen op een specifiek (maar beknopt) statistisch profiel voor de periode 1977-1997, de zgn. STAT97. Voor het brugpensioen in de eerste twee bestaansjaren, 1975-1976, konden totaalcijfers worden afgeleid uit de databestanden voor de publicatie van 75 jaar RVA. Voor de jaren 1998-1999 gaat het om data uit de jaarverslagen, aangezien brugpensioen als materie nog onvolledig was opgenomen in de statistische profielen.

Wat betreft de data over UVW na vrijwillig deeltijdse arbeid, geldt dat het onderscheid tussen WZ en NWZ voor de periode 1992-1997 slechts kan worden gemaakt o.b.v. de databestanden voor de publicatie van 75 jaar RVA.

Statistische bijlage

79

5

Tabel 12

UVW-NWZ volgens stelsel en geslacht - Mannen

Vrijstelling o.b.v. leef-tijd of

80 Tabel 12 (vervolg)

- Vrouwen

Vrijstelling o.b.v. leef-tijd of

Voor de jaren 1975-1976 werd een benaderende verhouding volgens geslacht berekend a.d.h.v. de geslachtverhouding in 1977. Voor de jaren 1998-1999, waarbij het totaalcijfer gebaseerd is op de jaarverslagpublicaties, werd de geslachtverhouding afgeleid o.b.v. de maanden waarvoor die data wel beschikbaar waren in de betaalprofielen voor 1998 en o.b.v. de verhouding incl. halftijds brugpensioen zoals gepubliceerd in het jaarverslag voor 1999.

Voor de UVW-NWZ na vrijwillig deeltijdse arbeid is de geslachtsverhouding voor 1992-1997 gebaseerd op de algemene verhouding volgens geslacht voor de UVW na vrijwillig deeltijdse arbeid en de berekening gemaakt voor de UVW-WZ in dit stelsel.

Statistische bijlage

81

5

Tabel 13

UVW-NWZ volgens stelsel en gewest - Vlaams Gewest

Vrijstelling o.b.v. leef-tijd of

82 Tabel 13 (vervolg)

- Waals Gewest

Vrijstelling o.b.v. leef-tijd of

Statistische bijlage

83

5

Tabel 13 (vervolg)

- Brussels Hoofdstedelijk Gewest Vrijstelling o.b.v.

leef-tijd of

Voor de verhoudingen van de UVW-NWZ volgens gewest gelden dezelfde opmerkingen als voor die volgens geslacht, m.u.v. het feit dat de gewestverhoudingen voor het brugpensioen in 1999 via de

jaarverslagpublicatie preciezer konden worden bepaald.

84 Tabel 14

UVW-NWZ volgens stelsel en leeftijdsklasse - < 25 jaar

Vrijstelling o.b.v. leef-tijd of

Statistische bijlage

85

5

Tabel 14 (vervolg) - 25-49 jaar

Vrijstelling o.b.v. leef-tijd of

86 Tabel 14 (vervolg)

- 50-plus

Vrijstelling o.b.v. leef-tijd of

Voor het brugpensioen/SWT en de vrijstellingen o.b.v. leeftijd of beroepsverleden kunnen de aantallen voor < 50-jarigen grotendeels als anomalieën worden beschouwd.

Voor de vrijstellingen voor sociale en familiale redenen of mantelzorg en de UVW na vrijwillig deeltijdse arbeid geldt de reeds gemaakte opmerking i.v.m. de leeftijdsvariabele in de sleutelbestanden. Aangezien er geen reden is om in deze periode onregelmatige verschuivingen te veronderstellen van de onderlinge ver-houding, werd dit hiaat ingevuld via een rekensleutel uitgaande van een geleidelijke evolutie van de vooraf-gaande naar de nakomende verhouding.

Statistische bijlage

De gegevens voor vrijstellingen in het kader van het bevorderen van de tewerkstellingskansen kunnen bijna volledig worden opgesteld met STAT92, de sleutelbestanden en de statistische profielen als bronnen. Voor de PWA-vrijstellingen zijn de totalen voor 1996-1997 bekomen uit de databestanden voor de publicatie van 75 jaar RVA. De totalen voor dit stelsel in 1994-1995, de eerste twee jaren van dit stelsel, werden daarop afgeleid vanuit de tendens in de daaropvolgende jaren. Voor de vrijstellingen voor inzet in het buitenland konden geen cijfers worden teruggevonden voorafgaand aan 1998. Door de geringe omvang van het stelsel kan er echter van worden uitgegaan dat eventuele eerdere betalingen in aantallen verwaarloosbaar zijn.

88 Tabel 16

Vrijstellingen volgens stelsel en geslacht - Mannen

Statistische bijlage

Gezien de vrij uitgesproken en stabiele verhouding volgens geslacht bij de vrijstellingen voor PWA-activiteiten, werd de verhouding in de periode 1994-1996 bepaald volgens de verhouding in 1997.

90 Tabel 17

Vrijstellingen volgens stelsel en gewest - Vlaams Gewest

Statistische bijlage

92 Tabel 17 (vervolg)

- Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Vrijstelling voor het

Gezien de vrij uitgesproken en stabiele verhouding volgens gewest bij de vrijstellingen voor PWA-activiteiten, werd de verhouding in de periode 1994-1996 bepaald volgens de verhouding in 1997.

Statistische bijlage

93

5

Tabel 18

Vrijstellingen volgens stelsel en leeftijdsklasse - < 25 jaar

94

Statistische bijlage

Gezien de vrij uitgesproken en stabiele verhouding volgens geslacht bij de vrijstellingen voor PWA-activiteiten, werd de verhouding in de periode 1994-1996 bepaald volgens de verhouding in 1997.

Voor de vrijstellingen voor beroepsopleiding en studies geldt de reeds gemaakte opmerking i.v.m. de leeftijdsvariabele in de sleutelbestanden. Aangezien er geen reden is om in deze periode onregelmatige verschuivingen te veronderstellen van de onderlinge verhouding, werd dit hiaat ingevuld via een rekensleu-tel uitgaande van een geleidelijke evolutie van de voorafgaande naar de nakomende verhouding.

96

5.5

Deeltijds werkenden

Tabel 19

Deeltijds werkenden volgens geslacht

Mannen Vrouwen Totaal

Het totale aantal uitkeringen voor deeltijds werkenden kon voor de periode 1972-1978 worden bekomen uit de databestanden voor de publicatie van 75 jaar RVA. Het bepalen van de verhoudingen volgens geslacht gebeurde a.d.h.v. de detailbestanden van de STAT92 voor de maand juni van dezelfde jaren.

Statistische bijlage

97

5

Tabel 20

Deeltijds werkenden volgens gewest

Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels

Hoofd-stedelijk Gewest

Voor de periode 1972-1978 werd de verhouding volgens gewest op dezelfde manier bepaald als die volgens geslacht.

98 Tabel 21

Deeltijds werkenden volgens leeftijdsklasse

< 25 jaar 25-49 jaar 50-plus Totaal

Voor de periode 1972-1978 werd de verhouding volgens leeftijdsklasse op dezelfde manier bepaald als die volgens geslacht en gewest. Voor de periode 1992-1997 geldt de reeds gemaakte opmerking i.v.m. de leeftijdsvariabele in de sleutelbestanden. Aangezien er geen reden is om in deze periode onregelmatige verschuivingen te veronderstellen van de onderlinge verhouding, werd dit hiaat ingevuld via een rekensleu-tel uitgaande van een geleidelijke evolutie van de voorafgaande naar de nakomende verhouding.

Statistische bijlage