• No results found

Chicago, Praag, Tokio, Bakoe, Doha, Rio de Janeiro en Madrid waren de steden die een bid deden voor de Spelen van 2016 (dit waren de zogenaamde ‘applicant cities’). Het bid van Rio de Janeiro voor de Spelen van 2016 was niet hun eerste olympische bid. Ook voor de Spelen van 1936, 1950, 2004 en 2012 heeft Rio de Janeiro een bid ingediend (Horne & Whannel, 2016). Op 4 juni 2008 werd bekend dat het IOC Praag, Bakoe en Doha liet afvallen. Chicago, Tokio, Rio de Janeiro en Madrid werden aangewezen als kandidaat-steden (‘candidate cities’).

De vier kandidaat-steden hebben een ‘Candidature File’ opgesteld, waarin ze hun bid verder konden toelichten en ook bracht het IOC een vierdaags bezoek aan alle kandidaat-steden (IOC, 2010). Uiteindelijk werd op 2 oktober 2009 Rio de Janeiro door het IOC als gaststad van de Olympische en Paralympische Spelen van 2016 gekozen (IOC, z.d.). Welke stappen gingen hieraan vooraf en welke sterkte en zwakke punten waren aan de vier bids verbonden?

THE S

20

Sterke en zwakke punten

Het bid van Chicago scoorde goed op het gebied van infrastructuur omdat het de wedstrijd-terreinen vlak bij het Olympisch Dorp zou plaatsen (IOC, 2009). De financiering is in het bid van Chicago opvallend. Chicago had als doel om nauwelijks kosten door de overheid (betaald door de belastingbetaler) te laten maken. Slechts 2 procent van de inkomsten voor het OCOG-budget zou vanuit de nationale overheid komen (Chicago 2016, 2009). Richard Daley, destijds de burgemeester van Chicago, heeft dit doel vanaf het begin van het bid uitgesproken (Baade & Sanderson, z.d.). De private sector zou, samen met inkomsten die volgen uit zaken zoals ticketverkoop, moeten zorgen voor de financiering van de Spelen in Chicago. Wel zou de overheid (at ordinary rates) bijdragen aan overheidsgerelateerde diensten, zoals veiligheid, transport, noodhulp en gezondheidszorg (IOC, 2009; IOC, 2008). Een kritiek punt voor het bid van de Amerikaanse stad was echter dat het Amerikaanse Olympisch Comité op het moment van de stemming in 2009 in een politieke strijd met het IOC was verwikkeld (Macur, 2009).

Rio de Janeiro had veel profijt van het feit dat er nog nooit eerder in Zuid-Amerika Olympi-sche Spelen waren georganiseerd (Rio 2016, z.d. a). Door in het bid te richten op het mondiale karakter van de Spelen, wist Rio de Janeiro zichzelf te profileren. Een andere sterkte van het bid van Rio de Janeiro was dat de stad voor de Spelen van 2016 andere grote evenementen organiseerde (zie hoofdstuk 1). Doordat deze evenementen ook de nodige sportlocaties vereisten, hoefde Rio de Janeiro van alle kandidaat-steden de minste olympische locaties bij te bouwen en kon de stad zich meer richten op bijvoorbeeld de infrastructuur (The Rio Times, 2011). Vergeleken met de overige bids, scoorde Rio de Janeiro zwak op het gebied van infra-structuur. Dit kwam doordat de stad in vier wedstrijdterreinen was opgedeeld waartussen een relatief lange reistijd zat (IOC, 2009). Ook de veiligheid was een heikel punt, voornamelijk door de criminaliteit in bepaalde wijken van de stad (IOC, 2009). Mede door enkele andere grote sportevenementen die Rio de Janeiro organiseerde, zijn er al wel enkele jaren speciale programma’s en beleid opgesteld, die via sportactiviteiten achtergestelde wijken integreren en zo voor een afname van criminaliteit proberen te zorgen.

Een van de sterke punten in het bid van Madrid was een beleid dat zich richtte op milieu-vriendelijk verkeer en extra aandacht voor zowel fietsers als voetgangers in het verkeer (IOC, 2008). Ook de vele ervaringen van zowel Madrid als Spanje in het organiseren van grote internationale sportevenementen was een punt waarop Madrid hoog scoorde (IOC, 2008). De geografische ligging was een van de zwaktes van het bid van Madrid. Na de Spelen van 2012 in Londen zou de keuze voor Madrid wederom een Europese zijn (tevens waren in 2014 de Winterspelen in Sotsji, Eurazië). Ook op het gebied van veiligheid was de terreurdreiging waar Spanje als land mee te maken had een belangrijke overweging (IOC, 2008).

