• No results found

Energie, ‘alleen’ nog maar een duurzaamheidprobleem Veertig jaar geleden, dertig jaar geleden nog, was energie één van de

In document Voorwoord (pagina 71-73)

Groene groei in het overheidsbeleid

Hoofdstuk 5. Chemie en Materialen

6.1 Energie, ‘alleen’ nog maar een duurzaamheidprobleem Veertig jaar geleden, dertig jaar geleden nog, was energie één van de

kernproblemen van de maatschappij. Om vele redenen tegelijk stond energie in het centrum van de belangstelling. Energieverbruik leidde om te beginnen tot

milieuproblemen, zoals zure regen. En er dreigden energietekorten. Op korte termijn door politieke spanningen en boycots; op langere termijn door de voortdurend groeiende vraag naar energie. Industrie en regeringen waren bang dat de motor van de welvaart, de energievoorziening, dreigde stil te vallen. Het was de tijd waarin sommigen maar één uitweg zagen: kerncentrales, alleen al in Nederland drie tegelijk. En dat was meteen voor veel mensen het zoveelste energieprobleem.

Maar het energieprobleem heeft zijn oplossingsrichting gevonden. We hebben ten eerste de enorme verspilling leren aanpakken die ons energiesysteem kenmerkte (energiebesparing). Een proces dat nog steeds doorgaat, de

‘energieproductiviteit’ van de economie groeit nog steeds met 1% per jaar. En verder zal duurzame energie (wind en vooral zon) over enkele tientallen jaren de ruggengraat gaan vormen van het energiesysteem, overal ter wereld. De

prijsdalingen van zonnecellen staan daarvoor garant. Net als de enorme

mogelijkheden voor verbetering en kostendaling die nog in de pijplijn zitten. De strijd gaat nu vooral om de manier waarop wij dit programma van

energiebesparing en duurzame energie moeten uitvoeren: hoe snel, en in welke vorm. De belangen die ermee gemoeid zijn, zijn groot. De strijd zal hevig zijn. Maar de uitkomst staat bij voorbaat vast: de zon gaat winnen. En voordat het zover is, is er dank zij energiebesparing nog voldoende fossiele energie om de maatschappij draaiende te houden.

Er is daardoor een wezenlijk verschil in de maatschappelijke rol van het energieprobleem, toen en nu. Toen dreigden energietekorten zowel de economie te ondermijnen, als ons te storten in het waanzinnige avontuur van de kernenergie. Nu hoor je niemand meer over energietekorten. Ja, er zijn energietekorten op het platteland van India, maar niet in de centra van de wereldeconomie. Misschien wiegt de wereld zich in slaap, maar op het moment wordt de energiehonger van de Chinese industrieën moeiteloos gestild. Het land dat het meest bang was voor energietekort, de VS, is zelfvoorzienend geworden dank zij de ontwikkeling van schaliegas en schalieolie. Rusland maakt wel handig gebruik van zijn machtspositie als belangrijkste leverancier van aardgas voor Europa, maar dat leidt niet tot angst voor het echt dichtdraaien van de gaskraan. En ook al heeft de wereld ‘peak oil’ bereikt (de olieproductie neemt niet meer toe), er is nu voldoende gas op de wereld; en dat kan eventuele gaten vullen. Energietekort is momenteel geen probleem.

Intussen heeft de wereld wel een nieuw energieprobleem gekregen: het broeikaseffect. Klimaatverandering vormt een grote bedreiging, niet alleen voor de natuur maar ook voor de economie. Droogte en overstromingen door

klimaatveranderingen zouden kunnen leiden tot nog nooit vertoonde

hoeveelheden vluchtelingen. Vrijwel alle grote industriegebieden ter wereld liggen aan laaggelegen delta’s. Misschien kunnen we wel Rotterdam en zijn haven beschermen tegen stijgend zeewater; maar hoe zit het met Jakarta, Shanghai en Dhaka, elk met pakweg tien keer zo veel inwoners als Rotterdam? Voor de

stabiliteit van de wereldeconomie moet de CO2-uitstoot dringend omlaag. Maar de

internationale gemeenschap heeft tot nu toe op dit punt niets bereikt. Er is dus aan de ene kant een enorme urgentie: de trend van de CO2-uitstoot moet eindelijk

worden omgebogen. Maar aan de andere kant is er geen acute noodzaak om iets te doen: er zijn tot nu toe geen grote rampen geweest. Van rampen die wel plaats vonden, zoals met de orkaan Katrina die New Orleans onder water zette, is niet duidelijk of ze samenhangen met klimaatverandering. Al met al zijn de gevolgen van klimaatverandering tot nu toe lang niet zo ernstig als verwacht bij de huidige CO2-concentraties. En dus gebeurt er bijna niets. De hoeveelheid CO2 in de

atmosfeer groeit stug door, er is zelfs geen afvlakking in de groei te bespeuren. En het Energieakkoord zoals in 2013 in Nederland afgesproken is een mooi resultaat van de poldereconomie en een succes voor de duurzame lobby; maar het is toch nog onvoldoende om de klimaatdreigingen te keren. Dertig jaar geleden waren er nog dringende economische redenen om het energieprobleem aan te pakken; nu niet meer. Nu is ‘alleen’ de stabiliteit van onze planeet in het geding. Vast met enorme effecten voor de economie, maar niet voelbaar voor bedrijven die denken aan kwartaalcijfers en regeringen die denken aan de volgende verkiezingen. De financiële en economische crisis van dit moment overschaduwt alle zorgen over klimaatverandering.

Voor Nederland komt daar nog iets bij. De belangen in de Nederlandse energiesector liggen niet aan de kant van duurzame energie. En de energiesector in Nederland is groot en invloedrijk. In de eerste plaats de oliemaatschappijen, met Shell voorop, die zeer grote investeringen in Nederland hebben gedaan. En op een goede tweede plaats de grote elektriciteitsbedrijven. Beide hebben niet veel belang bij een snelle overgang naar duurzame energie. Shell heeft al vaak gesteld dat alleen een ‘ordelijke’ (geleidelijke) transitie goed is voor de energievoorziening. De elektriciteitsbedrijven hebben nog meer last van de transitie naar duurzame energie. Want deze speelt zich vooral af op hun handelsterrein, de elektriciteit. De grote elektriciteitsbedrijven hebben het moeilijk, hun ‘verdienmodel’ wordt ondergraven door de vele particuliere opwekkers van duurzame zonne- en windstroom. Is het een wonder dat de plannen van de topsector energie

topsectoren worden getrokken door vele bedrijven, groot en klein, die groene en duurzame innovaties omarmen als hun verzekering voor de toekomst. Maar bij energie zeggen de meest invloedrijke spelers: kalm aan.

In document Voorwoord (pagina 71-73)