• No results found

Zon & Wind

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Zon & Wind"

Copied!
116
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Advies

Gebiedsraad

Locatieplan grootschalige opwek

Zon & Wind

(2)

Gemeente Beuningen Gijs Gerrits

Trudy Teunissen Rho adviseurs Guido van Loenen Johan Ter Schuur Gebiedsraad

(3)

Inhoud

4 8 18 24 28 54 60 66 70

• 1 Inleiding

• 2 Gebiedsproces

• 3 Advies gebiedsraad

• 4 Participatie

• 5 Uitwerking wind

• 6 Uitwerking zon

• 7 Financiële en technische haalbaarheid

• 8 Ruimtelijke-ordeningstraject

• 9 Aanbevelingen en vervolg

BIJLAGE 1 - EXCURSIE GEBIEDSRAAD

BIJLAGE 2 - ENERGIEBIBLIOTHEEK (Q&A GEBIEDSPROCES) BIJLAGE 3 - ENERGIEBIBLIOTHEEK (Q&A GEBIEDSRAAD) BIJLAGE 4 - UITWERKING ZONNEBELEID

BIJLAGE 5 - MAANDELIJKSE PUBLICATIE MAAS&WALER (voorbeeld)

(4)

1 Inleiding

De nationale en Gelderse ambities zijn om in 2050 (nagenoeg) energieneutraal te zijn. De gemeente Beuningen wil dit al in 2040 bereiken. De gemeente wekt dan evenveel energie op als er wordt gebruikt. Om dit te realiseren heeft de gemeenteraad van Beuningen op 24 januari 2017 de energievisie ‘Energiek Beuningen’ vastgesteld. Deze visie beschrijft waar de gemeente op dit moment staat, wat de opgave is om uiteindelijk in 2040 energieneutraal te worden en hoe de Beuningse gemeenschap de komende jaren stappen kan zetten op het gebied van energiebesparing en duurzame energie.

Context

Nederland heeft zich verbonden aan verschillende internationale klimaatafspraken. Zoals het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties uit 1992 (het allereerste klimaatverdrag) en het Kyoto-Protocol uit 1997. In 2015 was er een VN-klimaattop in Parijs. Nederland heeft ingestemd met een nieuw VN-klimaatakkoord en ondertekend (2016).

Het akkoord heeft als doel: de opwarming van de aarde beperken tot ruim onder 2 graden Celsius, met een duidelijk zicht op 1,5 graden Celsius. Het akkoord gaat per 2020 in. Uit voortschrijdend inzicht blijkt dat de opwarming waarschijnlijk nog sneller verloopt en er 3 maal zoveel gedaan moet worden om binnen de opwarming van 2 graden Celsius te blijven en een veel grotere stijging te voorkomen.

Meer en meer wordt er in overheidsbeleid gestuurd op het reduceren van

‘tonnen’ CO2. De Klimaatwet stelt vast met hoeveel procent ons land de CO2-uitstoot moet terugdringen. In juni 2018 is een voorstel voor de wet ingediend. Dat gaat uit van 95% minder CO2 uitstoot in 2050 (en al 49% in 2030). De wet moet burgers en bedrijven zekerheid geven over de klimaatdoelen.

In het Klimaatakkoord staan afspraken met meerdere sectoren. Vanuit de sector (ook wel ‘tafel’ genoemd) elektriciteitssector wordt de

grootschalige opwek opgepakt. Het Rijk beoogt met Regionale Energie Strategieën (RES) dit effectief vorm te geven.

1.1 Achtergrond

Provincie

De provincie Gelderland heeft haar energietransitie beleid (2016- 2019) vastgelegd in het beleidsprogramma ‘Samen in Versnelling’.

Doelstelling is om samen met partners in het Gelders Energieakkoord een energieneutraal Gelderland in 2050. De provincie is zich er van bewust dat dit grote gevolgen heeft voor het huidige ruimtegebruik. Door ruimte en energie integraal te benaderen wil de provincie kansen creëren voor slimme ontwerpen. Met de regionale samenwerking in combinatie met de gebiedsopgaven wordt hier invulling aangegeven.

Provincie zet in op meerdere vlakken (zoals warmte en besparing) maar ook op biomassa, wind en zon. Windenergie levert een belangrijke bijdrage aan de energietransitie in Gelderland. Gelderland heeft, voor 2020, afspraken met het Rijk gemaakt over de invulling van 230,5 MW opgesteld vermogen voor aan windenergie. De provincie heeft in overleg met Gelderse regio’s en gemeenten ruimtelijk de meest geschikte locaties gezocht en ruimtelijk vastgelegd in de Omgevingsvisie. Voor de periode na 2020 en tot 2030 zal de provincie ruimte moeten vinden voor hernieuwbare energie. Deze ruimte zal middels de RES gevonden moeten worden.

(5)

Regionale EnergieStrategie (RES)

Het nationale Klimaatakkoord is een uitwerking van de internationale afspraken in Parijs in 2015. Het Klimaatakkoord vraagt om een nieuwe manier van samenwerken van provincies, gemeenten, waterschappen, bedrijven, netbeheerders, maatschappelijke organisaties en burgers. Zij maken per regio gezamenlijk een RES.

De huidige RES’en gaan vooral over ambities. De nieuwe RES gaat verder en is tevens een bouwsteen voor het ruimtelijk beleid. Ook is in de RES expliciet een rol weggelegd voor de samenleving. Deze RES gaat er veel meer voor zorgen dat de energietransitie-opgaven ook daadwerkelijk gerealiseerd gaan worden. In de RES staat welke maatregelen in de regio nodig zijn om tot de afspraken uit het Klimaatakkoord te komen.

Vanuit de sectortafel ‘Elektriciteit komen onder andere randvoorwaarden voor hernieuwbare elektriciteit op land. De RES raakt daarmee ook het omgevingsbeleid. De ruimtelijke opgave ligt op tafel: hoeveel ruimte is er per regio voor zonneparken en windturbines?

Foto’s: Energiespel tijdens de tweede gebiedsavond in Beuningen (najaar 2017)

(6)

In nauwe samenwerking met acht werkgroepen is in 2016 de

energievisie Energiek Beuningen opgesteld. De energievisie is door de gemeenteraad vastgesteld in 2017. De energievisie maakt duidelijk waar de gemeente Beuningen voor staat, wat de opgave is om uiteindelijk in 2040 energieneutraal te worden en hoe de Beuningse gemeenschap de komende vier jaar meters wil maken op het gebied van energiebesparing en duurzame energie bij inwoners en bedrijven.

Energiek Beuningen is het resultaat van een traject dat de gemeente samen met acht werkgroepen heeft doorlopen sinds de startbijeenkomst op 3 december 2015. Het is een ontdekkingstocht geweest waarin deelnemers niet alleen aandacht hadden voor wat zij allemaal kunnen doen in onze gemeente maar vooral ook hoe de gemeenschap zich moet organiseren zodat de inwoners en bedrijven zich over de volle breedte betrokken kunnen voelen. De gemeente wil hiermee een extra impuls geven aan allerlei activiteiten die van Beuningen een duurzame gemeente maken. Energiek Beuningen is een samenspel tussen de gemeente en de gemeenschap waardoor projecten mogelijk worden en Beuningen meters kan maken op weg naar energieneutraliteit.

De energievisie brengt de resultaten bij elkaar en geeft aan wat de gemeente met de gemeenschap wil bereiken in Beuningen in 2040.

