• No results found

Hoofdstuk 5 Toetsen financieringstool

5.1 Opzet praktijkonderzoek

In de subparagraaf 5.1.1 ‘Doel interview’ wordt het doel van het interview beschreven. Op basis van het interviewdoel kan de populatie worden gekozen. In subparagraaf 5.1.2 ‘Populatie’ wordt de populatie beschreven. Door het beschrijven van de populatie wordt duidelijk welke respondenten worden aangeschreven, waarbij het doel van het interview in ogenschouw wordt genomen. In subparagraaf 5.1.3 ‘Soort interview’ volgt een beschrijving van het soort interview dat zal worden afgenomen. Aan de hand van de eerder geschreven doelen worden interviewvragen opgesteld in subparagraaf 5.1.4 ‘Samenstelling interviewvragen’.

5.1.1 Doel interview

In deze subparagraaf wordt het doel van de interviews beschreven. Het betreft een antwoord op de vraag: ‘Waarom worden de interviews afgenomen?’ De interviews worden afgenomen om het literatuuronderzoek uit voorgaande hoofdstukken te toetsen. Door interviewvragen op te stellen en deze af te nemen bij deskundigen uit de praktijk wordt de financieringstool getoetst. Op basis van de input uit de interviews ontstaat een definitieve financieringstool die voldoet aan de interne doelstelling.

Het doel van het interview is het toetsen van informatie uit het theoretisch kader. De financieringstool wordt getoetst, dit is het hoofddoel, zie afbeelding 5.1. Het hoofddoel valt onder te verdelen in drie subdoelen. De subdoelen zijn: het toetsen van energiebesparende maatregelen en de daarbij behorende kosten (geel), het toetsen van de financieringsmogelijkheden (blauw) en tot slot het toetsen van de subsidiemogelijkheden (groen). Het doel van de interviews is een duidelijke, betrouwbare financieringstool. In paragraaf 5.1.2 wordt ook naar afbeelding 5.1 verwezen, deze afbeelding geeft zowel de interviewdoelen als de populatie weer.

Doel Populatie Energiebesparende maatregelen en kosten Bouwkundigen

Subsidiemogelijkheden Energieloketten

Financieringsmogelijkheden Hypotheekverstrekkers

Afbeelding 5.1 ‘Financieringstool aangegeven populatie en interviewdoelen (Eigen bewerking, 2020)’.

Aanvulling op paragraaf 5.1.2

De eerste onderdelen van stap één en stap twee worden getoetst onder bouwkundigen (geel gearceerd). De daaropvolgende onderdelen door energieloketten (groen gearceerd). Het laatste onderdeel bij stap één en stap drie worden getoetst onder hypotheekverstrekkers (blauw gearceerd). De populatie komt overeen met de interviewdoelen.

5.1.2 Populatie

In deze subparagraaf worden de respondenten die geïnterviewd worden beschreven. De populatie zijn de ‘eenheden’ waarover dit onderzoek uitspraken doet. De populatie wordt afgebakend (Verhoeven N. , 2014). Energiebesparende maatregelen en de kosten daarvan worden getoetst bij bouwkundigen. Subsidiemogelijkheden worden getoetst onder energieloketten en tot slot worden de financieringsmogelijkheden getoetst onder hypotheekverstrekkers. In afbeelding 5.1 wordt de populatie in de financieringstool weergegeven.

Door heel Nederland verdiepen dagelijks duizenden mensen zich in energiebesparende maatregelen en financieringsmogelijkheden (Paling, 2018). In totaal zijn honderden erkende EPA-W deskundigen werkzaam die een definitief energielabel mogen opstellen (Energiedeskundig, Z.j. ). Bijna elke gemeente heeft in Nederland een energieloket (Milieucentraal, Z.j.). Echter is het onmogelijk om bij al deze deskundigen een interview af te nemen. De operationele populatie betreft daarom enkele bouwkundigen, hypotheekverstrekkers en energieloketten. Uit deze operationele populatie wordt een steekproef getrokken. Een steekproef is de toetsing van een klein deel van de populatie. Vanuit de steekproef wordt data verzameld. In dit geval wordt een selecte - en dus doelgerichte – steekproef uitgevoerd.

