• No results found

Situationele factoren

In document De Y-markt (pagina 36-40)

In hoofdstuk 2.5 is besproken dat Mintzberg24 onderscheid maakt tussen een viertal situationele factoren, namelijk leeftijd en omvang, technisch systeem, omgeving en macht (in de organisatie). Deze situationele factoren worden in dit hoofdstuk toegepast op de gehele organisatie BEDRIJF H en het deel van BEDRIJF H wat zich bezig houdt met de Y-markt. Hierbij wordt de volgende deelvraag behandeld:

Hoe zijn de situationele factoren op de Y-markt?

6.1 Leeftijd en omvang

Mintzberg (pagina 121 – 150) heeft een aantal hypothesen geformuleerd over de leeftijd en de omvang van organisaties. Deze hypothesen worden voor het behandelen van de volgende subvraag toegepast op de situatie voor BEDRIJF H en de Y-markt:

Wat is de leeftijd en omvang van BEDRIJF H als geheel en het deel van BEDRIJF H wat zich gaat bezighouden met de Y-markt?

6.1.1 Leeftijd

Vertrouwelijk

6.1.2 Omvang

Vertrouwelijk

6.2 Technisch systeem

Het technisch systeem is volgens Mintzberg (pagina 128) het systeem waarmee de input wordt getransformeerd tot output. Voor de Y-markt betreft dit het systeem waarmee A klanten bediend kunnen worden. Hierover heeft Mintzberg een drietal hypothesen geformuleerd, die gebruikt worden om de volgende subvraag te beantwoorden:

Wat zijn de kenmerken van het technisch systeem op BEDRIJF H als geheel en het deel van BEDRIJF H wat zich gaat bezighouden met de Y-markt?

6.2.1 Regulerend technisch systeem

De eerste hypothese (Mintzberg, pagina 134) stelt dat naarmate het technische systeem meer regulerend is, er meer formalisatie en bureaucratie op zal treden. Dit kan gebeuren omdat systemen het werk overnemen, waardoor het werk meer voorspelbaar wordt en er meer routines ontstaan. Bij BEDRIJF H is zeker voor de werkzaamheden die veelvuldig toegepast worden het technisch systeem regulerend.

Vertrouwelijk

6.2.2 Complexiteit van het technische systeem

Mintzberg (pagina 134) veronderstelt een relatie tussen de complexiteit van het technische systeem en de omvang en professionaliteit van de ondersteunende staf. Bij de BEDRIJF H geldt dit zeker, gezien de complexiteit die er in de systemen aanwezig is.

Vertrouwelijk

24

6.2.3 Mate van automatisering

De derde hypothese (pagina 134) stelt dat de uitvoerende kern, naarmate deze meer geautomatiseerd kan worden, verandert van een bureaucratische (anorganisch) naar een organische structuur. Een van de doelstellingen van BEDRIJF H is het automatiseren van zoveel mogelijk handelingen.

Vertrouwelijk

6.2.4 Conclusies ten aanzien van het technisch systeem

Het technische systeem zal voor de delen van BEDRIJF H die zich met de Y-markt gaan

bezighouden minder regulerend zijn, dan voor geheel BEDRIJF H. Dit betekent dat een beperktere vorm van formalisatie zal optreden.

Eenzelfde conclusie kan worden getrokken ten aanzien van de complexiteit van het technische systeem voor het deel dat zich met de Y-markt bezighoudt. Door de geringe complexiteit kan de ondersteunende staf beperkt van aard blijven. Daarnaast kan door gebruik te maken van

automatisering ook de uitvoerende kern beperkt blijven.

6.3 Omgeving

De omgeving wordt is volgens Mintzberg (pagina 136) te beschrijven aan de hand van vier verschillende dimensies, namelijk:

- Stabiliteit (voorspelbaar – onvoorspelbaar) - Complexiteit (simpel – complex)

- Marktdiversiteit (geïntegreerd – gediversifieerd) - Vijandigheid (vreedzaam – vijandig)

Deze vier dimensies worden aan de hand van de uitkomsten van de analyses uit hoofdstuk 4

besproken. Voor alle dimensies heeft Mintzberg een hypothese geformuleerd, deze worden getoetst aan zowel BEDRIJF H als de Y-markt. Hiermee wordt de volgende subvraag besproken:

Wat zijn de kenmerken van de omgeving op BEDRIJF H als geheel en het deel van BEDRIJF H wat zich gaat bezighouden met de Y-markt?