Ambitie: Beuningen energieneutraal in 2040

Een visie begint met een ambitie. De nationale en Gelderse ambitie zijn om in 2050 nagenoeg energieneutraal te zijn. Wij gebruiken dan vrijwel geen fossiele brandstoffen meer in Nederland. De gemeente Beuningen sluit zich hierbij aan en heeft zich gecommitteerd aan deze doelstelling.

Uit het succesvolle proces met de werkgroepen van de energievisie blijkt dat de gemeente dit niet alleen als minimum scenario ziet. Samen streven wij er naar om eerder energieneutraal te worden, waarbij wij inzetten op 2040. De gemeente Beuningen kan ook extra ambitieus zijn omdat zij al een grote voorsprong heeft: dankzij de ARN in Weurt wordt op grote schaal duurzame energie (elektriciteit, warmte en biogas) geproduceerd. De bijdrage van de ARN is 90% op de totale duurzame energie productie (2016) van de gemeente Beuningen. Het aandeel van de duurzame energie productie in de energievraag in Beuningen

1.2 Energiek Beuningen

bedraagt mede daardoor 37,5%. Dit is veel meer dan de nationale score van 6,6% (2017). De energievisie geeft invulling aan de ambitie: hoe gaan wij het doel energieneutraal Beuningen in 2040 bereiken en wat gaan wij daarvoor in de periode 2017 tot en met 2023 doen? In 2023 wordt de energievisie geëvalueerd en geactualiseerd: zitten we op koers, moeten we bijstellen en zo ja waar?

De volgende uitgangspunten worden gehanteerd om energieneutraal te worden:

De gemeente Beuningen wil energieneutraal worden met

hernieuwbare bronnen binnen de gemeentegrenzen of in de regio.

Dit streven heeft betrekking op het energieverbruik in woningen, bij bedrijven en in het verkeer en het energieverbruik van de eigen organisatie;

De gemeente Beuningen houdt in haar ambitie rekening met de besparing en verduurzaming van het vervoer dat aan haar gemeente wordt toegerekend;

De gemeente Beuningen wil bij bio-energie alleen biomassa gebruiken die duurzaam is en die bij voorkeur uit Beuningen zelf of uit de regio komt;

De gemeente Beuningen gaat uit van de situatie waarin ARN haar bijdrage levert en de opgave die bij die situatie past;

De gemeente Beuningen heeft energiebeleid gericht op mitigatie (voorkomen), via andere beleidsterreinen zoals waterbeheer vindt adaptatie (aanpassen) plaats. De nadruk ligt op duurzame warmte en duurzame elektriciteit;

De gemeente Beuningen heeft geen specifiek klimaatbeleid voor het terugdringen van overige broeikasgassen, nationaal beleid is hierbij leidend;

De gemeente Beuningen sluit op voorhand geen enkele optie uit die substantieel kan bijdragen aan het energieneutraal worden van de gemeente;

Het energiebeleid krijgt vorm voor de komende jaren (2017 – 2023) in de energievisie Energiek Beuningen zodat ook grote projecten gerealiseerd kunnen worden.

Het doel is energieneutraliteit in uiterlijk 2040. Daarvoor moeten we op

(7)

alle fronten inzetten. Woningen moeten energiezuinig worden en gaan van het gas af, bedrijfsdaken moeten worden voorzien van zonnepanelen, we maken onze gemeentelijke gebouwen energiezuinig en scholen en sportclubs verduurzamen hun accomodatis. We gaan elektrisch rijden en we zetten in op circulaire economie en betrekken via verschillende projecten de jongeren bij de lokale energietransitie. We zetten op alle schaakborden in. Het schaakbord waarop de doelen het meest effectief kunnen worden gehaald is de opwekking van nieuwe duurzame energie.

In de energievisie is aangegeven dat naast alle besparingsprojecten ook nieuwe duurzame energie in Beuningen moet worden opgewekt, zowel in de kernen als in het buitengebied. In de kernen zal dat vooral op de daken zijn. Ter bevordering hiervan loopt een apart traject. Hoe en waar het opwekken van duurzame energie in het buitengebied moet gebeuren dat is in de energievisie niet aangegeven. Dit zal door middel van een gebiedsproces moeten worden bepaald. Dit locatieplan is het resultaat van dit gebiedsproces met de dorpen en de gebiedsraad.

Foto’s: Energiespel tijdens de tweede gebiedsavond in Winssen (najaar 2017)

(8)

2 Gebiedsproces

Een goed proces voor het opwekken van energie in het buitengebied is gebaat bij een omgevingsgerichte aanpak. Hierbij past participatie op maat. Uitgangspunt voor het gebiedsproces is dat het opwekken van energie in het buitengebied moet worden ingevuld in samenwerking met de inwoners van de gemeente. Eind 2017 is er gestart met het gebiedsproces om tot een keuze te komen. Centrale vraag in dit proces is: hoe en waar kunnen we 731 TerraJoule aan duurzame energie in Beuningen gaan opwekken?

In het gebiedsproces is gebleken dat daarvoor op dit moment alleen windenergie en zonnevelden, op land óf drijvend op plassen, in beeld zijn.

Zon en wind zijn de meest efficiënte en effectieve vormen zoals ook nader toegelicht in bijlage 1 (de energiebibliotheek).

Het proces is gestart breed gestart in de dorpen om de betrokkenheid te vergroten. Om preciezer uit te filteren wat de beste opties zijn voor Beuningen en een goede inhoudelijke discussie te kunnen voeren, is begin 2018 een Gebiedsraad aan de slag gegaan. Eerst is aan het gemeentebestuur voorgelegd welke opgave we vanuit het voortraject voor de Gebiedsraad zien. Daarnaast is aan het gemeentebestuur

gevraagd welke taak zij willen meegeven en welk resultaat ze van van het proces met de Gebiedsraad verwachten. Op deze wijze is onderstaande bestuursopdracht tot stand gekomen.

Bestuursopdracht

Het proces van Energiek Beuningen is al sinds 2015 bezig. De

gemeente kiest voor een gebiedsproces om de invulling van opgave voor het buitengebied samen met inwoners te doen. De gebiedsraad komt met een ruimtelijk plan waarin de afwegingen van zonne- en windenergie een plaats krijgen. De gemeente faciliteert het proces, de gebiedsraad (de inwoners van de gemeente) brengt advies uit aan gemeente. Voor de gemeente is dit een nieuw traject, daarom is de opdracht aan de gebiedsraad eerst bestuurlijk voorbereid.

De concept-opdracht is met de raadscommissie Ruimte besproken en de opdracht is op 30 januari 2018 door het College ondertekend. Deze opdracht is ook nog voorgelegd aan de gemeenteraad.

Het College van B&W neemt het advies van de gebiedsraad, als dat

2.1 Wat is de opdracht?

degelijk en zorgvuldig is voorbereid, in principe één op één over;

uiteindelijk besluit de gemeenteraad.

Vanuit het gemeentebestuur heeft de gebiedsraad binnen een aantal kaders en afspraken een duidelijke opdracht meegekregen. Het gaat om kaders voor werkwijze en het proces, zoals:

een neutrale voorzitter

de omgangsvormen

de planning

een evenredige verdeling van de leden over de vier kernen.

De gebiedsraad denkt ook mee over de communicatie zowel met de inwoners van de gemeente als met het gemeentebestuur.

Het uiteindelijke doel, resultaat van de opdracht, is een advies met één of meerdere scenario’s voor:

locatiekeuze

burgerparticipatie

omgevingsfonds

compensatie

eigendom.

