• No results found

8. Beperkingen & richting voor verder onderzoek

8.2 Richtingen voor verder onderzoek

Deze studie heeft geholpen om belangrijke factoren te identificeren, die de basis kunnen zijn voor toekomstig onderzoek en theorievorming. Er zijn verschillende mogelijkheden voor verder onderzoek. Ten eerste kan er additioneel empirisch onderzoek worden gedaan. Dit om de resultaten van dit onderzoek in een ander ziekenhuis te verifiëren maar ook om het bewijs in deze studie uit te breiden. Hierbij kunnen de individuele karakteristieken worden uitgebreid. Dit draagt bij aan een meer complete theorie over de factoren die invloed hebben op het succesvol implementeren van RVE’s. Ten tweede kunnen de factoren die belangrijk worden geacht in deze scriptie de basis vormen voor hypothese testen, waardoor de relatieve belangrijkheid van deze factoren getest kan worden op het succesvol implementeren van RVE’s. Ten derde kan er ook nog verder onderzoek gedaan worden in het ontwerp van RVE’s. Er kan gekeken worden in welke mate de verschillende ziekenhuizen binnen de coöperatie worden aangestuurd. Waar de verschillen en overeenkomsten in de aansturing zitten. Zou het in de verre toekomst tot een fusie kunnen leiden dan kan er gekeken worden of er een uniforme aansturing, misschien wel in de vorm van RVE’s, kan worden gerealiseerd. Dit omdat ik denk dat de aansturing tussen het GHZ en MCH (als zij de doorberekeningssystematiek hebben ingevoerd) dichter bij elkaar liggen dan dat er nu gedacht wordt. Tenslotte kan er onderzoek gedaan worden naar de verschillen tussen de managementlagen, artsen en verpleegkundigen in de werking van RVE en het succes van RVE’s om zo een beter inzicht te krijgen in de weerstand per niveau en de factoren die hier per niveau op van invloed zijn. Samenvattend heeft dit onderzoek bijgedragen door de factoren te geven die invloed hebben op het succesvol implementeren van RVE’s in het GHZ. Het heeft bewijs gevonden voor eerder gerelateerd onderzoek, deze aangevuld en richtingen voor verder onderzoek gegeven.

I

Referenties

Abernethy, M. A., & Bouwens, J. (2005). Determinants of accounting innovation implementation. Abacus, 41(3), 217-240.

Anderson, S. W. (1995). A framework of assessing cost management system changes: The case of activity based costing implementation at General Motors, 1986-1993. Journal of Management Accounting Research,

7, 1-51.

Bouwens, J., & Abernethy, M. A. (2000). The Consequences of Customization on Management Accounting System Design. Accounting, Organizations and Society, 25(3), 221-241.

Cavalluzzo, K. S., & Ittner, C. D. (2004). Implementing performance measurement innovations: evidence from government. Accounting, Organizations and Society, 29(3-4), 243-267.

Chenhall , R. H. (2003). Management control systems design within its organizational context: findings from contingency-based research and directions for the future. Accounting, Organizations and Society,

28(2–3), 127–168.

Cooper, R. B., & Zmud, R. W. (1990). Information technology implementation research: A technological diffusion approach. Management Science, 36(2), 123-139.

Doolin, B. (1999). Casemix Management in a New Zealand Hospital: Rationalisation and Resistance. Financial

Accountability & Management, 15(3-4), 397-417.

Eisenhardt, K. (1989). Building theories from case study research. Academy of Management Reviews, 14(4), 532-550.

Gosselin, M. (1997). The effect of strategy and organizational structure on the adoption and implementation of activity-based costing. Accounting, Organizations and Society, 22(2), 105–122.

Groot, T. (1999). Budgetary Reforms in the Non-profit Sector: A Comparative Analysis of Experiences in Health Care and Higher Education in the Netherlands. Financial accountability & management, 15(3-4), 353-376.

Innes, J., & Mitchell, F. (1995). A survey of activity-based costing in the U.K.'s largest companies. Management

Accounting Research, 6, 137-153.

