• No results found

VARA: DE STAND VAN ZAKEN, REPORTAGE VAN DE STAATSLIEDENBUURT International Instituut voor Sociale Geschiedenis

In document De Woongroep (en) Staatsliedenbuurt (pagina 59-79)

Staatsarchief

Inv. nr. BG GC11/55 20 oktober 1984

VO: voice over IV: interviewer

VO: Geklemd tussen markthallen en de Jordaan. Geluiden van sloop en nieuwbouw. Lange smalle straten met monotone etagewoningen. Verzakte huizen, hier en daar dichtgetimmerde ramen. Sloopgaten en nieuwbouw en oorspronkelijke huizen wisselen elkaar systeemloos af. Verval enerzijds, een poging tot leefbaarheid tegen de verdrukking in anderzijds. Fel beschilderde pandjes, alternatieve winkeltjes en cafés, muurschilderingen en spandoeken. Ook een prachtig centraal pleintje. Bijna Parijs, winkels en restaurants, een net gekraakt vrouwenhuis in de winkel van meneer Jamin. Twee gifgroene telefooncellen en een grijs urinoir. Het café heet tramlijn Begeerte en de tramlijn heet 10. 14.000 mensen wonen hier. Een gemengde bevolking naar leeftijd en kleur. Het overgrote deel van de huizen is gekraakt. De duizenden krakers hebben hun eigen café: de Rioolrat, trefcentrum van de zogeheten harde kern van de krakers. Ook wel de Woongroep genoemd. Symbool: een gigantische gebalde vuist op het dak van het café. Een buurt met een veelbewogen geschiedenis. Met name de afgelopen tien jaar. Piet Vink is geboren en getogen in de Staatsliedenbuurt. Hij is er nog altijd actief, met name in het Wijkcentrum. Een vriendelijke vijftiger.

Piet Vink: ‘De oude slogan is wonen is een recht. En het is natuurlijk zo dat in Amsterdam veel mensen komen die hier gaan studeren en werken. Jonge mensen die geen enkel recht hebben om een woning te krijgen. Die willen toch een woning. Die zoeken in deze buurt met goedkope huren een woning. Deze huizen waren 10 of 15 jaar geleden te krijgen voor een habbekrats. We hebben op een veiling meegemaakt dat een woning met 4 etages voor 5.000 gulden werd verkocht. Jaar of 12 geleden: 1000 gulden per etage. Ze werden opgekocht door handelaren die dan met verschillende intimidaties bewoners wegpestten om vervolgens de woningen te splitsen. Voor duur geld verkopen. Dat is de laatste jaren teruggedraaid.

60 Splitsingsvergunningen worden niet meer snel vergeven. De aanwezigheid van krakers verhindert dat er malafide zaken gebeuren.’

VO: Tientallen jaren hadden speculanten het voor het zeggen in deze ruim 100 jaar oude buurt. Gevolg: forse huren in ruil voor totale verkrotting. Wrakkige etages werden verbouwd om ze horizontaal te verkopen of werden totaal verwaarloosd. De gemeentelijke distributieregels worden er van oudsher royaal aan de laars gelapt. Huiseigenaren bepaalden wie er op leegstaande woningen kwamen of vertrekkende bewoners gaven zelf de sleutel door aan bekenden.

Er wordt al heel lang, zou je kunnen zeggen, gekraakt in de buurt. Dat wil zeggen, er wordt gewoond en gedistribueerd buiten de geëigende kanalen om. Voor alle duidelijkheid, dit wil dus niet zeggen dat er geen huur werd betaald, maar allengs kwamen er steeds meer woningen leeg te staan of er waren geen gegadigden meer voor. Of de gemeente verklaarde de panden onbewoonbaar en timmerde ze dicht. In een stad met 10.000 woningzoekende, waaronder veel jongeren die nog lang niet in aanmerking komen voor officiële woningtoewijzingen, kan dit niet zomaar. Jongeren waaronder de actieve krakers trokken de wijk in, haalden de planken weg en zorgden voor eigen woningbeleid. De Staatsliedenbuurt werd massaal en openlijk gekraakt.

