• No results found

Sociale media

In document Voorwoord (pagina 171-176)

Boeren aan de basis van nieuw leven

Hoofdstuk 11. Het kantelpunt

11.6. Sociale media

Sociale media spelen een belangrijke rol in het ‘kantelpunt’ dat wij in dit hoofdstuk bespreken. In tien jaar tijd zijn zij uitgegroeid tot een krachtig

communicatiemiddel. Internet stelt ons in staat gemeenschappen te vormen op basis van vertrouwen, informatie snel uit te wisselen en zo ontwikkelingen te versnellen. Sociale media spelen een belangrijke rol bij veel lokale initiatieven: zij vergroten hun kracht, en smeden een band tussen de deelnemers. Deze media vormen de sleutel tot veel projecten van publiek belang die de laatste jaren zijn ontstaan; meestal vanuit lokale initiatieven zonder tussenkomst van overheden en grote bedrijven. De Groene Groei profiteert hiervan. In de eerste plaats door verbreding van de basis van onderling vertrouwen. Sociale media zouden zelfs de sleutel kunnen vormen bij het vinden van een nieuwe basis van vertrouwen in de maatschappij; tussen burgers en ondernemers, en tussen deze en overheden en instellingen. In de tweede plaats door snelle uitwisseling van informatie, waardoor technische en sociale vernieuwingen een steviger basis krijgen.

Sociale netwerken zijn een krachtig middel om mensen te verenigen op basis van interesses en motivatie. Bekende sociale netwerken als Facebook en Twitter zijn ideaal om informatie te delen en mensen met elkaar te verbinden. Er zijn talloze projecten waarin de deelnemers met elkaar communiceren via een Facebook groep: bij het beheer van een stadstuin, een gedeeld kantoorgebouw, een klein natuurgebied, energiebesparing in de wijk etc. Door het gebruik van internet hoeven de deelnemers niet direct bij elkaar in de buurt te zijn om toch betrokken te blijven. In drie jaar tijd heeft de site biobasedeconomy.nl bijvoorbeeld een grote gemeenschap om zich heen weten te verzamelen van sterk betrokken mensen bij ons thema ‘Groene Groei’. Zij voeren discussies en vinden elkaar op basis van

interesses en behoeften (ook commercieel). Daarmee is deze site een belangrijk hulpmiddel geworden voor de groei van de biobased economy in Nederland. Ook de site van Urgenda functioneert als contactpunt voor iedereen met een goed hart voor radicale veranderingen naar duurzaamheid.

Deze belangrijke rol spelen sociale media ondanks twee belangrijke problemen die veel aandacht trekken. In de eerste plaats de verruwing van de omgangsvormen, die voor sommige mensen zwaar weegt. Mensen hebben op internet de mogelijkheid om anoniem te reageren en maken daarvan soms gebruik met grove taal, tot aan haatcampagnes toe. Sociale netwerksites worden ook vaak misbruikt, bijvoorbeeld door kinderlokkers. Dit zijn niet alleen kinderziektes. Er moet serieus aandacht worden besteed aan deze problemen om sommige mensen niet kopschuw te maken voor sociale media. Een tweede en nog ernstiger

probleem is het verlies van privacy door internet en vooral door sociale media. Alles wat ooit op internet is gezet blijft daar in principe voor altijd staan (al kan het aan het oog worden onttrokken). Soms met zeer nare gevolgen voor de

betrokkenen. Beveiliging van sites is niet altijd goed, en criminelen maken daar steeds meer misbruik van. Er vindt een voortdurende strijd plaats tussen hackers (sommigen ideëel, anderen crimineel) en beveiligers, met steeds nieuwe trucs van beide kanten. Computers worden geïnfecteerd en kunnen, zonder dat de gebruiker dat weet, onderdeel gaan vormen van cyberaanvallen op bedrijven en overheden. En we moeten er als eenvoudige burgers maar van uitgaan dat geheime diensten toegang hebben tot alles wat op internet gebeurt, beveiligd of niet. Privacy bestaat niet meer.

