• No results found

Invloed buitencondities op het kasklimaat

In document De basisprincipes van Het Nieuwe Telen (pagina 72-74)

‘Ik sta verbaasd hoe koel het in de kas blijft met zeer beperkt luchten’

Joost Matijsen (Kwekerij Matijsen)

Tot nu toe werden de vocht- en energiebalans van de kas min of meer afzonderlijk bekeken. In wer- kelijkheid zijn die echter in hoge mate gekoppeld. Het afvoeren van energie en vocht door de lucht- ramen gaat immers hand in hand. Uit het Psychrodiagram is af te lezen hoe deze stromen van water- damp en energie zich verhouden.

Stel: in de kas is het 25°C met een RV van 70% ; de vochtinhoud is dan circa 14 g/kg en de energie

inhoud is 60 kJ/kg. Terwijl het buiten 20°C is met een RV van 50%. Dat betekent een vochtinhoud van 7 gram/kg en een energie inhoud van 40 kJ/kg.

Met elke kg lucht die wordt uitgewisseld wordt ongeveer 7 gram vocht en 20 kJ energie afgevoerd. De afvoer van energie zorgt ervoor dat de kastemperatuur niet te ver oploopt. De afvoer van vocht zorgt ervoor dat het in de kas niet te vochtig wordt. Belangrijk is te beseffen dat deze verhouding is gekoppeld aan de buitenomstandigheden en dat deze buitenomstandigheden ondanks geavanceerde klimaatcomputers zeer bepalend zijn voor het klimaat in de kas. Zie het volgende rekenvoorbeeld:

Stel: op een mooie zomerdag is de zonnestraling 850 W/m2 buiten gemeten. Door reflectie van het

glas en het gewas blijft in de kas 70% netto over, dus 600 W/m2. Per uur levert dat per m2 kas 2150

kJ. energie op. Deze energie wordt deels omgezet in opwarming van de kaslucht (voelbare energie) en deels geabsorbeerd door gewasverdamping en omgezet in waterdamp (latente energie). Uitein- delijk moeten beide vormen van energie ook worden afgevoerd om te zorgen dat de kastempera- tuur en/of de vochtigheid niet te hoog worden.

Ventilatiesnelheid gebaseerd op temperatuur

Stel nu dat de bovengenoemde omstandigheden voor kas en buitenlucht gelden, dan zou de venti-

latie snelheid dus 2150/20=107 kg/m2.uur moeten bedragen om de energiebalans in evenwicht te

houden. Voor de eenvoud van de berekening wordt het warmteverlies van de kasomhulling ver-

waarloosd. Dit zou betekenen dat er tegelijk 107x7=750 gram vocht/m2.uur wordt afgevoerd. Als

de gewasverdamping in werkelijkheid minder is dan deze 750 gram, dan zal bij handhaving van de temperatuur de vochtigheid in de kas dus steeds lager worden. Totdat een evenwicht is bereikt bij een RV die lager is dan 70%. Om dat te voorkomen moet de ventilatiesnelheid worden beperkt, maar dan loopt de temperatuur verder op. Het is het een of het ander.

Ventilatiesnelheid gebaseerd op vochtigheid

Wordt er niet alleen naar temperatuur gekeken maar ook naar vocht, dan moet de ventilatiesnelheid worden beperkt als het in de kas te droog wordt. Als gevolg daarvan neemt de kastemperatuur toe, maar minder snel dan verwacht. Dit komt doordat, volgens het verloop van de verzadigingscurve in het Psychrodiagram, de energie inhoud van de lucht sneller toeneemt dan de temperatuur. Het is daarom mogelijk om uitsluitend te ventileren op basis van vocht en daarmee de kastemperatuur te stabiliseren. Dit kan eenvoudig worden uitgevoerd door te regelen met een minimum/maximum raamstand gebaseerd op de kas RV of VD.

In warme en droge gebieden met een stabiel buitenklimaat wordt dat in de praktijk met groot succes toegepast. De voorwaarde is dat er niet meer straling van de zon wordt toegevoerd dan de verdam- pingscapaciteit van het gewas toelaat. Dit gebeurt dan door middel van krijt of met een beweegbaar scherm. Een uitstekend alternatief is om de gewasverdamping te ondersteunen met een (hoge druk) nevelinstallatie.

Ventilatie gebaseerd op de combinatie vocht en temperatuur

In de Nederlandse situatie is een dergelijke werkwijze vaak lastiger omdat de buitencondities veel meer variatie vertonen. Door de steeds wisselende verhouding van zonnestraling, buitentemperatuur en buiten RV zijn ontstaat veel meer de neiging om te regelen op temperatuur. Vanuit de plant gezien zou echter regelen op vocht een veel sterker accent moeten krijgen. Het resultaat is dat er volgens Het Nieuwe Telen nu wordt gestuurd op een gunstige combinatie van beide, waarbij voor de plant een goed groeiklimaat wordt gerealiseerd.

Door het knijpen van de luchtramen en eventueel aanvullend de RV kunstmatig te verhogen door ver- neveling, wordt het enthalpieverschil tussen de kaslucht en de buitenlucht groter gemaakt en hoeft er minder lucht te worden uitgewisseld om een bepaalde hoeveelheid energie uit de kas af te voeren. Dat kan zonder bezwaar. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat veel typen planten geen moeite hebben met een iets hogere temperatuur als de vochtigheid maar voldoende op peil wordt gehou- den. Sterker nog, een combinatie van hoge temperatuur en hoge RV is veel beter voor de groei dan een lagere temperatuur waarbij de RV ook laag is. Dankzij het veel kleinere ventilatievoud blijft er dan

meer CO2 in de kas. Dus het mes snijdt aan drie kanten.

Vanzelfsprekend is het raadzaam om voor elk gewas zorgvuldig na te gaan of een hogere tempera- tuur geen ongewenste bijeffecten geeft. Bijvoorbeeld op hormonale processen die een rol kunnen spelen bij bijvoorbeeld knopvorming of bloemkleur. Een voorzichtige benadering, aangevuld met verkennend onderzoek, is dus gewenst. Bovendien kan voor sommige teelten een hogere assi- milatenproductie en betere groei strijdig zijn met de doelstelling. Voor wie een korte, gedrongen potplant wil afleveren ligt groeistimulatie immers minder voor de hand.

In document De basisprincipes van Het Nieuwe Telen (pagina 72-74)