Kasurinen, T. (2002). Exploring management accounting change: the case of balanced scorecard implementation. Management Accounting Research, 13(3), 323–343.

Krumwiede, K. R. (1998). The Implementation Stages of Activity-Based Costing and the Impact of Contextual and Organizational Factors. Journal of Management Accounting Research, 10, 239-277.

Kwon, T. H., & Zmud, R. W. (1987). Unifying the fragmented models of information systems implementation.

Critical Issues in information Systems Research.

Lewin, K. (1952). Group decision and social change. Reading in Social Psychology.

Libby, T., & Waterhouse, J. H. (1996). Predicting change in management accounting systems. Journal of

Management Accounting Research, 137-150.

Major, M., & Hopper, T. (2005). Managers divided: implementing ABC in a Portuguese telecommunications company. Management Accounting Research, 16(2), 205-229.

II

McGowan, A., & Klammer, T. (1997). Satisfaction with activity-based cost management implementation.

Journal of Management Accounting Research, 9, 217-237.

Merchant, K. A., & Van der Stede, W. A. (2007). Management Control Systems. Prentice Hall.

Otley, D. (1999). Performance management: a framework for management control systems research.

Management Accounting Research, 10(4), 363–382.

Pettersen, I. J. (1995). Budgetary Control of hospitals – ritual rhetorics and rationalized myths? Financial

Accountability & Management, 11(3), 207-221.

Pettersen, I. J. (1999). Accountable management reforms: why the Norwegian hospital reform experiment got lost in implementation. Financial Accountability & Management, 15(3-4), 377-396.

Shields, M. D. (1995). An empirical analysis of firms' implementation experiences with activity-based costing.

Journal of Management Accounting Research, 7, 148-166.

Shields, M., & Young, S. M. (1989). A behavioral model for implementing cost management systems. Journal of

III

Appendix 1

Lijst met afkortingen

ABC Activity Based Costing BEZ Bedrijfseconomische zaken BS Balanced Scorecard

DBC Diagnose – Behandeling - Combinaties DFI Directeur Financiën & ICT

DOT DBC opweg naar transparantie GHZ Groene Hart Ziekenhuis

MACS Management accounting en control system MBV Manager bedrijfsvoering

MCH Medisch Centrum Haaglanden MCS Management control systeem ML Medisch leider

NPM New Public Management ROI Return on investment RvB Raad van Bestuur

IV

Appendix 2

Organogram GHZ

V

Appendix 3

Vragenlijsten uit de theorie

Norris (2002)

1. Wilt u uw baan omschrijven?

2. Wanneer en hoe hoorde u voor het eerst over ABC? 3. Heeft u enige vorm van instructie gekregen omtrent ABC? 4. Heeft u deze informatie gebruikt bij het maken van beslissingen? 5. Wanneer en op welke manier gebruikt u deze informatie? 6. Wat is uw mening over de informatie die u mij heeft laten zien?

7. Op een schaal van 1 tot 7 waar 1 totaal niet gebruikt tot 7 totaal wel gebruikt. Hoe belangrijk vindt u dan de informatie? (vragen waarom niet hoger of lager)

Shields (1995)

Bij de volgende vragen graag aangeven, op een schaal van 1 tot en met 7, in welke mate u denkt dat deze factor van invloed is. Hierbij is 1 totaal niet van invloed en 7 sterk van invloed.

1. De mate waarin ABC ondersteuning krijgt van topmanagement.

2. In de beginfases, de mate waarin de doelstellingen van ABC helder en duidelijk zijn. 3. In de beginfases, de mate waarin er eenstemmigheid is over de doelstellingen van ABC. 4. De mate waarin ABC gerelateerd is aan strategie.

5. De mate waarin ABC gerelateerd is aan kwaliteit initiatieven.

6. De mate waarin ABC gerelateerd is aan ‘just in time’ of andere tijdssystemen.

7. De hoeveelheid training die werknemers is verschaft betreffende het ontwerp van ABC. 8. De hoeveelheid training die werknemers is verschaft betreffende het implementeren van ABC. 9. De hoeveelheid training die werknemers is verschaft betreffende het gebruik van ABC. 10. De mate waarin ‘gekanaliseerde’ ABC software is gebruikt.