Inhoudelijk adviseert de gebiedsraad dus over optimale locatiekeuzes voor windturbines en/of zonnevelden met een afweging over het voorkomen of beperken van hinder door geluid, slagschaduw en

verlichting. Ook zullen de landschappelijke inpassing, landschappelijke beleving, efficiënt ruimtegebruik en de ecologische effecten worden beschouwd.

De gebiedsraad adviseert ook over hoe we moeten omgaan met

uitgangspunten als financiële participatie, omgevingsfonds, coöperatie etc. De gebiedsraad adviseert daarbij over eigendom én opbrengst (in geld en in stroom) van de projecten, anterieure overeenkomst(en) en een omgevingscontract. Hieronder valt ook een mogelijke grondvergoeding voor elke geplaatste turbine (verdeling met andere grondeigenaren én bewoners zónder grond in het plangebied). En het gaat indien gewenst om een buurtfonds (gebiedsfonds, omgevingsfonds) en de aard van mogelijke bestedingsdoelen voor bijvoorbeeld duurzame

projecten, landschapsversterking en/of sociale (leefbaarheids)projecten, coöperatieve participatie en mede-eigenaarschap.

(9)

Daarnaast is het inzetten van landbouwgrond voor zonneparken een zorg.

Ook de inpassing van zonneparken in het landschap verdient aandacht.

Aan de andere kant werd de vraag gesteld of 2040 wel snel genoeg is.

Ideeën gingen vooral over technologische ontwikkelingen, specifieke locaties voor zonneparken (geluidschermen, afvalberg, dijken, plassen), strategische combinaties tussen zon en wind en liever grote dan kleine windturbines.

Voor een deel kwamen er ook ideeën aan de orde die in de andere projecten van de uitvoering van de energievisie goed kunnen worden gebruikt (bijvoorbeeld besparing, bewustwording en voorlichting).

In de vier bijeenkomsten waren er ook duidelijk accenten. Op de avond in Beuningen werd aangegeven, dat er ook betrokkenheid nodig is van (jongere) mensen tussen de 15 en 40 jaar. Er werd nadrukkelijk de vraag gesteld hoe we deze mensen in het proces kunnen betrekken. Bij een deel van de groep in Winssen werd al verkend of een scenario mogelijk is met alleen zonnepanelen. Op de avond in Ewijk ging het meerdere keren over mogelijke verdienmodellen en de houdbaarheid daarvan. Het ging op de bijeenkomst in Weurt ook over alternatieven, bijvoorbeeld windenergie op de brug over de Waal.

Tijdens alle vier de avonden is de vraag gesteld of mensen zich willen inzetten of aansluiten bij een op te richten energiecoöperatie.

Zestien maanden hebben we uitgetrokken voor een intensief

gebiedsproces om te komen tot de uitwerking van grootschalige opwek in het buitengebied van Beuningen. Dit proces is met grote zorgvuldigheid ingestoken, vooral om ervoor te zorgen dat de keuzes voor het realiseren van de doelstelling zorgvuldig konden worden gemaakt. De samenleving, de inwoners van de dorpen en het buitengebied waren hierdoor volop in de gelegenheid om mee te praten en zelfs mee te beslissen.

In het begin van het proces is veel geïnvesteerd in de werving van mensen om zo vroeg mogelijk in het proces mee te denken. Zo hebben we

gepubliceerd in kranten, via twitter en Linkedin en op de gemeentelijke website. Ook is er geflyerd op de drukste punten op zaterdagmiddag bij bijvoorbeeld supermarkten, zijn er posters verspreid en zijn de digitale informatieborden ingezet voor de aankondiging en uitnodiging van mensen voor het gebiedsproces. Ook is de website www.energiekbeuningen .nl gelanceerd. Dit was een goede wervende start voor het proces dat met de samenleving is doorlopen.

Bijeenkomsten Communicatieproces

Met veel energie is in het najaar van 2017 in de dorpen het gesprek gestart over het project grootschalige opwek in het buitengebied. In oktober vonden er 4 bijeenkomsten plaats (in alle dorpen 1) en in november is in elk dorp een vervolgbijeenkomst georganiseerd.

Bijeenkomsten oktober

In oktober is op vier drukbezochte bijeenkomsten in de vier kernen binnen de gemeente hard gewerkt aan de vraag hoe de gemeente energieneutraal kan worden. Er zijn vragen gesteld en opmerkingen gemaakt. De belangrijkste opgehaalde informatie bestaat uit een inventarisatie van alle wensen, zorgen en ideeën.

De opbrengst van de eerste vier avonden in de dorpen biedt inzicht in een aantal overeenkomsten. De wensen die zijn geuit gingen vooral over de gelijke verdeling van lusten en lasten en de energievoorziening in eigen beheer houden. De zorgen gingen onder andere over de slagschaduw en het geluid van de windturbines en de waardevermindering van huizen als gevolg hiervan. Ook zijn er zorgen dat ‘externe’ marktpartijen er met de opbrengst van de energieopwek vandoor gaan.

2.2 Hoe hebben we het gedaan?

(10)

Bijeenkomsten november

De tweede serie met bijeenkomsten was druk bezocht met in totaal circa 140 mensen. De opzet van de vier avonden was overal gelijk. De cijfermatige onderbouwing zoals die is gemaakt voor de energievisie is nader toegelicht. Daarmee is het inzichtelijk geworden dat op bijna alle vlakken aan energieneutraliteit moet worden gewerkt: besparing, isolatie en opwek van zonne-energie op woningen en bedrijven. Als deze mogelijkheden maximaal worden benut is er nog steeds grootschalige opwekking van hernieuwbare energie in het buitengebied nodig, in totaal 731 TJ.

Er zijn op de avonden vragen gesteld over de cijfermatige onderbouwing.

Die zijn zo zorgvuldig mogelijk beantwoord. Voor nadere informatie zijn de onderliggende documenten van de energievisie en het ‘energie- dashboard’ op aanvraag beschikbaar. Ook is een energiebibliotheek (zie bijlage) samengesteld met daarin antwoorden op de meest gestelde vragen.

Naar aanleiding van de cijfers werden vragen gesteld over wat wel en wat niet aan de gemeente wordt toegerekend als het gaat over energieneutraliteit (onder andere de warmte van de ARN en het verkeer op de snelwegen en het scheepvaartverkeer op de Waal), over het belang van regionale samenwerking en afstemming, over hogere rendementen en over meer inzetten op innovatie. In de energievisie zijn deze aspecten eigenlijk al positief gehonoreerd en voor een deel zijn zorgvuldige

aannames gedaan om een berekening te kunnen maken. Verwachting op basis hiervan is dat de taakstelling voor de duurzame opwek van energie in de toekomst hoogstwaarschijnlijk overeind blijft en niet minder wordt.

Ook zijn tijdens de presentatie de vier meest gestelde vragen uit de avonden in oktober wat uitgebreider behandeld. De initiatiefnemers van de energiecoöperatie i.o. waren aanwezig en hebben zich voorgesteld.

In het actieve deel van de avond hebben de bewoners met de kaart op tafel de mogelijkheden verkend. Door middel van een energiespel is getest hoe de duurzame opwekking van energie met wind en zon in het buitengebied kan worden georganiseerd. Er is in dit deel van het proces veel waardevolle informatie opgehaald. Tot slot van de avonden is de oproep gedaan om deel te nemen aan de gebiedsraad.