6.3.1 Stabiliteit

Vertrouwelijk

6.3.2 Complexiteit

Met complexiteit bedoelt Mintzberg (pagina 136) in dit verband het technische systeem waarmee de productie en/of dienstverlening plaatsvindt. Een voorbeeld van een simpel technisch systeem is een fabriek waarin verpakkingsdozen worden gefabriceerd. Een voorbeeld van een extreem complex systeem is bijvoorbeeld een ruimtevaartagentschap.

Vertrouwelijk

Ten aanzien van complexiteit stelt Mintzberg (pagina 138) dat naarmate het technische systeem meer complex is, de structuur meer gedecentraliseerd zal worden. Voor de Y-markt geldt dat het gezien de beperkte complexiteit mogelijk is, om de activiteiten centraal te organiseren.

6.3.3 Marktdiversiteit

6.3.4 Vijandigheid

Vertrouwelijk

Ten aanzien van vijandigheid stelt Mintzberg (pagina 141) dat extreme vijandigheid ertoe zal leiden dat een bedrijf zijn structuur zal centraliseren. Op de Y-markt is geen sprake van extreme

vijandigheid, zodat centralisatie vanuit het oogpunt van vijandigheid overbodig is.

6.3.5 Tot slot

Duidelijk is dat de omgeving van het deel van BEDRIJF H dat actief is op de Y-markt op diverse onderdelen afwijkend is dan de omgeving van BEDRIJF H als geheel. Mintzberg (pagina 142) stelt hierover dat verschillen in de omgeving, organisaties kunnen aanmoedigen om selectief op

organisatieonderdelen te decentraliseren c.q. te centraliseren. Uit bovenstaande analyse blijkt dat de omgeving van de Y-markt andere kenmerken heeft dan de omgeving van geheel BEDRIJF H. Dit hoeft echter niet te betekenen dat voor de Y-markt afgeweken hoeft te worden van de rest van de organisatie.

6.4 Macht

Mintzberg (pagina 145 – 150) noemt een drietal hypothesen waarmee hij het onderwerp macht in relatie tot centralisatie en formalisatie bespreekt, te weten:

- Externe controle

- Behoefte aan macht van leden van de organisatie

- Mode

De hypothesen worden voorzover relevant voor de Y-markt hieronder afzonderlijk besproken, hiermee wordt de volgende subvraag behandeld:

Wat is de rol van macht bij BEDRIJF H als geheel en het deel van BEDRIJF H wat zich gaat bezighouden met de Y-markt?

6.4.1 Externe controle

Naarmate een organisatie te kampen heeft met meer externe controle, zal volgens Mintzberg (pagina 146) de structuur van een organisatie meer gecentraliseerd en geformaliseerd zijn.

Vertrouwelijk

6.4.2 Behoefte aan macht van leden van de organisatie

Door de behoefte aan macht van leden van de organisatie maakt dat organisatiestructuren in grote organisaties extreem centraliseren. Dit is volgens Mintzberg (pagina 147) te verklaren, doordat organisaties om effectief te functioneren hiërarchische structuren invoeren. Voor de Y-markt betekent deze hypothese dat de macht binnen BEDRIJF H altijd relatief hoog in de lijn van de organisatie zal blijven.

6.4.3 Mode

Onderzoek van Stinchcombe25 suggereert dat er zoiets is als een “structuur van de dag”. Deze structuur is dan favoriet bij bedrijven in een bepaalde periode. Voor BEDRIJF H geldt dat

structuren door de jaren heen wijzigen. In hoeverre deze wijzigingen ingegeven zijn door het volgen van mode op organisatiegebied is de vraag. Ondanks dat zullen structuren, die voorgesteld worden voor een specifieke deelmarkt als de Y-markt, wel enigszins dienen te passen bij de structuren in de rest van de organisatie.

6.4.4 Conclusie ten aanzien van macht

Vertrouwelijk

6.5 Conclusie ten aanzien van de situationele factoren

Op basis van de situationele factoren kunnen eisen worden geformuleerd voor de wijze waarop de organisatie ingericht dient te worden, waarover in hoofdstuk 7 meer. De onderstaande eisen betreffen de mate waarin gedragsformalisatie en centralisatie toegepast dienen te worden voor de delen die zich met de Y-markt gaan bezighouden.

6.5.1 Gedragsformalisatie

Vertrouwelijk

6.5.2 Aanleiding voor centralisatie

Vertrouwelijk

6.5.3 Afwijkende inrichting van de organisatie

In document De Y-markt (pagina 36-40)