• No results found

5 Conclusies: Sturing door V&W in zeven hoofdpatronen

5.8 Slotbeschouwing patronen

In deze paragraaf worden de afzonderlijke patronen op elkaar betrokken en wordt de hoofdvraag voor het onderzoek beantwoord: welke succesvolle en niet succesvolle patronen van communicatie en sturing zijn in het beleid van het Ministerie van V&W richting andere actoren? De antwoorden op deze vraag zijn niet zwart-wit: wel succesvol, of niet succesvol. De patronen zijn meestal deels succesvol, of succesvol vanuit een bepaald perspectief.

Een succesvol patroon betreft de gehechtheid van V&W aan het ‘eigen’ WVO instrumentarium (patroon 4). De WVO kan op delen ook ingezet worden voor diffuse bronnen, maar dit gebeurt nog weinig en is daarmee minder succesvol. Ook worden beleidsinstrumenten, zoals bijvoorbeeld de WVO, Wet Milieubeheer en Wet Bodemverontreiniging nog te weinig op elkaar betrokken en gezamenlijk ingezet. Een ander succesvol patroon betreft de strategische en politieke selectiviteit (patroon 6) wanneer dit vanuit ‘haalbaarheid’ en ‘maakbaarheid’ van beleid wordt gezien. Als ‘probleemvermindering’ of ‘willekeur’ als referentiekaders worden gehanteerd is dit patroon minder succesvol. Uit de min of meer succesvolle patronen 4 en 6 van V&W

kan tegelijkertijd worden opgemaakt dat V&W momenteel niet de middelen heeft om de eigen doelen op eigen kracht te verwezenlijken.

Het scheiden van beleidsdoelen en uitvoering (patroon 3) is tussen 1972 en 1995 succesvol geweest voor de puntbronnen. Er was consensus over de urgentie van het probleem, waardoor de oorzaken effectief konden worden aangepakt. In de periode daarna, toen de diffuse bronnen aan de beurt waren, was het patroon minder succesvol. De probleemperceptie was uiteen gaan lopen, waardoor maatregelen niet langer vanzelfsprekend waren.

V&W/DGW is afhankelijk van andere actoren: de EU, andere ministeries, lagere overheden (provincies, gemeenten en waterschappen) en de doelgroepen. Bestudering van de afzonderlijke patronen laat zien dat V&W in de aansturing en communicatie van andere actoren niet succesvol is: een selectief contact met doelgroepen (patroon 1), ministeries die in gescheiden netwerken blijven opereren (patroon 2), het scheiden van beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering waarmee de communicatie met en aansturing van lagere overheden wordt bemoeilijkt (patroon 3) en beperkte aanwezigheid in Brussel (patroon 7).

Het ontbreken van procesregie (patroon 5) is de schakel die deze minder succesvolle patronen verbindt. Procesregie dient om consistent beleid op verschillende schaalniveaus èn tussen verschillende actoren te organiseren. Het beleid van V&W fungeert niet als scharnier of intermediair (verticale procesregie) tussen het Europees beleid en het regionale of lokale beleid. Het beleid van V&W fungeert evenmin als scharnier of intermediair om verschillende vormen van nationaal beleid af te stemmen (horizontale procesregie).

Literatuur

Bavel, Martien van, Jaap Frouws & Peter Driessen, 2004. Nederland en de Nitraatrichtlijn. Struisvogel of Strateeg? Concept Evaluatie Meststoffenwet 27 februari 2004. RIVM-MNP. Bilthoven

Berge, A.P. van den, K. Groen, H.J.M. Havekes, M.A. Hofstra & J.H.A. Teulings (eds), 1995. Bestrijding van de watervervuiling. Vijfentwintig jaar WVO. Ministerie van Verkeer en Waterstaat en de Unie van Waterschappen. Den Haag

Bolt, Frank van der, Rik van den Bosch, Theo Brock, Petra Hellegers, Cees Kwakernaak & Dorothée Leenders, Oscar Schouwmans en Piet Verdonschot, 2003.

Aquarein. Gevolgen van de Europese Kaderrichtlijn Water voor landbouw, natuur, recreatie en visserij. Alterra-rapport 835, ISSN 1566-7197. Alterra. Wageningen.