Energiespel

Het moet kunnen! De ambitie van 731 TJ duurzame opwekking in het buitengebied is op alle vier de avonden in diverse opstellingen

samengesteld. Uiteraard komt er meer bij kijken voordat de echte keuzes gemaakt kunnen worden en de haalbaarheid bewezen is. Het energiespel is vooral bedoeld als kennismaking met de opgave en als middel om inzicht te krijgen in de mogelijkheden.

Op de diverse avonden waren er duidelijk overeenkomsten en verschillen. Hieronder volgt daarvan een weergave.

In de vier dorpen bij elkaar is door in totaal 16 groepen het energiespel gespeeld, waarbij met een score van 100 punten de gemeente

energieneutraal gemaakt zou kunnen worden met zon (grote en kleine parken) en wind (kleine en grote windturbines). De resultaten daarvan in enkele cijfers:

Hoogste score: 229 punten

Laagste score: 90 punten

15 van de 16 groepen hebben (veel) meer dan 100 punten behaald

1 groep heeft minder dan 100 punten behaald

Gemiddelde score ligt bijna 50% hoger dan benodigd

13 van de 16 groepen hebben een combinatie van zon en wind

3 van 16 groepen hebben alleen op zon ingezet

Geen van de groepen heeft voor alleen wind gekozen

(zie pagina 11 voor een weergave van de resultaten van energiespellen).

Uit de aandachtspunten en overwegingen die tijdens het samenstellen van de energiespellen zijn genoteerd, halen we een hoofdlijn voor zonnepanelen en windturbines.

Het merendeel van de energiespellen waar voor windturbines is gekozen, ging uit van grotere exemplaren, zodat er minder nodig zijn. Voor de opstelling werd in de meeste gevallen uitgegaan van windturbines in één rij of in ieder geval in samenhang. Zoeklocaties ten zuiden van de Maas en Waalweg en A73 lijken logisch.

Een gelijke verdeling van zon en wind spreekt meerdere groepen aan, bijvoorbeeld door onder/nabij windturbines zonneparken te plaatsen en te combineren op dezelfde kabel.

(11)

Titel van de tekst

A50

A73

N322

richting Den Bosch richting Nijmegen

richting Venlo richting Arnhem

richting Druten

Beuningen Ewijk

Weurt Winssen

Waal

Groene Heuvels

fiches van 1 ha zon fiches van 9 ha zon

4/16

6/16

8/16

1/16 8/16

10/16

6/16

7/16 1/16

KANSEN VOOR

DUURZAME OPWEK

5 van de 11 groepen geeft aan dat een XL windmolen in dit gebied mogelijk is

5/11

uitleg voorbeelden:

groepen hebben aangegeven dat een medium windmolen in dit

1

1

1 1

1

2

1 1 2 3

1 1 1

2 4

2

Resultaten van het energiespel

(najaar 2017)

(12)

Gebiedsraad

De verkenning in de vorm van het energiespel levert een eerste beeld van de mogelijkheden. Ook is daarbij een eerste beeld van de overwegingen onder de inwoners van Beuningen naar voren gekomen. Een logisch vervolg hierop is een intensiever gesprek over de mogelijkheden, zorgen en overwegingen. Dit intensievere gesprek kost veel tijd en er is een

ontwikkeling in kennis nodig om op dezelfde ‘vlieghoogte’ te komen. Alleen zo kan een echt inhoudelijke discussie plaatsvinden. Vanwege de aard van dit overleg is gekozen voor een andere overlegvorm: de Gebiedsraad, een kleiner gezelschap van bewoners die zich zelf konden aanmelden en die de investering in dit proces wilden doen. Het contact met de dorpen en de mensen die tot nu toe betrokken waren, wordt daarmee levendig gehouden. Door regelmatig een nieuwsbrief te sturen, door de website up-to-date te houden en door tussentijds weer nieuwe dorpsavonden te organiseren wordt het contact met de dorpen zo intensief mogelijk gehouden.

Samenstelling gebiedsraad

De gebiedsraad is samengesteld op basis van aanmelding en via een intake gesprek op het gemeentehuis over intenties en om verwachtingen duidelijk te maken. Het belang van de verdeling van leden over de dorpen, met een gemêleerde achtergrond en voor- en tegenstanders van zon en wind stond bij de uitvraag onder de inwoners centraal. Duidelijk is dat de gebiedsraad geen vertegenwoordiging is van de inwoners, maar een kerngroep van mensen die bereid waren om intensief in gesprek te gaan over de te maken keuzes.

Op elk van de laatste vier dorpsavonden hebben zich mensen opgegeven voor de Gebiedsraad. Daarnaast is een oproep gedaan in de nieuwsbrief Energiek Beuningen die een verspreidingsrange van 500 adressen heeft.

Gesteund door een onafhankelijke voorzitter krijgen de leden van de Gebiedsraad ruime mogelijkheden om zich in te werken in de materie, terug te koppelen met de eigen achterban en uiteindelijk te komen tot een maatschappelijk gedragen advies aan de gemeenteraad. De gemeenteraad neemt vervolgens een besluit, waarna de uitrol van duurzame energie echt kan beginnen.

De Gebiedsraad bestaat uit inwoners uit de vier dorpen en het

buitengebied. De gebiedsraad wordt op afroep aangevuld met specifieke expertise van bijvoorbeeld vertegenwoordigers van de energiecoöperatie en vertegenwoordigers van de wind- en zonwerkgroepen. De

gebiedsraadleden geven zelf aan hoe en wanneer die aanwezigheid van vertegenwoordigers en expertise wordt ingevuld.

13 vergaderingen

In totaal zijn er 13 vergaderingen geweest met een gemiddelde frequentie van eens per 3 weken. Op 22 januari 2018 is de gebiedsraad met 14 leden voor het eerst bij elkaar gekomen. Het is in die bijeenkomst duidelijk geworden dat het kennisniveau belangrijk is. De tweede bijeenkomst is gebruikt voor de inhoudelijke verdieping van het proces, de cijfers van de energievisie en hinderaspecten. Ook is aandacht besteed aan zonnebeleid en hoe de andere projecten zijn ingestoken vanuit de energievisie.

De gebiedsraad heeft in de eerste bijeenkomst aangegeven eerst zonder de andere ‘spelers’ (wind/zon/coöperatie) in een kleiner comité te willen starten met het proces.

Samen met de Gebiedsraad is gestart met goede werkafspraken door taken te formuleren. Vanuit het voortraject met de dorpsbijeenkomsten zijn intern de volgende taken voor de Gebiedsraad geformuleerd:

Opstellen van randvoorwaarden en een werkwijze om te komen tot een goede locatiekeuze voor wind en/of zon, en eventuele andere vormen van energieopwekking in het buitengebied

Onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de opbrengsten (financieel, stroom) en eigenaarschap in ruime mate te delen met de omgeving

In overleg met de gemeente en met grondeigenaren en

ontwikkelaars, waaronder een lokale energiecoöperatie, komen tot een concreet advies voor locaties en financiële participatie.

De gesprekken in de gebiedsraad gingen in de loop van het voorjaar van 2018 steeds meer in detail over de afwegingen van zon en wind. In de vergaderingen voorafgaan aan een nieuwe reeks met dorpsbijeenkomsten hebben we daarbij scenario’s overwogen voor het invullen van de opgave

(13)

met of alleen zon of alleen wind. Voor wind hebben we ook gekeken naar het aantal en het formaat van de windturbines. Door deze afwegingen werd het gesprek over goede locaties en randvoorwaarden steeds concreter.