In café de Rioolrat ontmoeten we Theo, Hans, Rens en Jan. Geen vrouwen, want die zijn druk aan het werk in hun net gekraakte vrouwenpand en moeten zich voortdurend verdedigen tegen de tegen hen gekeerde agressie vanuit de buurt. Behalve bloemen krijgen ze veel dreigementen. Het is elf uur ’s ochtends, een schoonmaakploeg wist de sporen van de vorige avond uit. Een oude man heeft met een pijpje pils in de hand buiten zitten wachten tot het café openging. Het bier is hier tenminste nog betaalbaar en er is verse koffie.

Kraker: ‘Wat er dus gebeurd is in principe, is dat wij op eigen initiatief van de mensen verwachten die gaan kraken en dan komen ze naar ons spreekuur. We houden twee keer per week spreekuur, en daar komen ze naar toe als ze problemen hebben of steun nodig hebben, maar de mensen doen het uiteindelijk zelf en lossen hun eigen woonprobleem op.’

IV: ‘Jullie hebben geen lijst met urgenten en mensen die aan de beurt zijn enzovoorts. En wijzen toe. Jullie hebben geen alternatief GDH?’

61 Kraker: ‘Er wordt gewoon gekraakt naar behoefte, zowel de woning, de grootte, als voor de mensen die de woning nodig hebben. Het aantal mensen dat een woning nodig heeft.’

IV: ‘Maar de gemeente, de GDH, heeft zich hier volkomen teruggetrokken?’

Kraker: ‘Ja, ze krijgen hier geen poot aan de grond. Het is gekraakt voordat zij erbij kunnen bij wijze van spreken. Voordat zij het in hun computer kunnen stoppen.’

Kraker: ‘Nou het is veel erger. Ten eerste zijn de woningen zo slecht dat de mensen die jarenlang op een woning hebben gewacht, deze woning niet accepteren dus leeg blijven staan. En het is zo dat een heleboel alleenstaanden hier willen kraken en vaak veel te lang op een lijst staan en daarom naar deze buurt komen.’

VO: De stand van zaken en de staat in de Staatsliedenbuurt. De GDH is verantwoordelijk voor de verdeling van woningen in Amsterdam. Een in de as gelegde vleugel van het gebouw zegt veel over de populariteit van deze dienst. In de Staatsliedenbuurt zijn ze allang opgehouden met verdelen. In gesprek met de Adjunct-directeur van de GDH.

IV: ‘Heeft de GDH nog een rol in de Staatsliedenbuurt?’

Adjunct-directeur: ‘Nee, maar je moet wel bedenken dat vijftig procent sowieso niet door herhuisvesting wordt toegewezen. Dat geldt voor heel Amsterdam en daarbij speelt de kwaliteit van de woningen, dat zelfs áls wij in staat zouden zijn alle woningen toe te wijzen dat er toch zonder meer problemen zouden ontstaan, omdat de vraag naar de Staatsliedenbuurt op zichzelf van de woningzoekende die bij de dienst herhuisvesting in aanmerking zouden komen voor de woningen toch vrij klein is.’

VO: En de politie laat als het om huisvestingzaken gaat overstek gaan. Woensdagochtend om elf uur in de Bentinkstraat. Een verdieping is om onduidelijke redenen gesloopt. Krakers en politie treffen elkaar voor het onttakelde pand.

62 Kraker: ‘De woning is vernield. Alle spullen zijn vernield en gewoon alvast ingepakt voor haar, terwijl ze pas drie dagen weg is.’

IV: ‘U wordt dan gebeld en dan?’

Kraker: ‘Je wordt gebeld of je wil komen. De kraakbeweging is nu een onderzoek aan het instellen.’

IV: ‘Die gaat op zoek?’

IV tegen politieagent: ‘De kraakbeweging zoekt dit nou voor jullie uit of hoe zit dat dan?’ Politieagent: ‘Ja, er zijn drie jongens naar boven, die zijn het aan het uitzoeken.’

IV: ‘Die zijn aan het uitzoeken wie wat waarom hoe wanneer. Je zou eigenlijk denken daar zijn jullie voor toch? Dat zoeken jullie uit.’

Politieagent: ‘Zij hebben de contacten.’ IV: ‘Maar is dat echt zo?’

Politieagent: ‘Vraag maar een van de jongens.’

