Hoofdstuk 5 Toetsen financieringstool
5.2 Resultaten en verwerking interviews
5.2.1 Resultaten en verwerking (energiebesparende maatregelen en kosten)
In deze subparagraaf worden de resultaten met betrekking tot het interviewdoel: energiebesparende maatregelen en kosten geanalyseerd.
De eerste twee vragen betreffen algemene vragen die gesteld zijn aan alle respondenten bij alle interviewdoelen. De eerste algemene vraag heeft betrekking op het beroep van de respondent, om zo te kunnen controleren of de respondent binnen de populatie valt. De tweede algemene vraag heeft betrekking op het moment waarop de financieringstool zou kunnen worden ingezet. Na de algemene vragen volgen vragen welke gesteld zijn onder negen bouwkundigen.
Algemene vraag: Wat is uw functie binnen het bedrijf en welke werkzaamheden verricht u? Deze vraag is persoonlijk. De antwoorden zijn terug te lezen in bijlage XIV. ‘Uitgewerkte interviews’.
Algemene vraag: Uit onderzoek bleek dat een aankoopmakelaar de financieringstool
hoogstwaarschijnlijk tijdens de bezichtig zal gaan inzetten. Een verkoopmakelaar doet dit pas bij de onderhandeling of voordat de woning verkocht wordt zodat de verkoper deze energiebesparende maatregelen zelf kan toepassen of om de woning in verkoop te krijgen. Welk moment lijkt u het meest geschikt? Deze vraag is door vijftien respondenten beantwoord.
Van de vijftien respondenten geeft 13,33% aan dat tijdens de bezichtiging de tool kan worden ingezet. Daarentegen zegt 6,67% dat de tweede bezichtiging een geschikter moment is. Momenteel is de vraag naar woningen groot en daarom is het volgens 6,67% niet interessant om de tool aan te bieden. Een aankoopmakelaar zal de financieringstool in dat geval sneller gebruiken dan een verkoopmakelaar. Wellicht dat de markt in de toekomst veranderd, waardoor de financieringstool ook voor een verkoopmakelaar interessanter wordt.
Van de respondenten zegt 46,67% dat de tool vóór de bezichtiging moet worden ingezet. Via Funda zou het mooiste zijn, volgens 6,67%. Desondanks geeft 13,33% aan dat ná de bezichtiging beter is, wanneer de woning gegund wordt. Dan is men immers zeker van de aankoop en is het interessant en ruim op tijd om over verduurzamen na te denken. Tot slot is het goed om over het verduurzamen van woningen na te denken, maar of een makelaar hierbij kan helpen is niet zeker. Een makelaar weet bijvoorbeeld niet of de woning is voorzien van spouwmuurisolatie. Dat dient een deskundige in kaart te brengen, volgens 6,67%.
In onderstaande tabel wordt het resultaat schematisch weergegeven.
Vóór de bezichtiging 46,67 %
Tijdens de bezichtiging 13,33 %
Na de bezichtiging 13,33 %
Tijdens de tweede bezichtiging 6,67 %
Momenteel alleen inzetten als aankoopmakelaar 6,67 %
Overlaten aan een deskundige 6,67%
Via een knop op Funda 6,67%
Totaal 100 %
1. Kan op basis van een bouwjaar en een woningtype een geschat energielabel worden weergegeven? Van de negen respondenten geeft 88,89% aan dat een energielabel niet
berekend kan worden op basis van woningtype en bouwjaar. Deze acht respondenten geven aan dat het bestaande rekensysteem van de RVO gebruikt kan worden voor een nauwkeurige berekening van het energielabel. De overige 11,11% geeft aan dat de bouwperioden moet worden gelimiteerd.
Energielabel berekenen op basis van het rekensysteem van RVO 88,89%
Bouwperioden limiteren 11,11%
Totaal 100%
Tabel 5.4: ‘Conclusie (Eigen bewerking, 2020)’.
2. Het aantal zonnepanelen wordt berekend aan de hand van het energieverbruik van bewoners. Is dit een realistisch beeld van het aantal zonnepanelen? Van de negen
respondenten geeft 44,44% aan dat het dakoppervlakte in verbinding staat met het aantal zonnepanelen. De helft van deze respondenten voegt eraan toe dat momenteel met name zonnepanelen worden aangeboden vanaf 310 tot 340 wattpiek. Daarom wordt aangeraden om deze gemiddeldes aan te houden. Een andere 44,44% geeft aan dat het te maken heeft met het daadwerkelijke energieverbruik. Daarbij geeft de helft aan dat het gemiddelde energieverbruik een logische keuze is. 25% geeft het advies om het gemiddelde verbruik van de website van de RVO over te nemen. Tot slot deelt 11,11% mee dat het aantal zonnepanelen wellicht wat minder mag en dat ook een cv-ketel invloed heeft op het aantal panelen.
Dakoppervlakte heeft invloed op het aantal zonnepanelen
- Aanvulling: Zonnepanelen van 310 tot 340 wattpiek gebruiken
- Geen aanvulling
44,44%
50% 50%
Het daadwerkelijke energieverbruik in kaart brengen
- Gemiddelde energieverbruik is prima - Energieverbruik van de RVO gebruiken
- Geen advies
44,44%
50% 25% 25%
Aantal zonnepanelen verminderen en een cv ketel heeft invloed op het aantal 11,11%
Totaal 100%
Tabel 5.5: ‘Conclusie (Eigen bewerking, 2020)’.
