• No results found

Sancties en andere juridische mogelijkheden om re-integratie te bewerkstelligen

4.3 Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen

4.3.5 Sancties en andere juridische mogelijkheden om re-integratie te bewerkstelligen

Algemeen

De verantwoordelijkheidsverdeling zoals geregeld in de Wet SUWI en de Wet WIA brengt met zich mee dat er tal van partijen zijn die belang hebben bij de re-integratie van arbeidsongeschikten en zieke werknemers. Al deze partijen heb-ben juridische mogelijkheden om in te grijpen, indien één van de andere partijen zijn verplichtingen niet nakomt. Hieronder zullen de sancties en andere juridi-sche mogelijkheden worden besproken die deze partijen ten dienste staan om naleving van de afspraken af te dwingen.

Het UWV

Indien de arbeidsongeschikte en de vangnetter hun verplichtingen op grond van de Wet WIA of ZW niet nakomen, bieden deze wetten de mogelijkheid sancties te treffen. Het UWV kan een boete opleggen of een maatregel. Soms kan wor-den volstaan met een waarschuwing. De boete kan worwor-den opgelegd, indien de informatieverplichting wordt overtreden (artikel 31 Wet WIA en 45 ZW). Bij overtreding van een re-integratieverplichting kan een maatregel worden opge-legd.

Welke maatregel moet worden opgelegd, is nader geregeld in artikel 88 e.v.

Wet WIA, artikel 38 e.v. ZW, het Maatregelenbesluit socialezekerheidswetten en de Beleidsregel Maatregelen UWV.238 Bij de vaststelling van hoogte van de boete en maatregel speelt de ernst van de gedraging en de mate waarin de gedra-ging de arbeidsongeschikte verweten kan worden een rol.

Artikel 25 Wet WIA geeft aan dat de verzuimbegeleiding een taak is van de werkgever. Op de verzuimbegeleiding van de werkgever houdt de arbeidsin-spectie op grond van artikel 24 e.v. Arbo-wet toezicht. Pas als de eerste twee ziektejaren voorbij zijn, en de werknemer aanspraak wenst te maken op een WIA-uitkering, komt het UWV als poortwachter in beeld. Het UWV is dan

238. Beleidsregel Maatregelen UWV, Stcrt. 2008, nr. 80, p. 19 e.v.

verplicht een zieke werknemer die onvoldoende heeft meegewerkt aan het re-integratietraject van zijn werkgever te korten op WIA-uitkering (artikel 88 Wet WIA). Indien een zieke werknemer zich niet gehouden heeft aan de verplichting een re-integratieverslag over te leggen (artikel 65 Wet WIA), kan het UWV de aanvraag buiten behandeling laten op grond van artikel 4:5 Awb. De werknemer moet evenwel eerst een hersteltermijn worden geboden.

Indien het verslag ontbreekt, omdat de werkgever deze niet aan de werkne-mer wil verstrekken, zal het UWV de WIA-aanvraag in behandeling nemen en de werkgever verzoeken om overlegging van het re-integratieverslag (artikel 25 lid 8 Wet WIA). Blijft de werkgever in gebreke dan legt het UWV de werkgever een loondoorbetalingsverplichting op (artikel 25 lid 9 Wet WIA). Is het re-integratieverslag in het geheel niet opgesteld en valt de werkgever hiervan een verwijt te maken, dan volgt tevens een verlenging van de loondoorbetalings-plicht. Is het aan de werknemer te wijten dat er geen re-integratieverslag is op-gesteld dan wordt de zieke werknemer een maatregel opgelegd (artikel 88 Wet WIA).

Ook als de werkgever andere verplichtingen uit de Wet WIA schendt, kan het UWV de werkgever verplichten het loon van de werknemer door te blijven betalen. Er kan hoogstens een jaar een loondoorbetalingsverplichting worden opgelegd (artikel 25 lid 9 Wet WIA en 7:629 lid 12 BW). Zodra de werkgever aan zijn verplichtingen heeft voldaan, meldt hij dit aan het UWV (artikel 25 lid 12 Wet WIA). Binnen drie weken beslist het UWV of de werkgever alsnog zijn verplichtingen is nagekomen. De loondoorbetalingsverplichting eindigt binnen zes weken nadat het UWV heeft vastgesteld dat de tekortkoming is hersteld (artikel 25 lid 14 Wet WIA). Zolang de werkgever gehouden is het loon door te betalen, wordt de WIA-aanvraag van de werknemer niet in behandeling geno-men. De aanvraag wordt pas in behandeling genomen, zodra de tekortkoming volgens het UWV is hersteld.

