• No results found

Stappenplan: sturen assimilatenbalans gewas en T/L strategie

In document De basisprincipes van Het Nieuwe Telen (pagina 146-150)

8.2.1 De basisprincipes

De klimaatfactoren die de hoogte van de aanmaak bepalen zijn PAR-licht, CO2 en RV. Toenemend licht

moet samengaan met toenemende CO2, waarbij de luchtvochtigheid voldoende hoog moet blijven

om de huidmondjes open te houden (aanmaak verhogen). De temperatuur bepaalt de hoogte van het verbruik van assimilaten voor de vorming van drogestof (groei). Het streven moet zijn balans tussen gemiddelde etmaal temperatuur en lichtsom, kortweg aangeduid met T/L strategie.

Door de etmaaltemperatuur van dag tot dag in een vaste verhouding te realiseren tot de lichtsom, blijven de aanmaak en het verbruik van assimilaten elke dag in evenwicht. Op deze manier wordt een gewas in balans geteeld. Hierdoor is het gewas altijd vitaal en in staat om het licht altijd optimaal te benutten. Assimilatenbalans AANMAAK licht CO2 RV VERBRUIK temperatuur

8.2.2 Monitoren en interpreteren

De eigen teeltstrategie kan eenvoudig in beeld worden gebracht door het maken van een

‘puntenwolk’. In een grafiek kan op de x-as de lichtsom per dag worden uitgezet tegen de etmaal- temperatuur op de y-as. Een lijn door het gemiddelde van deze punten geeft de eigen gerealiseerde temperatuur-lichtverhouding aan.

8.2.3 Beter registreren per dag

25

20

Tempe

ratuur

Joule/cm2.dag

15

0

1000

2000

Temperatuur - Licht verhouding 1

25

20

Tempe

ratuur

Joule/cm2.dag

15

0

1000

2000

De puntenwolk van vorig teeltseizoen kan als basis dienen voor de teeltstrategie in het volgende teeltjaar. Met dat verschil dat dan bewust ook elke dag dezelfde temperatuur-lichtverhouding wordt gerealiseerd. De puntenwolk laat dan minder spreiding zien en het gewas zal veel meer in balans staan, waardoor het klimaat veel minder hoeft te worden aangepast. De teeltsturing vindt meer plaats op basis van een vooraf vastgestelde strategie, dan op basis van correctie achteraf aan de hand van de gewasstand.

Om dit te realiseren moeten elke dag de volgende zaken worden genoteerd: • De gerealiseerde lichtsom;

• De streeftemperatuur;

• De gerealiseerde temperatuur.

Dit leidt automatisch tot een constantere balans tussen licht en temperatuur. Bij een constante

temperatuur-lichtverhouding is verondersteld dat het CO2 en RV niet beperkend zijn. Als om wat voor

reden dan ook te veel moet worden gelucht, waardoor CO2 en luchtvochtigheid niet het gewenste

niveau halen, dan moet ook de streeflijn naar beneden worden aangepast. Dit geldt ook voor het geval er wordt gekrijt, gecoat of geschermd, waardoor er minder licht de kas in komt.

Bij de start van de teelt kan de temperatuur juist hoger zijn bij eenzelfde lichtniveau, omdat de plant- belasting lager is. Daarom is het aan te raden om in eerste instantie met een temperatuur-lichtlijn te gaan werken vanaf het moment dat er een regelmaat is tussen aanleg en oogst van vruchten.

8.2.4 Kleine stappen zetten

Om de temperatuur mee te laten bewegen met de instraling kan een aantal stappen worden gezet. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt in de dag, de nacht en de overgang van dag naar nacht. Overdag de temperatuur aanpassen aan het licht kan door:

1. Beperkter te luchten als het licht toeneemt door bijvoorbeeld een lichtverhoging op de ventilatielijn;

2. Lichtsom-verhoging in de namiddag op de stook- en ventilatielijn. In de nacht kan lichtafhankelijk de temperatuur worden geregeld door: 3. Hoogte van de stooklijn afhankelijk te maken van de lichtsom; 4. Tijdstip van ingang van de nacht afhankelijk maken van de lichtsom. De (zonne)warmte van de dag kan in de nacht benut worden door:

5. Een geleidelijke daling van de temperatuur te laten plaatsvinden van de dag naar de nacht. Dit kan nog worden bevorderd door vroeg(er) het scherm te sluiten.

8.2.5 Teeltstrategie aanpassen

De inzet van het scherm kan fors worden verhoogd naarmate de nachttemperatuur hoger kan zijn. Verhogen van de nachttemperatuur kan wanneer overdag het licht maximaal is benut, zodat in de nacht voor het verbruik van deze assimilaten een hogere temperatuur nodig is. Een hogere tempe- ratuur kan tevens worden nagestreefd als de plantbelasting wordt verlaagd. Dit houdt dus in dat er sterk afgeweken gaat worden van de normale teeltstrategie. Dan komen echter wel alle basisprinci- pes van HNT bij elkaar waarbij een hogere productie, kwaliteit en gewasgezondheid samengaan met een lagere inzet van energie als gevolg van het optimaler isoleren van de kas door middel van het scherm.

Kort samengevat komt het aanpassen van de teeltstrategie er op neer dat door: 1. Telen met een lagere plantbelasting;

2. Telen bij hogere T/L-verhouding meer aanmaak van assimilaten mogelijk is: beperkter luchten en sturen op vocht geeft een hogere efficiëntie van de benutting van Licht en CO₂. Hierdoor is een hogere, lichtafhankelijke temperatuur in de nacht mogelijk. Dus:

3. Hogere T + hogere T-nacht met minder stoken (vochtaanvoer);

Verbruik sturen door verlagen plantbelasting

Plantbelasting

Temperatuur

Verbruik sturen door verlagen plantbelasting

Plantbelasting

4. Meer schermuren mogelijk

o Vochtbalans van de kas makkelijker te sturen; o Minder aanvoer van vocht door minder stoken;

o Meer vochtafvoer door ventilatie met groter Absoluut vochtverschil met buitenlucht; o Meer vochtafvoer door condensatie met groter T-verschil met het kasdek;

o Meer uitwisseling door groter temperatuurverschil met de buitenlucht; o Minder temperatuurverschillen met volledig gesloten schermdoek;

o Telen bij een hogere luchtvochtigheid in de nacht = nog minder aanvoer van vocht.

Proeven op kleine schaal op het eigen bedrijf leveren altijd veel informatie op. Dan is er ook de kans om zaken extremer toe te passen en te zien wat het resultaat is.

Dit is altijd een goede basis voor het aanpassen van de teeltstrategie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: • Vruchtdunnen – tros snoeien;

• Tros verwijderen;

• Extra stengel later aanhouden; • Eerste zetting later toestaan;

• Plantbelasting ‘extreem laag’ aanhouden ; • Bladplukken.

In document De basisprincipes van Het Nieuwe Telen (pagina 146-150)