VO: Vreemd genoeg staat de Staatsliedenbuurt in haar geheel onder politiebureau Warmoesstraat. Een toch al overbelast bureau in de Rossenbuurt, kilometers verwijderd van de Staatsliedenbuurt. Districtchef Winkels haalt in het vorige gesprek fel uit naar de kraakbeweging. Hij zegt: ‘Er gebeuren ontoelaatbare dingen in de buurt, de mensen zijn doodsbang voor de krakers. Wij krijgen schijnende voorbeelden, anonieme telefoontjes en brieven met klachten. Ze vormen hun eigen politiemacht in de buurt.’

Een verzoek over de stand van zaken om met de wijkagent te mogen praten wordt afgewezen. Mogen wij het hem zelf niet vragen dan? ‘Nee, want die man moet nog langer mee en wat hij ook zegt, er is altijd wel een groep die dat dan weer tegen hem gebruikt.’ Gespierde taal van Winkels, maar als de band aan gaat wordt hij een stuk voorzichtiger. Ja, het is wel een moeilijke buurt voor de politie, die Staatsliedenbuurt. Zoveel wil hij wel kwijt.

63 Winkels: ‘Ik denk dat daar een hele militante groepering in de kraakbeweging zit en dat het een hele moeilijke buurt is voor de politie. Juist omdat het onvoorspelbaar is wanneer die militante beweging in beweging komt. En in die situaties wordt grof geweld niet geschuwd en ik heb een paar keer, wij hebben een paar keer meegemaakt dat een tiental agenten alleen maar door het trekken van hun pistool zich nog van hun lijf hebben kunnen redden. Dat was zodanig gewelddadig dat er geen andere mogelijkheid meer was. Als er geschoten zou zijn, godszijdank is het niet gebeurd, dan was dat volkomen gerechtvaardigd geweest volgens de instructies.’ IV: ‘Hoe kijkt u nou hier van zo’n afstand tegen de kraakbeweging aan daar?’

Winkels: ‘Wat wij merken is dat die kraakbeweging, die groepering in ieder geval, geroken heeft aan de macht en ongecontroleerde macht. Dat zullen ze zelf niet zeggen, want ze zeggen wij worden steeds door onze krakersgroep gecontroleerd, maar dat is ook maar een beperkte groep en ja, de arrogantie van macht begint te vertonen. Ook op andere terreinen dan op het volkshuisvesting beleid.’

VO: De krakers zien het toch weer even anders.

Kraker: ‘Dit is een fabeltje. We hebben het ertoe straks even over gehad dat de politie de buurt niet in kan. Nou, we zien hier meer politie dan ooit. Alleen het optreden tegenover overlast en dingen waarvoor ze zouden moeten zijn, dus niet de handhaving van zogenaamde openbare orde maar het optreden tegen dingen die voor de bevolking niet door de beugel kunnen, dat zie je hier niet. Je ziet hier wel dat ze van tijd tot tijd proberen op sociale gronden in te grijpen. Dus inderdaad bij ontruimingen of het voorkomen van kraken. Nou ja, dat levert een hoop conflicten op.’

VO: In dit kruitvat vol tegenstellingen, gooiden twee weken geleden de drie woningbouwverenigingen: Zomers Buiten, Rochdale en Patrimonium een vonk. Ze beheren sinds twee jaar 410 door de gemeente aangekochte panden in de Staatsliedenbuurt. Ze knappen de huizen die nog een aantal jaren mee kunnen op, en verhuren ze daarna aan de mensen die er al gekraakt of niet in zaten. Huren van 120 tot 180 gulden per maand, soms ook lager. In hun open brief aan de gemeente dreigen ze daar nu mee op te houden. Citaat: ‘Het is onmogelijk langs de normale weg de bewoner van een gekraakte woning op te sporen. Op brieven wordt

64 niet gereageerd. Als we toch de naam van de bewoner ontdekken, deinst men niet terug voor intimidaties. En we hebben het gevoel, overigens niet als enige, dat het werken in deze buurt steeds moeilijker wordt. Dat we minder greep op de situatie hebben en de buurt door onze vingers voelen glippen. Dat bekent, vrezen wij, dat we uiteindelijk genoodzaakt zijn ons terug te trekken. Dan resteert wellicht als enige oplossing sloop en nieuwbouw.’ Einde citaat.