Overwegingen gingen bijvoorbeeld over de ideale verhoudingen tussen de hoeveelheid zonneparken en windturbines. In de verhouding 1:2 (1/3 : 2/3) vullen deze twee vormen van energie-opwekking elkaar mooi aan. Ook is in april gestart met visualisaties met behulp van een nieuw programma: de Windplanner.

Zo kunnen we van elk plek in Beuningen (die via Google streetview beschikbaar is) laten zien wat het zicht is op mogelijke windturbines.

Kennisoverdracht

Om goed te kunnen bepalen hoe de opbouw van een zonnepark eruit ziet, wat het geluid van een windturbine is, hoe het werkt met het energienetwerk, zijn diverse specialisten aan geschoven.

In de gebiedsraad vergadering van 30 april heeft de gebiedsraad in twee groepen gewerkt aan het verfijnen van de scenario’s. Hieruit zijn twee concrete scenario’s gekomen waarin een balans zit tussen zon en wind.

Eigenlijk, zo blijkt, wordt door de gebiedsraad zowel voor zon als voor wind naar compacte opstellingen gekeken, zo min mogelijk verspreid dus. Voor zonneparken is dat nog een kunst omdat de panelen bijvoorbeeld niet gerealiseerd kunnen worden op de plassen en Beuningen. Deze is nog tot circa 2035 in gebruik voor zandwinning. De plas in Winssen lijkt op kortere termijn wel haalbaar, maar de businesscase is minder gunstig dan voor zon op land. Daarover worden momenteel concrete gesprekken gevoerd met de initiatefnemer. Voor windturbines lijkt een locatie aan de zuidzijde van de A73 en Maas en Waalweg een logische plek, waarschijnlijk in een lijnopstelling. Eventueel kunnen de initiatieven voor zonneparken rond die locaties in de planontwikkeling worden meegenomen.

Excursie gebiedsraad

Zaterdag 14 april bezocht een groot deel van de gebiedsraad twee energieprojecten te weten:

Solarpark “de Kwekerij” te Hengelo (Gld)

Windpark Nijmegen – Betuwe (Nijmegen-Noord).

Tijdens de busreis was er uitgebreid ruimte voor informatie-overdracht en vragen. Onderweg zagen we (actief taalgebruik en afzenderschap) op diverse plaatsen windturbines en zonnepanelen. Op een aantal plaatsen was men zeer efficiënt maar ook creatief omgegaan met de plaatsing van de zonnepanelen. Zo zagen we stallen met daken vol zonnepanelen maar ook vrijstaande carporten met zonnepanelen op het dak. Als onder de carport een elektrische auto staat is de energiecirkel rond (voor een uitgebreid verslag zie bijlage 1).

Om 17.00 waren we weer terug in Beuningen.

(14)

Scenario’s

Om de 16 scenario’s van de energiespellen verder te concretiseren en af te bakenen is gewerkt aan en gediscussieerd over de verschillende scenario’s voor zon en wind.

Hierbij werd de Gebiedsraad geadviseerd door de Energiecoöperatie

‘Energie voor Vier’, de netwerkbeheerder Liander en deskundigen op het gebied van zonne- en windenergie. De Gebiedsraad heeft van de 16 scenario’s uiteindelijk drie realistische varianten gemaakt. Deze waren onderwerp van gesprek tijdens vier inloopavonden in juni.

In juni heeft er een derde reeks met inloopbijeenkomsten plaatsgevonden, wederom in alle vier de dorpen. We hebben met reactieformulieren

opgehaald wat de inwoners van de gemeente van de varianten vonden, afzonderlijk voor zon en wind.

De avonden waren intensief voorbereid samen met de gebiedsraad. Een behoorlijk aantal keuzes was al gemaakt. Zo heeft de gebiedsraad gekozen voor een combinatie tussen wind en zon. Dit leidt onder andere tot meer leveringszekerheid (spreiding door weersomstandigheden). Ook is voor grotere windturbines gekozen omdat deze veel effectiever zijn en er dus minder windturbines (en ook in een minder groot gebied) nodig zijn. Zowel voor wind als voor zon zijn op de avonden drie varianten gepresenteerd.

Voor zon bleek van de 3 varianten de meeste voorkeur voor een aanpak met het geconcentreerd realiseren van zonnevelden. Over de mogelijkheden om verspreid in de hele gemeente zonneparken toe te staan, waren mensen over het algemeen minder enthousiast. Bijna 20%

van de bezoekers van de avonden heeft zorgen over zon. In Winssen zijn de zorgen met bijna 1/3 van de bezoekers het hoogst. Vooral het feit dat zonneparken ten koste van landbouwgrond gaat (/ kan gaan) werd (onder het kopje zorgen) in 20% van de gevallen genoemd.

Voor wind waren de reacties divers en schemerde het belang van het dorp (en het zicht op de eventuele molens) door in de reacties. Over het voorstel voor de plek ten zuiden van de A73 en gesitueerd in één lijn

waren de reacties over het algemeen positief. De meeste voorkeur (54%) ging uit naar variant 1 (drie windturbines ten oosten en twee windturbines ten westen van de A50). Er zijn ook zorgen geuit over de windturbines.

Bijna 1/3e van de bewoners op de inloopavonden had hierover zorgen.

In Winssen zijn de meeste zorgen genoteerd (bijna de helft van de bezoekers). Geluid is met 20% de meest genoemde zorg.

Conclusie naar aanleiding van de avonden was dat de locaties voor windturbines en deels ook voor zonneparken in een zoekzone - een energieas - ten zuiden van de A73 nader worden onderzocht. In het najaar van 2018 zijn we nader op zoek gegaan naar de precieze locaties aan de hand van de milieueffecten. De varianten waren daarbij uiteraard uitgangspunt.

Zorgen najaar 2018

Deze zomer is duidelijk geworden dat ondanks onze uiterste inspanningen om via kranten, sociale media, flyers, websites en posters iedereen te bereiken, nog niet alle inwoners van de gemeente op de hoogte zijn van het intensieve gebiedsproces met 12 avonden en een half jaar hard werken met de gebiedsraad. Bij de mensen die pas recentelijk van de planvoorbereidingen op de hoogte zijn, is er een aantal dat nog grote zorgen heeft. Alhoewel het planproces al ver gevorderd is, zijn de mensen die zorgen hebben op het gemeentehuis uitgenodigd en is besproken welke onderdelen nog moeten worden uitgezocht. Er zijn geen nieuwe inzichten ontstaan behalve de extra nadruk om goed naar de mogelijke hindereffecten te kijken.

(15)

Foto: inloopavond over de scenario’s in Winssen op 18 juni 2018

(16)

Inloopavond Ewijk

Op 17 januari is deze fase van het gebiedsproces afgerond met een inloopavond in MFA `t Hart in Ewijk. Op deze avond is het advies van de gebiedsraad en de technische en organisatorische toelichting op panelen gepresenteerd aan de bezoekers. De gebiedsraadleden waren aanwezig om het gesprek aan te gaan en de argumentatie aan de bezoekers persoonlijk toe te lichten. Daar is uitgebreid gebruik van gemaakt.

De aandachtspunten en reacties die de bezoekers van de avond konden achterlaten worden meegenomen in het vervolgproces. Een aantal

aspecten zullen zeker in het MER-traject (zie hoofdstuk 8) nader worden onderzocht. Op een aantal plekken zal maatwerk moeten worden geleverd om zorgen weg te kunnen nemen. Ook is, nu de locaties concreter worden, het moment gekomen om ook individuele bezoeken en gesprekken te voeren. Het vervolg van het advies van de gebiedsraad is maatwerk waarbij een persoonlijke benadering en goede informatievoorziening belangrijk zijn.

