• No results found

Regionaal meldpunt personen met verward gedrag (niet-acuut)

Ronde 1: Start verkenning

De verkenning is gestart met gesprekken waarbij per gemeente is bekeken hoe er op dit moment wordt voldaan aan de eisen rondom het meldpunt en wat de lacunes zijn in de huidige aanpak. Ook is met iedere gemeente besproken wat de wensen en behoeften zijn wat betreft een meldpunt voor niet acute meldingen. Voor deze gesprekken zijn alle ambtenaren van het AO PG betrokken en de projectleiders aanpak personen met verward gedrag. Iedere gemeente heeft voor zichzelf bepaald welke personen aansloten voor het interview.

De uitkomsten van de interviews zijn teruggekoppeld aan de ambtelijk opdrachtgever, projectgroep aanpak personen met verward gedrag en de projectgroep verkenning meldpunt (inclusief ervaringsdeskundige).

Ronde 2: Vervolggesprekken

Op basis van de in Ronde 1 opgehaalde informatie is onderzocht:

• Of deze lacunes lokaal opgevuld kunnen / moeten worden

• Of er voldoende draagvlak is dit regionaal te organiseren

• Op welke wijze vorm aan het meldpunt kan worden gegeven.

Terugkoppeling hierover heeft plaatsgevonden door middel van een werkbijeenkomst waar relevante denkrichtingen en dilemma’s worden voorgelegd die de richting bepalen voor de in ronde 3 uit te werken scenario’s en het voorstel voor het vervolgtraject. Deze bijeenkomst heeft plaatsgevonden op 29 januari 2019 en hiervoor zijn alle gemeentelijke projectleiders voor de aanpak personen met verward gedrag, de leden van de regionale projectgroep aanpak

personen met verward gedrag en de leden van de projectgroep Verkenning regionaal meldpunt (inclusief ervaringsdeskundige) uitgenodigd.

Ronde 3: Scenario’s

Ronde 3 bestaat uit het uitwerken van enkele scenario’s voor de wijze van inrichten van het meldpunt, gebaseerd op de denkrichtingen uit ronde 2. De benodigde capaciteit en financiële middelen, subsidiemogelijkheden, en ook de benodigde verbinding met samenwerkingspartners in het sociale domein maken hier onderdeel van uit. Dit alles leidt tot een rapportage met daarin een advies voor het vervolgtraject. Deze rapportage inclusief voorstel voor het vervolgtraject wordt ter besluitvorming voorgelegd aan de Bestuurscommissie Publieke Gezondheid.

6

2.2 Wettelijk kader en verantwoordelijkheden

Deze verkenning onderzoekt de best passende wijze waarop bouwsteen 4 kan worden ingericht in Twente. Wanneer we kijken naar de kaders en verantwoordelijkheden rondom personen met verward gedrag ziet de verdeling er als volgt uit:

Kenmerken Bijbehorend wettelijk kader

Acuut en psychiatrie Zorgverzekeringswet (crisisdienst GGZ)

Acuut en niet-psychiatrie WMO 2015 ( gemeente -> wijk- of gebiedsteam of meldpunt zorg en overlast)

Niet acuut en psychiatrie Zorgverzekeringswet (huisarts of GGZ en / of WMO 2015) Niet acuut en niet psychiatrie WMO 2015 ( gemeente -> wijk- of gebiedsteam of

meldpunt zorg en overlast)

Triage/ beoordeling Zorgverzekeringswet (tenzij de beoordeling wordt uitgevoerd door een gemeentelijk meldpunt).

Wanneer er een melding binnenkomt over een persoon met verward gedrag is het vaak niet direct duidelijk onder welke noemer de passende hulpverlening valt. Hierdoor kunnen de acute, niet- acute, psychiatrische en niet-psychiatrische meldingen niet altijd los van elkaar worden gezien en dient door de juiste beoordeling, de passende werkwijze gekozen te worden. Echter voor deze verkenning ligt de focus op de meldingen die onder de verantwoordelijkheid van de Twentse gemeenten vallen, de niet-acute en de niet direct tot psychiatrie behorende meldingen.

2.3 Voorbeeld casus niet acuut en niet psychiatrie

Om een goed beeld te krijgen van de niet acute meldingen van personen met verward gedrag wordt hieronder een voorbeeld casus geschetst. Deze casus is opgesteld in samenwerking met de ervaringsdeskundige van Mediant.

Voorbeeldcasus niet acute melding

Voorgeschiedenis

Jan is een 55 jarige alleenstaande man die zijn leven lang op de grote vaart heeft gezeten.

Jan merkte dat hij vanaf zijn 50e steeds vaker bijzondere gedachten had over zijn omgeving.

Wat Jan vooral bezig hield waren gedachten over een mogelijke ramp die stond te gebeuren.