11. De mate waarin op maat gemaakte ABC software is gebruikt. 12. De hoeveelheid assistentie ontvangen van externe consultants. 13. De mate van eigendom van ABC door de accounting afdeling. 14. De mate van eigendom van ABC door de operating afdelingen.

15. De mate waarin ABC zelfstandig is en niet geïntegreerd met andere accountingsystemen. 16. De mate waarin ABC gerelateerd is aan performance evaluatie en compensatie.

17. De hoeveelheid bronnen die beschikbaar wordt gesteld in relatie tot de hoeveelheid bronnen die nodig zijn.

McGowan & Klammer (1997)

Gebruik een vijf-puntsschaal om aan te geven hoe tevreden je bent met de implementatie van ABC in je bedrijf. Waarbij 1 sterk ongunstig en 5 sterk gunstig is.

VI

1. Topmanagement is erg betrokken bij de implementatie van ABC 2. Ik was erg betrokken bij de implementatie van ABC

3. De doelen van het implementatie proces waren duidelijk geformuleerd van te voren. 4. De doelen van de implementatie worden gedeeld met iedereen in de organisatie.

5. Er is een sterke relatie tussen het de performance evaluatie systemen en het ABC systeem. 6. Mensen in de organisatie krijgen voldoende training en oriëntatie.

7. De bronnen voor training voor de ABC implementatie zijn adequaat. 8. De kwaliteit van de informatie die ABC genereert is laag - - - - -hoog

VII

Appendix 4

Interviews GHZ en MCH

Elk interview begint met de volgende inleiding:

Mijn naam is Anne Marjan Koopmans en ik ben bezig met mijn masterscriptie voor de opleiding Organizational en Management Control die ik volg aan de Rijksuniversiteit in Groningen. Mijn scriptie gaat over de implementatie van RVE’s. In dit onderzoek kijk ik welke factoren invloed hebben op deze implementatie. Dit interview bestaat uit drie delen. Allereerst een paar open vragen, gevolgd door een enquête en tenslotte nog een rankschikking van factoren. De enquête en rangschikking van factoren zal ik straks verder toelichten. Heeft u er problemen mee als ik dit gesprek opneem? Dit heeft als enige doeleinde het gebruik voor mijn scriptie. Deze opname zal niet aan derden worden verstrekt.

Elk interview eindigt met de volgende afsluiting:

Dit was het einde van het interview. Heeft u nog vragen naar aanleiding van dit interview? Daarnaast wil ik u vragen of er nog een mogelijkheid is om met u contact op te nemen als er na uitwerking van dit interview nog een vraag van mijn kant bestaat? Als het concept van deze scriptie klaar is krijgt u de mogelijkheid om het stuk in te kijken en eventuele verkeerde citaten aan te geven. Daarna krijgt u een definitieve versie opgestuurd. Ik wil u bedanken voor de tijd die u voor mij heeft vrijgemaakt en hartelijk danken voor u medewerking!

Directeur financiën & ICT

1. Hoe omschrijft u een RVE?

2. Op welke manier werden RVE’s ingevoerd (proces beschrijving)?

a. In hoeverre zijn fases van implementatie te onderscheiden? Welke fases zijn dit?

b. Werd de implementatie begeleid door implementatieteams? Uit hoeveel personen bestond dat implementatieteam? Wat was hun functie? Wanneer was hun taak voltooid?

c. Wat was de vooraf ingeschatte implementatietijd? Wat was de daadwerkelijke implementatietijd? Wat denkt u dat de oorzaak is van de afwijking tussen beide? 3. Wanneer is volgens u het invoeren van RVE’s een succes (definitie succes)?

4. Is volgens u het invoeren van RVE’s een succes? (ja vraag 5 / nee vraag 7) a. Waarom is dit een succes?

b. Waaruit blijkt dit een succes te zijn?