(17)

Foto: inloopavond over het locatieplan in Ewijk op 17 januari 2019

(18)

Het advies van de gebiedsraad is het resultaat van het proces tussen januari 2018 en januari 2019. Het advies is stapsgewijs tot stand gekomen, via verschillende mogelijkheden en varianten is een voorkeur ontstaan voor een afgewogen invulling van de opgave van 731 TJ.

De drie belangrijkste keuzes voor de invulling van de opgave zijn:

1.De Gebiedsraad adviseert om wind en zon te realiseren in de verhouding 2:1. Het gezamenlijke doel van 731 TJ (Energievisie gemeente Beuningen) wordt daarmee ingevuld door 2/3 van de grootschalige duurzame energie opwekking plaats te laten vinden door middel van windturbines én 1/3 met zonneparken.

Waarom zon en wind?

Zon- en windenergie zijn bewezen technieken die gerealiseerd kunnen worden in Beuningen. Overige technieken, zoals waterenergie uit de Waal zijn op dit moment niet kosteneffectief te realiseren en derhalve niet realistisch. Het is efficiënt om gebruik te maken van zowel wind als zon.

Als het hard waait, schijnt de zon niet; als het windstil is schijnt de zon vaak het hardst. Daarom zijn zon en wind complementair aan elkaar. Door de inzet van beide duurzame energiebronnen wordt een hogere energie leveringszekerheid gehaald.

Waarom meer wind?

Het waait vaker (ook gedurende de nacht) en wind is een veel efficiëntere (opbrengst kwh per euro investering) manier van energie opwekken in vergelijking met zon. Er is veel minder grond nodig.

Ook loont het beter om een aansluiting op het netwerk te realiseren.

Gelet op efficiency en realisatiezekerheid wordt gekozen voor windturbines als ‘basissysteem’. De windturbines moeten het grootste deel van de duurzame energieopdracht realiseren. Het resterende deel wordt opgevuld middels de realisatie van zonnevelden.

Waarom deze verhouding?

3.1 Invulling van de opgave

3 Advies gebiedsraad

Invulling geven aan optimale netinpassing (opgesteld vermogen) zon:wind

= 1:2. Uit analyses van netbeheerders blijkt dat een optimale netinpassing verkregen wordt met een zon/wind verhouding van 1:2. In deze

opstelling wordt een optimum bereikt in enerzijds maximalisatie van de energieopbrengsten en anderzijds een minimum aan investeringskosten.

In deze verhouding hoeft slechts 3% van de tijd het vermogen (van zon en wind gecombineerd) afgeregeld te worden tot de maximale aansluiting op het elektriciteitsnet.

2. Het vereiste vermogen voor wind is het beste in te vullen met grote windturbines.

2.a Veel efficiënter

De energieopbrengst is in belangrijke mate afhankelijk van de hoogte en rotordiameter van de windmolen. Hoe hoger de molen des te harder het waait; een verdubbeling van de windsnelheid geeft een achtmaal hogere energieopbrengst. Een verdubbeling van de rotordiameter (wieken) leidt tot een viermaal hogere energieopbrengst.

2.b Minder ruimte, minder impact

Grote windturbines (en dus minder nodig dan kleine voor dezelfde

energieopbrengst), hebben tot gevolg dat een kleiner gebied ingezet hoeft te worden voor energiewinning, het landschap minder aangetast wordt, de reikwijdte van hinder en overlast beperkt wordt en er betere (financiële) compensatieregelingen voor de omgeving gerealiseerd kunnen worden.

Doordat de medewerking van grondeigenaren en SDE-subsidie (vooral voor zon) nog onzekere factoren zijn wordt uitgegaan van een bandbreedte van realisatie, namelijk in twee combinaties:

• 4 windturbines en 80 ha zon

• 5 windturbines en 40 hectare zon.

3.De opwekking ligt bij voorkeur in een corridor in een compacte opstelling ten zuiden van de A73 / Maas-en waalweg.

Hoe compacter de opstellingen voor zon en wind des te beperkter de impact op het landschap en de leefomgeving.

(19)

3.2 Overwegingen

Voorbeeld: door de meest stille windmolens te kiezen, wordt de

businesscase ongunstiger. Het minimaliseren van hinder leidt door het kiezen van een duurdere windturbine direct naar minder opbrengsten. Dit is weliswaar goed denkbaar als afweging, maar is in dit stadium van de planvorming nog niet reëel te definiëren.

Dit effect op de businesscase geldt bijvoorbeeld ook voor het hanteren van een geluidcirkel van 45 Lden (recent WHO-advies) en het op voorhand instellen van een stilstandsregeling voor vleermuizen (indien aanwezig).

Deze afspraken zullen daarom in een later stadium worden gemaakt.

Schema: van 16 scenario’s naar 1 advies

De verschillende meningen over bijvoorbeeld wel of geen windturbines en over de landschappelijke inpassing van zonnepanelen zijn uiteraard aan bod gekomen in de gebiedsraadvergaderingen.

In de kern spitst het advies zich toe op de afweging tussen twee aspecten:

1. Het minimaliseren van de hinder aspecten van met name windmolens, maar visueel ook voor zonnepanelen.

2. Het maximeren van de opbrengsten (compensatie, rendement) van de energieproductie voor de omgeving.

Met name het juiste evenwicht tussen deze twee aspecten is in dit stadium van de planontwikkeling nog niet exact te bepalen.

3.2 Overwegingen

Voorbeeld: door de meest stille windmolens te kiezen, wordt de

businesscase ongunstiger. Het minimaliseren van hinder leidt door het kiezen van een duurdere windturbine direct naar minder opbrengsten. Dit is weliswaar goed denkbaar als afweging, maar is in dit stadium van de planvorming nog niet reëel te definiëren.

Dit effect op de businesscase geldt bijvoorbeeld ook voor het hanteren van een geluidcirkel van 45 Lden (recent WHO-advies) en het op voorhand instellen van een stilstandsregeling voor vleermuizen (indien aanwezig).

Deze afspraken zullen daarom in een later stadium worden gemaakt.

De verschillende meningen over bijvoorbeeld wel of geen windturbines en over de landschappelijke inpassing van zonnepanelen zijn uiteraard aan bod gekomen in de gebiedsraadvergaderingen. In de kern spitst het advies zich toe op de afweging tussen twee aspecten:

1. Het minimaliseren van de hinder aspecten van met name windmolens, maar visueel ook voor zonnepanelen.

2. Het maximeren van de opbrengsten (compensatie, rendement) van de energieproductie voor de omgeving.

Met name het juiste evenwicht tussen deze twee aspecten is in dit stadium van de planontwikkeling nog niet exact te bepalen.

(20)

De Gebiedsraad, heeft naar aanleiding van de inwonersavonden, de

discussies en adviezen de volgende randvoorwaarden voor windenergie in Beuningen geformuleerd.

1. Beperken impact windturbines voor de omgeving

Windturbines hebben effect op de ruimtelijke beleving en hebben impact op de omgeving. Deze invloed moet zoveel mogelijk beperkt worden door enerzijds een goede landschappelijke inpassing en anderzijds hinder voor de woonomgeving te voorkomen of tot een minimum te beperken.

2. Windturbines niet te dicht bij de dorpskernen plaatsen

Om overlast (geluid, slagschaduw) voor inwoners in de gemeente Beuningen zo veel mogelijk te voorkomen en te beperken moeten de turbines op afstand van de woonkernen geplaatst worden.