Toch heeft meer dan 90% van de Nederlandse bevolking ondertussen toegang tot internet en maken steeds meer mensen gebruik van sociale media. Ook voor ideële doelen. Neem een netwerk als avaaz.org, een online campagnenetwerk dat de stem van gewone mensen laat doorklinken in de wereldwijde

besluitvorming. Alle gebruikers van het netwerk kunnen een petitie starten over een onderwerp dat hen aan het hart ligt en zo wereldwijd aandacht vragen voor hun initiatief. Het netwerk heeft momenteel al tegen de 40 miljoen leden verspreid over 194 landen; sinds 2007 heeft het al bijna 200 miljoen acties gevoerd. Door het verbinden en mobiliseren van een wereldwijd publiek is dit online netwerk een serieuze kracht geworden op het wereldtoneel.

Andere netwerken verbinden mensen met elkaar op basis van vraag en aanbod, vaak bij elkaar in de buurt. Peerby is een contactpunt voor mensen die gereedschappen of andere artikelen willen uitlenen, of deze juist zoeken. Ladder nodig bij een verbouwing? Je hoeft er geen te kopen, je vraagt eenvoudig op Peerby of er in de buurt iemand is die zijn ladder aanbiedt. Boormachines, ook zo’n artikel, meestal in hun hele levensduur maar een paar uur gebruikt, daarom heel geschikt om uit te lenen. Snappcar werkt hetzelfde, maar dan met auto’s: de één heeft hem

niet altijd nodig, een ander wil hem niet aanschaffen, maar wil er wel van tijd tot tijd gebruik van maken. Op deze manier stelt ICT ons in staat om goederen efficiënter te gebruiken. Net zo werkt het systeem om huizen tijdelijk te verhuren, onder meer via Airbnb. Deze site heeft in korte tijd internationaal en in Nederland een enorme vlucht genomen. Ook op meer gebieden lijkt het slimmer benutten van producten een trend. Thuisafgehaald.nl is bijvoorbeeld een netwerk waarbij mensen in de buurt elkaar vinden: de één kookt, de ander haalt af. Netwerken als Peerby, Snappcar, Thuisafgehaald en Airbnb maken het mogelijk dat goederen, zoals gereedschap, auto’s, eten en huizen meer efficiënt worden gebruikt. Zodat wij er minder van hoeven te produceren en bouwen en onze ecologische voetafdruk afneemt. De sociale media zijn daarmee zeer belangrijk voor de belangrijkste trend voor Groene Groei: meer resultaat met minder middelen.

ICT leent zich ook bij uitstek voor crowdfunding en crowdsourcing; geld of kennis ophalen voor je plannen. Nog kort geleden was het een enorme uitdaging om 10 mensen bij elkaar te krijgen die € 1.000 toezegden voor een goed idee; tegenwoordig krijg je met behulp van internet en sociale media zo 1.000 mensen bij elkaar die € 10 geven. Een bekende site is Kickstarter waarop zeer

uiteenlopende projecten worden aangeboden voor fondsenwerving. Een mooi voorbeeld is het project be.e, de ontwikkeling van een elektrische scooter met een behuizing van bioplastic versterkt met natuurlijke vezels (helaas niet gelukt via Kickstarter). De minder bekende site Indiegogo werkt net als Kickstarter. Er zijn vele andere crowdfunding sites, vaak gespecialiseerd van karakter. Zoals

Nieuwspost, dat journalistieke projecten ondersteunt. De Nederlandse giffdiff.com, pifworld.com, wildeganzen.nl en onepercentclub.com hebben een idealistische doelstelling en steunen veel projecten in ontwikkelingslanden. Medstartr.com steunt projecten ter verbetering van de gezondheidszorg. Een bekend product gefinancierd met crowdfunding is de Fairphone, het Nederlandse initiatief voor een grotendeels ‘eerlijk’ geproduceerde telefoon.

Naast crowdfunding is ook crowdsourcing een nieuwe manier van

communiceren met vele mogelijkheden. Crowdsourcing is het bundelen van kennis van bereidwillige experts die voor niets een probleem willen oplossen en het antwoord gratis willen delen met anderen. Het bekendste voorbeeld is Wikipedia. Maar crowdsourcing is ook het vormen van een groep van mensen die pionieren met nieuwe technologieën zoals biogas. Wie ‘biogas’ zoekt op Facebook komt terecht bij groepen in landen als Pakistan, Egypte, Mexico, Roemenië, de VS en Zweden. De kracht van het sociale netwerk is hier dat deelnemers elkaar vrij laten delen in de resultaten van hun vindingen, en gezamenlijk op zoek gaan naar verbetering. Een zeer aansprekend voorbeeld is iHub Kenia, ‘om de groei van de tech-gemeenschap van Kenia te katalyseren’. Dit is een nieuw model van kennisontwikkeling, ook wel het ‘boerenmodel’ van de ontwikkeling van kennis