5. Wat heeft volgens u bijgedragen aan de succesvolle invoering van RVE’s? 6. Waardoor vindt u dat de invoering van RVE’s geen succes is?

a. Welke doelen zijn niet gehaald? b. Waarom zijn deze doelen niet gehaald? 7. Wat ging er minder goed bij de implementatie van RVE?

a. In welke mate heeft u weerstand ervaren bij de implementatie van RVE’s? b. Wat voor weerstand heeft u ervaren?

c. Door wie werd weerstand geboden? d. Waarom werd weerstand geboden?

e. Tot wat voor problemen leidde die weerstand? f. Wat had dit tot gevolgen?

VIII

8. Zijn er volgens u ook factoren die de het implementeren van RVE’s belemmert? Waarom belemmert dit de implementatie volgens u?

9. In mijn onderzoek komen een aantal factoren naar voren die invloed kunnen hebben op de

implementatie van een MCS. Deze heb ik samengevat in een enquête (Appendix 3). Kunt u aangeven in welke mate deze factoren in het Groene Hart Ziekenhuis aanwezig zijn bij de implementatie van RVE’s?

10. In de zojuist ingevulde enquête wordt aangegeven in welke mate een bepaalde factor aanwezig is in het Groene Hart Ziekenhuis. Om de data verzameling compleet te maken is echter ook van belang wat u belangrijk acht bij de implementatie van een MCS. Daarom heb ik hier dezelfde factoren als in de enquête op kaartjes staan (Appendix 4). Zou u deze kunnen rangschikken van wat u het belangrijkst vindt, de factor die het meeste invloed heeft, tot wat u het minst belangrijk vindt?

11. Vragen naar aanleiding van vorige twee vragen Controllers

1. Hoe omschrijft u een RVE?

2. Wanneer is volgens u het invoeren van RVE’s een succes (definitie succes)? 3. Is volgens u het invoeren van RVE’s een succes? (ja vraag 5 / nee vraag 7)

a. Waarom is dit een succes?

b. Waaruit blijkt dit een succes te zijn?

4. Wat heeft volgens u bijgedragen aan de succesvolle invoering van RVE’s? 5. Waardoor vindt u dat de invoering van RVE’s geen succes is?

a. Welke doelen zijn niet gehaald? b. Waarom zijn deze doelen niet gehaald? 6. Wat ging er minder goed bij de implementatie van RVE?

a. In welke mate heeft u weerstand ervaren bij de implementatie van RVE’s? b. Wat voor weerstand heeft u ervaren?

c. Door wie werd weerstand geboden? d. Waarom werd weerstand geboden?

e. Tot wat voor problemen leidde die weerstand? f. Wat had dit tot gevolgen?

7. Zijn er volgens u ook factoren die de het implementeren van RVE’s belemmert? Waarom belemmert dit de implementatie volgens u?

8. In mijn onderzoek komen een aantal factoren naar voren die invloed kunnen hebben op de

implementatie van een MCS. Deze heb ik samengevat in een enquête (Appendix 3). Kunt u aangeven in welke mate deze factoren in het Groene Hart Ziekenhuis aanwezig zijn bij de implementatie van RVE’s?

9. In de zojuist ingevulde enquête wordt aangegeven in welke mate een bepaalde factor aanwezig is in het Groene Hart Ziekenhuis. Om de data verzameling compleet te maken is echter ook van belang wat u belangrijk acht bij de implementatie van een MCS. Daarom heb ik hier dezelfde factoren als in de

IX

enquête op kaartjes staan (Appendix 4). Zou u deze kunnen rangschikken van wat u het belangrijkst vindt, de factor die het meeste invloed heeft, tot wat u het minst belangrijk vindt?

10. Vragen naar aanleiding van vorige twee vragen Medisch Leider

1. Korte functieomschrijving. 2. Hoe omschrijft u een RVE?

3. Op welke manier werden RVE’s ingevoerd (proces beschrijving)? a. Op welke manier hoorde u voor het eerst over RVE’s? b. Wat was u idee daarbij?

c. Waarom wou u ML worden? d. Hoe ging dit in z’n werking?