3. Zo weinig mogelijk verspreiding van windturbines

Om de impact op het landschap, en de mate van verstoring van het landschap zoveel mogelijk te beperken, geniet het sterk de voorkeur de te realiseren windmolens als één park te ontwikkelen. Verspreiding van windturbines over het gehele gemeentelijke grondgebied is niet wenselijk.

4. Realisatie van windturbines in samenhang

Windturbines moeten in een lijnopstelling worden geplaatst zodat ze

onderling qua beeldbeleving, verbonden zijn met elkaar, en als één park in het landschap herkenbaar zijn.

5. Liever enkelvoudige dan een dubbele lijnopstelling voor windenergie voor behalen doelstelling

Om versnippering en verstoring van het landschap te beperken wordt een dubbele lijnopstelling van turbines als onwenselijk geacht.

6. Locaties ten zuiden van Maas&Waalweg en A73 lijken op basis van beschikbare gebieden het meest logische

Aangezien ten zuiden van Maas&Waalweg en A73 relatief weinig mensen wonen, kan daarmee de overlast voor de omgeving zo veel mogelijk beperkt worden.

7. Variant met 4 of 5 windturbines in de zoekzone heeft de voorkeur Om de doelstelling (731 TJ) te behalen met alleen windenergie zijn 6 grote windturbines nodig. Afgesproken is om de doelstelling met 2/3 in te vullen met ‘wind’. Een windpark met 4 of 5 windturbines, in combinatie met 1/3 aan ‘zon’ is dan toereikend. 6 windturbines in het Beuningse landschap heeft een grotere impact op leefomgeving en landschap doordat de lijnopstelling langer wordt.

3.3 Randvoorwaarden windturbines

8. Geschikte locatie voor windturbines aanwijzen als zoekzone 3.3 Randvoorwaarden windturbines

In dit locatieplan worden geen percelen aangewezen waar windmolens gerealiseerd moeten worden, maar een gebied waarbinnen windmolens (juridisch / planologisch) passen wordt aangewezen als zoekzone. Binnen deze zoekzone liggen 6 potentiële locaties, waarvan er na het uitvoeren van een Milieu Effect Rapportage 4 of 5 worden aangewezen.

9. Benutten technische mogelijkheden voor windenergie door in te spelen op toekomstige ontwikkelingen

Door de afmetingen van de windmolens op voorhand niet vast te leggen, kunnen toekomstige technische ontwikkelingen in de vervolgfase

meegenomen worden.

10. Streven voor windenergie naar laagste kosten per kWh

Om de lokale energietransitie te laten slagen is een gezonde businesscase nodig voor duurzame energie. Lage kosten zorgen er ook voor dat de lusten voor de omgeving (compensatie, duurzaamheidsfonds etc.) zo hoog mogelijk kunnen uitpakken.

11. Vermijden van slagschaduwhinder op woningen: 0 slagschaduwhinder Door middel van een (bovenwettelijke) stilstandsregeling, die als harde eis geldt bij de realisatie van windmolens in Beuningen, wordt voorkomen dat (burger)woningen slagschaduwhinder ondervinden.

12. Geluid op de omgeving zoveel mogelijk beperken

Gestreefd wordt om het geluid op woningen in de omgeving van het windpark zoveel mogelijk te beperken. Toekomstige ontwikkelingen, zoals de realisatie van zandwinputten, waarbij de geluidsproductie op de omgeving kan toenemen (geluid over water draagt verder), dient bij de MER een aandachtspunt te zijn.

13. Zo mogelijk realisatie stilste windturbines

Initiatiefnemers dienen de mogelijkheden voor de realisatie van de (op dat moment) stilste windturbines inzichtelijk te maken.

14. Beperk aantal woningen binnen invloedsfeer windturbines

Gestreefd wordt om het aantal woningen dat binnen de invloedssfeer van de windturbines valt zoveel mogelijk te beperken.

15. Zorg voor voldoende aandacht en zonodig mitigerende maatregelen voor Flora&Fauna

In de M.E.R.- procedure wordt uitgezocht welke flora en fauna bedreigd worden, danwel extra bescherming behoeven. Initiatiefnemers worden verplicht hier extra aandacht aan te schenken en zo mogelijk mitigerende (beschermende) maatrelen te treffen.

(21)

Zon op oeverwallen kleinschalig: max. 2 ha per veld en totaal 20 ha.

Max. hoogte van 1,5 m.

Zon in kommengebied mag grootschalig:

max. 10 ha per veld en totaal 40 ha.

Max. hoogte van 1,5 m.

A73 Maas en W

aalweg

0 slagschaduw op burgerwoningen sterk wenselijk

•XL turbines, want liever grote turbines dan kleine

•Voorkeur 4 of 5 windturbines, in rij of in samenhang

•Enkelvoudige

lijnopstelling en niet te dicht bij kernen

•Geluid zoveel mogelijk beperken, zo mogelijk stilste windturbines

Knooppunt Ewijk

ADVIES GEBIEDSRAAD

(22)

1. Beperk zoekzone zonne-energie; streef naar concentratie

Concentratie van zonnevelden voorkomt verrommeling en versnippering van het landschap.

2. Streven naar meervoudig ruimtegebruik

Daar waar mogelijk wordt meervoudig ruimtegebruik gestimuleerd.

Denk hierbij aan de combinatie van zonnevelden met een windturbine, zonnevelden en vee (bijvoorbeeld schapen), zonnevelden en

landbouwgewassen.

3. Verzorgen van goede landschappelijke inpassing

Een goede landschappelijke inpassing is randvoorwaarde bij de realisatie van een zonneveld. Landschappelijke inpassing is altijd maatwerk. Een landschapsarchitect (gemeente) beoordeeld de ingediende

zonneveldinitiatieven

op het gebied van een deugdelijke landschappelijke inpassing.

4. Zoekzone zone zonne-energie langs energie-as windturbines

Grote zonnevelden in agrarisch gebied met een netto oppervlakte van 10 hectare worden alleen gerealiseerd ten zuiden van de A73. Combinatie met windenergie is wenselijk.

5. Realisatie van maximaal 40 ha zonnepaneelvelden in ‘kommengebied’;

plafond en ontwikkelstop bij behalen doelstelling

40 hectare aan netto oppervlak aan zonnevelden is het plafond. Hierna worden geen nieuwe initiatieven meer door de gemeente in behandeling genomen en vindt alvorens verder te gaan eerste een evaluatie plaats.

6. Voeg selectiecriteria (participatie, energiecooperatie en gebiedsfonds) toe bij het maken van keuze zonnevelden

Initiatiefnemers voor zonnevelden worden verzocht verkennende

gesprekken aan te gaan met de energie coöperatie Energie Voor Vier en te verkennen welke samenwerkingsmogelijkheden er zijn. Initiatiefnemers dienen daarbij aan te geven hoe zij de omgeving en de inwoners uit de gemeente Beuningen wil betrekken bij het project.

7. Bij ontwikkelstop evaluatie van het gerealiseerde en advies voor eventuele verdere doorontwikkeling zonnevelden

Na de realisatie van 40 hectare aan zonnevelden in het kommengebied, en/of na de realisatie van 20 hectare in het Oeverwallengebied, voert de gemeente een evaluatie uit. Uit deze evaluatie komt een advies voor het al dan niet voortzetten van de realisatie van nieuwe zonneplannen.

