• No results found

U heeft eerder al kort telefonisch/per e-mail met mij of mijn collega gesproken over dit interview. Iedereen heeft wel eens onenigheid, discussie of ruzie en soms kan het ook uit de hand lopen. Daar kan je op verschillende manieren mee om gaan. In dit interview gaan we het hebben over hoe in uw gezin wordt omgegaan met onenigheid, ruzie en hoe het uit de hand kan lopen.

Algemene kenmerken

0. Wie horen er allemaal bij het gezin? Zijn er nog andere inwonende gezinsleden?

1. Wat is uw leeftijd en die van uw partner? Wat zijn de leeftijden van uw kinderen (en andere inwonende gezinsleden)?

2. Bent u getrouwd of woont u op een andere manier samen? Sinds wanneer zijn jullie samen? 3. Wat voor opleiding hebben u en uw partner gehad?

4. Hebt u werk en wat voor werk doet u? Hoe zit dat bij uw partner?

Gelijkwaardigheid in de relatie

5. Hoe is bij jullie het huishoudelijk werk verdeeld? Is er iemand die deze taak vooral op zich neemt of verdelen jullie dit? Spreken jullie er expliciet over?

6. Hoe is bij jullie de zorg voor de kinderen verdeeld? Is er iemand die de zorg voor de kinderen vooral op zich neemt of wordt dit verdeeld? Spreken jullie er expliciet over?

7. Als er belangrijke beslissingen genomen moeten worden in het gezin (bijvoorbeeld een grote uitgave), wie neemt deze beslissingen meestal (bijvoorbeeld zelf, partner of samen).

Onenigheid met de partner of met de kinderen kan soms leiden tot ruzie of uit erger. In dit interview verstaan we onder een onenigheid: ‘een situatie waarin twee of meer mensen het niet eens zijn met elkaar’. Ruzie wordt hierin gezien als ‘een toestand waarin mensen boos op elkaar zijn en vervelend tegen elkaar gaan

doen’. Tenslotte wordt een uit de hand gelopen situatie gedefinieerd als een ‘stap voor stap erger wordende situatie waarin er een uitbarsting plaatsvindt’ (bijv. schreeuwen, schelden, gooien met spullen, fysiek geweld).

Informatie voor de interviewer: in het kader van de gendersensitiviteit van het onderzoek worden de volgende 8 vragen systematisch gesteld bij de vragen over ‘ruzie thuis’:

 Wie gebruikt welk geweld tegen wie?

 Wat is de rol van (onzichtbare) macht, dwang en controle gedurende het hele proces van de ruzie en/of het geweld?

 Zet het geweld zich voort na afloop van de relatie (bij ex-partners) of start het geweld na de relatie en zo ja, hoe?

 Is er sprake van stalking tijdens en na de relatie?  Is er sprake van angst voor de geweldplegers?

 Welke impact heeft het geweld (psychologisch, fysiek en sociaal)?  Was er sprake van geweld in het gezin van oorsprong (zie blok verleden)?  Wat waren de motieven voor het geweld

Conflicten thuis

Vragen over onenigheid, ruzies en escalaties)

(de interviewer vraagt de genderspecifieke vragen uit)*

8. Met wie (tussen wie) heeft u wel eens onenigheid in het gezin? Hoe zou u die onenigheid beschrijven? (hoe begon het, wie begon er, wie deed wat daarna, hoe eindigde het)

9. Hoe gaat u om in het algemeen (?) met de onenigheid? Hoe gaat uw partner om met onenigheid? bijv. negeren, uitpraten, weglopen, schreeuwen, gooien met spullen, fysiek? Wat maakt dat uw reactie van de reactie van uw partner verschilt?*

10. Over welke onderwerpen of situaties heeft u onenigheid? Benoem en beschrijf de drie belangrijkste onderwerpen of situaties waarover regelmatig onenigheid ontstaat.