4. Wat ging er minder goed bij de implementatie van RVE?

a. In welke mate heeft u weerstand ervaren bij de implementatie van RVE’s? b. Wat voor weerstand heeft u ervaren?

c. Door wie werd weerstand geboden? d. Waarom werd weerstand geboden?

e. Tot wat voor problemen leidde die weerstand? f. Wat had dit tot gevolgen?

5. Wanneer is volgens u het invoeren van RVE’s een succes (definitie succes)? a. Er wordt niet vaak een besparingstarget genoemd, was die er niet? 6. Is volgens u het invoeren van RVE’s een succes? (ja vraag 5 / nee vraag 7)

a. Waarom is dit een succes?

b. Waaruit blijkt dit een succes te zijn?

7. Wat heeft volgens u bijgedragen aan de succesvolle invoering van RVE’s? 8. Waardoor vindt u dat de invoering van RVE’s geen succes is?

a. Welke doelen zijn niet gehaald? b. Waarom zijn deze doelen niet gehaald?

9. Zijn er volgens u ook factoren die de het implementeren van RVE’s belemmert? Waarom belemmert dit de implementatie volgens u?

10. In mijn onderzoek komen een aantal factoren naar voren die invloed kunnen hebben op de

implementatie van een MCS. Deze heb ik samengevat in een enquête (Appendix 3). Kunt u aangeven in welke mate deze factoren in het Groene Hart Ziekenhuis aanwezig zijn bij de implementatie van RVE’s?

11. In de zojuist ingevulde enquête wordt aangegeven in welke mate een bepaalde factor aanwezig is in het Groene Hart Ziekenhuis. Om de data verzameling compleet te maken is echter ook van belang wat u belangrijk acht bij de implementatie van een MCS. Daarom heb ik hier dezelfde factoren als in de enquête op kaartjes staan (Appendix 4). Zou u deze kunnen rangschikken van wat u het belangrijkst vindt, de factor die het meeste invloed heeft, tot wat u het minst belangrijk vindt?

X

12. Vragen naar aanleiding van vorige twee vragen Manager Bedrijfsvoering

1. Hoe omschrijft u een RVE?

2. Op welke manier werden RVE’s ingevoerd (proces beschrijving)? a. Op welke manier hoorde u voor het eerst over RVE? b. Wat was u idee daarbij?

c. Is er een functiewijziging na de invoering van RVE? d. Wat vond u van de verandering in verantwoordelijkheid? 3. Wat ging er minder goed bij de implementatie van RVE?

a. In welke mate heeft u weerstand ervaren bij de implementatie van RVE’s? b. Wat voor weerstand heeft u ervaren?

c. Door wie werd weerstand geboden? d. Waarom werd weerstand geboden?

e. Tot wat voor problemen leidde die weerstand? f. Wat had dit tot gevolgen?

4. Wanneer is volgens u het invoeren van RVE’s een succes (definitie succes)? 5. Is volgens u het invoeren van RVE’s een succes? (ja vraag 5 / nee vraag 7)

a. Waarom is dit een succes?

b. Waaruit blijkt dit een succes te zijn?

6. Wat heeft volgens u bijgedragen aan de succesvolle invoering van RVE’s? 7. Waardoor vindt u dat de invoering van RVE’s geen succes is?

a. Welke doelen zijn niet gehaald? b. Waarom zijn deze doelen niet gehaald?

8. Zijn er volgens u ook factoren die de het implementeren van RVE’s belemmert? Waarom belemmert dit de implementatie volgens u?

9. In mijn onderzoek komen een aantal factoren naar voren die invloed kunnen hebben op de

implementatie van een MCS. Deze heb ik samengevat in een enquête (Appendix 3). Kunt u aangeven in welke mate deze factoren in het Groene Hart Ziekenhuis aanwezig zijn bij de implementatie van RVE’s?

10. In de zojuist ingevulde enquête wordt aangegeven in welke mate een bepaalde factor aanwezig is in het Groene Hart Ziekenhuis. Om de data verzameling compleet te maken is echter ook van belang wat u belangrijk acht bij de implementatie van een MCS. Daarom heb ik hier dezelfde factoren als in de enquête op kaartjes staan (Appendix 4). Zou u deze kunnen rangschikken van wat u het belangrijkst vindt, de factor die het meeste invloed heeft, tot wat u het minst belangrijk vindt?