Samenvattend: een volksbuurt takelt af onder wanbeheer, onder andere doordat de gemeente nooit de middelen heeft gehad om paal en perk te stellen aan speculatie. De kraakbeweging is in het gat gesprongen, heeft zijn eigen huisvestingbeleid gecreëerd met daaromheen een eigen subcultuur en een eigen machtscircuit. Twee jaar geleden is Amsterdam begonnen het woningbestand op te kopen van particulieren eigenaars. Om ook hier de stadsvernieuwing in te zetten. Woningbouwverenigingen moesten deze huizen opknappen en beheren, maar stuitte daarbij soms op de gegroeide machtsverhoudingen en de politieke stellingnamen van een aantal krakers. Met veel publiciteit trokken zij hierom bij de gemeente aan de bel en dreigden zich terug te trekken als de gemeente niet iets deed en weer greep zou krijgen op de staatsliedenbuurt.

Koren op de molen van een deel van de pers. Uit de tv-rubriek TROS Actua van 22 november jongstleden: ‘Goedenavond en welkom bij TROS Actua. In Amsterdam was het deze week weer flink raak (…) maar in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt heeft het gemeentebestuur het zover laten komen dat met gebalde vuist vanuit het illegale café de Rioolrat min of meer de wet wordt voorgeschreven aan de buurtbewoners. Daarbij gebruikmakend van een eigen illegale radiozender, de Staatsradio. De nieuwe regeerders zijn bijvoorbeeld voor gratis gas en licht, de gewone Amsterdammer wil het bier ook gratis. Was er voorheen nog overleg tussen de krakers Woongroep en de gemeente, nu is het zo dat er ook veel illegaal buitenlanders wonen, met name Engelsen en Ieren. Er wonen heroïneverslaafden en drugsdealers.’

De Telegraaf interviewt burgemeester Van Thijn, citaat: ‘De Staatsliedenbuurt is al jaren een zorgenkind, het ziet ernaar uit dat het de volgende testcase wordt voor mijn beleid. Zo gaat het niet langer. Ik laat mij door geen enkele vorm van geweld intimideren. De wantoestanden in de Staatsliedenbuurt zullen onvermijdelijk worden teruggedraaid.’

Ook de landelijke politiek laat zich niet onbetuigd: CDA-kamerlid Hans van Wezel deed er nog een schepje bovenop. Vier dagen keek hij rond op het bureau Warmoesstraat en zie hier zijn analyse: ‘Daar is de rechtstaat opgehouden te bestaan. De politie patrouilleert niet meer, om redenen dat men de mankracht er niet voor heeft, ook om veiligheidsredenen. En ik geef u de verzekering dat achter al die krakers heel wat figuren en individuen in de organisatie

65 schuilgaan die ik niet graag de kost zou geven. Wat ik daar ben tegengekomen zijn eigenlijk Amerikaanse toestanden. Je hebt ook in gedeeltes van New York plekken waar de politie niet uit de auto durft te komen. Je ziet gewoon bij de politie een vrees die ertoe leidt dat men zegt dat indien er gewapend opgetreden zou worden dat er slachtoffers aan beide kanten gaan vallen en dat is voor mij duidelijk de agressiviteiten hardheid en datgene wat schuil gaat achter dit hele gebeuren. Dat is zeker het onderzoek waard, maar met ingrijpen zal men dus terughoudend moeten zijn, omdat men simpelweg weet dat het tot slachtoffers kan leiden. De Staatsliedenbuurt is eigenlijk geen deel meer van het koninkrijk der Nederlanden. Daar regeren hele andere wetten. Daar regeren de wetten van de krakers van de sterkste en daar is dus het gezag ophouden te bestaan. Dat noemen we terrorisme, anarchisme, maar de Nederlandse staat is ophouden te bestaan.’Dit alles verhit de gemoederen in de buurt bovenmatig.

Kraker: ‘Twee weken geleden is er een Telegraaf artikel geweest. Daarin zei Van Thijn letterlijk, en dat is de manier waarop hij met ons omgaat, waarschijnlijk wordt de Staatsliedenbuurt de eerste testcase van mijn beleid. Waar heeft die vent het over? Het is puur en puur een machtsspel dat hij speelt. Als hij nou zegt de Staatsliedenbuurt wordt mijn eerste testcase hoe ik met sociale problemen omgaan en hoe probeer ik een buurt leefbaar te maken. Dan zeg ik: nou, ik ben benieuwd wat hij ervan gaat maken. De manier waarop hij het in de Telegraaf schetst is zo: het enige wat hij wil is in één keer ontruimen. En laten zien dat hij kán ontruimen. En niet dat hij de problemen van de mensen wil oplossen. Zolang dat soort dingen gebeuren is het duidelijk dat wij een tegenmacht moeten opbouwen, we moeten onze eigen problemen kunnen oplossen.’

