• No results found

HOOFDSTUK 1 INLEIDING

1.5 Theoretische achtergronden

1.5.3 Empirische voorspellers van partnergeweld

In tabel 1.1 wordt een overzicht van voorspellers van partnergeweld gegeven. Deze zullen onderstaand uitgebreider besproken worden.

Tabel 1.1. Overzicht van voorspellers van partnergeweld

Risicofactor Beschermende factor Studie Demografische factoren

Jonge leeftijd Ouder worden Capaldi et al. (2012); Herrera et al. (2008); Kim et al. (2008)

Laag inkomen, werkeloosheid Een baan hebben, hoog inkomen, meer opleiding

Capaldi et al. (2012); Costa et al. (2015); Guterman and Lee (2005); Jennings et al. (2017); Menaker and Kercher (2011)

Individuele factoren

Sprake van mishandeling en/of misbruik in het gezin van herkomst

Capaldi et al. (2004); Capaldi et al. (2012); Linder and Collins (2005); Margolin et al. (2003) Vermijdende coping Probleem oplossende coping Rizo (2016); Rubenstein et al. (2017) Alcoholgebruik en/of een combinatie

van middelen

Capaldi et al. (2012); Costa et al. (2015); Guterman and Lee (2005); Jennings et al. (2017)

Depressie, angst, negatief affect en lage zelfwaardering

Capaldi et al. (2012); Jennings et al. (2017); Birkley and Eckhardt (2015)

Eerder en ernstig partner-geweld (Holtzworth-Munroe et al., 2003) Relationele factoren

Beperkte sociale cohesie Sociale cohesie en steun Capaldi et al. (2012) Stress in de relatie zoals financiële

stress of de geboorte van een kind

Capaldi et al. (2012); Guterman and Lee (2005) Ongelijkheid in de relatie/ traditioneel

rollen patroon

Capaldi et al. (2012); Menaker and Kercher (2011) Bezitterig/ jaloers gedrag Capaldi et al. (2012)

Weinig binding/ niet op één lijn liggen Capaldi et al. (2012)

1.5.3.1 Demografische factoren

Een vaak besproken risicofactor is gender. In de meer traditionele visie over partnergeweld, meestal gebaseerd op gender-ideologische socioculturele theorieën, worden mannen aangemerkt als daders en vrouwen als slachtoffers. In verschillende studies is echter ook aangetoond dat de werkelijkheid genuanceerder is (Archer, 2000; Capaldi et al., 2004; Herrera et al., 2008). Onderzoek laat zien dat fysieke agressie tussen partners vaak wederzijds is (Stets, 1990) en samenhangt met gebrekkige dyadische interacties (Capaldi & Langhinrichsen-Rohling, 2012). Bij situationeel partnergeweld vertonen zowel mannen als vrouwen pleeggedrag. Bij intiem terrorisme is er vooral sprake van macht en controle, bedreigen, intimideren en het isoleren van de partner. Johnson (2006) rapporteert dat meer dan 95% van de plegers van intiem terrorisme man is. Ook onder algemene populaties blijkt dat mannen vaker macht en controle gebruiken dan vrouwen (Bogaerts, van der Veen, & van der Knaap, 2011). Bij

gewelddadig verzet, wat een vorm van zelfverdediging is, geeft onderzoek aan dat meer dan 90% van de plegers die onder de categorie gewelddadig verzet kan worden geschaard, vrouw is (Howe, 2012). Wat leeftijd betreft zou geweld afnemen met het ouder worden, zowel bij mannen als vrouwen (Herrera et al., 2008; Kim et al., 2008).

Als gekeken wordt naar sociaal economische status, zijn een laag inkomen en werkloosheid sterke risicofactoren van partnergeweld (Capaldi et al., 2012). Sociaal economische status is echter zelden een unieke risicofactor, maar wordt vaak als onderdeel van een aantal gebundelde risicofactoren gezien.

