• No results found

8 Ruimtelijke-ordeningstraject

In document Zon & Wind (pagina 66-70)

zienswijzen. In deze fase wordt ook het MER definitief gemaakt naar aanleiding van de vragen en opmerkingen van de Commissie MER.

Ten slotte wordt het bestemmingsplan door de gemeenteraad vastgesteld en worden de definitieve vergunningen verleend door de bevoegde

gezagen.

Gecombineerd plan/projectMER

In het proces van het MER is het opstellen van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau de eerste stap. In deze NRD wordt de scope van het onderzoek in het MER en de onderzoeksopzet beschreven. De NRD wordt vervolgens ter inzage gelegd, waarbij een ieder in de gelegenheid wordt gesteld hier een zienswijze op in te dienen. Daarnaast kan er voor worden gekozen de commissie MER ook te vragen om advies uit te brengen over de NRD.

Vervolgens wordt de eerste fase van het MER opgesteld. Hierbij is het voor de combinatie met het bestemmingsplan van belang dat de keuze voor het VKA kan worden gemaakt op het moment dat wordt gestart met het opstellen van het voorontwerpbestemmingsplan. Op dat moment kunnen ook de onderzoeken voor het VKA worden opgesteld die als basis dienen voor de milieuparagrafen in het bestemmingsplan.

In het proces is rekening gehouden met een efficiënt proces voor het opstellen van het MER. Hierbij is geen rekening gehouden met participatie bij de totstandkoming van de verschillende alternatieven en het definitieve VKA. Een uitgebreider proces leidt ook tot een langere proceduretijd.

De afronding van het MER kan dan plaatsvinden met de afronding van het voorontwerpbestemmingsplan, zodat het MER ter toetsing naar de commissie kan worden gezonden op het moment dat het voorontwerpbestemmingsplan voor vooroverleg ter inzage wordt gelegd. Vervolgens kan het MER op basis van de toetsing van de commissie definitief worden gemaakt en dient het rapport als bijlage bij het ontwerpbestemmingsplan en de ontwerpbesluiten.

Ten aanzien van het Besluit milieueffectrapportage geldt dat een omgevingsvergunning voor een windturbinepark wordt gezien als een besluit dat m.e.r.-beoordelingsnotitie noodzakelijk is. Dit houdt in dat het bestemmingsplan dat de windturbines mogelijk maakt kaderstellend is voor de windturbines. Op basis van het Besluit MER geldt dat het bestemmingsplan PlanMER-plichtig is. Dit kan worden ondervangen door het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning te coördineren. Echter is dit nog niet op een dergelijke wijze getoetst door de Afdeling en is een procedureel risico. In paragraaf 7.2 is voor beide scenario’s het proces nader uitgewerkt.

8.2 Proces

Bestemmingsplan en omgevingsvergunning

In het proces dienen verschillende stappen te worden gezet. Het einddoel hierbij is uiteraard een omgevingsvergunning voor het uiteindelijk kunnen realiseren van de windturbines. Gezien de aard van de ontwikkeling en het proces ligt een gecoördineerd besluit voor de hand. Dit houdt in dat het bestemmingsplan gecoördineerd wordt samen met de omgevingsvergunningen voor de windturbines. Dit heeft als voordeel dat alle besluiten gezamenlijk ter inzage liggen en dat in de fase van het beroep alle beroepen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State gelijktijdig worden behandeld en een uitspraak (in principe binnen een half jaar) wordt gedaan.

In de voorbereiding betekent dit dat de gemeenteraad voorafgaand aan het proces een coördinatiebesluit neemt. Hiermee geeft de gemeente aan dat de besluitvorming van de ontwikkeling gecoördineerd wordt. Het voorontwerpbestemmingsplan kan gelijktijdig met het besluit tot het niet volgen van een MER-procedure ter inzage worden gelegd. Bij het volgen van een MER-procedure is het advies om in de fase van het voorontwerpbestemmingsplan het MER toe te zenden aan de Commissie MER.

Het ontwerpbestemmingsplan en de ontwerpvergunningen worden vervolgens gelijktijdig gepubliceerd en ter inzage gelegd voor

Procedure bestemmingsplan in geval van m.e.r

.-beoordelingsnotitie

-m.e.r.-beoordelingsnotitie

In de m.e.r.-beoordelingsnotitie wordt onderzoek gedaan naar de

sectorale effecten van het windpark op de omgeving. Hierbij wordt onder meer onderzoek gedaan naar geluid, slagschaduw, effecten op landschap en ecologie.

Plan/project-MER

In het MER wordt de ontwikkeling getoetst door middel van de MER-wetgeving. Hierin worden verschillende varianten beoordeeld op

milieueffecten die vervolgens leiden tot een definitieve voorkeursvariant. Vervolgens worden voor deze voorkeursvariant locatie specifieke

onderzoeken gedaan om de milieueffecten van de ontwikkeling in beeld te brengen. Net als in de m.e.r.-beoordelingsnotitie wordt hierbij onder meer onderzoek gedaan naar geluid, slagschaduw, effecten op landschap en ecologie.

Bestemmingsplan

Het bestemmingsplan biedt het planologisch en juridisch kader voor de ontwikkeling van de windturbines. In dit bestemmingsplan wordt de ruimtelijke en sectorale inpassing van de windturbines onderbouwd. Hierbij wordt naast de sectorale aspecten ook getoetst aan het geldende Rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid.

Omgevingsvergunningen en andere toestemmingsvereisten Voor de realisatie van een windturbine zijn, afhankelijk van de

exacte locatie, verschillende vergunningen en toestemmingsvereisten noodzakelijk. Hierbij moet worden gedacht aan bijvoorbeeld

onderstaande vergunningen:

omgevingsvergunning voor de windturbine; omgevingsvergunning voor een onderstation;

watervergunningen, indien in de nabijheid van water of waterstaatswerken, maar ook bij het kruisen van onderhoudswegen en water;

Ontheffing Wet natuurbescherming;

WBR-vergunning, indien in de nabijheid van de snelweg.

8.3 Producten

C

Beoordelingscriteria MER/onderbouwing

Impact

1 Geluidsgevoelige objecten binnen straal x

2 Geluid op omgeving Lden

3 Slagschaduw

4 Ruimtegebruik (fysiek)/compactheid

5 Invloed op horizon/zichtbaarheid

6 Aantal locaties, spreiding/versnippering

7 Grootte/schaal opstelling (cluster/lijnopstelling)

8 Impact op omgeving

9 Invloed op landschappelijke structuren: herkenbaarheid opstelling

Businesscase

11 Combinatie (dubbel)functie (zon en zon/wind)

12 Elektriciteitsproductie/Bijdrage energiedoelstelling

13 Participatie/Financiële deelname omgeving

14 Compensatie/deelname omgeving

15 Realisatie snelheid

Overige aspecten

21 Hinderstapeling

22 F&F (beschermde gebieden/soorten (vogels vleermuizen), ecologie)

23 Veiligheid (bebouwing, verkeer en vervoer, leidingen en kabels, straalpaden, radar

etc.)

24 Algemene wet- en regelgeving

9 Aanbevelingen en vervolg

In document Zon & Wind (pagina 66-70)