genoemd. De Nederlandse land- en tuinbouw staat onder meer op zulk hoog peil door de traditie van ‘studieclubs’ waarin boeren hun laatste vindingen met elkaar delen, vaak met korte lijnen naar agrarische hogescholen voor het leveren van wetenschappelijke kennis. Met internet kan dit proces nog vele malen worden versneld. Crowdsourcing kan op deze manier zorgen voor snelle verspreiding van kennis, misschien wel sneller dan in het ‘industriële model’ waarin bedrijven zo lang mogelijk hun kennis geheim houden om zo een voorsprong te houden op hun concurrenten. Ook het openbaar bestuur gebruikt al crowdsourcing, bijvoorbeeld de gemeente Amsterdam bij de ontwikkeling van haar plannen.

Nog opener is de open source benadering, waarvan softwareprogramma Linux een bekend voorbeeld is. Open source bevat oplossingen die voor iedereen toegankelijk zijn. De open source gemeenschap verzet zich tegen het industriële kennismodel waarmee Microsoft en Apple groot zijn geworden. Zij vinden dat zulke communicatiemiddelen voor iedereen beschikbaar moeten zijn, en niet alleen voor partijen met patenten of marktmacht. Bovendien worden fouten in de programma’s eerder geconstateerd en hersteld, zo zeggen ze, als een wereldwijde gemeenschap zich daarmee bezig houdt.

Tegenwoordig zijn ook 3D ontwerpen beschikbaar in het open source domein, bijvoorbeeld op blender.org en thingiverse.com, waar iedereen met een internetverbinding 3D software en ontwerpen kan up- en downloaden. Op dit moment gaan veel discussies in de open source wereld dan ook over 3D printen. Initiatieven als deze kunnen enorme gevolgen voor de huidige economie hebben. Want ze stellen iedereen in staat, spullen voor zichzelf of een beperkte markt te maken. Opnieuw voorbeelden van het uitschakelen van delen in de

maatschappelijke keten. Ook hier weer een bevestiging van de trend van ‘meer resultaat met minder inspanningen’. Dit zal het ‘verdienmodel’ van veel bedrijven op de proef gaan stellen. Sommige bedrijven zullen zichzelf opnieuw moeten uitvinden om overeind te blijven. Het is heel goed mogelijk dat radicale innovaties zoals deze de economie totaal op zijn kop zullen zetten.

ICT en de sociale media dragen inderdaad fors bij aan belangrijke

economische en maatschappelijke trends, zoals ‘meer met minder’. Maar de sector zelf zit in een heel andere fase. Als jonge industrietak bevindt de sector zich in de fase van onstuimige groei, waarin de aandacht veel meer uitgaat naar ‘meer’ dan naar ‘beter’; meer sites, meer klanten, meer verbindingen, meer diensten. Het verhogen en garanderen van de kwaliteit van de geboden informatie en diensten staat nog in de kinderschoenen. Laat staan het garanderen van onze veiligheid en privacy. Wikipedia was een van de eerste die gebruik maakte van de wereldwijde gemeenschap om betrouwbaarheid te verbeteren. We zien nu ook daarvan de beperkingen. De sector zal met geheel andere concepten en ontwerpen moeten komen om de slag van kwantiteit naar kwaliteit te maken.

Het ‘kleiner worden’ van de wereld met behulp van internet zorgt voor een enorme groei aan initiatieven zodat er op wereldwijde schaal gewerkt kan worden aan efficiënte en duurzame oplossingen voor wereldwijde vraagstukken. Of de initiatieven goed zijn voor het huidige economische en maatschappelijke systeem valt nog te bezien. Ze dragen hoe dan ook wel bij aan een schonere wereld waar efficiënt gebruik gemaakt wordt van de beperkte hoeveelheid grondstoffen. (Deze paragraaf is opgesteld samen met David Trap, online media expert)

In document Voorwoord (pagina 171-176)