Jan kreeg naast dromen ook overdag steeds vaker heldere beelden waarin de ramp voor zijn ogen bijna realistisch voltrok. Jan voelde ook steeds vaker de behoefte om anderen te waarschuwen voor het naderende onheil. Uiteindelijk besloot Jan om het vrachtschip met lading en al aan te meren, Jan was in paniek en besloot letterlijk te vluchten voor het onheil dat hij voor zich zag. Dankzij een alerte visser, die zag hoe de schipper zichtbaar verward zijn schip aanmeerde en aan wal ging, kon Jan tijdig in contact worden gebracht met hulpverlening. De voorlopige diagnose luidt beginnende paranoïde schizofrene ontwikkeling die zich vooral uit in wanen waarbij stemmen ook opdrachten gaven aan Jan.

Herstel

Jan reageert goed op de medicatie. Deze is aanvankelijk ingezet als dwangmedicatie maar wordt daarna door Jan vrijwillig ingenomen. Jan volgt ook de module Eigen Regie en Medicatie waarbij in combinatie met een sociaal psychiatrische verpleegkundige en een ervaringswerker meer zicht kreeg op de rol van medicatie bij zijn herstel. Jan heeft tenslotte de kliniek verlaten en krijgt ambulante begeleiding. Nadat Jan zo’n vijf jaar goed functioneert met medicatie en een aangepaste levensstijl, wordt op verzoek van Jan deze begeleiding gestopt en neemt de POH-GGZ van de huisarts dit over.

Eerste signalenen meldpunt

Jan is inmiddels 55 jaar en functioneert goed. Hij heeft een nieuwe relatie en merkt dat hij toch wel belemmerd wordt door zijn medicatie. Zijn libido is verminderd en hij besluit uit eigen beweging zijn medicatie te minderen. Jan merkt dat zijn energieniveau vooruit gaat maar raakt ook sneller geprikkeld en reageert dan geïrriteerd. De nieuwe relatie blijkt niet bestand tegen de kortstondige uitbarstingen van Jan en de relatie komt, voor Jan,

onverwachts tot een einde.

Jan begint zich in de periode hierna steeds meer af te zonderen, verzorgd zichzelf minder goed, en overdag zag de buurman steeds vaker dat de gordijnen dicht waren, en in de nacht was het luide gestommel van Jan goed hoorbaar. Naast geluidoverlast maakt de buurman zich ook zorgen, dit was toch niet de Jan zoals hij Jan kende, de Jan die altijd overdag even een praatje maakte en toegankelijk was. De buurman besluit het meldpunt te bellen en zijn zorgen te delen.

8

2.4 Gehanteerde definities en scope

In deze verkenning komen verschillende begrippen langs. Het is belangrijk dat iedere lezer hierbij hetzelfde referentiekader hanteert. Daarom hieronder een kort overzicht met de voor deze verkenning van belang zijnde definities.

Persoon met verward gedrag:

We gebruiken in deze verkenning de brede definitie van het Schakelteam personen met verward gedag: het gaat om mensen die grip op hun leven (dreigen te) verliezen, waardoor het risico aanwezig is dat zij zichzelf of anderen schade berokkenen. Dit verlies kan eenmalig of chronisch zijn.

Sluitende aanpak en bouwsteen Melding:

Voor een sluitende aanpak is het van belang dat de melding van personen met verward gedrag leidt tot een zo snel mogelijke inzet van passende hulpverlening. Het SiRM1 heeft in opdracht van het ministerie van VWS een Voorlopig Model Meldingen ontwikkeld. Het doel van het model is om de keten van acute en niet-acute meldingen van personen met verward gedrag te

verbeteren, om na een melding een snellere toeleiding naar passende hulpverlening te realiseren. Om dit te bereiken stelt SiRM de volgende 4 verbeteringen voor:

1. Verbeteringen melding bij de meldkamer politie (MKP) en de politie op straat 2. Verbeteringen melding bij de meldkamer ambulance (MKA)

3. Versterken triage- en meldfunctie voor acute hulpbehoefte

4. Versterken triage- en meldfunctie voor gemeente/GGD voor niet-acute hulpbehoefte Deze subsidieaanvraag richt zich op het 4e verbeterpunt: het versterken van triage- en meldfunctie voor niet acute hulpbehoefte voor gemeenten in Twente.

E33 meldingen:

Een E33 melding is een melding bij de Politie waar de code E33 aan is gehangen: overlast door verward of overspannen persoon.

Acuut / niet acuut:

In het kader van deze verkenning noemen we de meldingen waarbij de persoon waarover gemeld wordt binnen 24 uur zorg of andere hulp nodig heeft acuut.

3 Gespreksresultaten

De afgelopen periode hebben er met verschillende partijen interviews en gesprekken plaatsgevonden. De interviews met gemeenten zijn verlopen aan de hand van een vooraf toegestuurde vragenlijst. Na de interviews zijn de verslagen voorgelegd en hebben de

gesprekspartners de mogelijkheid gehad om deze aan te vullen. De bijlagen bevatten een lijst met geïnterviewde personen.