Indien een aanvraag voor een ZW-uitkering wordt gedaan, geldt een vergelijk-bare regeling. Artikel 39a ZW maakt het mogelijk om ziektewetgelden en pre-mies op de voormalig werkgever te verhalen, indien deze de verplichtingen uit artikel 25 Wet WIA niet heeft nageleefd dan wel onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. Indien de werkgever te laat de werknemer ziek meldt, heeft de werkgever eveneens de plicht het loon van de werknemer door te betalen, te weten voor de duur van de vertraging (7:629 lid 11 sub a BW). Deze laatste verplichting is evenwel geen loonsanctie als bedoeld in artikel 25 lid 9 Wet WIA.

Voor de re-integratie van de arbeidsongeschikten is het UWV afhankelijk van de diensten van het re-integratiebedrijf. Voor de mogelijkheden om nako-ming van de gemaakte afspraken tussen UWV en re-integratiebedrijf af te dwin-gen, verwijs ik naar hetgeen hierover is gezegd in paragraaf 4.2.5.

De werkgever

Indien werknemer en werkgever een geschil hebben omtrent de ongeschiktheid van de werknemer om te werken, de aanwezigheid van passende arbeid in het bedrijf van de werkgever of over de vraag of voldoende re-integratie-inspanningen door de werknemer zijn verricht, kan de werkgever het UWV of een andere deskundige om een second opinion vragen (artikel 30 lid 1 sub e, f, g Wet SUWI). Meestal zal het advies van de deskundige worden opgevolgd en is het geschil beslecht. Tegen het advies staat geen bezwaar en beroep open, tenzij de werkgever een loondoorbetalingsplicht is opgelegd.

Zodra de werknemer zonder deugdelijke grond zijn verplichtingen uit artikel 7:660a BW niet nakomt, vervalt de loondoorbetalingsplicht van de werkgever (artikel 7:629 lid 3 sub c, d en e BW).239 Indien de werknemer zijn verplichtin-gen uit artikel 7:660a BW zonder deugdelijke grond niet nakomt, kan de werk-gever tevens de werknemer ontslaan (artikel 7:670b lid 3 BW).In beginsel dient de werkgever op grond van goed werkgeverschap eerst naar het instrument van het stopzetten van de loondoorbetaling te grijpen. Er kunnen zich echter om-standigheden voordoen die rechtvaardigen dat de werknemer meteen wordt ont-slagen.240

Indien de werkgever problemen heeft met de Arbo-dienst of het re-integratiebedrijf dat hij in de arm heeft genomen, kan de werkgever nakoming vorderen van de overeenkomst, ontbinding van de overeenkomst en schadever-goeding. Artikel 7:408 BW biedt de werkgever bovendien de mogelijkheid om de overeenkomst op te zeggen.

De zieke werknemer met een werkgever

Indien de werkgever de loonbetaling stopzet en de werknemer is het hier niet mee eens, kan hij een vordering tot betaling van loon indienen (artikel 7:629a BW). Indien de werknemer van oordeel is dat de werkgever zijn verplichtingen in het kader van de re-integratie niet nakomt, kan hij in een gerechtelijke proce-dure nakoming vorderen van de re-integratieverplichting. Met de inwerkingtre-ding van de WULBZ dient de werknemer in deze procedure een deskundigen-oordeel over te leggen. Dit kan een deskundigen-oordeel van het UWV zijn, maar ook een oordeel van een andere deskundige (7:658b BW). De zieke werknemer kan op grond van artikel 30 lid 1 Wet SUWI een second opinion bij het UWV aanvra-gen, indien er een geschil is met de werkgever over zijn geschiktheid tot werken of over de re-integratieinspanningen die werkgever en werknemer hebben ver-richt.

239. Zie ook Kamerstukken II 2000/01, 27 588, nr. 3, p. 56.

240. Zie Kamerstukken II 2000/01, 27 678, nr. 37a, p. 18.

De arbeidsongeschikte en de vangnetter

Indien de arbeidsongeschikte en vangnetter het niet eens zijn met de besluiten van het UWV kunnen ze bezwaar en beroep instellen tegen deze besluiten. Be-zwaar en beroep staat onder meer open tegen de sancties die het UWV oplegt en tegen de weigering van het UWV een voorziening toe te kennen. Over gedra-gingen van het UWV kan geklaagd worden. Voelen de arbeidsongeschikte en vangnetter zich onheus bejegend door het re-integratiebedrijf dan kan bij het bedrijf een klacht worden ingediend. Deze moet overeenkomstig het klachtenre-glement worden afgehandeld.

Het re-integratiebedrijf of de Arbo-dienst

De relatie van het integratiebedrijf met het UWV, de werkgever en de te re-integreren cliënt is hiervoor, alsmede in paragraaf 4.2.5 aan de orde gekomen.

Op deze plaats wordt om deze reden volstaan met een verwijzing naar deze pa-ragrafen.