Tokio deed het – net als Chicago – goed op het gebied van infrastructuur dankzij het ver ontwikkelde spoor- en snelwegnetwerk in de stad (IOC, 2008). De grootste zwakte van het bid van Tokio was het relatief lage draagvlak onder de bevolking van Tokio en Japan (zie ook figuur 2.2).

21

Draagvlak

Ook de steun vanuit de betreffende bevolking speelt in het selectieproces een belangrijke rol. Door het IOC wordt een percentage van 70 procent landelijke steun als ondergrens aangehouden (Hover et al., 2013). In elke kandidaatstad is in februari 2009 onderzoek gedaan naar het lokale en nationale draagvlak voor de Spelen.1 In figuur 2.2 is te zien van hoeveel steun sprake was onder de inwoners van ofwel een van de kandidaat-steden, ofwel het land waarin de kandidaatstad ligt. Hieruit valt af te lezen dat alleen Spanje volledig voldeed aan de ondergrens van 70 procent landelijke steun. In Brazilië reikte de steun tot bijna die onder-grens (69%).

Figuur 2.2 Draagvlakpeiling in februari 2009 onder de bevolking op basis van de vraag ‘In welke mate bent u voor- of tegenstander van de organisatie van de Olympische Zomerspelen in <stad>?’, in % van bevolking van stad en land.

Behalve een uitvoerige beschrijving van het bid en het bezoek van het IOC, moesten de kandidaat-steden op de dag van stemming in 2009 een presentatie houden. Hierop volgde een stemming door IOC-leden. Zoals gebruikelijk mochten alleen IOC-leden die niet afkom-stig waren uit een van de landen van de kandidaat-steden stemmen. Omdat er, zowel na de eerste keer als de tweede keer stemmen, geen stad was die de absolute meerderheid van alle stemmen kreeg, zijn drie stemrondes nodig geweest (de resulaten van de stemrondes zoals weergegeven in tabel 2.2 zijn pas na alle stemrondes bekendgemaakt).

Chicago leek voor het moment van het stemmen favoriet. Dit werd onder andere veroorzaakt doordat president Obama samen met zijn vrouw Michelle naar Kopenhagen was gekomen

THE S

22

om het bid te presenteren en extra kracht bij te zetten. Doordat Obama in zijn verhaal wees op de brug die de Olympische Spelen tussen Amerika en de rest van de wereld zouden kunnen slaan, hoopte de Amerikaanse president IOC-leden voor zich te winnen. Echter, Chicago was de eerste stad die afviel en de teleurstelling onder de Amerikanen was dan ook groot. Tokio viel af in de tweede stemronde, waarin al langzaam duidelijk werd dat Rio de Janeiro onder veel leden de voorkeur had. Het leek er achteraf op dat leden die in eerste instantie op Chicago hadden gestemd, hun stem in de tweede ronde op Rio de Janeiro hadden ingezet. Waar Rio de Janeiro in de eerste ronde ‘slechts’ 26 stemmen kreeg, – en daarmee nog twee stemmen achterliep op Madrid – had Rio de Janeiro in de tweede ronde 46 stemmen, terwijl het aantal stemmen voor Madrid en Tokio nagenoeg gelijk bleef (zie tabel 2.2).

Tabel 2.2 IOC-stemming op 2 oktober 2009, in aantal stemmen.

Ronde 1 Ronde 2 Ronde 3

Rio de Janeiro 26 46 66

Madrid 28 29 32

Tokio 22 20

-Chicago 18 -

-Bron: IOC (2010).

De laatste stemronde ging tussen Madrid en Rio de Janeiro. Deze werd met 66 tegen 32 stemmen door Rio de Janeiro gewonnen (IOC, 2010). Nadat bekend werd dat Rio de Janeiro de Spelen van 2016 op zich zou nemen, zei IOC-voorzitter Jacques Rogge het volgende over het winnende bid: “Rio de Janeiro presented the IOC with a very strong technical bid, built upon a vision of the Games being a celebration of the athletes and sport, as well as providing the opportunity for the city, region and country to deliver their broader long-term aspirations for the future. This call to ‘'Live your Passion'’ (de slogan van Rio de Janeiro voor de Spelen van 2016, die verwijst naar de gepassioneerde manier waarop Brazilianen activi-teiten aanpakken) clearly struck a chord with my fellow members, and we now look forward to seeing Rio de Janeiro staging the first Olympic Games on the continent of South America.

Well done, Rio!” (IOC, 2010). Ook de toenmalig Braziliaanse president Lula was content met het binnenhalen van de Spelen. Hij benadrukte dat de Spelen niet alleen maar een feest zijn voor Europa, Azië en Noord-Amerika en dat de wereld nu tevens kon kennismaken met de mensen uit Zuid-Amerika (De Standaard, 2009).