• No results found

Het startschot voor Rio 2016 werd gegeven tijdens de openingsceremonie, op vrijdag 5 augustus in het Maracanã Stadion. In de aanloop naar de Spelen kampte de stad met de nodige uitdagingen. Met name de achterstand van de bouw van de accommodaties en de infrastructuur, het zikavirus en de vervuilde Baai van Guanabara baarden het organisatie-comité en het IOC zorgen. Daarnaast kijken atleten en begeleiding niet met alleen posi-tieve gevoelens terug op de omstandigheden zoals die aanvankelijk in het Olympisch Dorp werden aangetroffen (lekkages, openliggende elektriciteitskabels, verstopte toiletten). Geen zaken waar topsporters mee bezig willen zijn aan de vooravond van één van de belangrijkste momenten uit hun sportcarrière. De beginfase van de Spelen werd ook gekenmerkt door lange wachtrijen (gebrek aan efficiëntie) en een ‘verdwaalde’ kogel die een bus met journa-listen trof, gelukkig zonder dodelijke afloop. Tevens waren er verkeersinfarcten als gevolg van de 1,5 miljoen extra verplaatsingen door toeristen, atleten en anderen in het toch al drukke Rio (Arends, 2010). Na deze strubbelingen verliepen de Spelen vrij geruisloos. Groot-schalige incidenten – in de orde van grootte van de bomontploffing tijdens de Spelen van 1996 in Atlanta – bleven uit. Het IOC betitelde de Spelen in Rio na afloop als ‘the most perfect imperfect Games’ (NOC*NSF, 2017).

THE S

144

De Paralympische Spelen werden gekenmerkt door financiële zorgen. Toch gaan deze Spelen niet de boeken in als een evenement dat alleen in een negatief daglicht stond.

Bijzonder was dat er tijdens de Paralympische Spelen op zaterdag 10 september in het Olym-pisch Park 170.000 bezoekers waren, meer dan op de drukste dag van de OlymOlym-pische Spelen (157.000)(The Paralympian, 2016). Dat was mede te danken aan het betaalbare prijskaartje.

Vanwege het grote aantal toeschouwers en de positieve beleving, werden de Paralympische Spelen van Rio betiteld als ‘The People’s Games’ (zie hoofdstuk 3).

De totale investeringen voor de Olympische en Paralympische Spelen worden geschat op 13,7 tot 18,6 miljard dollar (12,6-17,1 miljard euro),3 met een publieke bijdrage van 43 tot 53 procent. 2 tot 3 miljard dollar heeft betrekking op het budget van het organisatiecomité (het OCOG) en is gebruikt voor de organisatie van het evenement zelf. Dat deel is privaat gefinancierd (mede door het IOC). De rest van het bedrag betreft hoofdzakelijk investeringen in infrastructuur. Dit bedrag is niet in zijn geheel aan de Spelen toe te rekenen, omdat Rio hier nog jarenlang baat bij heeft. Anderzijds zijn er investeringen voor eerdere grote sportevene-menten gedaan – WK voetbal, Confederations Cup – die hebben geresulteerd in een verla-ging van de investeringen voor de Spelen en wellicht bij de investeringen voor de Spelen meegeteld zouden moeten worden.

De Spelen van 2016 vielen duurder uit dan begroot: volgens Horne en Whannel (2016) waren de kosten in 2015 34 procent hoger dan begroot, een bedrag van enkele miljarden (zie ook Segrave et al., 2016). Overschrijdingen in deze orde van grootte zijn geen uitzondering in de geschiedenis van de Spelen. De Spelen in Londen in 2012 waren bijna vier keer zo duur dan in de bidfase begroot (Hover et al., 2013). Ook kampte Rio eerder met aanzienlijke kostenover-schrijdingen: de Pan American Games van 2007 in Rio kostten vier (Horne & Whannel, 2016) tot tien keer zoveel dan begroot (Barbassa, 2015a). Ook het WK voetbal dat deels in Rio plaatsvond kostte een veelvoud van wat was begroot (Zimbalist, 2015).

Uniek voor Brazilië was de samenwerking tussen nationale, regionale en lokale overheden binnen de Autoridade Pública Olímpica (APO)(Spalding et al., 2016). De APO had een coördi-nerende rol bij het opleveren van de accommodaties en infrastructuur (het organisatiecomité was verantwoordelijk voor de organisatie van de Spelen zelf). Volgens Bienenstein et al. (2012) is de opzet van de APO als een mogelijk leereffect te bestempelen van de Pan American Games en Parapan American Games uit 2007, waarbij overheden soms elkaars concurrenten waren. Ondanks deze insteek vond de lokale overheid dat de APO te stroperig handelde met als gevolg dat Rio een eigen organisatie voor dit doel op poten zette: de Municipal Olympic Company (MOC)(Horne & Whannel, 2016). De MOC bleek in de praktijk de voornaamste kracht, waar de APO vooral als intermediair tussen de gemeentelijke overheid enerzijds en de regionale en landelijke overheid anderzijds acteerde.

Evenals eerder de Chinezen en de Britten4 gold ook voor de Brazilianen dat zij het ‘thuis-voordeel’ wisten om te zetten in prestaties. Met negentien olympische medailles, waaronder

145

zeven gouden, reikte het land tot de dertiende plaats in het medailleklassement, de hoogste positie in de afgelopen drie decennia (zie ook hoofdstuk 2). Met name het in de wacht slepen van het eerste olympische voetbalgoud door de goddelijke kanaries deed het Maracanã-sta-dion op 20 augustus uit zijn voegen barsten en bracht Braziliaanse voetbalfans in extase. Het Braziliaanse paralympische team behaalde een achtste plaats in de medaillespiegel, één positie lager dan in Londen in 2012, maar hoger dan de eerdere posities in de afgelopen drie decennia.

Olympiërs en paralympiërs die op de toppen van hun kunnen presteren staan garant voor internationale media-aandacht voor de gaststad. Volgens het IOC (2016) hebben de Spelen van 2016 de helft van de wereldbevolking bereikt en 90 procent van de inwoners van Brazilië.

Dit bereik is mede mogelijk gemaakt doordat er meer uitzendtijd in de olympische geschie-denis was dan ooit (350.000 uur, op 500 televisiekanalen). Tevens is de inzet van sociale media – zoals Facebook en Twitter – door het IOC en het organisatiecomité verder ontwik-keld.

In totaal werden voor de Spelen circa 8,2 miljoen tickets verkocht (in Londen in 2012:

11 miljoen). Hoeveel daarvan door Brazilianen zijn gebruikt, is onbekend. Geklaag was er ten overvloede over de prijs van de tickets voor de Olympische Spelen. Mede daarom was de toeloop op de (veel goedkopere) tickets voor de Paralympische Spelen zo groot. Verder kon het uitblijven van een regeling van de Braziliaanse overheid, waarbij Brazilianen vrije dagen kregen toegekend om Braziliaanse olympiërs en paralympiërs te kunnen volgen – zoals bij het WK voetbal in 2014 – op weinig instemming rekenen. Desondanks is de indruk dat ook voor Rio geldt dat de indrukwekkende prestaties van de ‘eigen sporters’ in positieve zin

THE S

146

hebben bijgedragen aan de beleving van de Spelen door de Brazilianen. Ook voor Brazilië gold dat de Spelen op grote schaal als een feest zijn beleefd, al was het maar tijdelijk (zie hoofdstuk 8).