3. Het aantal ramen wordt berekend op basis van vierkante meter, zou u dat ook zo in kaart brengen? Alle respondenten zijn van mening dat ramen/glas wordt berekend aan de hand van
vierkante meter (100%).
Ramen/glas bereken op basis van vierkante meter
- Locatie vraag verplaatsen naar subsidiemogelijkheden - Hoeveelheid glas
- Kozijnen hebben ook invloed op transmissie
100%
77,78% 44,44% 11,11%
Totaal 100%
Tabel 5.6: ‘Conclusie (Eigen bewerking, 2020)’.
Daarbij vermeld 44,44% dat de vraag gericht had moeten zijn op de hoeveelheid glas. 11,11% geeft aan dat kozijnen ook invloed hebben op de transmissie. 77,78% is van mening dat de locatie van de vraag in de tool niet logisch is. De vraag verplaatsen naar de vragen met betrekking tot de subsidiemogelijkheden zou een logischere keuze zijn.
4. Zijn de aangeboden maatregelen voor de energielabelsprong compleet? Van de negen
respondenten geeft 11,11% aan dat dit de meest simpele maatregelen zijn. De overige 88,89% uit dat de maatregelen niet compleet zijn. Wanneer het op de ontbrekende maatregelen aankomt denkt 50% dat een zonneboiler en ventilatiesysteem ontbreken. Daarnaast werden de volgende maatregelen aangevuld: warmteterugwinning in de douche (12,5%), gevelisolatie
(12,5%), PVT-panelen (12,5%), volledige warmtepomp (12,5%), aardwarmtepomp (12,5%), luchtwarmtepomp (12,5%), hybride warmtepomp (12,5%) en zonnecollectoren (12,5%).
De maatregelen zijn niet compleet
- Zonneboiler en ventilatiesysteem ontbreken - Warmteterugwinning in de douche
- Zonnecollectoren - Gevelisolatie
- PVT-panelen en de vier typen warmtepompen
88,89% 50% 12,5% 12,5% 12,5% 12,5%
De meest simpele maatregelen worden weergegeven 11,11%
Totaal 100%
Tabel 5.7: ‘Conclusie (Eigen bewerking, 2020)’.
5. Mist u per maatregel nog producten? In totaal hebben acht respondenten de vraag
beantwoord. Daarvan geeft 87,5% aan dat de producten niet compleet zijn. Echter is 12,5% van mening dat de producten niet benoemd moet worden en dat alleen het benoemen van maatregelen voldoende is. Van de 87,5% zegt 25% dat HR-glas en HR+-glas achterhaald zijn en kunnen worden verwijderd. Vervolgens beduid 25% dat een CW3-ketel niet tot nauwelijks meer verkocht wordt. Dan vindt 25% dat een luchtwarmte-, luchtwarmtewaterpomp, elektrical warmtepomp en volledige warmtepomp moet worden toegevoegd. En tot slot vindt 12,5% dat PUR en Tonzon kan worden verwijderd, zonnecollectoren toegevoegd en HR+++glas kan worden vervangen voor tripple glas.
Ja, de maatregelen niet compleet
- Hr-glas en Hr+-glas verwijderen - CW3 eruit
- Toevoegen luchtwarmtepomp en luchtwarmtewaterpomp, elektrical warmtepomp en volledige warmtepomp
- PUR eruit, Tonzon weghalen, zonnecollectoren toevoegen en HR+++ vervangen voor triple glas
87,5%
25% 25% 25% 12,5%
Producten verwijderen en alleen de maatregelen noemen 12,5%
Totaal 100%
Tabel 5.8: ‘Conclusie (Eigen bewerking, 2020)’.
6. Kloppen de eenheden? Volgens 100% van de respondenten kloppen de eenheden.
De eenheden komen overeen 100%
Totaal 100%
Tabel 5.9: ‘Conclusie (Eigen bewerking, 2020)’.
7. De productprijzen zijn inclusief btw en exclusief installatie. Zijn de weergegeven prijzen realistisch? Van de negen respondenten heeft 22,22% geen antwoord op deze vraag gegeven.
Desondanks vindt 55,56% dat de prijzen inclusief installatie moeten worden weergegeven. 11,11% geeft aan dat de prijzen aan de onderkant liggen. De overige 11,11%, vult aan dat de gemiddelde marktprijs van een CW5 ketel boven de € 1.000 is en PUR over het algemeen duurder is dan glaswol.
Prijzen inclusief installatie 55,56%
Kon geen antwoord op de vraag geven 22,22%
De prijzen liggen aan de onderkant 11,11%
Prijs CW5 ketel is boven de € 1.000 en PUR is duurder dan glaswol 11,11%
Totaal 100%
8. Hoe houden jullie rekening met kostenprognoses, stijgingen en daling? In totaal hebben
acht respondenten antwoord gegeven. Van deze acht respondenten heeft 66,67% een inflatiepercentage genoemd. Het gemiddelde inflatiepercentage is 3.15%. De overige 33,33% kijkt naar inflatie en/of houdt marktprijzen in de gaten, maar noemt hierbij geen getallen/percentages.
Gemiddeld stijgingspercentage van 3,15% 66,67%
Houdt markprijzen en/of inflatie in de gaten 33,33%
Totaal 100%
Tabel 5.11: ‘Conclusie (Eigen bewerking, 2020)’.
Op basis van de interviews zijn de resultaten gebundeld en verwerkt in tabel 5.33 en 5.36. De definitieve tool wordt weergegeven in afbeelding 5.2