XI

Drs. C.J.M.H.J. Evers RA

1. Op welke manier wordt het MCH aangestuurd?

2. Er is sprake van een toekomstige invoering van een doorberekeningssysteem, hoe ziet dit doorberekeningssysteem eruit?

a. Waarom wordt dit gedaan? (tegen welke problemen wordt er aangelopen?)

b. Waarom is er gekozen voor een doorberekeningssysteem, boven andere systemen, zoals RVE?

c. Wat zijn de voordelen RVE? d. Wat zijn de nadelen RVE?

3. Op welke manier wordt dit doorberekeningssysteem ingevoerd?

a. In hoeverre zijn fases van implementatie te onderscheiden? Welke fases zijn dit?

b. Word de implementatie begeleid door implementatieteams? Uit hoeveel personen bestaat dat implementatieteam? Wat wordt hun functie? Wanneer is hun taak voltooid?

4. Wanneer is volgens u het invoeren van dit systeem een succes (definitie succes)?

5. Wat kan volgens u bijdragen aan de succesvolle invoering van dit doorberekeningssysteem? a. Welke factoren kunnen de kans op succes vergroten?

b. Welke factoren kunnen de kans op succes verkleinen? 6. Ervaart u, of verwacht u weerstand te ervaren bij deze invoering?

a. Wat voor weerstand heeft u ervaren? b. Door wie werd weerstand geboden? c. Waarom werd weerstand geboden?

d. Tot wat voor problemen leidde die weerstand? e. Wat had dit tot gevolgen?

7. De theorie geeft een aantal factoren aan die invloed hebben op het succesvol implementeren van MACS. Deze factoren heb ik genoteerd op deze kaartjes (Appendix 4). Zou u deze kunnen rangschikken van wat u het belangrijkst vindt, de factor die het meeste invloed heeft, tot wat u het minst belangrijk vindt?

XII

Appendix 5

Enquête

Mate van aanwezigheid

Laag Matig Gemiddeld

Boven

gemiddeld Hoog

Vraag 1 In welke mate waren medisch specialisten

betrokken bij de implementatie van RVE’s?

⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ⃝

Vraag 2 In welke mate was er ondersteuning van de

Raad van Bestuur bij de implementatie van

RVE’s?

⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ⃝

Vraag 3 In welke mate vond er interne communicatie

bij de implementatie van RVE’s plaats?

Was er bijvoorbeeld sprake van een medium

waar medisch leiders onderling hun

problemen of advies konden delen?

⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ⃝

Vraag 4 In welke mate vond er externe

communicatie plaats bij de implementatie

van RVE’s?

Was er bijvoorbeeld sprake van advies van

een ander ziekenhuis die RVE’s reeds

geïmplementeerd heeft?

⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ⃝

Vraag 5 In welke mate hebben de medisch leiders

training gekregen over de invoering van

RVE’s en de gevolgen van deze invoering?

⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ⃝

Vraag 6 In welke mate zijn er voldoende interne

middelen beschikbaar gesteld voor de

implementatie van RVE’s?

a In welke mate zijn er financiële middelen

beschikbaar gesteld?

⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ⃝

B In welke mate is er personeel beschikbaar

gesteld?

⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ⃝

c In welke mate is er tijd beschikbaar gesteld? ⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ⃝

Vraag 7 In welke mate wordt met de invoering van

RVE’s volgens u een duidelijke visie van de

organisatie zichtbaar gemaakt?

⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ⃝

Vraag 8 In welke mate is het duidelijk voor een RVE

welke doelstellingen behaald moeten

worden?

XIII

Mate van aanwezigheid

Laag Matig Gemiddeld gemiddeldBoven Hoog

Vraag 9 In welke mate is er een relatie tussen de

implementatie van RVE’s en de evaluatie en

compensatie van een RVE of hun medisch

leiders?

⃝ ⃝ ⃝ ⃝ ⃝

Vraag 10 In welke mate is de informatie binnen een

RVE relevant voor medisch leiders?