Breemen, Arno van, Ruud Teunissen, Fons Nelen, Liesbeth Hersbach & Alice Fermont, 2003. Inbedding van waterkwaliteit in waterbeheersplannen en waterplannen. RIZA, Unie van waterschappen en Nelen en Schuurmans Consultants. Lelystad.

CIW, 2002. Water in Beeld 2002. Voortgangsrapportage over het waterbeheer in Nederland. Commissie Integraal Waterbeheer, Den Haag

Cuijpers, M. & D. Poos, 2002. Regioplatforms diffuse bronnen: aanpak gepeild. Indicatie stand

van zaken aanpak diffuse bronnen van waterverontreiniging bij de regioplatforms diffuse bronnen.

RIZA Werkdocument nr. 2002.082x. Lelystad. CIW website: http://www.ciw.nl/werkgroep/04diffusebronnen_actueel.html

Gezondheidsraad, Commissie Risico-evaluatie van stoffen, 1998. Zink. Rijswijk. Publicatie nr. 1997/34.

Klijn, E.-H., E. van Bueren & J. Koppenjan, 2000. Spelen met onzekerheid. Over diffuse

besluitvorming in beleidsnetwerken en mogelijkheden voor management. Delft: Eburon.

Liere, E. van & P.C.M. Boers (red.), 2004. Nutriënten in oppervlaktewater.

Achtergronddocument Beleidsmonitor Water – Thema Chemische Waterkwaliteit. Bilthoven:

RIVM rapport 500799003/2004.

Ministerie van Verkeer en Waterstaat/Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat/Directie Noord-Holland, 2001. Gebiedsgericht emissiebeleid – uitloging bouwmaterialen in de provincie

Noord-Holland. Haarlem: Rijkswaterstaat Noord-Holland.

Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 1989. Derde Nota Waterhuishouding. ‘Water voor nu

Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 1998. Vierde Nota Waterhuishouding. Regerings-

beslissing. Den Haag: SDU.

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, 1984. Meeer

dan de som der delen. Den Haag: SDU.

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Interdepartementale Werkgroep Integrale Normstelling Stoffen, 1997. Integrale

Normstelling Stoffen Milieukwaliteitsnormen bodem, water, lucht.

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, 1998. Brief van juli 1998 aan de Tweede Kamer.

Mintzberg, Henry, 1989. Mintzberg on management : inside our strange world of organizations. The Free Press, New York; Collier Macmillan, London.

Nelen, Fons, Floor Heinis & Alice Fermont, 2002. Evaluatie aanpak diffuse bronnen.

Werken we voldoende samen voor schoon water? Evaluatie van de aanpak van diffuse verontreinigingen van oppervlaktewateren; en in het bijzonder van het Actieprogramma Diffuse Bronnen ‘Samenwerken voor Schoon Water’. Nelen en Schuurmans Consultants, in

opdracht van het RIZA. z.pl.

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne, 1990. Streven naar Waarden.

Achtergrondstudie ten behoeve van de nota 'Milieukwaliteitsnormering water en bodem. Auteurs: Meent, D. van de , Aldenberg, T., Canton, J.H., Van Gestel, C.A.M. and Slooff, W. RIVM-rapport no. 670101 001.

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne/RIZA; Janus J.A., P. van Beelen, M.A. Vaal, H.A.J. Senhorst, C. van de Guchte. A further look at Zinc. Report RIVM-601014012/RIZA-96.038.

Ruijter, A. de, A.M Gravemeijer & A. Harreman, 2003. Onderzoek naar de samenwerking

tussen de onderdelen betrokken bij de waterkwaliteit binnen het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Centrum voor Management en Communicatie Onderzoek, Universiteit

Utrecht. Utrecht.

Schoof, D.J.W., Concepten en thema’s in het milieubeleid, in: Boersema, J.J., Copius Peereboom J.W., de Groot W.T., 1991: 456-484. Basisboek Milieukunde. Meppel: Boom.

Teunissen, R.J.M., F.H. Wagemaker, 2000. Gebiedsgericht emissiebeleid: uitwerking voor

bouwmetalen. RIZA rapport nr 2000.054, Lelystad.

Teunissen, R.J.M. en Van Tilborg Business Consultancy, 2003. Emissies van

bouwmaterialen. Vaststelling van afspoelsnelheden op basis van metingen aan proefopstellingen’.

Van Tilborg Business Consultancy BV, 1996. A further look at zinc refuted. Report no. 9601.

Bijlage 1 Interviewvragenlijst bestuurskundige analyse