11. Leidt de onenigheid wel eens tot ruzie (in plaats van ‘ruzie’ kan er ook gevraagd worden of de onenigheid erger wordt)? Zo ja, hoe ziet dat er dan uit? (hoe begon het, wie begon er, wie deed wat daarna, hoe eindigde het)*

12. Hoe gaat u zelf om met ruzie? Hoe gaat uw partner om met ruzie? (bijv. negeren, uitpraten, weglopen, schreeuwen, gooien met spullen, fysiek)*

13. Over welke onderwerpen of situaties heeft u ruzie? Benoem en beschrijf de drie belangrijkste onderwerpen of situaties waarover regelmatig ruzie ontstaat.

14. Hoe maken jullie dan ruzie? Kun je aangeven wie welke rol heeft?*

15. Loopt een ruzie wel eens uit de hand? Zo ja, hoe ziet deze er dan uit? (hoe begon het, wie begon er, wie deed wat daarna, hoe eindigde het)*

16. Wanneer liep een dergelijk situatie voor het eerst echt uit de hand? Wat is de laatste keer dat dat gebeurde?. Hoe vaak komt het gemiddeld voor dat een situatie zo uit de hand loopt?

17. Hoe gaat u zelf om met zo’n uit de hand gelopen situatie? Hoe gaat uw partner daarmee om? bijv. negeren, uitpraten, weglopen, schreeuwen, gooien met spullen, fysiek? Wat maakt het verschil?* 18. Ziet elke onenigheid, ruzie of escalatie er hetzelfde uit? Is er sprake van een patroon? Welke

factor zorgt er voor dat dit (eventueel) verschilt?*

19. Hoe lang duurt een onenigheid gemiddeld? En hoe zit bij een ruzie of een escalatie? 20. Hoe vaak gemiddeld per maand komt een onenigheid in de relatie voor? En een ruzie of een

escalatie?

21. Zijn er ook situaties dat u of uw partner of ex-partner blijft terugkomen op wat er gebeurd is? 22. Wat vind u ervan dat er onenigheid, ruzie of escalaties plaatsvinden? Bijvoorbeeld wordt u hier

boos of verdrietig van?

23. Ervaart u ook wel eens angst als er sprake is van een onenigheid, ruzie of escalatie? Zo ja, wat voor effect heeft dit dan op het dagelijks functioneren?

24. Wat voor consequenties heeft de onenigheid, ruzie of escalatie op korte en lange termijn? (voorbeelden schaamte, angst, geen vertrouwen meer in partner/relatie, angst, verdriet,

zelfverwonding, verlies van contact met de kinderen, bang dat partner weggaat, harder werken om het partner naar de zin te maken, niet naar werk kunnen gaan, ziekenhuisbezoeken, contacten met hulpverlening)

25. Is er een moment geweest waarop u merkte dat de onenigheid, ruzie of escalaties zijn veranderd of is dit altijd hetzelfde gebleven? Wanneer begonnen de ruzies in uw relatie/gezin?

27. Wanneer is er een beginpunt geweest van de onenigheid, ruzie of escalaties? (was dit al in het begin van de relatie of speelde er belangrijke levensgebeurtenissen mee zoals bijv. zwangerschap) 28. Wat is de reden dat er soms escalaties in uw relatie plaatsvinden? (vragen naar reden van partner

en van zichzelf)

29. Heeft uw partner er wel eens mee gedreigd om weg te gaan bij u (of andersom)?

30. Heeft uw partner u wel eens verboden om iets te doen wat u wel graag had willen doen (of andersom)?

31. Weet uw partner altijd waar u bent als jullie niet samen zijn (en andersom)?

32. zijn er bepaalde plekken waar u naartoe zou willen gaan, maar niet gaat omdat u weet dat uw partner dit niet leuk zou vinden (en andersom) (hier ook vragen naar controle/macht)?

Mogelijke stalking vragen Tijdens de relatie

33. is er tijdens uw huidige relatie sprake van geweest dat uw partner u achtervolgt of bespioneert, ongevraagd in vele mate belt of smst of andere bekenden van u lastigvalt.

34. Heeft u tijdens uw huidige relatie uw partner achtervolgt of bespioneert, ongevraagd in vele mate gebeld of gesmst of andere bekenden van uw partner lastig gevallen.