Bouwkundigen zijn onder te verdelen in: brancheverenigingen, installateurs en bouwbedrijven. Subsidievraagstukken worden veelal behandeld door energieloketten. Deze loketten beantwoorden vragen van bewoners met betrekking tot verduurzaming en de daarbij horende subsidies. Financieringsmogelijkheden worden in het dagelijks leven in kaart gebracht door financieel adviseurs, hypotheekadviseurs en banken. Om een betrouwbare steekproef uit te kunnen voeren, worden bij de selectie de volgende criteria in acht genomen:

- Het bedrijf is toegankelijk voor particulieren; - Het bedrijf is niet enkel een webshop; - Het bedrijf is bekend met energiebesparing;

- Het bedrijf biedt advies aan over het verbonden subdoel;

- Het bedrijf is objectief en daarom is geen bekende van de onderzoeker (TopScriptie, Z.j.). Het grootste deel bestaat uit de energiebesparende maatregelen. Daarom zullen de meeste interviews worden afgenomen op het onderdeel ‘energiebesparende maatregelen’. Vragen aangaande de subsidie worden enkel gesteld bij een kleine groep respondenten. Aangezien het een relatief klein onderdeel is van de tool. Tot slot worden de financieringsmogelijkheden getoetst. In tabel 5.2 wordt de selecte steekproef weergegeven.

Bedrijf Energiebesparende maatregelen en de kosten daarvan Feenstra Energiebesparende maatregelen en de kosten daarvan Energieloket Energiebesparende maatregelen en de kosten daarvan Atriensis

Energiebesparende maatregelen en de kosten daarvan Duurzaam bouwloket Energiebesparende maatregelen en de kosten daarvan USHI

Energiebesparende maatregelen en de kosten daarvan Energielabel Oost Energiebesparende maatregelen en de kosten daarvan Susteen

Energiebesparende maatregelen en de kosten daarvan Perfectkeur Energiebesparende maatregelen en de kosten daarvan Tangramhuis

Subsidiemogelijkheden Energieloket

Subsidiemogelijkheden Duurzaambouwloket

Subsidiemogelijkheden Susteen

Tabel 5.2: ‘Steekproef weergaven (Eigen bewerking, 2020)’.

5.1.3 Soort interview

In deze subparagraaf wordt het soort interview besproken. De financieringstool, opgesteld in hoofdstuk 4, wordt getoetst middels interviews. Dit is een kwalitatieve dataverzamelingsmethode. Door het afnemen van een interview wordt informatie met betrekking tot de financieringstool zo objectief mogelijk verzameld (Sillius, 2020). Het is een vraaggesprek waarbij de beleving van de geïnterviewde(n) vooropstaat (Verhoeven N. , 2014). De meest gebruikte interviewvormen zijn: gestructureerde, half-gestructureerde, ongestructureerde en een open interviews. Door middel van een half-gestructureerd interview wordt in de praktijk de financieringstool getoetst. Met behulp van een op voorhand vastgestelde vragenlijst wordt het interview afgenomen (Verhoeven N. , 2014). Van deze lijst mag worden afgeweken om zo gedetailleerde informatie te genereren (Dingemanse, 2015). Voor deze methode is gekozen omdat de vragenlijst houvast geeft gedurende het interview maar ook de mogelijkheid biedt om aanvullende vragen te stellen ter bevordering van de betrouwbaarheid. Uiteindelijk levert het ook een optimale definitieve financieringstool op. De bedrijven waar een interview wordt afgelegd zullen op voorhand de financieringstool met uitleg per mail ontvangen. Tijdens het interview wordt gevraagd deze te openen, zodat eventueel naar de tool kan worden verwezen.

5.1.4 Samenstelling interviewvragen

In deze subparagraaf worden de interviewvragen opgesteld. Alle interviews zullen beginnen met een korte introductie, deze introductie wordt weergegeven in bijlage XII. ‘Introductie’. In totaal worden drie vragenlijsten opgesteld. De respondenten zijn onderverdeeld in de eerdergenoemde groepen: bouwkundigen, hypotheekverstrekkers en energieloketten. De ene groep respondenten zal vragen beantwoorden met betrekking tot de energiebesparende maatregelen en kosten (bouwkundigen). De tweede groep krijgt alleen vragen over de financieringsmogelijkheden van de energiebesparende maatregelen (hypotheekverstrekkers) en de laatste groep krijgt vragen over de subsidiemogelijkheden (energielokketten).

Ieder interview start met twee algemene vragen. Deze twee vragen staan niet in directe verbinding met de financieringstool. De eerste vraag wordt gesteld om een beeld te krijgen van de respondent en de tweede deelvraag vraagt een mening met betrekking tot paragraaf 2.1 ‘Makelaar’. Vervolgens worden ongeveer acht specifieke vragen gesteld naar aanleiding van het literatuuronderzoek die in verbinding staan tot het interviewdoel. Vervolgens volgen twee vragen met betrekking tot de werking van de financieringstool en tot slot wordt een afsluitende vraag gesteld om de geïnterviewde ruimte te geven voor op- en/of aanmerkingen. De interviewvragen worden weergegeven in bijlage XIII. ‘Interviewvragen’.

Indien mogelijk zullen de interviews persoonlijk worden afgenomen. In verband met het coronavirus is het ook mogelijk om de interviews telefonisch af te nemen. Naar verwachting zal het interview dertig minuten duren en zal het aantal vragen wisselen tussen acht en veertien.