VO: Het distributiewerk van de Woongroep Staatsliedenbuurt gaat gewoon door. Tweemaal per week in de Rioolrat. De oude man van ’s ochtends zit er ’s avonds nog achter zijn zoveelste pilsje. Het is druk in de Rioolrat. Twee junks worden met zachte hand de avond weer in gestuurd. Na het spreekuur mogen ze weer terugkomen. Een 50-jarige vrouw komt advies vragen. Ze is ontredderd uit een andere stad gevlucht voor haar vriend en heeft 30 jaar in de Staatsliedenbuurt gewoond. Ze moet een dak boven haar hoofd hebben, maar krijgt bij de GDH nul op het rekest. Staat niet twee jaar ingeschreven hier. Wat moet ze doen. Ze weet een etage die al meer dan een jaar leegstaat.

Voor de winkeliers hoeven de krakers niet zo nodig weg. Al meldt de politie ons dat talloze winkeliers bestolen worden en te bang zijn om er iets tegen te doen. De drogist Van Vliet is voorzitter van de winkeliersvereniging.

66 Van Vliet: ‘Nou het hele gedoe eromheen, althans verhalen die wij zo lezen in de pers. Nou, dan kan ik zeggen van dat is af en toe erg overdreven. Er zijn wel extremiteiten maar toch niet in die mate die ik in de kranten lees.’

IV: ‘Als je het zo leest woont u hier in Wildwest City, zeg maar he?’

Van Vliet: ‘Ja, ja inderdaad. Nee hoor, maar voor onze ervaring, althans mijn persoonlijke ervaring, hoe die winkeliers het in de buurt ervaren weet ik eigenlijk niet.’

IV: ‘Dat weet u toch wel via de winkeliersvereniging?’

Van Vliet: ‘Nee nou ja, er worden toch niet zo erg verhalen over verteld. Ik bedoel we weten allemaal wel een klein beetje hoe de toestand is. Die mensen die werken daar al jaren en nou goed die hebben dat waarschijnlijk als normaal ervaren, dat weet ik niet. Maar ik kan niet zeggen dat mensen zeggen: god, we hebben er zo’n narigheid mee en die jongens zijn zo extreem zus of zo. Die verhalen hoor je echt niet hoor, dat is echt een beetje overdreven.’ IV: ‘U voelt zich bepaald niet onbeschermd?’

Van Vliet: ‘Onbeschermd ten opzichte van wat? Van de kraakgroep? Nou daar hebben wij helemaal geen moeite mee, die jongens zijn mijn klanten. Ik bedoel en wat beschermen betreft, dat zou je moeten hebben tegen criminaliteit of wat dan ook. In deze buurt is het wel wat extremer, maar dat is niet inherent aan de kraakbeweging hoor. Misschien komt het door de illegalen en dat het ongrijpbaar is. Voor de rest voelen we ons echt niet onbeschermd ofzo hoor.’

VO: De dienstherhuisvesting lijkt na al die jaren de handen in de Staatsliedenbuurt ook wel weer eens uit de mouwen te willen steken, zij het wel voorzichtig. Met het aankopen van panden door de gemeente en het grootscheeps renoveren daarvan is ook meteen een stadium gebruikt, dat je zegt, tot nu toe hebben we gedoogd en daar zijn gedoogvergunningen van de GDH een uitvindsel of uitvloeisel van dat je mensen gewoon maar liet zitten waar ze het goedvonden dat ze terecht kwamen. Nu is het punt bereikt dat aan die situatie een einde moet komen naar aanleiding van het grootscheeps aankopen van panden en opknappen, en als

67 gemeente vinden dat je een acceptabele huur voor die panden kan vragen. Dat is de ingang van een nieuwe fase. Maar wat is die fase? Kunt u dat beschrijven?

Gemeenteambtenaar: ‘Ik denk dat het zeker een nieuwe fase inzet. Van de distributie hebben we in het verleden altijd gezegd die kan in een buurt als de Staatsliedenbuurt niet goed werken.

In document De Woongroep (en) Staatsliedenbuurt (pagina 59-79)