35. Is dit tijdens een eerdere relatie wel eens voorgevallen (zowel als slachtoffer of als dader)

Kort een herhaling van de begrippen: onenigheid: ‘een situatie waarin twee of meer mensen het niet eens zijn met elkaar’. Ruzie wordt hierin gezien als ‘een toestand waarin mensen boos op elkaar zijn en vervelend tegen elkaar gaan doen’. Tenslotte wordt een escalatie gedefinieerd als een ‘stap voor stap erger wordende situatie waarin er een uitbarsting (bijv. schreeuwen, schelden, gooien met spullen, fysiek geweld) plaatsvindt’.

Triggers van ruzie [risicofactoren]

36. Zijn er voor u situaties die voor extra spanning zorgen en aanleiding kunnen zijn voor onenigheid, een ruzie of een escalatie? Bijvoorbeeld:

a. Alcohol/drugs b. Geldzorgen c. Werkloosheid d. Te hoge werkdruk e. Stress f. Vermoeidheid

g. Ongelijke verdeling huishouden h. Moeilijke combinatie werk/gezin

i. Problemen (psychologisch/fysiek) van partner en/of kinderen j. Eigen problemen (psychologisch/fysiek)

37. Zijn er situaties die voor extra spanning zorgen bij uw partner en aanleiding kunnen zijn voor onenigheid, ruzie of een escalatie?

a. Alcohol/drugs b. Geldzorgen c. Werkloosheid

d. Te hoge werkdruk e. Stress

f. Vermoeidheid

g. Ongelijke verdeling huishouden h. Moeilijke combinatie werk/gezin

i. Problemen (psychologisch/fysiek) van partner en/of kinderen j. Eigen problemen (psychologisch/fysiek)

Voorkomen van onenigheid, ruzies of escalaties

38. Hoe voorkomt u dat een onenigheid of ruzie uitloopt op een escalatie?

39. Wat doet u meestal als de onenigheid, ruzie of escalatie is afgelopen? (denk aan verontschuldigen/ erover praten/ doen alsof er niets aan de hand is etc.). Wat doet uw partner?*

40. Welke factoren zorgen er bij uw partner voor dat de situatie niet uit de hand loopt? Denk bijvoorbeeld aan iets wat uw partner doet (bijvoorbeeld iets geruststellend zeggen) of bepaalde gedachten die u heeft (geruststellende gedachten bijvoorbeeld)

Kort een herhaling van de begrippen: onenigheid: ‘een situatie waarin twee of meer mensen het niet eens zijn met elkaar’. Ruzie wordt hierin gezien als ‘een toestand waarin mensen boos op elkaar zijn en vervelend tegen elkaar gaan doen’. Tenslotte wordt een escalatie gedefinieerd als een ‘stap voor stap erger wordende situatie waarin er een uitbarsting (bijv. schreeuwen, schelden, gooien met spullen, fysiek geweld) plaatsvindt’.

Kinderen (hier het verschil uitvragen tussen zonen en dochters)

41. Waren uw kinderen wel eens aanwezig tijdens een onenigheid, ruzie of escalatie? (zo ja, wat vond u daarvan)

42. Als er onenigheid/ ruzie of escalaties plaatsvinden met uw partner, heeft dit dan consequenties voor uw kinderen? ( Denk bijvoorbeeld aan het afreageren van de boosheid op de kinderen of de kinderen treden op als bliksemafleider). Hoe is dat bij u of uw partner?

Hoe reageerden uw kinderen tijdens de onenigheid, ruzie of escalatie tussen u en uw partner? 43. Hoe gaat u om met onenigheid, ruzie of escalatie bij uw kinderen? Bent u streng? Heeft u vaste

regels? Hoe is dat bij uw partner?

44. Hoe corrigeert u uw kinderen? Hoe corrigeert uw partner de kinderen?

45. Wat gebeurt er als uw kinderen zich niet aan de regels houden? Hoe denkt uw partner hierover en wat doet hij/zij als zij zich niet aan de regels houden?

46. Hoe vaak per maand moet u ze straffen of corrigeren? Hoe doet u dat dan? Hoe denkt uw partner hierover en hoe vaak straft of corrigeert hij/zij ze?