1.5.3.2 Individuele factoren

Persoonlijkheid hangt samen met het plegen van partnergeweld (Capaldi et al., 2012). Omdat onderzoek naar partnergeweld voornamelijk in klinische samples wordt uitgevoerd, zijn verschillende

persoonlijkheidsstoornissen duidelijke voorspellers van partnergeweld. Zo wordt de borderline

persoonlijkheidsstoornis of de antisociale persoonlijkheidsstoornis vaak in verband gebracht met partnergeweld (Capaldi et al., 2012). Onderzoek in een algemene populatie laat echter de noodzaak van breder onderzoek naar persoonlijkheidskenmerken zien. Neuroticisme wordt als belangrijke voorspeller genoemd, maar ook een gebrek aan vaardigheden in het oplossen van problemen en chronische stress (Hellmuth & McNulty, 2008). Meer specifiek blijkt bijvoorbeeld negatieve affectiviteit (veel negatieve emoties ervaren of emotionele instabiliteit), partnergeweld te voorspellen (Birkley & Eckhardt, 2015). Zowel bij mannen als vrouwen is een depressie positief geassocieerd met partnergeweld, waarbij het bij vrouwen zowel slachtoffer- als daderschap voorspelt en bij mannen uitsluitend daderschap (Capaldi et al., 2012). Naast depressieve symptomen worden ook andere kenmerken genoemd, zoals angst, vijandigheid en een lage mate van zelfwaardering (Capaldi et al., 2012). Een andere belangrijke risicofactor is coping. Hoewel er relatief weinig onderzoek is gedaan naar

copingstrategieën van geweldplegers, blijkt uit de literatuur dat slachtoffers van partnergeweld verschillende copingstrategieën gebruiken om met distress om te gaan. In het algemeen wordt het actief aanpakken van problemen en het zoeken van steun gezien als beschermende copingstrategieën tegen partnergeweld. Vermijden van problemen en middelengebruik worden vooral als risicoverhogende coping strategieën gezien (Capaldi et al., 2012; Costa et al., 2015). Rubenstein et al. (2017) geven in hun systematische review aan dat coping een

voorspeller is van partnergeweld in het gezin. Er wordt echter niet ingegaan op welke copingstrategieën risico verhogend of -verlagend kunnen werken.

Uit onderzoek blijkt dat als het om plegers gaat, alcoholgebruik het risico op partnergeweld vergroot (Jennings et al., 2017). Zo beïnvloedt alcoholgebruik de cognitieve functies, waardoor de zelfcontrole van iemand afneemt en de kans op geweld kan toenemen, in plaats van dat een discussie of ruzie op een rationele en communicatieve wijze wordt opgelost. Wanneer iemand meer en stevig drinkt, is er een grotere kans op geweld. Tevens neemt de kans op partnergeweld toe wanneer er sprake is van een combinatie van middelen. Het gebruik van middelen kent verschillende gevolgen waardoor het kan leiden tot huiselijk geweld. In een onderzoek naar vaders die middelen gebruiken, bleek dat zij minder sensitief waren en zich negatiever naar de kinderen toe toonden. Zij waren bijvoorbeeld sneller geïrriteerd en agressief (Guterman & Lee, 2005). Hoewel dit niet in bovenstaand artikel is onderzocht, zou dit mogelijk tevens voor moeders kunnen gelden.

1.5.3.3 Relationele factoren

Andere voorspellende factoren van partnergeweld zijn veranderingen in de relatiedynamiek. Wanneer er sprake is van stress in de relatie, kan de kans op partnergeweld toenemen. Financiële stress wordt zowel bij mannen als vrouwen vaak als risicofactor genoemd (Capaldi et al., 2012). Ook kan de geboorte van een kind spanning in een relatie veroorzaken. Ouders moeten plotseling grote aanpassingen doen in het leven en er verandert veel in het gezin. De rol als ouder is vaak nog niet duidelijk en ook de rollen als partner veranderen. De

verantwoordelijkheid neemt toe waardoor ook de stress in het gezin groter wordt (Guterman & Lee, 2005) en de kans op partnergeweld toeneemt. De verbondenheid die partners voelen speelt in het verlengde hiervan een belangrijke rol. Het blijkt dat wanneer partners zich minder verbonden met elkaar voelen, de kans op partnergeweld toeneemt (Capaldi et al., 2012).

Daarnaast kan een traditioneel rollenpatroon een rol spelen in partnergeweld. Er wordt gedacht dat in de meer traditionele rollenpatronen de man zijn status en autoriteit wil behouden door fysieke mishandeling en ander gewelddadig gedrag toe te passen (Guterman & Lee, 2005). Dit geldt tevens wanneer dominantie en controle in de relatie voorkomen (Capaldi et al., 2012). Mogelijk zijn een traditioneel rollenpatroon of dominantie en controle in de relatie, vooral voorspellers van intiem terrorisme.