8. Kleinschalige zonnevelden van totaal maximaal 20 ha toestaan in het oeverwallengebied; plafond en ontwikkelstop bij behalen doelstelling

In het Oeverwallengebied wordt maximaal (netto) 20 hectare aan zonnevelden toegestaan. Hierna worden geen nieuwe initiatieven meer door de gemeente in behandeling genomen en vindt alvorens verder te gaan eerste een evaluatie plaats.

9. Zonnevelden in oeverwallengebied beperken tot een grootte van maximaal 2 ha

Gelet op het kleinschalige landschap van het Oeverwallengebied wordt de grootte van een zonneveld in dit gebied begrensd op netto 2 hectare.

10. Aanwijzen ‘grijze gebieden’ als ontwikkellocatie voor zonne-energie De zandwinplassen, de Grontbank, de geluidswal langs de A73 en de afvalberg van de ARN, blijven open voor zonneveld-ontwikkelingen.

11. Beperk hoogte zonnevelden tot 1,5 meter

Om de openheid van het landschap te behouden, en de verstorende zichtbeleving van zonnevelden te voorkomen, wordt de maximale hoogte van een zonneveld vastgesteld op 1,5 meter boven maaiveld.

De basis is het streven naar en goede verdeling van ‘lusten’ en ‘lasten’

Randvoorwaarde is dat de omgeving, de inwoners, naast de lasten van grootschalige energiesystemen, ook daadwerkelijk (financieel) kunnen profiteren van lokaal opgewekte duurzame energie. Hiervoor heeft de gebiedsraad de volgende keuzes gemaakt.

3.4 Randvoorwaarden zonneparken

(23)

8. Energiecooperatie voor 50% deelnemer in windpark

Om draagvlak en acceptatie voor windenergie te krijgen dient het te realiseren windpark mede eigendom te worden van Beuningenaren. Dit kan gerealiseerd worden door een lokale energie coöperatie deel te laten nemen in het beoogde windpark. De reeds opgerichte Energiecooperatie EnergieVoorVier wordt voor 50 % eigenaar van het park. Dit sluit ook aan bij het onlangs gepresenteerde klimaatakkoord.

9. Socialisatie grondvergoeding bij windenergie van minimaal 20%

In Beuningen hanteren we een minimale ondergrens van 20 % voor sociale grondvergoedingen, om een eerlijker verdeling tussen grondeigenaar, eventuele pachter en omgeving te bewerkstelligen. Dit houdt in dat minimaal 20% van de grondvergoeding van windmolens wordt verdeeld over de directe omgeving, zijnde (grond)eigenaren van aangrenzende percelen.

10. Bewoners in zoekzone van wind separaat informeren over het proces;

inventariseren van wensen, ideeën, zorgen

Door onder andere de keukentafelgesprekken is het merendeel van de inwoners in de zoekzone persoonlijk geïnformeerd over het proces in de gemeente Beuningen. Daarnaast worden de wensen, ideeën en zorgen geïnventariseerd en meegenomen als input voor een vervolggesprek.

11. Verdeling beschikbare gelden bewoners zoekzone wind, nadat alle gesprekken met belanghebbenden zijn gevoerd

De precieze wijze waarop de lusten verdeeld gaan worden zijn onderwerp van onderhandelingen tussen de initiatiefnemers voor windenergie, de omwonenden en de grondeigenaren.

12. Vroegtijdige analyse en vergoeding planschade

Initiatiefnemers zijn verplicht om voorafgaand aan realisatie van zon en wind een duidelijke analyse te maken omtrent eventuele te verwachten planschade. Een planschade overeenkomst met de gemeente en een (eventuele) compensatieregeling met de omgeving maakt onderdeel uit van het te realiseren plan.

1. Streven naar een gezonde businesscase voor zowel wind als zon

Er worden alleen windmolens en zonnevelden gerealiseerd die economisch ook rendabel zijn. Financieel ongezonde initiatieven worden niet

gerealiseerd.

2. Opbrengsten zoveel mogelijk in de omgeving laten terugvloeien Door middel van compensatieregelingen voor omwonenden, gesocialiseerde grondcontracten, een lokaal gebieds- of

duurzaamheidsfonds en doordat Beuningenaren financieel kunnen participeren in de projecten, vloeien de opbrengsten van zon en wind terug naar de Beuningse samenleving; met andere woorden, niet alleen de lasten maar ook de lusten.

3. Inwoners in omgeving wind-/zonnepark na rato van overlast compenseren

Hoe dichter men woont bij een windmolen hoe hoger de compensatie voor de bewoners uitpakt. Precieze afspraken zijn resultaat van de onderhandelingen tussen de initiatiefnemers (waaronder de energiecoöperatie), de omwonenden en de grondeigenaren.

4. Zorgen voor een nader uit te werken participatiepakket voor grondeigenaren/omwonenden

Initiatiefnemers worden verplicht een participatiepakket voor

grondeigenaren en omwonenden in de omgeving van een (zonne- en) windpark op te stellen.

5. Direct omwonenden betrekken in alle fasen van het proces

Bij zowel wind- als de zoninitiatieven worden initiatiefnemers verplicht de omgeving te informeren, te consulteren, en de mogelijkheid te bieden om te participeren in het te realiseren park (bijvoorbeeld door aandelen of afname groene energie).

6. Minimale omgevingsvergoeding aan laten sluiten bij de gedragscode NWEAIn Nederland zijn al veel voorbeelden van omgevingsvergoedingen en compensatieregelingen. In Beuningen wordt voor een gebiedsfonds de gedragscode van NWEA zijnde 0,5ct/kWh, als minimale ondergrens

gehanteerd. Uitgaande van een productie van 70GWh aan windenergie op jaarbasis betreft dit een jaarlijks (minimaal) bedrag van €35.000,-.

7. Systematiek grondvergoeding windturbines conform ECN/RVOB De grondvergoeding voor de windturbines wordt jaarlijks door ECN/PBL berekend en is onderdeel van de Stimuleringsregeling voor Duurzame Energie (SDE+). Deze systematiek wordt landelijk gehanteerd en is transparant voor het berekenen van de grondvergoeding. Derhalve zal dit ook in Beuningen worden gehanteerd.

3.5 Participatie en realisatie

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Naar aanleiding van de aanleg van een tijdelijke parking aan de Wandelaarstraat te Tervuren werd door Onroerend Erfgoed een archeologisch vooronderzoek in de vorm van

Echter als men kijkt naar de praktijk van alledag in Azië dan is vaak te zien dat binnen het volkse boeddhisme geloof in reïncarnatie heel gewoon is en dat men er toch wel

Werkgevers kunnen dit handboek binnen hun organisatie inzetten bij het vormen van eigen beleid voor de aanpak van agressie en geweld tegen werknemers1. Het handboek is bedoeld

Deterioration level and PM execution points for the first 10 years of M PM = 40 and t MAX = 5 winter season simulation Considering summer season, we have set PM threshold to 50

woonfunctie voor het bedrijfsmatig verschaffen van woonverblijf aan meer dan een huishouden en aan meer dan 4 personen.’ Panden waar aan 5 of meer personen kamers worden

- Net iets meer dan een jaar geleden, op 1 oktober nam de gemeenteraad van Leusden een motie aan en gaf daarmee het college een opdracht: laat de route naar een

Het PON & Telos | Onderzoek Kaders voor wind Gemeente Bronckhorst 39 Tabel 21 Vraag 10: Stel dat er windmolens komen, waar zou u zelf bij betrokken willen worden.

It is intended for use in the design, execution, and operation and maintenance of crane hard- stands for relatively heavy lifting cranes and foundation rigs with comparable