Psychologische / fysieke mishandeling (hier het verschil uitvragen tussen zonen en dochters)

47. Bestraft u de kinderen met woorden? Wat zegt u dan? Zegt u wel eens dat kinderen stom, dom of slecht zijn? (ipv slecht gedrag maar slecht persoon). Maakt u wel eens bestraffende grappen of in het algemeen opmerkingen over uw kinderen waardoor de kinderen zich schamen of klein gemaakt worden (al dan niet in het bijzijn van anderen)?

49. Heeft u de kinderen wel eens voor straf zonder eten naar bed gestuurd?

50. Heeft u uw kind altijd op deze manier gecorrigeerd? Heeft uw partner de kinderen altijd op deze manier gecorrigeerd?

51. Als er meerdere kinderen zijn; corrigeert u al uw kinderen hetzelfde? Corrigeert uw partner alle kinderen hetzelfde?

52. Zijn er soms momenten waarop u anders corrigeert? Bijvoorbeeld als u veel spanningen heeft dat u strenger bent of dat als u juist ontspannen bent misschien meer toelaten? Hoe is dat bij uw partner?

Verwaarlozing

53. Is er een periode in uw leven geweest waarin u moedeloos of depressief bent geweest of problemen met alcohol had waardoor u minder aandacht had voor uw kinderen? Moesten jonge kinderen zelf denken aan tanden poetsen, ontbijt maken en naar school gaan?

54. Konden/kunnen de kinderen altijd bij u en uw partner terecht met problemen, kleine en grote? 55. Zijn de kinderen wel eens ongewassen of zonder eten naar school gegaan?

56. Is er altijd voldoende geld geweest om te kunnen zorgen voor de basisbehoeften zoals eten, kleding en medicijnen?

57. Zijn de kinderen wel eens een periode bij familie/elders ondergebracht omdat het thuis niet meer ging?

Seksueel misbruik

58. Zijn uw kinderen wel eens blootgesteld aan pornografisch materiaal?

59. Hebben uw kinderen eens seksuele handelingen gezien tussen volwassenen (op televisie of in het echt)?

60. Zijn uw kinderen wel eens op een seksuele manier aangeraakt door iemand? Was dat iemand binnenshuis of buitenshuis? Familie?

61. Hoe lang heeft het seksueel misbruik plaats gevonden?

62. Heeft u ingegrepen op het moment dat uw kinderen psychisch of fysiek in gevaar waren? Wat heeft u toen gedaan?

Kort een herhaling van de begrippen: onenigheid: ‘een situatie waarin twee of meer mensen het niet eens zijn met elkaar’. Ruzie wordt hierin gezien als ‘een toestand waarin mensen boos op elkaar zijn en vervelend tegen elkaar gaan doen’. Tenslotte wordt een escalatie gedefinieerd als een ‘stap voor stap erger wordende situatie waarin er een uitbarsting (bijv. schreeuwen, schelden, gooien met spullen, fysiek geweld) plaatsvindt’.

Verleden

63. Hoe werd onenigheid, ruzie of een escalatie in het gezin van herkomst opgelost (hoe gingen uw ouders om met ruzie)?

64. Hoe werd u als kind gecorrigeerd?

65. Is er in eerdere relaties sprake geweest van onenigheid, ruzie of escalaties? Doorvragen hoe dat eruitzag, of het erger is geworden of minder

66. Hoe gaat u om met onenigheid, ruzie of een escalatie met anderen in de familie buiten het gezin, op straat of op uw werk?

67. Bent u of uw partner wel eens om andere redenen in contact gekomen met politie of justitie? Zo ja, wanneer was dat en waarvoor?

Steun uit de omgeving

68. Heeft u iemand in uw omgeving met wie u kunt praten over ruzie thuis? Of om raad kan vragen? 69. Heeft u een escalatie wel eens besproken met een familielid, vriend of kennis?

70. Heeft u de huisarts of een andere instantie om hulp gevraagd? Heeft uw partner wel eens een instantie ingeschakeld? Zo ja, op welk moment heeft u of uw partner om hulp gevraagd? 71. Als u zo terug kijkt wat was er nodig geweest om eerder hulp te zoeken?

72. Hoe voelt u zich in het algemeen?

73. Hoe ervaart u de steun in uw omgeving in het algemeen? 74. Zijn er nog andere dingen die u kwijt wilt?